Leiden overzichten tot inzichten?

Publicatie datum: 1993-01-01
Collectie: 11
Volume: 11
Nummer: 3
Pagina’s: 61-71
mark van bavel leiden overzichten tot inzichten een bespreking van m spoelders en p yde over schrijven geschreven communicatie en cognitie gent 1992 1 schrijven over schrijven uit onvrede de geschreven taal heeft een hoge status geletterd worden leren lezen en schrijven blijft een aandachtspunt van eerste orde voor allen die onderwijsverant woordelijkheid dragen zo pleiten velen ervoor om kinderen van jongsaf optimale kansen te bieden om schrijfvaardig te worden het niveau van het schrijfon derwijs wekt vaak beroering p 9 dit boek blijkt zoals wel vaker gebeurt geschreven vanuit onvrede om wat een paradox lijkt de hoge status van de geschreven taal vs de beroering om het schrijfonderwijs bovenstaande aan klacht in de inleiding van over schrijven geschreven 1992 is niet helemaal nieuw al in 1985 signaleerde wesdorp alarmerende cijfers een voorstudie voor een periodieke peiling uitgevoerd bij 6de klassers van 300 nederlandse basisscholen bracht aan het licht dat minstens 9 van de leerlingen zich met hun schrijfvaardigheid niet kunnen redden buiten de school voor 44 is dit uiterst twijfelachtig zodat samen meer dan de helft onvoldoende schrijfvaardig is de kwaliteit van hun teksten is zo pover dat er geen sprake is van geslaagde schriftelijke communicatie p 89 ook in vlaanderen ligt het niveau van de schrijfvaardigheid onder aanvaardbare normen een voldoende reden voor het ministerie van de vlaamse gemeenschap om onderzoeksprojecten op te zetten daems leroy en rymenans onderzochten de geletterdheid op achttien jaar zij rapporteerden in 1992 dat de vlaamse laatstejaars halfgeletterden zijn zo scoren voor de deelvaardigheden structuur en stijl respectievelijk slechts 42 en 44 onder hen positief een tweede opdracht naar de wenselijkheid en haalbaarheid van diverse schrijf vaardigheden bij leerlingen uit verschillende onderwijsvormen en studierichtin gen werd uitgevoerd door m spoelders rijksuniversiteit gent en p yde uia antwerpen dat onderzoek werd eind 1991 afgerond en werd in 1992 gepubliceerd als boek over schrijven geschreven het geeft een overzicht van de vakliteratuur over schrijven schrijfvaardigheid en schrijfvaardigheidsonderwijs het is bedoeld voor lerarenopleiders en docenten spiegel 11 1993 nr 3 61 71 2 een terreinverkennend overzicht spoelders yde voortaan s y menen dat als onderwijsgevenden wat willen doen aan het beroerde niveau van het schrijfvaardigheidsonderwijs ze zullen moeten werken aan de factoren die de schrijfvaardigheid beinvloeden daartoe is inzicht in die factoren nodig het probleem is echter dat ze nooit volledig beschreven zijn of liever dat het onderzoek dat ze beschrijft nooit volledig geinventariseerd werd het zit namelijk verspreid over verschillende disciplines o m onderwijskunde linguistiek psychologie enz s y achten daarom een terreinverkennend overzicht van de theorie en de empirische bevindingen van het onderzoek naar schrijfvaardigheid noodzakelijk in zes hoofdstukken bespreken de auteurs het hele onderzoeksveld verder geven ze een overzicht van de plaats die schrijven inneemt in de vlaamse taalmethodes van het basis en het voortgezet onderwijs en de stand van het computer onder steund schrijfonderwijs hun bibliografie bevat een keuze uit de angelsaksische en nederlandstalige vakliteratuur van de laatste twintig jaar de bijlagen geven nog een overzicht van een tiental tekstsoorten en hun plaats in enkele leerplannen hierbij gaan de auteurs voorbij aan de recente leerplannen van het nvkso toch goed voor meer dan 70 van de vlaamse leerlingen hun beschrijving van de stand van het onderzoek in de zes hoofdstukken is geen opsomming van losse elementen ze is opgebouwd vanuit een bepaalde redenering en gepresenteerd in een causale samenhang 1 schrijven schrijfvaardigheid en schrijfproces in het eerste hoofdstuk gaan de auteurs nader in op de betekenis van de begrippen schrijven en schrijfvaardigheid daarna beschrijven ze het onderzoek naar het verloop van schrijfprocessen dat steeds meer gaat in de richting van subprocessen emig 1971 en 77 flower hayes 1979 en 81 martlew 1983 omdat flower hayes hun theorie bouwen op expert schrijvers schenken s y aandacht aan het vergelijkend onderzoek naar goede en slechte schrijvers ze sluiten het hoofdstuk af met de kritiek van lowyck en vanmaele op flower hayes 2 tekst tekstsoorten en tekstbewerking omdat schrijfprocessen uitmonden in schrijfprodukten moeten docenten inzicht hebben in de notie tekst en het belang inzien van tekstbewerking in het eerste deel van het tweede hoofdstuk bespreken s y dan ook onder meer een aantal aspecten van tekstsamenhang zoals coherentie charolles 1983 en cohesie halliday hasan 1976 tekstsoorten tekstbewerkingsprocedures scardamalia en bereiter 1983 en tekstrepresentaties krashen 1984 62 in het tweede deel leveren ze uitvoerig kritiek op het vergelijk diagnostiseer opereer proces van het tekstbewerkingsmodel van scardamalia en bereiter dat niet zou werken onder meer omdat leerling schrijvers het schrijfproces onvol doende als een probleemoplossingsproces beleven 3 geschreven taal gesproken taal in het derde hoofdstuk staan s y stil bij de eerste schrijfprodukten van leerling schrijvers wanneer kinderen aan het schrijven gaan aldus de auteurs vertonen hun eerste teksten interferenties met de gesproken taal willen docenten daarop aangrijpen dan is inzicht nodig in de koppels spreek taal schrijftaal en gesproken taal geschreven taal hieruit blijkt dat geschreven taal i v m gesproken taal secundair scinto 1981 autonoom garton en pratt 1989 en complementair kress 1982 is 4 ontwikkeling van de taalvaardigheid hoofdstuk vier schetst in grote trekken het verloop van taalontwikkeling van spontane taalverwerving tot taalvaardigheid piagct 1923 en chomsky 1965 in die ontwikkeling gaat spreken vooraf aan schrijven de ontwikkeling van schrijf vaardigheid garton en pratt 1989 blijkt dan eveneens een secundaire vaardig heid te zijn 5 taalvaardigheidsonderwijs hoofdstuk vijf houdt stil bij de doelen van het taalvaardigheidsonderwijs die doelen hangen samen met onderwijsopvauingen s y citeren er vijf met telkens een eigen visie op leerdoelen de plaats van het vak taal de inhoud van de lessen rijlaarsdam en hulshof 1984 6 schrijfvaardigheidsonderwijs hoofdstuk zes bouwt voort op de vijf vorige het geeft de theorie en de praktijk van het schrijfvaardigheidsonderwijs in het basis en secundair onderwijs daar zijn een drietal benaderingen gangbaar hillocks 1984 de produktgerichte de leerlinggerichte en de procesgerichte na een korte beschrijving stellen s y de theorieen kritisch in vraag vanuit de parameters leerdoel leerproces en evaluatie zo bespreken ze onder meer de klassikale foutenbespreking en feedback ziv 1984 het creatief schrijven geel 1982 de kritiek van vos 1985 op flower hayes 1982 en de process conference approach van graves 1983 omdat ze zelf gewonnen zijn voor een combinatie van schrijfvaardigheidsstrategieen in complete communicatieve situaties lijkt de voorkeur van de auteurs te gaan naar de aanpak van graves 1983 63 3 meer dan een terreinverkenning wie binnen het bestek van een boek van bijna 180 bladzijden het hele onder zoeksveld wil beschrijven voor een ruim publiek ontkomt niet aan compactheid en schematisering s y hebben getracht dit op te lossen door te streven naar samenhang vanuit een eigen visie die opgebouwd wordt doorheen het boek die vooral in hoofdstuk zes aan bod komt de belangrijkste reden waarom de auteurs hun eigen visie geven lijkt ingegeven door het gebrek aan eenheid van methode en terminologie die ze in het onderzoek aantreffen zo ontbreekt om te beginnen een precieze afbakening van wat men onder schrijven verstaat s y proberen daarin klaarheid te brengen door zich duidelijk te positioneren ze doen dat vanuit moffett 1979 die vier facetten ziet aan het begrip 1 schrijven als grafo motorische activiteit 2 schrijven in de betekenis van noteren 3 schrijven in de betekenis van literator vakman zijn en 4 schrijven als vaardigheid om gedachten en gevoelens via een geschreven tekst gestalte te geven met een doel en lezerspubliek voor ogen s y kiezen als uitgangspunt van hun beschrijving de twee laatste facetten een schrijver genereert woorden en zinnen die hij op een formeel stilistisch en structureel juiste wijze ordent tot een betekenisvol geheel met de bedoeling bij een lezerspubliek een doel te bereiken hiermee sluiten de auteurs in hun definitie twee essentiele functies van schrijven in de conceptualiserende en de communicatieve p 16 17 maar niet alleen schrijven ook schrijfvaardigheid wordt in de literatuur niet eensluidend gedefinieerd schrijfvaardigheid is overigens niet een en ondeelbaar er is eerder sprake van een complex van erg verschillende deelvaardigheden die benaderd worden vanuit een drietal verschillende invalshoeken 1 het verloop van het schrijfproces aan schrijfvaardigheid liggen verschillende deelvaardigheden ten grondslag die van een sterk verschillende aard zijn en die we kunnen samenvatten onder de noemers plannen formuleren nakijken verbeteren we noemen iemand schrijfvaardig wanneer die erin slaagt de verschillende deelvaardigheden efficient uit te voeren en passend op elkaar te betrekken 2 de kwaliteit van het schrijfprodukt iemand is schrijfvaardig wanneer de teksten voldoen aan zekere normen in veel gevallen gaat de aandacht uit naar taaltechnische aspecten juiste woordkeuze keurige zinsbouw correcte spelling gepaste interpunctie 3 de verwezenlijking van het schrijfdoel de lezer informeren verstrooi ing brengen overtuigen p 18 19 het onderzoek naar schrijfvaardigheid heeft dus een ruim onderzoeksdomein waarin tegenstrijdigheden niet vreemd zijn het staat zo zeggen s y kennelijk nog in de kinderschoenen want hoewel er steeds meer rapporten over de 64 effectiviteit van schrijfmethoden verschijnen p 90 is er nog niet echt sprake van een wetenschappelijk verantwoorde analyse van de manier waarop schrijfvaardig heid zich ontwikkelt parallel aan de cognitieve ontwikkeling van de leerlingen ook onderzoek naar de wijze waarop schrijfvaardigheidsonderwijs deze ontwikke ling optimaal kan ondersteunen staat nog niet ver en ook daar treft men weinig eenheid aan in terminologie onderzoeksmethoden en resultaten enz die onderzoeksmethoden hebben in de jongste twintig jaar trouwens ook een aantal focus wisselingen ondergaan lange tijd was er alleen aandacht voor de tekst zelf het schrijfprodukt aan het eind van de zestiger jaren vond er echter een paradigma verschuiving plaats in de richting van een leerlinggericht onder wijs dat ruimte liet aan creatief schrijven net zoals bij lezen toen leesplezier voorop stond moest dat creatief intuitieve schrijven leiden naar schrijfplezier het ontaardde echter omdat het niet gereguleerd was zo kwam er een derde verschuiving weg van schrijven voor de lol in de richting van onderzoek naar de cognitieve processen die aan het werk zijn tijdens het schrijven die processen bleken echter minder gemakkelijk te meten en te beschrijven tenzij ze verder in subprocessen opgedeeld werden de jongste tijd gaat steeds meer onderzoek die kant op zodat het alsmaar fijnmaziger wordt voor de didactiek had dat alles tot gevolg aldus s y dat de aandacht van het onderzoek naar de onderwijsstrategieen van de docent verschoof in de richting van aandacht voor de leerstrategieen van de leerling schrijver 4 eigen theorie s y wagen zich in het afsluitende hoofdstuk van dit werk aan een eigen schrijfdidactiek wat niet te verwonderen is s y zijn immers al langer actief als onderzoekers en didactici ze kiezen echter niet exclusief voor een methode hun stelling luidt in de praktijk dient er gestreefd te worden naar een combina tie van benaderingen de leerdoelen hebben een uiteenlopend karakter maar zijn binnen elke benadering relevant zodat het onverantwoord is dogmatisch voor een benadering te kiezen schrijfvaardigheidsonderwijs moet recht doen aan de creatieve aspecten die voor het schrijven van belang zijn leerlinggerichte benade ring schrijven heeft niet alleen te maken met de verwerking van persoonlijke indrukken maar ook met hun overdracht daarom moet schrijfvaardigheidsonder wijs aandacht besteden aan tekstnormen produktgerichte benadering en mag evenmin voorbij worden gegaan aan de kenmerken van het schrijfproces proces gerichte benadering er kan op dit vlak een evenwicht bereikt worden al hangt het relatieve belang van de leerdoelen en bijhorende leerprocedes samen met factoren als leeftijd van de leerling schrijver afstudeerrichting tekstsoort enz p 117 deze uitwerking leidt hen in hun keuze voor een eigen didactiek naar graves 1983 65 5 werkwijze van graves in graves werkwijze zitten elementen van de drie gangbare benaderingen de produkt leerling en procesgerichte die laatste noemt graves de process conference approach daarin begeleiden leerkrachten het schrijfproces via korte individuele sessies writing conferences doel daarbij is leerlingen tijdens het schrijven zelfstandigheid en een reflectieve houding bij te brengen schrijfproces en schrijfprodukt krijgen aandacht want tekstbewerking staat centraal teksten worden daarom nooit als zwak wel als onafgewerkt beschouwd in de praktijk wordt van meet af aan van een complete communicatieve schrijfopdracht vertrokken waarin ook andere vaardigheden zoals luisteren en spreken een plaats hebben na een orienterend klassegesprek of een rollenspel wordt een schrijfopdracht afgesproken tijdens de fase van tekstproduktie komt elke leerling geregeld bij de leerkracht voor een individuele bespreking die sessies moeten voor de leerling voorspelbaar en structureel eenvormig zijn ze moeten courant plaatsvinden en hoewel er geen strikte normen gelden stelt graves dat zo een sessie best een tiental minuten duurt een volledige schrijfop dracht vergt een zestal sessies tijdens een sessie is vooral de leerling aan het woord hij moet na vragen van de leerkracht als hoe ver sta je wat moet er nog gebeuren welk stukje vind je het best welke leerling zal het meest geinteresseerd zijn in je tekst zelf zijn problemen verwoorden en oplossingen suggereren de leerkracht zal impliciete aanwijzigingen geven d w z hij vraagt aandacht voor bepaalde aspecten van de tekst lexicaal syntactisch op zinsniveau en tekstniveau en suggereert alternatieven b v is dit wel het juiste woord is je zin niet te lang daarbij moet de leraar wel weten dat onervaren schrijvers meer gediend zijn met expliciete aanwijzingen zoals vervang dat werkwoord door een zelfstandig naamwoord of maak van die zin twee korte zinnen ziv 1984 omdat hij over zijn schrijfproces nadenkt en spreekt verwerft de leerling een metataal over schrijfproces en produkt in de opbouw ligt het accent aanvankelijk op de inhoud taaltechnische accenten komen later aan bod stelt een leraar vast dat heel wat leerlingen dezelfde problemen hebben dan kunnen die klassikaal besproken worden via groepsdiscussie bepalen leerlingen en leerkracht de kwaliteit van de geproduceerde teksten waarvan er een aantal wordt geselecteerd voor opname in een klasbundel graves wijst ook op het belang van de leerkracht als model zo beschrijft hij hoe de leraar met behulp van de overhead projector een korte tekst schrijft en daarbij hardop zijn proces overdenkt en beschrijft 66 belangrijk is dat de leerkracht elke leerling wenselijke en haalbare schrijfstrate gieen aanreikt een leerling moet op elk ogenblik met die leerinhouden geconfron teerd worden waar de grootste behoefte aan is dit veronderstelt een grote flexibiliteit van de leerkracht en een specifieke bagage aan kennis en vaardigheden een daarvan is aldus graves een duidelijk inzicht in het schrijfgedrag van zijn leerlingen van de onervarenen en de meer ervarenen een andere is de vaardigheid er wat aan te doen met impliciete en expliciete aanwijzingen 6 goede en zwakke schrijvers graves stelt dus dat leraren inzicht moeten hebben in de vaardigheid van hun leerlingen wie is een goede en wie een zwakke schrijver op dat inzicht kunnen ze hun didactiek afstemmen om hun individuele leerlingen in te schatten kunnen ze putten uit de algemene beschrijving in de literatuur van wat een goede schrijver is en wat een slechte zo is de cognitief psychologische beschrijving van schrijf processen door flower hayes 1980 gebaseerd op het schrijfgedrag van expert schrijvers maar ook andere onderzoekers vertrekken van een typologie van goede en zwakke schrijvers en hoewel een onderlinge vergelijking van de resultaten van onderzoek naar goede en zwakke schrijvers niet verantwoord is omdat de variabelen schrijfvaardigheid schrijfproces enz te sterk verschillen p 32 komen s y tot de volgende beschrijving van goede schrijvers 1 ze gaan bedachtzaam te werk analyseren de schrijfopdracht plannen zorgvul dig bepalen een tekstdoel en houden tijdens het schrijven hun lezerspubliek voor ogen vooraf verzamelen ze informatie hebben een ideeenschema in hun hoofd ze schrijven een overzicht van de hele tekst en besteden in het begin weinig aandacht aan spelling en grammaticaproblemen bechtel 1979 pianko 1979 stallard 1974 2 ze toetsen tijdens het schrijven hun tekst regelmatig aan de conceptuele blauw druk beach 1976 3 ze plannen op een flexibele wijze tijdens het schrijfproces wijzigen goede schrijvers hun plannen vaak schrappen herschrijven reorganiseren m a w ze doen vaker aan tekstbewerking revisie gebeurt op alle tekstniveaus en leidt vaak tot inhoudelijke wijzigingen hun eerste versie zien ze als hun kladversie pas op het einde besteden ze aandacht aan de formulering en de tekstcosmetica stallard 1974 4 ze nemen gemakkelijker afstand van hun tekst als schrijver om hem als lezer te beschouwen wisseling van schrijvers naar lezersperspectief het beeld van de zwakke schrijver laat zich gemakkelijk hieruit afleiden we hoeven de opsomming slechts negatief te lezen in elk geval zien zwakke schrij vers het schrijfproces lineair en hanteren ze een gelijk goed strategie ze 67 schrijven vooral associatief graves 1983 noemt hen reactieve schrijvers tegenover de planmatige reflectieve schrijvers emig 1977 hanteert de term beethoveniaanse schrijvers associatief atomistisch tegenover de mozartiaanse analytisch holistische schrijvers scardamalia en bereiter 1983 stellen dat zwakke schrijvers geen mentale blauwdrukken tekstrepresentaties gebruiken tijdens het schrijfproces gewoon omdat ze die niet kennen martlew 1983 meent dat zwakke schrijvers nog teveel aandacht moeten besteden aan lagere deelvaardigheden grafo motorische aspecten spelling interpunctie en zich dus niet kunnen richten op subprocessen van een hoger niveau schrijfdoel publiekge richtheid tekstorganisatie twee bedenkingen wij menen dat dit terreinverkennend overzicht conform zijn doelstelling inzichten kan bijbrengen om het schrijfonderwijs effectiever te maken wij zouden echter afrondend twee vragen willen stellen bij de doelgroep van dit onderzoek die door s y als volgt omschreven wordt met dit werk willen we de student en de docent niet alleen een overzicht aanreiken wij hopen tevens de onderzoeker in hem te stimuleren p 12 1 de eerste vraag luidt zijn deze inzichten uit dit overzicht voor docenten expliciet en concreet genoeg de winst bij het aanleren van vaardigheden zit immers in een aanpak die zo concreet mogelijk is toegesneden op de graad van beheersing van de leerlingen die men voor zich heeft daarbij kunnen algemene beschrijvingen onder meer van goede schrijvers wel referentiepunten zijn om het kunnen van leerlingen te toetsen soms zitten er ook wel aanduidingen in om leerlingen klassikaal en individueel aan te pakken en te remedieren alleen geloven we niet dat die algemene beschrijvingen voor de hele doelgroep docenten in alle studierichtingen en niveaus van kleuter basis en secundair onderwijs toch een periode van veertien jaar onderwijs specifiek genoeg zijn daar ligt meteen de zwakke plek van dit werk ons lijkt de doel groep net als het hele opzet te ruim waardoor de uitwerking te beknopt en te schematisch moet blijven 2 wat verstaan s y onder de onderzoeker in de docent stimuleren veronderstelt dit dat de docenten niet alleen de vakliteratuur willen lezen maar die ook verder didactisch willen kunnen ontwerpen dat lijkt ons hoog gegrepen in het beste geval zal dit werk de student docent de weg wijzen om in bijkomende publikaties curricula en taalmethodes inspiratie te vinden om zijn didactisch ontwerpen gestadig op te bouwen doorheen de volgende stappen 68 grafo motorische vaardigheden beheersing van conventies syntactisch inzicht tekstrepresentaties taalfuncties en tekstsoorten taalregisters en taalvarianten communicatieve vaardigheden formuleringen op zinsniveau tekstcoherentie en tekstcohesie formuleringen op alinea en tekstniveau en dat is een hele opgave immers de leerling die nog problemen heeft met een lagere deelvaardigheid moet die eerst beheersen vooraleer hij verder kan naar een volgende hogere martlew 1983 maar wanneer kan welke stap precies gezet worden het zal dus zaak zijn zicht te krijgen op een geleidelijke longitudinale opbouw want in vaardigheidsonderwijs gaat het docenten precies daar om wat voegen zij toe op welk moment hoe zorgen ze ervoor hiaten en teveel overlap ping te vermijden wat kunnen ze verwachten van leerlingen per onderwijsvorm per studierichting per leerjaar per tekstsoort m a w hoe bouwen zij hun schrijfcurriculum uit als deze studie daarbij kan helpen heeft ze de brug geslagen die ze wil slaan dit werk kan inderdaad niet op al die vragen antwoord geven daarvoor is het te algemeen te beknopt en te schematisch dat is geen kritiek dat is eigen aan de aard van terreinverkennende overzichten docenten zullen vanuit dit orienterend overzicht op zoek moeten gaan naar bijkomende specifiekere informatie voor bepaalde leeftijdsgroepen en studierichtingen zoals zij die onder meer kunnen vinden bij de glopper 1988 bibliografie beach r 1976 self evaluation strategies of extensive revisers and non revisers in college composilion and communication 27 p 160 164 bechtel j 1979 videotape analysis of the composing process of six male college freshmen writers paper presented at the annual meeting of the mid west regional conference on english in the two year college charolles m 1983 coherence as a principle in the interpretation of discourse in text 1 p 71 97 chomsky n 1965 aspects of a theory of syntax cambridge mit press daems f g leroy r rymenans geletterdheid op achttien jaar peiling naar de lees en schrijfvaardigheid bij het einde van het secundair onderwijs project f c f o op ministerieel initiatief de kwaliteit van het moedertaalon derwijs universiteit antwerpen uia 1992 69 emig j 1971 the composing processes of twelfth graders urbana iii national council of teachers of english emig j 1977 writing as a mode of learning in college composition and communication 28 p 122 128 f c f o ministerieel initiatief 89 25 universiteit van gent promotor woord voerder m spoelders flower l s j r hayes 1979 a process model of composition pittsburgh camegie mellon university flower l s j r hayes 1980 the dynamics of composing making plans and juggling constraints in l w gregg e r steinberg eds cognitive processes in writing p 31 50 nj hillsdalc lawrence erlbaum associates flower l s j r hayes 1981 a cognitive process theory of writing in college composition and communication 35 p 365 387 garton a c pratt 1989 learning to be literate the development of spoken and written language oxford new york basil blackwell geel r e a 1982 de betekenis van creatief schrijven in tijdschrift voor taalbeheersing 4 p 203 220 glopper k de schrijven beschreven svo 1988 graves d h writing teachers and children at work london heineman 1983 halliday m a k r hasan 1976 cohesion in english london longman hillocks g h 1984 what works in teaching composition a meta analysis of experimental treatment studies in american journal of education 1 p 133 170 krashen s d 1984 writing research theory and application oxford perga mon kress g 1982 learning to write london routlcdge kegan paul marthlew m ed 1983 the psychology of written language a developmental approach london john wiley sons moffett j integrity in the teaching of writing in phi delta kappa 1979 piaget j 1923 le langage et la pensee chez ienfant neuchatel paris dela chaux niestle pianko s a 1979 a description of the composing processes of college fresh men writers in research in the teaching of english 13 1 p 5 22 rijlaarsdam g h hulshof eds 1984 schrijven theorie en praktijk van het schrijfvaardigheidsonderwijs den bosch malmberg scardamalia m c bereiter 1983 the development of evaluative diagnostic and remedial capabilities in children s composing in m martlew o c p 67 95 scinto l f m 1981 the architectonics of text produced by children and the development of higher cognitive functions chicago center of psychological studies stallard c k 1974 an analysis of the writing behaviour of good student writers in research in the teaching of english 8 p 206 218 70 vos j 1985 schrijfprocesonderzoek en schrijfmethoden het onderzoek van flower hayes en het leerboek van flower in tijdschrift voor taalbeheer sing 7 p 258 269 ziv n d the effect of teacher comments on the writing of four college freshmen 1984 manuscript binnengekomen 17 december 1993 manuscript aanvaard 17 december 1993 71 72