Publicatie datum: 1991-01-01
Auteur: Piet-Hein van de Ven
Collectie: 09
Volume: 09
Nummer: 1
Pagina’s: 35-53
Documenten
piet hein van de ven leraren onderzoeken eigen onderwijs in scandinavie 1 inleiding leraar als onderzoeker onderzoek is een tamelijk schaars verschijnsel de wens leraren actief te betrekken bij onderzoek van onderwijs wordt vaker geuit participatie van leraren zou de traditionele kloof tussen onderwijs en onderzoek kunnen overbruggen met name bij onderzoek naar de innovatieproblematiek wordt aan de rol van de leraar grote waarde gehecht olson 1983 martin 1983 lagerweij voogt 1983 in dat kader wordt ook de specifieke mogelijkheid tot leraar als onder zoeker onderzoek geopperd verslagen van gerealiseerde leraar onder zoeker projecten zijn echter zeldzaam men vindt verslagen bij nixon 1981 en methodologische beschouwingen bij hopkins 1985 en walker 1985 een combinatie van verslaggeving en methodologische beschou wingen bieden burgess 1985 en griffiths 1985 in die publicaties wordt ook de rolverdeling leraar onderzoeker geproblematiseerd het is daarom opmerkelijk dat in interviews over literatuuronderwijs collega s uit noorwegen en zweden wezen op uitgevoerd leraar als onderzoeker onderzoek ze vonden zulk onderzoek van belang voor succesvolle innovatie van literatuuronderwijs zie delnoy van de ven 1990 in deze bijdrage bespreek ik vier promotie onderzoeken van leraren die hun eigen onderwijs tot object van onderzoek nemen drie onder zoeken zijn inmiddels afgesloten in een dissertatie een vierde onder zoek loopt nog een eerste rapport is inmiddels verschenen bij het lezen en bespreken van deze publicaties kan ik een beroep doen op aanvullende ervaringen terzake drie van de vier leraren ken ik persoonlijk in interviews en gesprekken in de wandelgangen zijn aspecten van het leraaronderzoeker zijn aan de orde gekomen niet op een systematische wijze aangezien de gesprekken plaats vonden in ander verband daarnaast werk ik momenteel aan een onderzoek binnen het interna tional mother tongue education network imen in dat onderzoek functioneert ook een leraar als mede onderzoeker van het eigen onder wijs malmgren van de ven 1989 verder heb ik enkele jaren geleden een pabo docent begeleid die een doctoraalscriptie schreef over zijn eigen onderwijs in schrijven strang 1987 waar me dat belangrijk lijkt zal ik naar deze ervaringen verwijzen mijn bijdrage kent de volgende opzet in paragraaf 2 geef ik kort de geschiedenis van de onderzoekstraditie waarbinnen de te bespreken onderzoeken worden uitgevoerd spiegel 9 1991 nr 1 35 53 in paragraaf 3 bespreek ik het binnen die traditie gebruikelijke onder zoeksdesign in paragraaf 4 typeer ik de vier onderzoeken en ga ik in op aspecten van het leraar onderzoeker zijn in paragraaf 5 vat ik samen onder welke voorwaarden het besproken onderzoek mogelijk blijkt vervolgens speculeer ik over de mogelijk heden tot zulk onderzoek in nederland paragraaf 6 2 het kader pedagogiska gruppen lund de vier te bespreken onderzoeken vloeien direct of indirect voort uit de activiteiten van de pedagogiska gruppen in lund aan het begin van de jaren zeventig bestaat er aan het instituut voor literatuurwetenschap van de universiteit van lund een zogenaamd literatuurpedagogisch seminarium het betreft bijeenkomsten waar aankomende onderzoekers met hun docenten promotie onderzoek be spreken na verloop van tijd wordt ook aandacht besteed aan de pro blematiek van het literatuuronderwijs op school als gevolg van deze ontwikkeling wordt het seminarium ook bezocht door leraren leraren en literatuurwetenschappers vormen een discussiegroep waarvan de activiteiten zich concentreren op een analyse van het eigen onderwijs in het zweeds deze samenwerking van leraren en literatuurweten schappers wordt beschouwd als de start van de pedagogische groep de activiteiten resulteren in de uitgave van een boek onder de titel svenskamnets kris letterlijk crisis in het vak zweeds brodow m fl 1977 in dat boek wordt het bestaande onderwijs zweeds scherp bekritiseerd een van de belangrijkste kritiekpunten betreft de opsplit sing van het vak zweeds in diverse deelvaardigheden een tweede daarmee samenhangend punt betreft de technocratische trend binnen het vak onderwijs in zweeds is onderwijs in neutrale vaardigheden zweeds heeft niets van doen met de ervaringswereld van de kinderen met de wereld buiten de school de publicatie bewerkstelligt een behoorlijke publieke commotie klachten over het onderwijs in het zweeds waren er al langer deze publicatie gooit olie op het vuur kranten radio en tv storten zich erop ik kan de reacties reconstrueren in twee soorten afwijzende en uitdagende de afwijzende reacties hekelen onder meer wat ze noemen het marxistische standpunt andere reacties versterken de groep in het plannen en uitvoeren van nieuwe activiteiten drie samenhangende terreinen worden bestreken men gaat historisch onderzoek doen ter wille van een beter begrip van de vigerende praktijk zie van de ven 1989 men schrijft didactiekboeken en didactische artikelen voor lerarenopleiding en her en bijscholing zie malmgren 1990 men begint met onderzoek naar de praktijk dat laatste is in dit kader van belang nog in 1977 verschijnen er twee andere publicaties een betreft een rapportage van deense en duitse literatuurdidactische vernieuwingspo gingen ljung thavenius 1977 het andere boek bevat ervaringen 36 met alternatieve invullingen van het vak zweeds zweeds in de wer kelijkheid thavenius 1977 in tegenstelling tot svenskamnets kris worden deze nieuwe boekjes nauwelijks opgemerkt blijkbaar zijn voor de pers alleen negatieve berichten over literacy van belang en niet alleen in zweden lijkt me toch zijn beide publicaties van belang de groep komt tot het oordeel dat rapportage van vernieuwingspogingen niet alleen maar indrukken en belevenissen moet omvatten uitvoe riger documentatie en nauwkeuriger vormen van analyse zijn noodza kelijk in navolging van deens onderzoek2 kiest men voor aktie onder zoek vanaf 1979 worden enkele projecten opgezet uit te voeren in samen werkingsverbanden van leraren en onderzoekers de resultaten ervan worden gerapporteerd in verslagen geschreven door teams van een of twee leraren en een of twee onderzoekers in de periode tot 1983 zijn er maar twee uitzonderingen op dergelijke teamproducten holmberg en malmgren bundelen hun verslagen van onderzoek naar eigen onder wijs dat ze afzonderlijk hebben uitgevoerd holmberg malmgren 1982 in de teamverslagen wordt enig onderscheid gemaakt tussen leraar en onderzoeker ter illustratie kan ik wijzen op de inleidende paragrafen van de drie eindrapporten van het project svenska in drie achtereen volgende jaren werd een deel van het onderwijs in een klas gevolgd de kinderen zijn er 13 tot 16 jaar in de rapporten lezen we dat het onderwijs werd verzorgd door de leraren maria carlsson eerste jaar en frank lundberg alle drie jaren in alle drie jaren fungeerde ulf lindberg als observator van het onderwijs tijdens het project terwijl vanaf het tweede jaar olie holmberg als assistent leraar en observator aan het project werd toegevoegd overigens blijkt dat ook lindberg soms functioneerde als assistent leraar beide partijen tekenen voor de rapportage maar geven ook aan verschillende doelen met het pro ject te hebben als algemeen doel voor het project svenska geldt empirisch onderzoek van het onderwijs zoals dat normaliter wordt verzorgd door de bij het project en de pedagogische groep betrokken leraren we analyseren geen onderwijsexperimenten we analyseren geen onderwijs dat is gebaseerd op onderzoeksbelangen die onder zoeksbelangen worden ondergeschikt gemaakt aan onderwijsdoelen lindberg lundberg 1980 5 binnen dit algemene doel stellen de onderzoekers zich tot taak te belichten welke problemen hindernissen en mogelijkheden zich voor doen bij onderwijs dat werkt aan kennis inzicht3 en bewustwording problemen die te maken kunnen hebben met de schoolorganisatie met de relatie tussen werkvormen en de geformuleerde doelen ze willen laten zien hoe taalontwikkeling kan worden gestimuleerd binnen pro bleemgeorienteerd onderwijs hoe literatuur kan worden gebruikt bij de ontwikkeling van kennis en inzicht de leraren formuleren een onderwijsutopie die de richting van hun handelen aangeeft het onderwijs zal idealiter alle leerlingen meer 37 mogelijkheden bieden om te handelen in overeenstemming met de eigen objectieve belangen door deelname aan onderwijssituaties waar in ze kennis inzicht verwerven in die belangen waarin ze instrumenten verwerven om te werken aan hun zelfontplooiing in de vorm van kennis inzicht vaardigheden attituden en ervaringswijzen ibid 5 6 deze visie op onderwijs wordt door onderzoekers en leraren gedeeld en wordt onderbouwd in een eerste didactische publicatie holmberg malmgren 1979 de doelstellingen van leraar en onderzoeker hangen nauw samen waar de leraren streven naar het ontwikkelen van kennis inzicht en bewust wording bij leerlingen willen de onderzoekers verduidelijken hoe dergelijke leerprocessen verlopen welke problemen zich voordoen de rollen van leraar en observator schuiven blijkbaar in elkaar in die zin dat de onderzoeker functioneert als assistent leraar of de rollen in elkaar schuiven in die zin dat de leraar ook onderzoekt wordt niet verduidelijkt aangezien beiden tekenen voor de rapportage wordt in elk geval de suggestie dat de leraar ook onderzoekt wel gewekt hoe het ook zij een eventuele dubbelrol van de leraar als onderzoeker wordt niet geproblematiseerd de projecten lopen van 1979 tot 1983 eigenlijk al vanaf het begin is een verruiming waarneembaar naast belangstelling voor projectonder wijs komt er didactische en onderzoeksmatige aandacht voor de recep tie van teksten door leerlingen een duidelijk kristallisatiepunt vormt een publicatie in 1983 over literatuurdidactische epistemologische en methodologische uitgangs punten voor receptie onderzoek malmgren 1983 mijn schets van het onderzoeksdesign in paragraaf 3 is voor een groot deel op deze publicatie gebaseerd na 1983 vindt nieuw team onderzoek plaats gericht op receptie de onderzoeksresultaten worden gedeeltelijk samengevat in twee publica ties linner malmgren 1986 bevat enkele zogenoemde lezersportret ten malmgren 1986 bespreekt de receptie door leerlingen van literai re teksten in het kader van dit team onderzoek verschijnt de disserta tie van bengt linner hij onderzocht zijn eigen onderwijs literatuur en onderwijs linner 1984 hier vinden we voor het eerst aandacht voor aspecten van de leraar als onderzoeker na 1983 en vooral na 1986 vindt minder onderzoek plaats voor zover ik weet zijn veranderingen in de lerarenopleiding hier mede debet aan de docenten van het instituut voor literatuurwetenschap die lid zijn van de pedagogische groep werken ook binnen de leraren opleiding de beoogde vernieuwing van die opleiding leidde tot verhe viging van gevechten om onder meer onderzoekstijd en competentie een strijd tussen vakdidactiek en algemene didactiek methodiek een strijd uitgevochten tegen de achtergrond van de dominantie van empi risch analytisch onderzoek alles bijeen een kwestie van geld 38 er is sprake van afname van aktie onderzoek en teamonderzoek wel blijft er historisch onderzoek en individueel onderzoek naar de prak tijk ik geloof dat er nog maar een team onderzoek loopt het aan het imen onderzoek gerelateerde onderzoek naar literatuuronderwijs aan 11 tot 13 jarigen zie malmgren van de ven 1989 nu echter zijn er wel enkele interessante leraar als onderzoeker publicaties versche nen die ik samen met die van linner in het volgende bespreek rest me hier te vermelden dat de opbrengsten van het onderzoek van de pedagogische groep duidelijk herkenbaar zijn in didactiekboeken malmgren 1988 en de inhoud van her en bijscholingsactiviteiten mede bepalen pedagogiska gruppen 1990 3 uitgangspunten voor team onderzoek het gaat de groep om onderzoek dat problemen en mogelijkheden be licht van onderwijs zweeds in vormen van projectonderwijs het gaat om onderzoek dat moet bijdragen aan onderwijsvernieuwing gebaseerd op een door onderzoekers en leraren gedeelde visie op onderwijs het onderzoek richt zich kort samengevat op de innovatie problematiek op praktijkproblemen de vraag hoe deze onderzoeksdoelstellingen het best kunnen worden bereikt dwingt tot een keuze tussen kwantitatieve en kwalitatieve methoden de groep kiest een kwalitatief onderzoeks design een duidelijke verantwoording hiervoor geeft malmgren 1983 alleen met behulp van kwalitatieve methoden kan men het onder zoeksobject zo volledig mogelijk dekken inclusief alle mogelijke verbanden die binnen het object bestaan kwantitatieve methoden richten zich op causale relaties tussen geisoleerde aspecten van het object kwalitatieve methoden proberen licht te werpen op veelzijdige entiteiten het gaat niet om meten maar om begrijpen de groep kiest voor case study onderzoek data worden op zoveel mogelijk manieren verzameld en geanalyseerd vanuit theoretische probleemstellingen daarnaast worden theoretische categorieen aangevuld met nieuwe categorieen die ontstaan in de confrontatie van de onderzoeker met de data de analyse dient niet het bevestigen of verwerpen van hypothe ses maar het ontwerpen van genuanceerde en eventueel zich wijzigen de theoretische veronderstellingen daartoe worden de analyses van diverse data met elkaar geconfronteerd met de bedoeling veronder stellingen te versterken dan wel te verwerpen ik heb de indruk dat de groep zich zou kunnen vinden in het idee van een grounded theory zie glaser strauss 1976 zoals beschreven verbreedt het onderzoeksperspectief zich in de rich ting van receptie onderzoek onderzoek moet bijdragen aan onderwijs vernieuwing door kennis te genereren over wat er gebeurt bij het lezen van en werken met teksten door leerlingen het onderzoek wordt meer descriptief weliswaar handhaaft men het actie onderzoek waar bij onderwijs zo wordt ingericht dat het lezen van teksten bijdraagt tot kennis en inzicht maar de analyse van de data richt zich nadrukkelijk 39 ook op de receptie men beschouwt receptie als een uiterst complex fenomeen receptie van teksten is een proces niet een statisch ver schijnsel receptie is een samengaan van tekst en tekstuele eigen schappen onderwijs situatie behoeften en verwachtingen van de lezer en diens socialisatie en leeservaring receptie kan niet worden verengd tot consumptiegewoonten deze visie op receptie versterkt de keuze voor kwalitatieve onder zoeksmethoden veel en veelsoortige data worden geanalyseerd 1 analyse van de gebruikte teksten 2 analyse van de interactie in de klas klassegesprekken instructie groepswerk worden op tape geregistreerd geprotocolleerd en geana lyseerd daarnaast is er analyse van observatie aantekeningen le raardagboek lesvoorbereidingen 3 analyse van receptie van teksten door leerlingen analyse van lees verslagen van bandopnames van interviews met leerlingen van bandopnames van groepswerk analyses van door leerlingen gemaakt werk teksten tekeningen 4 analyse van achtergrondgegevens over de school de klas de soci alisatie van individuele leerlingen de theoretische uitgangspunten bij de analyse zijn voornamelijk geba seerd op receptie theorieen en onderzoek hansson iser holland fry svensson bleich deze uitgangspunten functioneren op twee wijzen ze functioneren bij de analyse als interpretatief kader een kader dat op basis van het empirisch onderzoek kan worden bijgesteld ander zijds functioneren ze als strategie bij het ontwerpen van onderwijssi tuaties de groep orienteert zich niet alleen op receptie theorieen maar ook op theorieen over socialisatie en interactie theorieen afkomstig uit onder wijssociologie en cultuurgeschiedenis psycho en sociolinguistiek bij de analyse en interpretatie van de data richt men zich op twee ni veaus men trekt conclusies over het onderwijsverloop in de klas case niveau en over de receptie van teksten bij individuele leerlin gen leerlingniveau dit laatste leidt tot het construeren van lezers portretten 4 de leraar als onderzoeker ik begin deze paragraaf met een korte typering van de vier onderzoe ken daarna bespreek ik de leraar als onderzoeker aspecten ervan en onderzoeksresultaten voorzover die licht werpen op de leraar onder zoeker 4 1 karakteristieken van vier projecten onderzoeksdoelen en methoden van de vier promotie projecten zijn in alle vier gevallen concretiseringen van het geschetste onderzoeksde sign van de pedagogiska gruppen 40 linner 1984 literatuur en onderwijs doet verslag van onderzoek naar literatuuronderwijs in twee verschillende onderwijssituaties hij analyseert zijn lesgeven in een klas binnen het reguliere volwassenen onderwijs en zijn activiteiten met een groep volwassenen in een soort van volkshogeschool cursus hij analyseert de receptie van teksten in beide groepen leerlingen en legt verbanden tussen lesgeven en recep tie hij formuleert als uitgangspunt voor zijn onderzoek enerzijds zijn twijfel aan de traditionele wijze van literatuuronderwijs veel vrij lezen anderzijds de confrontatie tussen zijn lespraktijk en dat wat hij denkt dat literatuuronderwijs zou moeten zijn in het onderzoek pro beert hij zijn onderwijs vorm te geven overeenkomstig de literatuur didactische ideeen van de pedagogische groep holmberg 1988 videogeweld en onderwijs analyseert eigen onder wijs aan een klas 16 17 jarige jongens die aan een gymnasium de electrotechnische beroepsvoorbereidende richting volgden gedurende een trimester werden de lessen zweeds beroepsorientatie en een uur voor een keuzevak samengevoegd tot een project waarin aspecten van video gebruik onder de loep komen in de analyse van de data gaat het vooral om de wijze waarop deze jongens videogeweld consumeren het onderzoek van elmfeldt is nog niet afgerond hij wil zijn litera tuuronderwijs in twee groepen gymnasiumleerlingen vergelijken de twee groepen volgen verschillende richtingen binnen het gymnasium de ene groep volgt de economische richting de andere groep de maatschappijwetenschappelijke richting een eerste rapport betreft de analyse van een aantal lessen aan de economische groep als meisjes zwijgen elmfeldt 1990 het vierde onderzoek is van een noor smidt zes lezers op school wat ze zochten wat ze vonden 1988 analyseert zijn eigen onderwijs in literatuur uit drie jaar onderwijs aan een klas van 16 tot 19 jaar oud selecteert hij zes intensieve perioden voor nadere analyse het gaat hem om de receptie door de leerlingen van literaire teksten hij presenteert zijn analyse voornamelijk in zes lezersportretten smidt heeft tot 1976 aan de universiteit van lund gewerkt als docent noors en daar contacten gehad met onderzoekers die later lid waren van de pedagogische groep in zijn inleiding en de schets van zijn theoretisch kader plaatst hij zijn onderzoek zelf nadrukkelijk binnen het kader van de groep in lund hier in scandinavie heeft de peda gogische groep lund heel centraal gestaan bij de ontwikkeling van receptie onderzoek zowel wat betreft theorie als wat betreft onder zoeksmethodologie smidt 1988 3 hij geeft aan dat hij zich voor beide aspecten baseert op de verworvenheden van de groep ook in zijn literatuurdidactische visie orienteert hij zich op lund linner smidt en elmfeldt problematiseren nadrukkelijk de dubbelrol van leraar en onderzoeker holmberg doet dat minder expliciet in zijn dissertatie maar wel in een eerdere publicatie holmberg malmgren 1982 41 4 2 vier aspecten mijn analyse van deze vier publicaties leidt naar vier samenhangende maar onderscheidbare aspecten van leraar als onderzoeker onderzoek de reflectie op de innoverende leraar de wisselwerking tussen onder zoek en onderwijs de problemen die de leraar tijdens het lesgeven ondervindt van zijn dubbelrol als onderzoeker de problemen die de onderzoeker voorziet van zijn dubbelrol als leraar 4 2 1 de reflectie op de innoverende leraar met name linner en elmfeldt constateren een kloof tussen de eigen leraarsretoriek en de eigen lespraktijk bij smidt en holmberg is dat minder direct een punt van aandacht daar ze zich meer dan de beide andere richten op leerlingresultaten toch speelt bij alle vier het pro bleem van het teveel sturen van het onderwijs bij bengt linner is de kloof gelegen in de mate waarin hij de leerlin gen stuurt in hun receptie van teksten in de volkshogeschoolkursus is dat beduidend minder het geval dan in het reguliere volwassenenon derwijs analyse van de interactie laat zien dat de leraar binnen het reguliere systeem veel meer leraar is dan aan de volkshogeschool hoewel linner in beide situaties nadrukkelijk zijn onderwijs zo poogt in te richten dat de leerlingen tot een eigen persoonlijke tekstinterpre tatie komen tot een eigen persoonlijke bepaling van de bruikbaarheid de waarde van een tekst voor de eigen ontwikkeling blijkt dat in het reguliere onderwijs de leraar voortdurend in de valkuil van de institu tie stapt de leerlingen zien hem nu eenmaal als leraar beter weter vakman controleur de leerlingen zijn naarstig op zoek naar het goede antwoord linner wijst erop dat niet alleen de institutionele rol van leerlingen hieraan debet is ook het taalgebruik van de leraar leidt tot het raden door de leerlingen opvallend vaak gebruikt hij het woordje wij in opdrachten en conclusies dus wij hebben gezien dat dit woordgebruik stijft de leerlingen in hun opvatting dat er maar een tekstinterpretatie goed is dat er maar een conclusie deugt die van de leraar ook holmberg wijst op de sturende werking van woordgebruik voorbeelden introduceren van kernbegrippen etc eerder al had malmgren aangegeven hoezeer de introductie van een kernbe grip dat voor leerlingen een andere connotatieve waarde heeft dan voor de leraar de leerlingen stuurt weg van de eigen interpretatie holmberg malmgren 1982 johan elmfeldt leest met zijn leerlingen teksten waarin thema s als het beeld van de vrouw sexe specifieke rolverdeling en huwelijks moraal aan de orde komen hij begint een open gesprek met zijn leerlingen vragend naar hun leeservaringen en hun standpunt ten opzichte van de tekst de interactie loopt minder soepel dan verhoopt of misschien verwacht de analyse ervan levert onder meer op dat hij meer en meer van zijn doel afwijkt blijkbaar valt hij terug op zijn eigen interesses en routine en formuleert vragen met betrekking tot historische aspecten van tekst en auteur ook constateert hij een kloof 42 tussen de door hem gewenste gelijke ruimte voor jongens en meisjes reacties meer en meer gaan de jongens de interactie domineren een ander sturingsmechanisme wordt genoemd door jon smidt bij de interpretatie van teksten kan de leraar niet ontkomen aan zijn eigen interpretatie deze is niet alleen gebaseerd op de eigen leeservaring maar ook van ervaringen met deze tekst in lessen aan andere klassen zulks schept verwachtingen die soms ongemerkt de leraar sturen bij het reageren op reacties van leerlingen waardoor die reacties weer gestuurd worden een ander aspect van de kloof tussen retoriek en praktijk komt aan de orde bij olie holmberg hij vermeldt hoe hij het niet kan laten leer lingen activiteiten te laten verrichten die typische activiteiten van moedertaalonderwijs zijn ook al zijn ze niet per se noodzakelijk voor de voortgang van het project het gaat om schrijfactiviteiten deze kloof tussen eigen retoriek en praktijk verbaast me niet over eenkomstige conclusies zijn mij bekend bij de bespreking van het eigen leraargedrag oordeelt strang dat mijn lespraktijk op een aantal punten niet overeenkomt met mijn onderwijsretoriek strang 1987 90 ook nilsson komt tot deze conclusies tijdens het bespreken van zijn lessen linner constateert dat reflecteren op het eigen onderwijs een voor waarde voor innovatie is innovatie dan in termen van ontkomen aan de determinatie van allerlei institutioneel bepaalde factoren elmfeldt ziet zijn rapport als een voorstudie zijn onderzoek moet uitmonden in een meer omvattende analyse hoe een leraar zijn onderwijs plant realiseert en nazorgt zulk onderzoek slaagt als het de routine pro blematiseert en zo voor de leraar nieuwe onderwijswegen opent de constateringen van elmfeldt en linner vormen een overgang tot een tweede aspect 4 2 2 de wisselwerking tussen onderzoek en onderwijs in alle projecten blijkt dat het onderwijs uitgangspunt een is het onderwijs wordt nergens voorzover ik kan zien aangepast aan het onderzoek wel blijkt de onderzoekssituatie soms direct dan wel indi rect een positieve uitwerking te hebben op het onderwijs holmberg elmfeldt en linner constateren dat analyse van onderzoeks documenten extra informatie oplevert die gebruikt wordt bij nieuwe lesvoorbereiding de documenten leren hen een klas niet langer als collectief te beschouwen ze krijgen meer zicht op individuele ver schillen tussen leerlingen elmfeldt en linner laten zien hoe analyse van protocollen aangeeft dat de aantekeningen tijdens de les gemaakt door de leraar niet zonder meer kloppen leraren plannen vervolgonderwijs op basis van hun inschatting van wat er gebeurde van wat er is geleerd die inschatting blijkt voor verbetering vatbaar leerlingen hebben soms een heel 43 andere inschatting van wat er gebeurde holmberg wijst erop dat onder meer door de vele open interviews er sprake is van groeiend onderling vertrouwen tussen leraar en leerlingen tijdens het project neemt daarmee de mogelijkheid toe voor het bereiken van de gestelde onderwijsdoelen het verwoorden en verdiepen van eigen ervaringen allen stellen dat ze in hun rol van leraar onderzoeker mogelijkheden voor veranderingen in hun handelen als leraar ontdekken dit komt vooral omdat onderzoek tijd geeft tot reflectie en die is er niet voor de doorsnee leraar zo kunnen ze reflecteren op het sturen de leraar moet wel sturen anders bereikt hij zijn doelen niet de grens tussen teveel en te weinig is uiterst moeilijk te traceren verschilt van les tot les door reflectie ontdekken ze enerzijds hoe het eigen gedrag bij te stellen anderzijds cruciale momenten te herkennen zo beschrijft linner een moment waarop twee leerlingen hem vragen hoe hij denkt over hun interpretatie van een bepaald tekstgedeelte linner is het met die interpretatie niet eens hij vindt dat de leerlingen veel tekstgege vens laten liggen die niet in te passen zijn in hun interpretatie toch reageert hij positief hij wil voor alles dat deze twee leerlingen door gaan met het zoeken naar een eigen interpretatie hij heeft immers ervaren dat een neutrale reactie of een reactie die op andere mogelijk heden wijst deze twee leerlingen alleen maar aanzet tot raden wat de leraar horen wil een heel ander soort wisselwerking betreft de ontdekking dat onder zoeksmethoden als leesverslagen en leerlingeninterview bruikbare didactische methoden blijken een conclusie die nilsson verwoordt zie malmgren van de ven 1990 4 2 3 de problemen van de leraar met zijn rol als onderzoeker het gaat hier om problemen die de leraar ondervindt tijdens het lesgeven of die te maken hebben met de relatie tot de leerlingen smidt maakt onderscheid tussen de officiele en de niet officiele interactie bandopnames van de interactie in de klas of in werkgroep jes geven soms meer informatie dan waar de leraar onderzoeker naar op zoek is smidt en ook elmfeldt vragen zich af wat daarmee te doen voorzover de informatie rechtstreeks betrekking heeft op onder zoeksdoelen is het geen probleem zo kunnen opmerkingen van leer lingen over de gelezen teksten de meer officiele informatie aanvul len er is echter ook extra informatie die meer de leraar dan de on derzoeker betreft bijvoorbeeld evaluerende opmerkingen over leraars gedrag of over medeleerlingen in normale condities kent een leraar die opmerkingen niet hoe gaat een leraar hiermee om hoewel smidt noch elmfeldt dit expliciteren maak ik uit hun opmerkingen op dat het hier niet alleen een pragmatisch maar ook een ethisch probleem betreft elmfeldt vraagt zich af in hoeverre hij in staat is tot gewoon lesge ven misschien plant hij de te onderzoeken lessen wel beter ambitieu zer datzelfde geldt mogelijk voor zijn leraarsgedrag in te analyseren lessen dat zou beinvloed kunnen zijn door de wetenschap dat de 44 betreffende lessen worden opgenomen geprotocolleerd geanalyseerd een zij het oppervlakkige vergelijking van onderzoekslessen en gewone lessen op basis van bandopnames dagboekaantekeningen leerlingreacties maakt dat echter weinig aannemelijk zoals gezegd een leraar valt eerder terug op routines ook tijdens het lesgeven zelf staat de leraar soms voor problemen de lessituatie noopt soms tot verandering in de planning tot het volgen van een zijweg het aansnijden van een ander onderwerp etc de onderzoeker wil van zo n situatie afstand nemen de leraar dient met een te kiezen en te handelen linner maakt ondubbelzinnig duidelijk dat voor hem dan de dubbelrol plaats maakt voor de enkele rol van leraar het onderwijs staat voorop een keuze die ook strang maakt deze wijst er op dat de leraar onderzoeker altijd verantwoordelijk blijft voor zijn leerlingen de leraar kan bij het lesgeven nooit wijken voor de onderzoeker een ander probleem in hoeverre beinvloedt de aanwezigheid van opname apparatuur of van mede onderzoekers in de klas de lessituatie reageren de leerlingen gewoon alle vier leraar onderzoekers mer ken op dat het met die beinvloeding wel meevalt het bestaan van het probleem van de niet officiele interactie maakt dit aannemelijk lijkt me holmberg stelt de vraag wie de leerlingen dient te interviewen de leraar dan is het mogelijk dat de leerling niet het achterste van zijn tong laat zien aan de andere kant hebben mede onderzoekers vaak aanmerkelijk minder weet van het klassegebeuren het lesverloop relaties tussen groepen leerlingen e d holmberg kiest voor zelf interviewen een mede onderzoeker mag alleen dan interviewen als hij tevens een soort assistent leraar is en voldoende vertrouwd is met de leerlingen een leerlinginterview met als doel het achterhalen van de eigen me ning ervaring perceptie van die leerling is ook anderszins problema tisch de dubbelrol van leraar en interviewer ken ertoe leiden dat de leerling vooral probeert te achterhalen wat het goede antwoord is dit dilemma wordt vergroot door een te sterk gestructureerde inter view opzet daarom pleiten holmberg en ook smidt voor semi ge structureerde of open interviews 4 2 4 de problemen van de onderzoeker met zijn rol als leraar het gaat hier om de problemen rond de wetenschappelijke kwaliteit door allen verwoord het scherpst door linner deze schetst de kloof tussen onderzoek en onderwijs de leraar moet handelen de onderzoe ker analyseren dat zijn twee perspectieven op onderwijs die elkaar traditioneel uitsluiten de leraar mist de tijd en de ruimte voor analy se zijn analyses stellen niet veel voor hij heeft niet de status van de onderzoeker er bestaat een grote kloof tussen onderwijspraxis en onderwijsonderzoek het overbruggen van die kloof is van immens 45 belang voor het onderwijs voor leraren een middel daartoe is actie onderzoek de onderzoeker kan in samenwerking met een leraar mede verantwoordelijkheid dragen voor de planning van het onderwijs maar kan omgekeerd de leraar ook bijdragen aan onderzoek onderzoek vraagt om afstand vergt wetenschappelijke legitimiteit elmfeldt een probleem is dat ik als betrokken leraar en onderzoeker mijzelf analyseer en de samenhang waarin ik opereer kan ik zoveel afstand nemen van wat gebeurt dat ik echt aanspraak kan maken op analyse van mijn lessen ik kan immers zelfblind zijn elmfeldt 1990 7 de afstand die alle vier onderzoekers nodig achten wordt geschapen door het onderwijsproces te bezien als een serie teksten die hermeneu tisch kunnen worden benaderd door onderwijs vast te leggen in les protocollen ontstaan teksten die kunnen worden geanalyseerd en ge interpreteerd een interpretatie van een tekst is een reconstructie van wat er is gebeurd teksten kunnen door verschillende personen ook door de leraar worden geinterpreteerd aangezien de rol van de leraar in de les tot tekstelement is geworden is zijn optreden geobjecti veerd dat geldt overigens ook het optreden van de leraar interviewer smidt merkt op dat hij als docent taal en literatuur in een hermeneu tische traditie is opgeleid wetenschappelijke distantie ten opzichte van de eigen betrokkenheid kan in een proces van tekstanalyse op twee manieren worden gegarandeerd men maakt gebruik van zowel data als onderzoekerstriangulatie datatriangulatie houdt in dat zoveel mogelijk verschillende documen ten worden geanalyseerd documenten die alle op een of andere wijze dat wat gebeurt vastleggen dat geldt zowel de klasse interactie als de receptie van teksten respectievelijk video s in alle vier onderzoe ken gaat het om documenten als leraarsdagboek observatie aanteke ningen van leraar en of andere observatoren lezersdagboek leesversla gen getranscribeerde protocollen van interviews met leerlingen van klassegesprekken en groepsgesprekken groepswerk teksten geschreven door leerlingen andere opgaven door leerlingen verricht de te lezen literaire werken te bekijken video s zakelijke teksten etc natuurlijk kan niet het hele onderwijsgebeuren zo worden gevangen veel niet verbale informatie wordt niet geregistreerd al kan men met observatie aantekeningen daar wel naar streven video opnames zouden bruikbaar zijn maar registreren ook niet alles in elk geval blijkt geen van de vier onderzoekers video opnames te gebruiken in de analyse worden al deze teksten met elkaar in verband gebracht in een chronologische volgorde zowel smidt holmberg als elmfeldt benadrukken dat dat nodig is wil men het onderwijs als proces analy seren heel belangrijk lijkt me de onderzoekerstriangulatie smidt holmberg en linner maken uitvoerig gebruik van mede onderzoekers alle drie beschrijven ze de aanwezigheid van collega leraren of onderzoekers in de klas taken van die mede onderzoekers varieren van het bijdragen aan planning en evaluatie van het onderwijs tot aan het onderhouden 46 van contacten met de ouders van het maken van observatie aanteke ningen tot het overnemen van een deel van de lessen van het afne men van leerlinginterviews tot de analyse van documenten met name smidt bespreekt voor en nadelen van dergelijke samenwerking ze vergroot de betrouwbaarheid van het onderzoek verdiept het inzicht in wat er gebeurt maar beinvloedt ook de gewone situatie elmfeldt werkt als enige van de vier alleen maar hij koppelt de resul taten van observatie descriptie en analyse terug naar de leden van de pedagogische groep zijn onderzoek is gespreksonderwerp tijdens seminarium bijeenkomsten het gegeven dat elmfeldt het meest alleen opereert verklaart wellicht dat hij relatief bezien het meeste aandacht besteedt aan de leraar als onderzoeker problematiek behalve data en onderzoekerstriangulatie is er geheel in overeenstem ming met de onderzoekstraditie van de pedagogische groep sprake van theoretische triangulatie theorieen over receptie interactie socialisatie e d functioneren als interpretatief kader ik wil ook wijzen op het bestaan van wat ik zou kunnen noemen een didactische triangulatie linner met name wijst op het belang van teamwerk bij doorspreken van lesopzet realisatie resultaat en vervolg de leraar onderzoeker en de samenwerkende leraren en onderzoekers wisselen ideeen uit en bepalen gezamenlijk wat te doen ook voor nilsson is dat een zeer belangrijk punt zie malmgren van de ven 1989 5 conclusies voorwaarden voor dit leraar als onderzoeker onder zoek de besproken leraar onderzoeker projecten ontwikkelden zich in een traditie van actie onderzoek opvallend is dat zowel holmberg als linner eerst deel uitmaakten van onderzoeksteams en meeschreven aan gezamenlijke onderzoeksrapporten voordat ze hun eigen onderwijs in hun eentje gingen onderzoeken die onderzoekstraditie is uitermate belangrijk het onderzoek is gericht op leraarsactiviteiten en of op leerlingresultaten het is opgezet voor kleinschalig onderzoek het maakt gebruik van methoden die in de literatuur en taalwetenschappelijke opleiding van de docenten aan de orde kwamen interpretatief omgaan met documenten de onderzoekstraditie biedt ook een interpretatief kader dat richting geeft aan de analyse van eigen onderwijs en de analyse van de resul taten van eigen leerlingen dit geldt het meest voor het op literatuur onderwijs en receptie gericht onderzoek van linner smidt en elm feldt de onderzoekstraditie is ook van belang door het gemeenschappelijk taal en literatuurdidactisch uitgangspunt dat richting geeft aan de onderwijskant van de onderzoeksprojecten een ander belangrijk aspect de onderzoekstraditie schept ook materi ele randvoorwaarden de onderzoeksprojecten werden gefinancierd uit 47 diverse bronnen belangrijke geldschieters waren de universiteit van lund en het so skoloverstyrelse de zweedse nationale raad voor onderwijs een soort van slo svo combinatie daarnaast zijn er een aantal andere fondsen aangeboord te vergelijken met nederlandse fondsen die als derde geldstroom functioneren leraren die binnen het teamwork opereerden werden gedeeltelijk uitgekocht vrijgesteld van een deel van hun lestijd datzelfde geldt voor de vier besproken pro jecten alle vier leraar onderzoekers ondervonden ondervinden finan ciele steun zodat er tijd is voor het verrichten van onderzoek datzelf de geldt nu ook voor de aan het imen onderzoek participerende leraar financiele ondersteuning maakt bovendien samenwerking moge lijk onderzoekers of collega leraren als mede observator assistent leraar mogelijkheden van onderzoekerstriangulatie financiele bijdra gen kunnen worden aangewend voor het laten verrichten van de ar beidsintensieve klussen als het uittypen van protocollen van lessen en interviews tot slot zweden en noorwegen kennen centrale leerplannen deze zijn echter relatief open dat wil zeggen dat de leraar de ruimte krijgt voor een eigen invulling van de lessen dat is belangrijk omdat daar door het opzetten realiseren en onderzoeken van een eigen onderwijs mogelijk is zowel holmberg als smidt benadrukken dit gegeven smidt laat onder meer zien hoe hij in het derde jaar van zijn onder zoek het examenjaar veel dichter blijft bij wat er gebruikelijk is dan in de eerste twee jaren samengevat de onderzoekstraditie levert momenten van leren doen van onderzoek levert methodologische en epistemologische onderbou wing bevestigt de directe belangen die leraren bij onderzoek hebben leerlingresultaten literatuurdidactische uitgangspunten schept materi ele randvoorwaarden uitkopen schept feedback mogelijkheden onder zoekers triangulatie 6 mogelijkheden in nederland in het bovenstaande geef ik mijn interpretatie van vier onderzoeksrap porten en hun achtergrond ik heb geprobeerd zo neutraal mogelijk te rapporteren wat ik heb beschreven kan ik staven met de rapporten in de hand het zal de lezer misschien niet ontgaan zijn dat ik nogal sympathiek sta tegenover het beschreven onderzoek de opvattingen over onderzoek en over literatuuronderwijs spreken mij zeer aan met name de keuze voor kleinschalig kwalitatief onderzoek waarin de leraar een zeer belangrijke rol speelt met name ook de epistemolo gische uitgangspunten die worden ontleend aan een relatief kennisbe grip aan sociaal interactionalisme ik waardeer de opvatting dat lera ren in staat moeten worden gesteld tot reflectie ik vind de wijze waarop men leerresultaten probeert vast te stellen uitermate relevant 48 men heeft daarbij immers oog voor de rol van het onderwijsaanbod voor de socialisatie van de leerling voor individuele verschillen ik voel veel voor de visie op literatuuronderwijs waarin teksten func tioneren als middel als aanleiding tot denken het gaat om onderwijs waarin kinderen zich kunnen moeten ontwikkelen tot autonome perso nen een heel sterk punt van het onderzoek acht ik dat onderwijs en onderzoek gekenmerkt worden door een gemeenschappelijke visie op wat geldige kennis is en hoe die het best ontwikkeld kan worden via reflectie op ervaringen in interactie met anderen met teksten een visie die pregnant verwoord wordt door mcclure en zitlow waar dezen niet toevallig denk ik dan ook schrijven over literatuur en onderwijs to search and learn reason and understand students must develop a sense of self as participant as inquirer that sense of self as creator of meanings is essential for such desirable habits as reflec tion interpretation and evaluation all skills not widely fostered in our educational system mcclure zitlow 1991 29 ik wil graag een lans breken voor het opzetten van leraar als onder zoeker onderzoek zoals dat in lund behalve louter persoonlijke inte resses die ik in het bovenstaande verwoord heb zijn er andere motie ven ik noem er drie 1 de besproken leraar als onderzoeker projecten staan in het teken van innovatie alleen al vanwege de innovatiegerichtheid is het overwegen van dit soort van onderzoek de moeite waard we weten immers al te goed hoeveel problemen er zijn ten aanzien van een blijvende inhoudelijke vernieuwing van het onderwijs 2 de besproken projecten vormen ook een poging de kloof tussen onderwijs en onderwijsonderzoek te dichten een voor onderwijson derzoek en leraren al lang bestaand probleem men leze nog maar eens brus 1981 of voor het scandinavische gebied husen 1987 3 linner vraagt zich af of een leraar wel voldoende status heeft om te worden erkend als onderzoeker in het kader van de gewenste professionalisering van het leraarsberoep en de gewenste statusver hoging ervan is leraar als onderzoeker onderzoek het overwegen waard motieven die me de moeite waard lijken toch ben ik weinig optimis tisch over de mogelijkheid voor het realiseren van dergelijk leraar als onderzoeker onderzoek in nederland 1 in nederland is er nauwelijks een traditie van kleinschalig onder wijsonderzoek er is geen traditie van onderzoek waarin leraren participeren met onderzoekstijd ik kan dan ook concluderen dat in nederland leraren weinig tot geen gelegenheid hebben om te leren onderzoek te doen er zijn geen leermomenten dit geldt zeer zeker voor het beschreven type onderzoek de onderzoeksmethoden mo gen dan wel onderdeel vormen van de eigen wetenschappelijke opleiding toepassing ervan binnen onderwijsonderzoek is niet een voudig dit type onderzoek leren doen vergt nogal wat tijd en energie vgl ball 1990 de onderzoeksmodule in de postdoctorale opleiding is hiervoor ontoereikend 49 2 leraren kunnen in nederland nauwelijks kennis nemen van onder zoek waarin hun directe dagelijkse belangen object van onderzoek zijn de traditie van onderwijsonderzoek in nederland is niet of nauwelijks gebaseerd op lerarenvragen met betrekking tot problemen in de dagelijkse praktijk en als onderzoek al van die vragen uitgaat dan worden de vragen op basis van onderzoek er sbelangen getrans formeerd er is met andere woorden bij leraren weinig behoefte gewekt aan onderzoek en onderzoeksparticipatie het onderwijson derzoek dient nauwelijks het directe belang van leraren ik moet trouwens opmerken dat bovenstaande opmerking door de bank genomen ook op scandinavie van toepassing is de pedago giska gruppen is min of meer een uitzondering min of meer ik bespeur in noorwegen en denemarken enkele overeenkomstige ideeen maar ik ben daarover onvoldoende geinformeerd 3 een derde conclusie vloeit hieruit voort er zijn geen of maar wei nig onderzoeksresultaten waarop leraren kunnen aansluiten als ze hun eigen praktijk zouden willen onderzoeken er is geen conceptu eel kader dat een analyse van het eigen onderwijs kan sturen geen interpretatief kader waarin ze die analyse van het eigen onderwijs kunnen plaatsen4 4 fondswerving voor kleinschalig empirisch interpretatief onderzoek is in nederland uiterst moeilijk de status van actie onderzoek en van empirisch interpretatief onderzoek in nederland is te gering het empirisch analytische paradigma is te zeer dominant kleinscha lig kwalitatief onderzoek levert geen bijdrage aan belangrijke beleidsvriendelijke know how wat empirisch analytisch onderzoek wel pretendeert te doen5 kortom er zal geen geld zijn voor het uitkopen van leraren geen geld en dus geen tijd voor reflectie 5 het beroep van leraar is volgens velen gediend met verhoging van de status die statusverhoging kan gestalte krijgen in een leraar als onderzoeker taakomschrijving ongetwijfeld mag die statusverhoging geen geld kosten vermindering van lesuren is een noodzakelijke voorwaarde die geld kost het geld weghalen uit het onderzoeks circuit zal onmogelijk blijken ik vrees dat veel onderwijsonderzoe kers er zeer op gebrand zullen zijn de status van hun beroep hoog te houden en omdat de geldstromen in nederland vloeien langs statusrijke onderzoekers en onderzoeksinstituten kunnen eenvoudi ge leraren ernaar fluiten 6 een van de belangrijkste verworvenheden van leraar als onderzoe ker onderzoek is dat leraren door reflectie op het eigen onderwijs zich kunnen losmaken van veel vanzelfsprekendheden vanzelf sprekendheden in het eigen onderwijsgedrag maar ook in het den ken over en onderzoeken van onderwijs de leraar onderzoekers die ik ken geven in gesprek en geschrift blijk van een grote mate van verantwoordelijkheidsgevoel gekoppeld aan een sterk autonoom denken en handelen de autonomie van ieder mens maar zeker van leraren is voor mij een groot goed ik bespeur in het onderwijsbe leid van de laatste jaren in nederland niet alleen de retoriek rond statusverhoging maar ook de praktijk van toenemende controle een 50 praktijk die tegengesteld is aan de retoriek toenemende controle impliceert statusverlaging6 die controle doet afbreuk aan de autono mie van de docent daarmee staat een leraar als onderzoeker idee haaks op het beleid de lezer die vindt dat ik hier doordraaf en een stokpaardje berijd verwijs ik naar de epiloog van de prachtige studie van heath uit 1983 zij beschrijft heel duidelijk hoe haar teacher researchers een aantal succesvolle innovatieve jaren doormaken maar daarna haken ze een voor een af omdat toenemende controle vanuit het beleid hen meer en meer hun autonomie doet verliezen noten 1 in de rapportage over dit onderzoek is die onderzoekersrol van de leraar tot nu toe nog niet merkbaar jan nilsson zal pas in het derde onderzoeksjaar ruime gelegenheid hebben tot analyse van data 2 het deense project skolesprog schooltaal waarin taalgebruik interactie en kennisontwikkeling werden geanalyseerd in zowel traditioneel als vernieuwend ervaringsgericht taalonderwijs aan het onderzoek werkte een ris van leraren en onderzoekers mee 3 het zweedse woord kunskap is eigenlijk niet te vertalen het betekent zo ongeveer inzichtelijke kennis 4 in momenten van zelfwaardering denk ik wel eens dat het nijmeeg se onderzoek binnen het werkverband voor onderzoek van moe dertaalonderwijs en het imen onderzoek zulke kaders aanreiken 5 overigens geldt dit ook voor scandinavie ik denk dat de pedago giska grappen geluk heeft gehad te starten in een economisch bezien gunstige periode 6 de relatie tussen controle en autonomie blijkt fundamenteel te worden besproken in een publicatie van stephen ball zie ritzen 1991 bibliografie ball s experience and reflections on collaborative research inter national journal of qualitative studies in education 3 1990 2 157 172 brodow b m fl svenskamnets kris lund liber 1976 brus b kleren voor een keizer tijdschrift voor onderwijsresearch 6 1981 1 4 15 burgess h case study and curriculum research some issues for teacher researchers in burgess 1985 177 196 burgess r ed issues in educational research qualitative methods lewes the falmer press 1985 51 delnoy r p h van de ven literatuuronderwijs en basisvorming de leerling centraal gesprekken over literatuuronderwijs in scandi navie spiegel 8 1990 3 89 102 elmfeldt j nar flickor tystnar p u lund 1990 glaser b a strauss de ontwikkeling van gefundeerde theorie alphen aan den rijn brussel samson 1976 griffiths g doubts dilemmas and diary keeping some reflections on teacher based research in burgess 1985 197 215 heath s ways with words language life and work in communities and classrooms new york cambridge university press 1983 holmberg o videovald och undervsining stockholm lund symposi on bokforlag 1988 holmberg o g malmgren populara hjaltar och gamla klassiker om att lasa litteratur pi fritiden och i skolan lund av centralen 1982 holmberg o l g malmgren sprak litteratur och projektunder visning vallingby liber lltbildningsforlaget 1979 hopkins d a teacher s guide to classroom research milton keyness oup 1985 husen t utbildingsforskning i sverige ett 30 irigt perspektiv forskning om utbildning 14 1987 1 39 48 lagerweij n j voogt thema s voor innovatietheorie en onder zoek vor bulletin 7 3 1983 lindberg u f lundberg historia och erfarenhet ett projektarbete i 5k 7 lund av centralen 1980 linner b litteratur och undervisning om litteraturlasningens institu tionella villkor malmo liber 1984 linner b l g malmgren svenska lasare lund studentlitteratur 1986 ljung p j thavenius litteratur i brut en antalogi om litteratur och undervisnung stockholm kontrakurs 1977 malmgren l g litteraturreception och litteraturpedagogik utg ngs punkter for ett forskningsprojekt lund tryckericentralen avc 1983 malmgren l g den konstiga konsten om litteraturlasning och litte raturpedagogik lund studentlitteratur 1986 malmgren l g svenskundervisning i grundskolan lund studentlit teratur 1988 malmgren l g some current handbooks of mother tongue education in sweden mother tongue education bulletin 5 1 18 24 1990 malmgren l g p h van de ven reading literature in comprehen sive school age 11 13 a speculative analysis of two events a swedish contribution to imen in accordance to the help model occasional paper in mother tongue education 1 enschede va lo m 1989 malmgren l g p h van de ven kalle a reader s portrait a speculative analysis within the imen research project reading literature in comprehensive school age 11 13 occasional paper in mother tongue education 4 enschede valo m 1990 52 martin j approaches to research on teaching implications for curri culum theory and practice east lansing michigan irt occasio nal paper 1983 mcclure a c zitlow not just the facts aesthetic response in elementary content area studies language arts 68 1 27 33 1991 nixon j ed a teacher s guide to action research evaluation en quiry and development in the classroom london grant mclntyre 1981 olson j a reflexive conception of change and its consequences for innovation activity nieuwsbrief 16 1 27 1983 pedagogiska gruppen arsrapport 1989 lund universitet 1990 ritzen r schoolmanagement niet noodzakelijk onderwijskundige stephen ball over management en disciplinering didaktief 21 2 33 34 1991 smidt j seks lesere pd skolen hva de sikte hva de fant en em pirisk studie av litteraturarbeid i den videregsende skolen trond heim universitet 1988 strang f stelonderwijs op een pedagogische academie een teacher as researcher onderzoek naar onderwijs in schrijf en revisiege drag nijmegen katholieke universiteit 1987 doet scriptie thavenius j red svenska i verkligheten fr n arbetet med en alter nativ svenskundervisning lund forfattar forlaget 1977 ven p h van de historische aspecten van literatuuronderwijs en de crisis in de humaniora impressies van en rond een conferentie spiegel 7 1 57 74 1989 walker r doing research a handbook for teachers london methu en 1985 manuscript aanvaard 18 maart 1991 53 tttt s tl f