Lezen met bijbedoelingen? Gedachten over de oriëntatie van het literatuuronderwijs

Publicatie datum: 1972-01-01
Auteur: H.J. Hollaar
Collectie: 03
Volume: 03
Nummer: 1
Pagina’s: 84-90

Documenten

4 5 misschien moet zelfs het voordrachtslezen geheel uit het programma van de basisschool geweerd worden omdat daardoor het leestempo gedrukt wordt en daarmee de leesmogelijkheden van de lezer niet ten volle ontplooid worden n ot en 1 d constandse we leren ze ook voorlezen i n moer 1972 pag 6 e v 2 proeve van een leerplan voor het basisonde rwijs b moede rtaalonder wijs groningen 1967 pag 41 e v 3 f evers en l van gelder nederlandse taal groningen 19686 pag 73 e v 4 b m r eijnders dagelijks taal groningen 1970 pag 23 e v 5 taaldidactiek voo r het basisonderwijs door docenten ne d erlands van de nijmeegse pedagogische academies nijmegen 1970 6 goo d man the psycholinguistic natu re of the reading proces detroit 1968 d e schema s zijn ook te vinden bij mej b wolters in haar verbetering van leesgewoonten stencil 1969 lezen met bijbedoelingen gedachten ove r d e o r i en t at i e van h et l it e r a t uu ro n d e r w i j s h j hollaar orwells animal farm hoef je er niet voor gelezen te hebben om te weten dat revolu ties ondanks hun naam lang niet altijd tot wezenlijke omwentelingen leiden veran deringen in de samenleving van alle dag bereik je niet door alleen maar wat bazenbord jes te verhangen nieuwe zakken worden vaak met oude wijn gevuld omdat die direkt uit voorraad leverbaar was zoiets lijkt ook gebeurd te zijn bij de invoering van de mammoetwet er is een aantal nieuwe structuren ontworpen nieuwe schooltypen gedifferentieerde vakkenkeuze en zelfs enkele nieuwe vakken maar voor de vulling van het onderwijs wordt toch groten deels teruggegrepen naar het vanouds bekende en dat is helemaal niet onbegrijpelijk over de vraag naar het doel van het onderwijs als geheel en van de daartoe samenwer kende traditionele vakken bestaat nog weinig helderheid dat geldt zeker ook het lees onderwijs het is bekend dat de basisschool die traditioneel als doel had de techniek van het lezen te leren beheersen tegenwoordig het lezen plaatst in het kader van het leren communiceren en leren studeren lezen staat in dienst van wereldorientatie in de ruimste zin bij het voortgezet onderwijs is men nog minder ver het systeem van vakdocenten met hun specialistische opleidingen heeft in het algemeen niet geleid tot vaklui met een werkelijk wereld georienteerde univers itaire breedheid van visie en deze lacune manifesteert zich op het ogenblik duidelijk ten aanzien van het literatuuronderwijs dat mijns inziens miet op het leren lezen geconcentreerd moet zijn maar als verder voort gezet leesonderwijs tot een verdergaande vorm van wereldorientatie moet leiden 84 ik wil hierover een aantal opmerkingen maken eerst wil ik nagaan waarom men literatuur tot schoolvak heeft gemaakt daarna wat de huidige twijfel aan de zin van het literatuuronderwijs veroorzaakt kan hebben na dit min of meer historische deel zal ik mijn doelstelling voor het literatuuronderwijs trachten te preciseren en enkele opmerkingen over de methode geven blaauwbaard meer dan drieenhalve eeuw geleden schreef karel van mander in een nu vergeten deel van schilderboek over het antieke literatuuronderwijs deze oude poeten zijn meest offerpriesters voorzeggers uitleggers der verborgen heden deugdzame en geleerde mannen geweest zodat ze bij koningen en vorsten tot leermeesters over hun kinderen werden verkoren opdat die door een zoete onderwij zing tot een volkomen wijsheid zouden komen want zij wisten de wetenschappen door kluchtige vertellingen op een zonderlinge wijs in de tengere oren te storten derhalve heeft de wijze plato in zijn gemene staat begeerd dat de moeders en voed sters de kinderen en voedsterlingen uitmuntende spreukjes zouden vertellen en hierin opdat zij de geest een gestalte mochten geven meer zorg zouden dragen dan in de lichamelijke opvoeding onderwijs in zo men wil door letterkunde had hier een wereldorienterende functie die vinden we ook in het verhaal van de beestachtige gebeurtenissen tijdens de franse tirannie van 1672 een boek zeer nut en dienstig om in de scholen geleert te worden zoals de titelpagina van een late herdruk ons toeroept het maatschappelijk nut van deze kapotgelezen literatuur wordt onderstreept deze dingen gebeurtenissen van 1672 behoort men van de jeugd aan hen de jeugd in te prenten opdat zij die heel hun leven gedenkende uit onze schade hun voordeel mogen trekken en zij verhoeden in dergelijke rampen nooit te vervallen de moraliserende trek die hierin aanwezig is kan ook persoonlijk gericht worden omstreeks 1750 schrijft mej leprince de beaumont in haar vertaalde en herdrukte magazijn der kinderen over de literatuurlessen voor meisjes van acht tot plm twaalf als de jonge meisjes blaauwbaard lezen kan men haar de ongemakken voorhouden van een huwelijk door de baatzucht gemaakt het gevaar van de nieuwsgierigheid de ongelukken die er gebeuren kunnen als men aan de grillen van een gemaal niet verstan dig weet toe te geven en de nodeloosheid van een leugen om de straf te ontgaan nu werd toentertijd de jeugd alleen nog maar gezien in het perspectief van de volwas senheid geemancipeerde kinderen maken eerst hun literaire entree in de 19de eeuw en hoe maar nog afgezien daarvan is er geen enkele reden om aan te nemen dat de gesignaleerde visie op literatuur en het onderwijs erin aan kinderen fundamenteel heeft afgeweken van de wijze waarop de volwassene de literatuur heeft gezien het typisch renaissancistisch klassicistische engagement zich uitend in de neiging om de functie het nut van het verhaal te bepalen het moraliseren vervult velen nog met stereotiepe tachtiger afkeer dit moraliseren gaat aan het begin van de 19de eeuw in de literatuur al verdwijnen zoals beets met instemming signaleert in zijn studie over kinderboeken3 niettemin ligt het voor de hand dat het maatschappelijk en dus onder wijskundig belang van literatuur nog lange tijd wordt ervaren in een eeuw waarin ee n 85 belangrijk schrijver serieus probeert via zijn literatuur de indiepolitiek van de regering te beinvloeden waarover spraken zij deze regering stond juist op het punt literatuur officieel tot schoolvak te maken in 1863 wordt thorbeckes wet op het middelbaar onderwijs door de kamers aanvaard en daarmee begint de periode waarin om e beginnen alle hbs ers les in literatuur krijgen wat zijn nu de overwegingen van de minister en de kamerleden geweest literatuur voor te schrijven dat kan immers zicht geven op de doelen die dit vak moet dienen en op de betekenis die het kan hebben althans toen wel wie gaat zoeken in de handelingen en de bijbladen vindt in de werkelijk wel ampele beschouwingen helemaal niets geen kamerlid heeft er een woord aan gewijd er zijn alleen terloops wat zijdelingse opmer kingen een afgevaardigde stelt geleerd onderwijs aan letterkundig onderwijs gelijk de memorie van toelichting had echter al onderstreept dat de hbs er was voor hen die zonder geleerde vorming te verlangen zich wensen voor te bereiden om in de be schaafde maatschappij waardig te verkeren 4 over de wijze waarop literatuuronderwijs werd opgevat vinden we iets in het verslags van de mo aktecommissie van 1878 die klaagt bij de studie der letterkunde was niet genoeg acht gegeven op de kennis der invloeden welke en de oude talen en de letter kunde van naburige volkeren op de ontwikkeling der letteren hebben uitgeoefend ja zelfs werd niet zelden en dit was vooral bij de letterkundige geschiedenis van frank rijk duitsland en engeland het geval die kennis van de staatkundige geschiedenis gemist zonder welke het onmogelijk is van verschillende gebeurtenissen in de geschie denis der letteren rekenschap te geven er blijkt dus eeen algemeen letterkundig uitgangspunt uit met een wijde horizon dit correspondeert vrij redelijk met een uitspraak van wetgever thorbecke die in 1837 de nederlandse literatuur niet op zichzelf zag maar als deel van de zich ontwikkelende europese men mag aannemen dat deze univers itaire opvatting ook op vele hbs en zal hebben doorgeklonken getuigenissen over opleiders van verschillende tachtigers doorenbos en ten brink bevestigen dat al weten we ook dat sommigen er niets van terecht brachten dit alles zijn echter secundaire informaties die wel enig licht geven op de vraag naar het wat maar niet naar het waarom en het waartoe waarom accepteerden de kamerleden zonder discussie de letterkunde ik heb de indruk dat zij daarover zwegen omdat literaire vorming voor iemand die in de beschaafde maatschappij waardig verkeren wil en daartoe rekenden kamerleden uiteraard zichzelf vanzelf sprak er zullen er ongetwijfeld lid geweest zijn van plaatselijke of wellicht landelijke culturele gezelligheidsverenigingen als de maatschappij der nederlandse letterkunde de hol landse maatschappij en nog diverse andere en hbs ers en gymnasiasten waren daarvan leden of potentiele leden culturele en literaire vorming werd dus traditioneel belang rijk geacht en over zoiets vanzelfsprekends kan men zwijgen voor de leraren lag dat allemaal niet zo gemakkelijk spoedig wordt de oude filo logische visie op literatuur afgewezen alle goeie onderwijs gaat uit van feiten toetst weer aan feiten het beweert niet het verzekert niet het katechiseert niet en eist nie t 86 geloof aan het onbegrepene het is feitelijk en het doel is niet bereikt als de leerling zich zelf niet door zien een voorstelling heeft kunnen verwerven en wat moeten de leerlingen volgens van den bosch8 dan zien ze moeten zicht hebben op hun eigen tijd maar dat mede door te zien hoe tijden komen hoe zij hun idee verwerkelijken voorbijgaan en een nieuwe tijd dan hebben voorbereid de opvatting die hier in 1899 geformuleerd wordt is duidelijk 19de eeuws het geloof in de feiten het geloof in de evolutie en het afwijzen van geloof op gezag van het is duidelijk gedateerd op het doordringen van de tachtiger schoonheidscultus in het literatuuronderwijs moeten we echter nog wachten twijfel wanneer van leeuwen9 in 1933 hun dogma ter sprake brengt twijfelt hij al ik zou willen zeggen al het geschrevene waarin de schoonheid ontbreekt behoort in de literatuururen niet thuis want literatuur is kunst en kunst betekent schoonheid dus is alleen schone literatuur de moeite van het onderwijzen waard maar schoonheid is wetenschappelijk ongrijpbaar men zou hier alleen uit kunnen concluderen dat de schone letteren dus ook niet doceerbaar zijn misschien is dit ook wel zo wij kunnen er alleen van getuigen zoals wij ook alleen van onze liefde en ons geloof kunnen getuigen de feitelijkheid is verloren van schoonheid kan slechts worden getuigd sivirsky deelt die opvatting niet fanatici van de literatuur zijn niet zelden de mening toegedaan dat letterkunde nauwelijks onderwijsbaar is maar in de tijd van het rationalisme stelde men al dat l inexpiiquable eest 1 inexplique en hij en spoedig een hele school ziet als doel van het literatuuronderwijs de leerling zelfs inexpliquabele vijftiger verzen te leren interpreteren deze gedachte komt men dezer dagen allerwegen tegen de leerling moet gaan beschikken over een instrumentarium dat hem in staat stelt het nu gevoelsmatig verlopende proces van reageren op een literair werk bewust te maken het is duidelijk dat vooral nieuw ontwikkelde universi taire technieken als een nieuwe esthetica hun entree op de scholen hebben gemaakt de leerlingen moeten zich bezighouden met het concrete literaire werk wat reeds nu als een typisch 20ste eeuwse gedachte gedateerd is evenals bij van den bosch zoekt men hier vergeefs naar de weerslag van de visie op literatuur en kunst van de jongste generatie kunstenaars zelf die klinkt m i wel door bij hen die menen dat literatuur beter op school kan verdwijnen sinds 1880 is de literatuur met buitenliteraire betekenis vrij gering geworden dat men ook die litera tuur op school behandelt en liefst alleen die komt allereerst doordat de wet dat voorschrijft het accent valt daarbij niet op maatschappelijke betekenis dat kan geen literatuur zijn maar op de echte literaire compositie en formuleertechnische kwali teiten het zal echter bekend zijn dat zich vooral in het buitenland al sinds 1910 ontwikke lingen voordoen waarbij de kunst die technische virtuositeit verwerpt en bewust een wending maakt naar het alledaagse de bekende ready mades van duchamp uit plm 1915 betekenen een principiele afwijzing van kunst met een grote k sinds 60 is deze tendens ook bij ons goed boven de grond gekomen pop art in literatuur beeldende kunst en muziek is tegenwoordig ruimschoots voorhanden daarmee wordt bewust o f 87 niet een democratisch uitgangspunt gekozen de kunstenaar is niets meer dan ande ren en alles is kunst al dan niet gelardeerd met zware theorieen cultuurhistorisch gezien zal deze stroming wel doorzetten ze betekent immers een wending naar een al lang geaccepteerd algemeen maatschappelijk inzicht ze is anti elitair als dat echter gebeurt betekent het wel een crisis in de kunst die immers nog steeds pretendeert iets bijzonders te zijn en zeker in het kunst literatuuronderwijs aangenomen dat het zich op het eigentijdse blijft concentreren vanuit deze en andere overwegingen wordt het begrijpelijk dat men opnieuw afschaffing van het literatuuronderwijs aan leerlingen van het voortgezet onderwijs bepleit opgenomen in het schoolonderzoek is het al geen echt examenvak meer geen sc h o o nsc hrijv e n ik hoop dat deze summiere behandeling van iets zo veelzijdige als literatuur en het onderwijs erin mijns opvattingen enigszins heeft voorbereid het overzicht toont dat iedere tijd zijn tijdgebonden opvattingen heeft over het doel van activiteiten op cultu reel gebied alleen hij die maar een standpunt kent of tot het zijne heeft gemaakt verwerpt daarmee de andere daar literatuur voor mij en mijn leerlingen juist boeiend is door zijn veelzijdigheid geloof ik niet in de ene visie de uitingen van serieuze mensen in verschillende tijden zijn verschillend maar principieel gelijkwaardig maar wie een 19de eeuwer verwijt niet de opvattingen van tachtig in praktijk te brengen of wie van vondel eist dat hij schrijft als mulisch discrimineert hij wil dat de ander zich gedraagt als hijzelf voor hij hem wil waarderen deze eis is net zo onzinnig als wie van bns zou vragen ons te gedragen als 21ste eeuwers in de ene tijd wil men navolging in de andere oorspronkelijkheid de een vergoddelijkt de schoonheid die de ander ver guist en dat niet omdat de een gek is of de ander wat nog veel te vaak wordt gesuggereerd maar omdat men be of onbewust zich baseert op de vanzelfsprekend heden van zijn eigen tijd en milieu en die door anderen ook gehuldigd wil zien naar mijn mening kan de literatuurles zo opgevat het algemene onderwijsdoel van de bewustwording dienen de leerling maakt kennis met de relativiteit van opvattingen waarvan een groot aantal in zijn eigen tijd nbg opgeld doet het maakt hem een criteriumbewuste een kritische consument voor kreten wil zoiets in de lessen boven het niveau van een ander soort indoctrinatie uitkomen dan zal de leerling geconfron teerd moeten worden met veel informatie hij zal dus methodisch allereerst moeten lezen om inzichten op te doen als vorm van wereldorientatie dat kan het best gebeuren met een leraar die als reisgids wil optreden die belangwekkende plaatsen weet te vinden en die niet benauwd is de grenzen van zijn eigenlijke vakgebied te overschrijden als men van uit een ander terrein een goed uitzicht heeft op de republiek der letteren want mijns inziens is literatuur geen vorm van schoonschrijven althans niet in de eerste plaats literatuur is een neerslag van het denken en voelen van mensen als wij maar in de contekst van hun tijd en dat is niet beperkt tot de literatuur laat staan de nederlandse maar het manifesteert zich in de cultuur als geheel de leraar zal dan ook uit zijn algemene ontwikkeling moeten putten wat in zijn opleiding ontbroken heeft hem kan dan het gevoel bekruipen niet voldoende wetenschappelijk te zijn en i n 88 bepaalde gevall en eerder intuitief dan op voetnoten de weg te wijzen maar afgezien van het feit dat hij geen wetenschappelijk onderwijs geeft het is hem toch niet verboden zijn leerlingen te zeggen dat hij een bepaald inzicht niet kan bewijzen en het ter discussie ste llen ik heb althans al heel wat aan te hulp geroepen leerlingen te danken en ik ben er bijzonder blij mee als een kritische leerling me vraagt of mijn opvattingen misschien beter zijn niet tijdgebonden en een literaire relativiteitstheo ri e als deze is dat uiteraard meen ik een methode voor dit literatuur onderwijs valt moe il ijk te geven in de eerste lessen inventa ri seren we wat de leerlingen al weten van cultuur en van daaruit gaan we ons overzicht verbreden al in een eerste les stelt er wel een leerling dat dat volgens meneer x geen literatuur was en met zo n opmerking ben je er helemaal klassediscus sie gegarandeerd voor de volgende les feiten zoeken ook de leraar draagt gegevens aan en verbreedt het terrein er worden platen gekeken en gedraaid we proberen zinvol over allerlei vers chijnselen te praten de leerlingen hebben een grote belangs tell ing vooor alternatieve culturen en gelukkig er is meer anders dan eender zoiets houd je natuurlijk niet vol zonder dat er lijn in de lessen gebracht wordt daartoe gebruiken we een klein boekje voor zover dat nodig is mochten er teksten met vraagjes in staan dan worden die niet bekeken behalve door de leraar ze kunnen wel aan de orde komen maar niet in de vorm van het oe rvervelende vraagjes beantwo o rden want alle methoden zijn goed behalve de ve rv elende omdat lite raire vormgeving natuurlijk relatief belangrijk is besteden we in het voorbijgaan ook daar aandacht aan maar leren lezen doen we in de uren taalvaardigheid er volgen repetities en we komen nooit klaar maar het goede is veel nieuwe oogs t als men het tot hier geschetste overziet is het misschien mogelijk enkele lijnen door te trekken m i is de literatuur zelf hard op weg zich af te schrijven daaraan werkt verder mee dat we in het post gutenbergtijdperk leven drukwerk is op het ogenblik niet meer het belangrijkste communicatiemedium wereldori entatie m i vanouds het voor naamste doel van literatuur vindt al lang op meer en effi cienter wijzen plaats wel heb ik de ind ru k dat er nog voor een paar generaties behoefte zal zijn aan een vorm van culturele wereldorientatie hoe die er dan ook uit moet zien dat is een zaak van verdere studie maar dat de grenzen van de geschreven culturele communicatie over schreden zullen worden misschien zelfs zeer ver lijkt me onontkoombaar zoiets zou natuurlijk ingrijpende gevolgen hebben er zullen leraren moeten worden bijgeschoold en verschillende vakken worden geintegreerd wat een enorme oppositie garandeert ook op grond van oude opvattingen van de hierachie der kunsten zal zo n streven worden afgewezen als cultuurbarbarisme je wilt toch niet literatuur en film op een lijn zetten het grootste bezwaar lijkt me de universaliteit zoiets is voor een man inderdaad nauwelijks te tillen maar dat is ook een voordeel want er zijn dan nieuwe specialisten met teamspi rit nodig het m i doorslaggevende argument is echter dat op een manier als hier aangeduid het letterkundeonderwijs zinvol en motiverend kan blijven de mamm oe twet heeft nieuwe zakken gemaakt het wachten is op de nieuwe oogst 89 noten 1 zie b v ol de rsma en ramp en l ezen me t de tra peze g roningen 1 9 6 9 waarin ook d e artistie ke verwer king een grote plaa ts krijgt v oor and ere toepassingen zie men b v het artikel van de h eren b reuke r en marks eld ers in dit n ummer 2 de getranscribeer de citaten zijn uit kare l verman der voor reden bij d e uyt leggingh over de metamorphosis van o v i dius amste rdam 1662 a3v en a4r uit de a n onieme nieuwe s piege l der jeugt of fr ansche tyrannye late herdruk utrec ht 1 7 4 0 a2 van mejuffrouw lep rince d e b eau m o nt m agaz ijn d er kinderen s gravenhage 2e dru k 176 1 xi xii 3 nicolaas b eets ove r kin derboe ken in v ersch eiden he den meest op letter kundig gebied i haarlem 2e herz dr 1876 223 274 expliciet 264 impliciet 242 4 bijbladen bij de handelingen 1862 3 blz 528 resp handelingen 1862 3 blz 320 geleerd on derwijs i s gymnasiaal ond erwijs dat t oen tot h e t wetenschappelijk ond erwijs gerekend werd 5 geciteerd bij a bartels een eeuw middelbaar on de rwijs groningen 1963 bi 1 6 4 6 zie jacob gee l gesprek op den drachenfels ed j c b rand t corstius u trech t 1 963 onge pag bi 6 7 zie b v dr j an ten b rink geschie denis der n oor d nederlan dsche let teren i n de xixe eeuw dl 3 rotterdam herz dr z j bi 193 e v 8 j h van den b osch het litteratuur on derwij s in het tegenwoor dige sisteem van het m o en op h e t eindeksamen t aal en let t eren 1899 bi 5 1 7 van d en bosch pro pageer t m et instem ming van vele collega s voor wie hij d eze lezing hi el d alleen de litera t uur na 1 8 35 te behan delen 9 w l m e van leeuwen de waarde der nieuwe ne derlandsche letterkun d e voor een id ealis tisch scep tisch li tteratuuron derwijs o p aesth etische gron dslag paed agogisch e s t u d ie n 1933 bi 2 8 1 28 2 10 antal sivirsk y de ond erwijsb aarhei d der letterkun d e maatstaf 1 961 2 bi 807 ook in v oor werp van aanhou d end e zorg bi 186 11 mijn opvattingen zijn nauwelijks nieuw er zi t integen deel veel ouds n dat alleen hier in een andere combinatie staat mijn lesprak tijk heeft het ontstaan ervan bevorderd 90