Leren lezen met ‘Lezen leren, lezend leren’?

Publicatie datum: 1976-01-01
Collectie: 07
Volume: 07
Nummer: 1
Pagina’s: 20-23

Documenten

leren lezen met lezen leren lezend leren een boekbespreking peter kokke frances van t oever ook dit artikel komt voort uit de werkgroep lezen aan het instituut voor neerlandis tiek van de universiteit van amsterdam het kwam tot stand door vele gesprekken in de groep peter kokke en frances van t oever zijn verantwoordelijk voor de uiteindelijke vorm van het artikel lezen leren l e zend leren waar gaat het over lezen leren l ezend leren is van oorsprong een zweeds boek geschreven door malmquist voor nederl and bewerkt door b rus l uit het boek valt niet op te maken wat oorspronke lijk van malmquist is en wat de bewerking van brus is eerst gaan de schrijvers in op achtergronden van het lezen de rol van het lezen in de huidige samenleving de aard van het leesgedrag doe l van het l eesonderwijs taalont wikkeling van de kleuter in verband met het leren lezen daarna behandelen ze het voorbereidend l eesonderwijs het aanvankelijk leesonderwijs methoden problemen begrij pend lezen oefeningen om de vaardigheid in het begrijpend lezen te ontwikke len studerend lezen ze geven o a een methode voor effektief studeren kritisch lezen en kreatief lezen tenslotte gaan ze nog in op het bevorderen van de belangstel ling voor het lezen leesmoeilijkheden en het beoordelen van leerlingen in verband met het l eesonderwijs aan het eind van het boek houden zij een pleidooi voor een totaalprogramma voor het leesonderwijs in de inleiding lezen we dat het boek op de eerste plaats geschreven is voor de opleiding en bijscholing van onderwijzers en leraren daarnaast zou het ook zijn weg moeten vinden naar degenen die al in het onderwijs werken of er bij betrokken zijn of in het onderwijs belang stellen voor ons een reden voor een kommentaar lezen leren lezend leren in wat voor maatschappij en wat voor onderwijs malmquist en brus m b expliceren nergens in het boek hun maatschappij en onder wijsvisie voor de goede lezer valt echter veel tussen de regels door te lezen in de inleiding p 5 lezen we al dat we vaardigheden en gewoonten ons eigen moeten maken die in overeenstemming zijn met de huidige samenleving de beginnende lezers van nu moeten er rekening mee houden volgens m b dat ze twee of drie maal in hun beroepsleven in volkomen gewijzigde werkomstandigheden zullen komen werkom standigheden die andere kennis en andere vaardigheden vragen van hun vermogen zic h 20 aan te passen en te ontwikkelen zal veel gevraagd worden p 18 de gewijzigde werk omstandigheden nu hebben grote werkeloosheid tot gevolg bedoelen m b dat de be ginnende lezer van nu zich ook hier aan moet aanpassen m b signaleren ook de huidige trend naar medezeggenschap inspraak en demokratise ring p 13 progressieve slogans maar nergens laten zij blijken dat ze de inhoud van het onderwijs willen veranderen typerend voor de middleclass positie van waaruit m b schrijven zijn hun uitspraken over kinderen uit de arbeidersklasse deze kinderen groeien op in een m il ieu dat kultureel gezien op een laag niveau staat p 40 de volwassenen uit dat m il ieu de ouders van de kinderen dus spreken een schamele taal die gekenmerkt wordt door een beperkte woordenschat een armoede van ideeen gedachten en gevoelens p 40 m b verkeren wat dit betreft nog volkomen in de oer bernsteiniaanse periode ook hier een volstrekt ontbreken van enig inzicht in de maatschappelijke verhoudingen en een ontkennen van de e rvaringen het referentiekader van arbeiderskinderen m b konformeren zich aan de besta ande opvattingen over het onderwijs zo vinden zij het hoofddoel van alle werkzaamheid op de school het wekken van een wetenschap pelijke instelling het wekken van de wens om meer te weten meer te leren om vaar digheid te krijgen in het waarnemen analyseren vergelijken en beoordelen op een konstruktieve wijze om zelfstandig te kunnen handelen samen met anderen en te kunnen handelen op een kreatieve wijze p 224 zelfstandig samen met anderen kunnen handelen prima zou je denken ware het niet dat m b verzuimen a an te geven waartoe dit handelen zou moeten leiden de schrijvers doen meer van zulke uitspraken waarmee we ons op het eerste gezicht kunnen ver enigen e rvaringsachtergrond van de leerlingen kan het best verruimd worden door rechtstreeks waarnemen en e rv aren in werkelijke levenssituaties in en buiten de school p 102 leesonderwijs en andere vakken moeten ineen vloeien zoals ook het leven in de klas en in de school en het echte leven buiten de school p 107 situeren van het onderwijs in de belevingswereld van de kinderen p 126 hoe dan en waarom vragen wij ons af maar m b omzeilen deze vragen met vaag woordgebruik zonder praktische voorbeelden quasi progressief en modieus we kunnen niet anders oordelen bovendien blijkt op andere plaatsen in het boek dat m b veel konse rv atieve opvattingen hebben bijvoorbeeld bij de overgang van de speelser en vrijere kleuterschool naar de in het algemeen nog vrij klassikaal werkende lagere school moeten de kinderen zich aan de school aanpassen ze moeten leren afwachten ze moeten leren opletten ze moeten leren met dingen bezig te zijn die ze niet altijd interesseren ze moeten zich inhouden naar dingen kijken antwoorden in een mate die ze niet gewend zijn ze moeten op drachten uitvoeren terwijl ze aan zichzelf overgelaten zijn kortom zeggen m b de kinderen moeten er maar aan wennen p 59 zou het geen tijd worden dat de school eens aan de kinderen wende l e z en l e ren l e zend leren wat dan ho e dan m b onderscheiden in het proces van leren lezen vier dimensies die vanaf het eerste begin in een dynamisch samenspel in het lezen van het kind tegenwoordig moeten zijn p 17 21 de eerste dimensie is het herkennen van de letters en de woorden dynamisch samen spel met andere dimensies zeggen m b verderop in het boek bepleiten ze echter een scherpe grens tussen voorbereidend en formeel leesonderwijs p 68 dit lijkt ons met elkaar in tegenspraak de tweede dimensie is het begrijpen van de tekst dit krijgt bij m b veel gewicht het begrijpen van de tekst is het meest belangrijke aspekt van lezen p 97 lezen betekent eigenlijk een boodschap ontvangen p 98 hiermee wordt de lezer volgens ons gereduceerd tot een passieve ontvanger de lezer moet de kern van het betoog kunnen bevatten p 130 moet hoofd en bijzaken kunnen onderkennen onderscheiden en vasthouden hoofd en bijzaken dan wel gezien vanuit de zender de auteur wij vinden dat de leerlingen moeten leren zelf vooraf vragen aan de tekst te stellen volgens m b moeten ze leren vragen te stellen naar aanleiding van de tekst hiermee zijn we bij dimensie drie gekomen het nadenken over en het kritisch beoor delen van de tekst zodat men vragen naar aanleiding daa rvan kan beantwoorden om wat voor vragen gaat het zo al onderscheid de hoofdgedachte van de details wat is de samenhang tussen hoofdgedachte en details over hoeveel verschillende soo rt en dieren planten rassen ambachten manieren van voortbewegen enz enz spreekt de tekst op welke verschil lende manieren wordt dit tot uiting gebracht p 123 van stelling nemen tegenover de tekst een diskussie aangaan met de opvattingen van de schrijver is geen sprake het leesdoel luidt begrijpen en samenvatten van wat de schrijver zegt en op het juiste moment kunnen reproduceren p 140 de vierde dimensie is het kreatief lezen als belangrijkste taak van de school zien m b dat leerlingen behalve dat ze begrijpen wat ze lezen ook op een doelmatige wijze reageren op wat ze lezen p 97 onder doelmatig reageren zullen m b dan wel ver staan denken wij aanpassen van het leestempo bij het leesdoel het onderscheiden van hoofd en bijzaken het maken van een samenvatting in ieder geval lezen we nergens dat lezen pas zinnig is wanneer de lezer samen met anderen tot handelen komt op grond van de verwo rven informatie nog eens wat bedoelen m b met een dynamisch samenspel m b geven op geen enkele manier aan hoe die vier dimensies moeten kunnen samenspelen het lijkt er meer op dat de dimensies toch op zich staan en chronologisch op elkaar volgen behalve beschouwingen pretenderen m b ook aanwijzingen te geven met betrekking tot het leesonderwijs al vanaf het eerste leerjaar van de lagere school moeten de kinderen leren zich in te leven in het gelezene en erbij na te denken ter verduidelijking hie rv an geven m b een paar oefeningen kan een steen zwemmen ja nee heb je tien tenen ja nee spelen paarden met een bal ja nee p 104 kritisch beoordelen ook hie rv oor geven m b aanwijzingen beoordeel kritisch welke van de drie getekende vissen is het grootst om c irkel wat je lekker vindt een stoel een lamp een taart p 116 een ander voorbeeld van kritisch beoordelen en konstruktief doordenken kan de storm loeien ja nee onderstreep wat werkelijk waar is allee n 22 koeien loeien roept een fantasievolle leerling ja zegt de meester maar een storm loeit ook ja onderstrepen welke kleur heeft kaas geel zwart rood om dit soort oefeningen goed te maken moeten leerlingen volgens ons wel heel recht lijnig kunnen denken laten ze ook maar even hun fantasie werken dan scoren ze fout edammer kaas is verpakt in rood ce ll ofaan jawel meester onze melkboer heeft rode kaas in de etalage afmaken van een verhaal hier volgt een lesje en dan staan er vier zinnen een van de zinnen is goed de drie andere zijn fout zet een kruisje voor de zin waarvan je denkt dat hij vertelt hoe het verder ging p 119 een van de zinnen is goed de schrijver heeft bij voorbaat al gelijk jan poetste zijn tanden toen hij in het water lag deze zin zal niet de goede zijn maar misschien vin den sommige leerlingen hem wel de leukste nee jan moet uit het water kruipen en onmiddellijk naar huis rennen onzin zinnen worden alleen getolereerd in literatuur daar mogen tom poezen praten met rugzakken lopen kortom mogen onmogelijke dingen gebeuren en wat te denken van de volgende oefening om het wezenlijke in een tekst te vinden de onderwijzer leest een verhaal voor hij schrijft enkele titels op het bord waar onder een juiste hij laat de leerlingen kiezen p 121 onderstreping van ons zelfs het woord kiezen is gedevalueerd tot zeggen wat de meester juist vindt de aan wijzingen die m b geven zijn waardevrij en vrijblijvend er zitten valst ri kken in de loeiende storm de geel rode kaas de opdrachten hebben zinloze inhouden ze oefe nen vaardigheden geisoleerd niet in een zinvol verband de leerlingen moeten anders kunnen we niet afleiden uit de konkrete aanwijzingen leren bij het lezen niet in slaap te vallen vragen stellen komt later wel als je je eerst de verplichte kennis hebt eigen gemaakt akkoord af en toe geven m b ook zinnige suggesties kijk voor het grondig lezen van een tekst eerst naar de uiterlijke vormken merken deze zeggen soms al veel over de inhoud p 147 tot slot nog een algemene opmerking we kregen bij het lezen van het boek sterk de indruk dat m b de konkrete lespraktijk niet of nauwelijks kennen het lijkt erop alsof ze enkel de vakliteratuur over lezen op simpele wijze hebben weergegeven zonder een zorgvuldige afweging van wat wel en wat niet inspeelt op de vragen behoeften van die praktijk ze verantwoorden hun op vattingen maar heel summier vaak komen opmerkingen voor als volgens de moderne inzichten op versch illende plaatsen in de wereld zijn onderzoeken gaande meerdere deskundigen spreken en dergelijke wij zijn benieuwd aan welke onderzoekers onder zoeken m b refereren tilburg 1974 n oot 1 ma lmq uist e e n b th b r u s leze n leren l e zend l eren besch ou win gen e n aanwijz in ge n m e t betrekking tot het leesonderwijs in al zijn facetten 23