Publicatie datum: 1979-01-01
Auteur: Ton van der Geest
Collectie: 10
Volume: 10
Nummer: 3
Pagina’s: 6-10
Documenten
ton van der geest commu nicatieve ontwikkeling leren en communiceren in deze bijdrage wil ton van der geest aangeven hoe er een samenhang bestaat tussen de communicatieve ontwikkeling van kinderen en het leren op school zijn uitgangspunt is dat het leren niet alleen bestaat uit het aanleren van leerstof maar ook plaatsvindt in de interactie tussen de leerkracht en de leerlingen en tussen de leerlin gen onderling de stelling dat men door met elkaar te praten over de leerstof deze ook verwerkt is niet nieuw in eerdere moer artikelen is hierop al gewezen de vraag is echter op welke wijze de communicatieve ontwikkeling het leren voor kinderen van 4 tot 7 jaar beinvloedt men kan veronderstellen dat het leren beter verloopt wanneer het kind een ruime kans krijgt om zijn specifieke communicatieve mogelijkheden te ontwikkelen krijgt een kind die kans niet dan zullen slechtere leerresultaten worden geboekt de ontwikkelin g over hun gedachten en ervaringen te spreken va n d e co mmu nicatieve mog el i jkh ed e n op grond van onderzoeksresultaten wordt nu vrij algemeen aangenomen dat de cognitieve ontwik al jarenlang bestaat in het taalontwikkelingson keling dat wat het kind aan inhoud en betekenis derzoek de vraag of het kind eerst de inhoud of kent een noodzakelijke voorwaarde is voor de betekenis van wat het wil gaan zeggen kent of taalkundige vorm ontwikkeling van het kind eerst de vorm van wat het wil gaan zeggen de zo zal het kind het besef van de verleden tijd vraag is belangrijk omdat uit laatstgenoemde aanvankelijk nog in foutieve vormen gieten gis mogelijkheid de conclusie zou kunnen worden teren kiekje buitenspelen of later gisteren getrokken dat de vormkwestie het kind in zijn kiekje buitenspelen heeft later wordt dan de taalontwikkeling en daarbij in zijn cognitieve correcte vorm voor deze allang verworven inhou ontwikkeling al vroeg zou kunnen belemmeren den gebruikt kent het kind allereerst de inhoud of betekenis men vraagt zich op dit moment zelfs af of het dan mag men aannemen dat alle zich cognitief niet zo is dat een kind alleen maar taal leert dat normaal ontwikkelende kinderen in staat zijn wil zeggen taalkennis ontwikkelt wanneer he t 6 een bepaalde inhoud wil uitdrukken onderzoek de mate waarin ze worden gebruikt deze voor in haarlem dat we destijds op het instituut voor keur voor een bepaalde vorm van taalgebruik algemene taalwetenschap van de universiteit hangt dus samen met hoe je in een bepaald milieu van amsterdam hebben uitgevoerd wijst in die functioneert en hoe je als persoon gewaardeerd richting uit dat onderzoek bleek namelijk dat er wordt ook buiten dat milieu op school en in de geen taalkundige verschillen in communicatieve maatschappij de bewering in de taalkunde dat mogelijkheden aan te wijzen waren tussen drie we slechts met motivationele verschillen te ma sociaal sterk verschillende groepen onder meer ken hebben onder anderen chomsky is onjuist kinderen van universitair gevormden en van onge omdat deze verschillen juist door het socialisatie schoolde arbeiders die nu naar alle waarschijnlijk proces veroorzaakt worden heid werkloos zullen zijn wel bleken er zeer grote verschillen in communi welke taalkenmerken hebben nu die communica catieve voorkeuren bij de verschillende groepen tieve voorkeuren van verschillende milieus te bestaan die zowel betrekking hadden op de globaal genomen bevat de taal van kinderen uit betekenisinhoud als op de overeenkomstige taal de middenklasse bij voorkeur de volgende ken kundige vorm van het taalgebruik in een ander merken in haarlem uitgevoerd onderzoek bleek dat die informatief dat wil zeggen er wordt niet zo verschillen in communicatieve voorkeur het best zeer over gebeurtenissen en handelingen ge te karakteriseren te zijn als 1 wel niet informa sproken maar meer over toevallige en essen tie geven of hierom vragen dat wil zeggen bere tiele eigenschappen van dingen en mensen bij deneerd communiceren of directief zijn en 2 voorbeeld over zijn eigen capaciteiten wel niet interactief zijn dat wil zeggen de ander abstract als gesprekspartner beschouwen of alleen als in inhoudelijk en syntactisch qua taalkundige formatieontvanger vorm complex het komt erop neer dat kinderen van alle milieus verbalistisch dat wil zeggen het spreken dreigt evenveel communicatieve mogelijkheden bezit vaak een doel op zich te worden ten maar dat er per milieu een duidelijk verschil het verband tussen inhoudelijk zelfstandige in in voorkeur bestaat voor bepaalde uitdrukkings formatie eenheden zinnen wordt expliciet vormen in het taalgebruik geformuleerd er is dus een frequent gebruik van voegwoorden als want tenzij omdat t aalo ntwi kkelin g e n soc i aal mil ie u evenwel etc kenmerken van de taal die door kinderen van de gevonden taalverschillen tussen de verschil het lagere milieu bij voorkeur worden gehan lende sociale groepen van kinderen zijn waar teerd zijn schijnlijk terug te voeren op familiale of subcul instrumenteel dat wil zeggen men gebruikt turele verschillen het gaat hierbij om de vraag taal om iets in de onmiddellijke omgeving te waarvoor taal in de verschillende families cultu bereiken of gedaan te krijgen directief taalge ren bij voorkeur wordt gebruikt deze verklaring bruik wordt des te aannemelijker nadat bij een onder men spreekt meer over gebeurtenissen en acti zoek in de engelse industriestad manchester viteiten dan over eigenschappen maar nu bij volwassenen dezelfde soort van taal men spreekt meer over of iets moet mag of verschillen tussen mensen uit hogere en lagere wenselijk is normatief dan dat iets beschrij milieus bleken te bestaan dit betekent dat een vend wordt meegedeeld bepaald milieu bij voorkeur zijn taal aanwendt verbanden tussen zelfstandige informatie een voor het vorm geven aan bepaalde inhouden be heden worden vaak niet expliciet uitgedrukt doelingen en houdingen en deze voorkeuren in heisocialisatieproces op de kinderen overdraagt in het volgende verzonnen voorbeeld over de uit voor een goed begrip zij nogmaals vermeld dat leg van de werking van een personenweegschaal het hier niet gaat om het aan of afwezig zijn van probeer ik enkele verschillen te laten zien bepaalde communicatieve vaardigheden maar om kind papa wat is dat kind papa wat is dat vader dat is een personenweegschaal waarop vader daarmee kun je jezelf wegen je kuntzien welk gewicht een persoon heeft kind mag ik eens kind hoe zie je dat dan vader nou ga er maar op staan wat zie je daar vader nou als je erop gaat staan dan wordt nu er in het apparaat een veer ingedrukt die weer kind die staat op 30 verbonden is met de wijzer bovenaan de weeg vader nou dan weeg jij 30 kilo schaal gaat er een zwaar persoon op staan nu ga ik er even op staan kijk eens waar ie dan wordt de veer meer ingedrukt en slaat de nu staat wijzer verder uit bij een licht persoon is dat kind bij 68 juist minder vader ik weeg dus 68 he kind waarvan is die weegschaal gemaakt kind mag ik hem ook eens vasthouden vader hij is voor het grootste deel van metaal vader ja hoor maar er zijn ook weegschalen van plastic die kind hij is van ijzer gemaakt he zie je vaak in keukens vader ja ik geloof het wel kind mama gebruikt er ook een vader ja dat klopt ik wil nogmaals benadrukken dat geen van de van die leidinggevende rol van deze kinderen kenmerken van beide talen ook wel registers niets of nauwelijks iets terug te vinden juist een genoemd als meer of minderwaardig is te be van de onderdanige kinderen tijdens het spelen schouwen het kan echter niet ontkend worden viel in de klas op door een taalgebruik dat veel dat er wel degelijk een maatschappelijk waarde leek op dat van de leiders in de spelsituatie oordeel over deze registers bestaat waarbij aan daar komt nog bij dat leerlingen op school het eerstgenoemde meer aanzien wordt toege afhankelijk van de gehanteerde pedagogische kend situatie verschillende spreekrollen en stijlen han teren taalgebruik en situatie we moeten op grond van zulke bevindingen dan ook zeer voorzichtig zijn met uitspraken als kind er is nog een reden om niet aan te nemen dat ge x heeft een taalachterstand of kind x heeft een noemde taalverschillen berusten op motivationele kwalitatief arm taalgebruik wel kan men zeg verschillen dit betreft de bekendheid met de gen kind a heeft in de schoolse situatie proble situatie men in communicatief opzicht dat wil zeggen in in de persoonlijkheidspsychologie hanteert men deze situatie functioneert het niet optimaal in persoonlijkheid steeds minder als een statisch vergelijking met zijn eigen mogelijkheden begrip als zou de mens als bundel min of meer constante eigenschappen op te vatten zijn men communicatieve ontwikkeling aangeboren door definieert persoonlijkheid tegenwoordig eerder imitatie overgenomen of interactief geleerd als de gedragsmogelijkheden die iemand ter be schikking heeft afhankelijk van de situaties waar chomsky de grondlegger van de transformatio in hij zich begeeft het kan dus zijn dat iemand nele grammatica neemt aan dat het kind zijn taal in situatie a bijvoorbeeld thuis of in een groep tamelijk onafhankelijk van zijn omgeving ver leeftijdsgenoten veel beter functioneert dan in werft en wel op grond van aangeboren taalkundi situatie b bijvoorbeeld op zijn werk op school ge informatie in deze nogal eenzijdige benade met vreemden ring van de taalverwe rv ing zij n de volgende resul jobse vond bijvoorbeeld dat sommige kinderen taten van onderzoek niet in te passen tijdens het spelen met leeftijdsgenoten een lei a de ontwikkeling van de gespreksinhouden die dinggevende rol vervulden en een veel informatie een kind wil uitdrukken bepaalt de taalkundige ver en complexer taalgebruik hanteerden dan de vorm waarin men die inhoud uitdrukt en niet kinderen die in een onderdanige rol gemanoeu omgekeerd men zou dus eventueel kunnen ver vreerd waren in de school daarentegen was er moeden dat de cognitieve ontwikkeling aangebo 8 ren is de taalkundige echter niet het kind deze interactie vertoonde de volgende b er bestaat een grote samenhang tussen een kenmerken aantal kenmerken van het taalgebruik register 1 de volwassene blijft met zijn taalgebruik bin enerzijds en het sociaal milieu van de taalgebrui nen het kader van wat het kind cognitief ver ker anderzijds hieruit zou men kunnen afleiden werken kan doet hij dit niet dan betekent dat er van die aangeboren cognitieve ontwikke dit het einde van de interactie ling ook geen sprake is 2 de volwassene drukt deze aan het kind aange c de situaties waarin men zich begeeft en de rol paste inhouden met correcte maar eenvoudige die men daarbij speelt bepalen in belangrijke ma taalkundige vormen uit te hoe men communiceert 3 wanneer aan de voorgaande twee voorwaarden op grond van deze uitkomsten moet een aanzien is voldaan kan een langere conversatie ont lijke rol aan de volwassenen in de omgeving van staan die qua betekenisinhoud en taalkundige het kind ouders en later de leerkracht toege vorm van begin tot eind opklimt in moeilijk kend worden in verband met zijn taalontwikke heidsgraad ling 4 het kind reageert niet wanneer de uiting van de volwassene in inhoudelijk of taalkundig welke leer theorieen gaan van deze belangrijke opzicht te makkelijk of te moeilijk is rol van de volwassene n uit uit deze kenmerken kan men afleiden dat de ik noem er drie a de behavioristische leertheo reacties van de volwassenen op aanwijzingen van rieen b de sociale leertheorie van bandura en c de kinderen een essentieel element vormen in de de interactieve leertheorie taalontwikkeling het kind neemt dus niet alleen de eerstgenoemde behavioristische theorieen iets waar en neemt dit uiteindelijk over maar het kunnen we gevoeglijk afwijzen omdat ze het beinvloedt dit model voortdurend het modelle kind bij het leren een zeer passieve rol toebede ren van bandura moet om deze reden dus van de len terwijl veel onderzoek heeft aangetoond dat hand gewezen worden er is sprake van weder het kind juist heel actief is onder anderen zijdse beinvloeding van volwassene en kind met piaget andere woorden de communicatieve ontwikke ook bandura s theorie gaat in principe van de ling wordt interactief geleerd passieve rol van het kind uit hij veronderstelt dat louter waarnemen van gedrag tot overname interactief leren op schoo l van dit gedrag kan leiden door middel van imita tieve processen het belangrijkste verschil met de de geschetste manier van taal leren in de eerste behavioristische theorieen is dat bandura het levensjaren is mijns inziens ook van toepassing op versterkingsmechanisme dat wil zeggen de rol het leren van het kind in de school waar de leer van het belonen en straffen als een niet noodza kracht de plaats van de ouder inneemt er zal kelijk onderdeel in het leerproces beschouwt het ook sprake zijn van een voortdurende interactie gaat in deze theorie om het vermogen tot waarne tussen de leerkracht de leerling en het leerobject men van gedrag en niet om dat gedrag zelf een probleem hierbij blijft echter de feitelijke uit in deze interactie speelt zowel de leerkracht als voerbaarheid van het gedrag wanneer we bandu de leerling een actieve rol de leerling zal wan ra s theorie op de communicatieve ontwikkeling neer hem de kans gegeven wordt steeds duidelij toepassen dan zou dit betekenen dat een kind al ker proberen te maken wat en hoe hij wil leren leen maar communicatief gedrag hoeft waar te en wat hij al geleerd heeft de leerkracht speelt nemen om zelf tot communicatief gedrag te ko hierop in onder meer door aanpassing van zijn men dit is echter niet het geval in verschillende taalgebruik en van het leerobject het produkt onderzoekingen is bijvoorbeeld gevonden dat komt dus niet louter via waarneming tot stand heel jonge kinderen absoluut geen belangstelling maar via oefening dat wil zeggen interactie met hebben voor taal die de uiterlijke kenmerken het leerobject interactie met de leerkracht die vertoont niet voor hem bedoeld te zijn er werd hem helpt moeilijkheden op te lossen en via in vastgesteld dat een zeer gedetailleerde interactie teractie van de creatieve leerling en het leerob tussen volwassene onderzocht bij moeders en ject kind bepalend is voor de taalontwikkeling van op deze factoren speelt steeds de situatie in on 9 objec t 1 lesinhou d 2 c o mmun icat ieve on tw ik kel in g s i tuati e leerkrach t leerlin g leerprodukt 1 lesinhou d 2 communicatieve ontwikkelin g der situatie moet het hele complex van factoren worden verstaan dat communiceren en leren be invloedt in de school is dat niet alleen het leren tussen leerkracht en leerling ontwikkelt een in groepen klassen maar ook het bestaan van nieuwe situatie kan aanleiding zijn tot het wijzi een officieel leerplan van leervakken van ver gen van het bestaande interactiepatroon schillende werkvormen en van roosters daar naast spelen ook onder andere geluids en weers in de vorige paragraaf heb ik laten zien dat de omstandigheden een rol reacties van de volwassene op aanwijzingen van wat de terugkoppelingen leerprodukt kind en het kind essentieel zijn voor de taalontwikkeling leerprodukt leerkracht betreft lijkt het mij het is dus van het grootste belang om zelf als duidelijk dat ook hier sprake is van een interac leerkrach t regelmatig stil te staan bij de interactie tieproces het kind zal zich op grond van voor met je leerlingen een goede interactie bevordert kennis en ervaring op een bepaalde manier instel de communicatieve ontwikkeling van het kind en len ten opzichte van het leerobject en dit soms heeft pos i tieve gevolgen voor het interactief indien nodig meedelen aan de leerkracht dit zal ieren ertoe leiden dat de leerkracht en de leerling zich er blijven echter nog wel vragen over hoe speel op andere situaties zullen concentreren dan daar je bijvoorbeeld in op de taalversch i llen tussen de voor uit verschillende milieus afkomstige kinderen en tenslotte wil ik er nog op wijzen dat de situatio wat doe je met de onbekendheid van de leerlin nele factoren ook van invloed kunnen zijn op het gen met de schoolse situatie hierop wordt in het interactiepatroon dat zich in de loop van de tijd volgende artikel van kees sluis nader ingegaan 10