Lesideeën rond kinderboeken

Publicatie datum: 2006-07-01
Auteur: Marc Stevens
Collectie: 35
Volume: 35
Nummer: 5
Pagina’s: 27-32

Documenten

27 spiekerskorner lesideeen rond kinderboeken taalleerkracht be bent u op zoek naar frisse ideeen voor lessen rond kinderboeken of kinder poezie spreek luister lees en schrijfvaardigheid of taalbeschouwing surf dan naar eerste hulp bij taalonderwijs de website van marc stevens alias marcobello die volledig in het teken staat van taalonderwijs op de lagere school in deze spiekerskorner laten we u alvast proeven van enkele suggesties om van uw lessen boekpromotie werkelijke pareltjes te maken geef toe het smaakt naar meer de redactie leerlingen creeren zelf een romanpersonage in deze activiteit halen we om te beginnen onze wijsheid niet uit kinderboeken maar gaan met de leerlingen zelf aan de slag u verzamelt daarvoor uit tijdschriften en allerlei andere bronnen een heleboel niet te kleine foto s van zeer uiteenlopende types van mensen klein en groot jong en oud van uiteenlopende origine die foto s vormen uitgangspunt om te praten over personages in verhalen juli 2006 nummer 5 35e jaargang 28 eerst laten we de kinderen associeren we vragen hen of zij een boek of een verhaal kennen waarin een van de figuren van de foto s of tenminste toch iemand die erop lijkt meespeelt hierover vertellen de leerlingen dan ze zeggen kort om welk boek het gaat en wat de rol is van de figuur die ze associeerden met de persoon op de foto dan gaan we omgekeerd te werk de leerlingen moeten nu in groepjes van twee telkens een foto en dus een figuur kiezen die hen wel boeit en waarvan ze denken dat die in een verhaal kan meespelen die foto mogen ze op hun tafel of bank leggen nu moeten ze een aantal taken uitvoeren ze moeten de figuur allereerst een naam geven dan moeten ze de figuur beschrijven en karakteriseren ze kunnen iets vertellen over zijn haar leeftijd de omgeving waarin hij zij woont en leeft waar hij zij van houdt eten lievelingskleur vrienden en zo meer tot slot moeten ze een gebeurtenis bedenken waarin die figuur verzeild kan geraken attentie deze plot moet karakteristiek zijn voor de figuur en aangepast aan de omgeving waarin hij of zij woont dus nog enigszins realistisch te gekke gebeurtenissen zoals tochtjes naar de maan of figuren die door een toverspreuk klein worden en in kabouterland terechtkomen laten we niet toe enkele groepjes mogen hun werk aan de klas presenteren om deze luisteroefening voor de klasgroep zinvol te houden worden alle prenten opnieuw op een centrale plaats omhoog gehangen zodat na een voorstelling de klas kan raden welke foto een groep als uitgangspunt had de voorstelling door de groepjes gebeurt telkens in de ik persoon dit maakt inleving gemakkelijker het ontstaan van vooroordelen bij dit soort van oefening iemand die eruitziet als boef hoeft dat in werkelijkheid helemaal niet te zijn kunnen we tegengaan door na de voorstelling van een groepje de klas nog enkele alternatieve karakters en omgevingen te laten bedenken bij de foto die aan bod kwam om af te sluiten gaan we eens na welke personages kinderboekenschrijvers zoal durven scheppen om dat duidelijk te maken kan de leerkracht enkele boeiende of vreemde romanpersonages aan de klas voorstellen bij wijze van boekpromotie de leerkracht karakteriseert dan telkens een figuur en vertelt over wat er met die figuur gebeurt aan het begin van het boek het is dan aan de kinderen om het complete boek uit te lezen in de klas kunnen we na een tijdje een blad omhoog hangen met een door leerlingen samengestelde top 10 van boeiende figuren wie weet ontdekken de kinderen wel dat niet enkel helden in die rangschikking kunnen voorkomen maar dat figuren uit vlees en bloed vaak nog veel meer leesgenot verschaffen enkele figuren en boeken op een rijtje 35e jaargang nummer 5 juli 2006 29 veroniek of liever nikkie vossen uit het boek een hoofd vol geheimen door lisette hoogsteyns uitgeverij lannoo leeft in een wereld zoals die van de meeste kinderen wanneer haar moeder oude kleren voor spullenhulp wil weg brengen verstopt nikkie een brief in een van de zakken van een oude jurk wie weet krijgt ze er een pennenvriend bij een heel andersoortige figuur is chico uit het gelijknamige boek van roger schoemans uitgeverij averbode chico is een straatkind uit lima het belang rijkste doel in zijn leven is in leven blijven in het scheve meisje door schuiten peeters uitgeverij casterman is de hoofdfi guur mary op zekere dag merkt mary wanneer ze ontwaakt namelijk dat ze scheef is haar omgeving doet daar zeer verontwaardigd over wat het aanvaar den van haar handicap alleen nog maar moeilijker maakt de wereld waarin mary leeft kan als erg fictief overkomen haar gevoelens naar aanleiding van de onbegrijpende omgeving zijn in ieder geval authentiek kaat de brabander uit het boek het ontbrekende portret anna coudenys uitge verij houtekiet is een heel gewoon meisje ze is in de ban van jeugdschrijver rikkie cromel op een dag besluit ze om met enkele vrienden de man te helpen bij het opknappen van zijn woning alleen rikkie cromel beantwoordt niet aan kaats verwachtingen wanneer ze hem voor het eerst echt ontmoet dit boek is voor het bestuderen van personages de moeite omdat het ingaat op de verschil len die er bestaan tussen het beeld dat men van iemand heeft en hoe die persoon in werkelijkheid is een personage interviewen deze activiteit heeft eigenlijk twee bedoelingen aan de ene kant willen we leerlingen gericht en op een wat verdiepende manier vragen leren stellen zodat ze in de toekomst in staat zijn om makkelijker interessante informatie te achterhalen anderzijds richten we ons weer op het leren doorgronden van personages in verhalen en boeken een tijdje voordat we deze lessenreeks uitwerken zeggen we de kinderen dat ze op zoek moeten gaan naar een leesboek met een boeiende hoofdfiguur want dat het de bedoeling is dat die over enkele weken geinterviewd wordt in de klas wanneer ze na enkele weken beslist hebben in wiens huid ze straks willen kruipen vragen we hen een kaartje te maken met daarop de naam van de figuur het boek waarin hij meespeelt en waar en wanneer de gebeurtenissen zich afspelen in een bepaalde tijd in een bepaalde omgeving de volgende dagen gaan we eerst dieper in op hoe je een interview afneemt wanneer je iemand interviewt is het de bedoeling dat je meer te weten komt over die persoon zijn leven ideeen keuzes voorkeuren en allerlei zaken die hij of zij meegemaakt heeft als je daarover domme en banale vragen stelt blijft het interview nietszeggend en saai het is daarom belangrijk dat we de leerlingen wat inzicht verschaffen in welke soorten vragen ze juli 2006 nummer 5 35e jaargang 30 kunnen stellen en op welke manier het interview een echt gesprek kan worden en tot leven kan komen om dit stukje theorie aan te brengen vertrekt u best van een bestaand interview dat wordt eerst rustig gelezen dan gaan we in op interessante stukken en kijken welke vragen daarbij gesteld worden een mogelijke indeling van vragen vindt u hieronder enerzijds heb je ja nee vragen de interviewer stelt een vraag waarop het antwoord bevestigend of ontkennend is bv bent u al vaak in het buitenland geweest risico aan zo n vraag is dat het antwoord kort en weinig verduidelijkend is en dat de geinter viewde niet meteen zelf wat meer uitleg geeft w vragen dit zijn vragen die specifiek naar een stuk informatie peilen de mees te van deze vragen beginnen met een vraagwoord wie wat waar wanneer waardoor waarom hoe op welke manier w vragen zijn open vragen omdat van de geinterviewde wordt verwacht dat hij informatie geeft over het bevraag de uitnodigende vragen dit zijn vragen die niet echt naar een antwoord peilen maar de geinterviewde uitnodigen om te vertellen over iets bv vertelt u eens iets over de momenten dat u thuis was daarnaast onderscheiden we ook startvragen met deze vragen wordt een nieuw onderwerp aangesneden deze vragen leveren de uitgangspunten van het gesprek en moeten daarom gevari eerd verrassend en indringend zijn doorvraagvragen deze vragen kan je uiteraard niet allemaal vooraf bedenken je stelt ze op basis van een antwoord van de geinterviewde waarover je nog meer wenst te weten te komen bij elk van deze vragentypes kunnen we ook al enkele vragen verzinnen die aan de hoofdfiguur van een boek zouden kunnen gesteld worden het is echter niet de bedoeling dat alle vragen vooraf op het bord komen zodat de inventiviteit en creativiteit van de vragenstellers straks tot nul herleid wordt het moment is nu aangebroken om interviews af te nemen daarvoor verdelen we de klas in groepjes elk groepje trekt allereerst een kaartje uit de reeks met hoofdfiguren straks zal ze deze figuur moeten interviewen uiteraard mag het niet gaan om een leerling uit het eigen groepje mocht het bij de trekking toch fout lopen dan wordt er opnieuw getrokken uiteraard zullen niet alle leerlingen geinterviewd kunnen worden maar wellicht kunnen we deze oefening nog een keer herhalen 35e jaargang nummer 5 juli 2006 31 de voorbereiding bestaat erin dat de groepjes gevarieerde en boeiende vragen stellen om meer te weten te komen over de hoofdfiguur van een boek de leerkracht begeleidt hier en wijst de groepjes op eventuele eenzijdigheid in het vragenaanbod verder zullen er best zowel algemene vragen gesteld worden over de figuur in kwestie als vragen over wat er in het verhaal of boek mee gebeurt na een twintigtal minuutjes wordt er geinterviewd best is om van de groep telkens slechts een leerling te laten interviewen dat is wat minder bedreigend voor de geinterviewde en de verwarring van leerlingen die door mekaar vragen stellen krijgt zo ook geen kans uiteraard evalueert de klas achteraf het gesprek er wordt ingegaan op de kwaliteit van de vragen maar ook op hoe interessant het geinterviewde personage was en hoe leesbaar het boek waarin het meespeelt al dan niet een held een van de bedoelingen van boekpromotie en leesonderwijs moet zijn dat leerlingen genuanceerder kunnen lezen en nadenken over de gebeurtenissen en figuren die zij in boeken ontmoeten in de hoogste graad van de lagere school is het een haalbare kaart om leerlingen het verschil te leren zien tussen een ongenuanceerd zwart wit karakter en een personage met authentieke emoties en ervaringen dat gaandeweg ook nog evolueert karakter van vlees en bloed in een heleboel hedendaagse boeken treedt de traditionele held nog steeds op maar vaak is hij verpakt in een wat actueler kostuum daarnaast worden er ook vaak figuren ten tonele gevoerd die niet in alles slagen maar een meer menselijk uitzicht hebben in de eerste oefening van deze activiteit proberen we twee uiteenlopende figuren met elkaar te vergelijken de leerkracht leest na elkaar twee representatieve stukjes voor het ene toont ons een heldtypetje bv blinker uit blinker en het bagbag juweel door marc de bel het andere een menselijke hoofdfiguur bv mirjam uit ik moet heel stil zijn door karel verleyen vooraf kondigt de leerkracht aan dat de leerlingen straks de twee hoofdfiguren moeten vergelijken na de luisteroefening komen verschillen en overeenkomsten tussen de twee figuren aan bord enkele belangrijke ingredienten uit zo n lijstje kunnen de volgende zijn blinker mirjam 10 a 12 jaar 10 a 12 jaar heel sterk gewoon alles lukt hem verslaat boeven heeft ook tegenslag kan motorfiets besturen doet dingen die bij haar leeftijd horen kent geen echte problemen is droef toont echte gevoelens pakt alles direct aan twijfelt ook wel voorspelbaar niet meteen voorspelbaar juli 2006 nummer 5 35e jaargang 32 na de vergelijking kleven we een naam op het type van figuur blinker is een held terwijl mirjam wordt voorgesteld als een gewone mens de leraar geeft nu aan alle leerlingen een niet te lang verhaal zulke teksten kan u makkelijk vinden in verhalenbundels waarvan er de laatste tijd nogal wat verschenen zijn sommige van die bundels zitten vol met spannende maar verder pretentieloze verhalen met allerlei zwart wit getekende figuren en een legio aantal helden andere bieden genuanceerder materiaal aan en zijn verrassend omwille van hun verschillende invalshoeken tegenover de realiteit enkele voorbeelden leesdit lees ditniet uitgeverijlemniscaat niet uitgeverij lemniscaat isiseen eenbundel bundelmetmetelfelf vreselijk vreselijk griezelige griezelige ver verhalen halen waarbij waarbij de hoofdbedoeling de hoofdbedoeling van van de auteurs de auteurs is omis om rillingen rillingen overover de de jonge jongehun lezers lezers lijfhun lijf te lopen te laten laten lopen omhoofd om het het hoofd te kunnen te kunnen biedenbieden aanaan buiten buitenaardse aardse wezens wezens moordenaarsmoordenaars en geesten en geesten hebbenhebben de jongede jonge hoofdfiguren hoofdfiguren die indie deze in deze verhalen verhalen meespelen meespelen van hunheldencapaciteiten van hun auteurs auteurs heldencapaciteiten meegekregen meegekregen eengeval een gevalapart doordirk apart door dirknielandt nielandt uitgeverij uitgeverijbakermat bakermat spreidt spreidtalalmeer meermenselij men keselijke karakters karakters tentoon tentoon de twaalf de twaalf personages personages uit de uit de even evenverhalen zoveel zoveel verhalen komen elk inkomen elk in een onverwachte een onverwachte en mysterieuze en mysterieuze soms ook wat soms ook wat onwerkelijke onwerkelijke situ we situatie terecht atie terecht zitten op de grenswe zitten op de grens van fantasie van fantasieenenvoor en werkelijkheid werkelijkheid de personagesen voor geldtdedat personages geldt dat ook ook eenstraat een straatmet meteeneenstaartje staartje uitgeverij uitgeverij bakermat bakermat heeft heeft eeneen realistischer realistischer uit uitgangs gangspunt punt het gaathethier gaat omhiereenom een aantal aantal kleurrijke kleurrijke straatverhalen straatverhalen door auteurs door auteurs opgete opgetekend kend uit eenkindermonden uit een aantal aantal kindermonden wanneer de kinderen de verhalen gelezen hebben thuis of in de klas kunnen we in de klas weer alle kanten op we kunnen de kinderen hun hoofdfiguur laten tekenen of laten uitbeelden het is in ieder geval de bedoeling dat ze ze aan de klas voorstellen en dat ze proberen te vertellen of het meer om een zwart witfiguur held ging of om een menselijke figuur marc stevens taalleerkracht be 35e jaargang nummer 5 juli 2006