Publicatie datum: 1993-01-01
Auteur: Piet-Hein van de Ven
Collectie: 03
Volume: 03
Nummer: ?
Pagina’s: 27-38
Documenten
piet hein van de ven literatuur voor kennis en inzicht enkele notities over literatuuronderwijs en basisvorming in scandinavie 1 aanzet tot reflectie in deze bijdrage presenteer ik enkele scandinavische opvattingen over literatuuronderwijs aan 12 tot 16 jarigen ik leerde die opvattingen kennen uit interviews delnoy van de ven 1990 en publicaties en door samenwerking in onderzoek naar literatuuronderwijs het is niet mijn bedoeling deze opvattingen te presenteren als voorschrift voor het onderwijs in nederland voorschriften voorstellen plannen dat is retoriek en het blijkt uitermate moeilijk die retoriek om te zetten in lespraktijk de leraar speelt een veel belangrijker rol bij de realisatie van voorstellen en leerplannen dan leerplanontwikkelaars onderzoekers en politici vaak veronderstellen of zouden wensen ik presenteer de scandinavische ideeen met de bedoeling leraren didactici en andere geinteresseerden aan te zetten tot reflectie tot bezinning op wat er in het literatuuronderwijs in de basisvorming aan de orde zou kunnen komen een dergelijke reflectie en dan vooral reflectie door leraren is een belangrijke voorwaarde voor het eventueel veranderen van de lespraktijk ik presenteer in deze bijdrage overeenkomsten in opvattingen in denemarken noorwegen en zweden er zijn ook belangrijke verschillen maar ik geloof dat een schets van overeenkomsten het meest mijn bedoeling dient het meest kan bijdragen tot reflectie 2 drie vakken de opvattingen over literatuuronderwijs moeten worden bezien tegen de achtergrond van veranderingen in het denken over onderwijs en moedertaalonderwijs alle drie de landen kennen sinds de jaren zestig een basisschool voor leerlingen van 7 16 jaar deze school kent drie fasen van drie jaar in de eerste twee fasen wordt voornamelijk les gegeven door klasseleraren in de laatste drie jaren zijn er vakleraren werkzaam in alle drie de landen is de invoering van de bassischool gepaard gegaan met nieuwe centrale leerplannen die in verschillende mate bepalend zijn voor wat een leraar te doen heeft met het afschaffen van het oude systeem van parallelle scholen voor diverse vormen van voortgezet onderwijs en uitbreiding van het basisonderwijs naar negen jaar probeerde men ook het oude moedertaalonderwijs af te schaffen dat moedertaalonderwijs was verdeeld in literatuur en taal het literatuuronderwijs was gebaseerd op de canon het betrof het lezen van de standaard klassieken de oude verhalen en gedichten en het zingen van oude hymnen het legde patriottische en religieuze accenten die ideologie is te typeren als god en vaderland mortensen 1979 danielsson 1988 bull 1991 27 van de ven literatuur voor kennis en inzicht de nieuwe benadering laat zich minder duidelijk typeren het is veelzeggend dat de nieuwe leerplannen in de afgelopen decennia nogal eens zijn herschreven en aangepast aan nieuwe ideeen over onderwijs en moedertaalonderwijs in de discussies over die leerplannen komen diverse politieke en inhoudelijke strijdpunten voor moedertaalonderwijs moet modern en nuttig zijn moet bjdragen aan emancipatie van arbeiderskinderen meisjes en andere kansarme groepen moedertaalonderwijs moet studievaardigheden bijbrengen voorbereiden op het latere beroepsleven mensen mondig maken de nationale cultuur in stand houden de grenzen verleggen naar triviale literatuur jeugdliteratuur film tv en video het is opvallend hoe vaak de situatie in het moedertaalonderwijs wordt beschreven in termen van arena of slagveld zie bijvoorbeeld ongstad smidt 1993 malmgren malmgren 1993 bull 1991 malmgren 1988 onderscheidt drie vakken zweeds in noorse en deense publicaties zijn daar parallellen voor te vinden helthoft 1984 madssen 1987 lund 1988 nedregard 1989 de drie verschillende vormen van moedertaalonderwijs zijn 1 moedertaalonderwijs als een literair historisch vormingsvak moedertaalonderwijs bestaat uit twee onderdelen literatuur en grammatica centraal staat het overdragen van de culturele erfenis die erfenis omvat een keuze van literaire werken en auteurs die het meest waardevol worden geacht ieder lid van de samenleving dient vertrouwd te zijn met deze canon van werken en schrijvers het onderwijs geeft de leerlingen een gemeenschappelijk referentiekader door het behandelen van de klassieke werken dat wil zeggen teksten die steeds opnieuw in elke nieuwe periode komen bovendrijven deze opvatting vindt haar oorsprong in het nationalisme van de negentiende eeuw en gaat uit van de aanname dat het lezen van de klassieke meesterwerken een positief effect heeft op de persoonsontwikkeling van de leerling de klassieke werken dragen bij aan een morele en ethische vorming aan een gezamenlijke nationale en culturele orientatie grammatica onderwijs geeft een belangrijke aanvulling het schoolt het logisch denken moedertaalonderwijs leidt dus bij ieder lid der samenleving tot een zelfde culturele orientatie ieder wordt moreel en ethisch welopgevoed 2 moedertaalonderwijs als vaardigheidsvak het onderwijs dient leerlingen te scholen in diverse taalvaardigheden vaak komt dit neer op onderwijs in deelvaardigheden vanuit de gedachte dat door training in dergelijke deelaspecten leerlingen toegroeien naar meer omvattende vaardigheden het vak wordt gelegitimeerd vanuit het maatschappelijk nut voor het leven buiten en na de school het is vooral een vak in taal technieken de inhoud van taaloefeningen is niet van belang volgens malmgren is deze opvatting niet alleen gebaseerd op de oude traditie van het onderwijs in het latijn maar is ze ook exponent 28 van de ven literatuur voor kennis en inzicht van een technocratische visie op onderwijs en maatschappij dat wil zeggen dat men ervan uit gaat dat maatschappelijke problemen kunnen worden opgelost door directief handelen van de overheid die op haar beurt wordt gestuurd door specialisten en vooral door specialisten in techniek en management maatschappelijke problemen dienen te worden geidentificeerd geisoleerd en objectief bestudeerd zodat verbeteringen kunnen worden voorgesteld het onderwijs moet voorbereiden op een dergelijk proces door leerlingen technische taal vaardigheden bij te brengen het gaat om studievaardigheden als samenvattingen maken aantekeningen maken kernwoorden opschrijven etc nogmaals de inhoud de werkelijkheidsinterpretatie in die oefeningen is niet relevant 3 moedertaalonderwijs als ervaringsgericht onderwijs in deze opvatting baseert moedertaalonderwijs zich op de ervaringen en verwachtingen van leerlingen in plaats van op vastliggende kennisgebieden taalvaardigheden worden aangeleerd in een proces waarin leerlingen zoeken naar betekenissen naar kennis naar informatie op gebieden die voor hen van belang zijn het onderwijs is thematisch ingericht de thema s representeren actuele en historische aspecten van het menselijk bestaan literaire teksten vormen een belangrijke bron van kennis aangezien in literatuur menselijke ervaringen op diverse wijzen staan verwoord literatuur is daarom een belangrijk terrein voor een moedertaalonderwijs waarin taalontwikkeling en kennisverwerving hand in hand gaan moedertaalonderwijs wordt vaak geintegreerd met andere schoolvakken die eveneens menselijke ervaringen betreffen maatschappijleer geschiedenis religie maar ook tekenen en muziek bijvoorbeeld in deze opvatting worden maatschappelijke problemen aangepakt door de mensen zelf onderwijs stimuleert de leerlingen tot sociale fantasie tot het analyseren en interpreteren van problemen en het bedenken en uitproberen van oplossingen malmgren 1986 malmgren 1988 wijst er nadrukkelijk op dat deze drie opvattingen ideaaltypische onderscheidingen zijn ze doen zich nooit in zuivere vorm in de praktijk voor maar het onderscheid is van belang voor een heldere discussie over moedertaalonderwijs 3 literatuuronderwijs in de jaren zestig ademen de nieuwe ideeen over moedertaalonderwijs de sfeer van de tweede opvatting het vaardigheidsvak in deze opvatting wordt de ruimte voor literatuur begrijpelijkerwijs bedreigd er is een onderscheid tussen twee soorten lezen 1 lezen voor het opdoen van informatie lezen van sakprosa van zakelijke teksten van de ven literatuur voor kennis en inzicht 2 upplevelse lisning een nogal moeilijk te vertalen term belevend lezen komt er wellicht nog het dichtst bij het gaat hier om het lezen van fictionele literaire teksten kennis is in deze opvatting geisoleerd van literatuur literatuur vormt een soort van vrije tijdsonderwijs ontspanning men probeerde de interesse in lezen te ontwikkelen en leerlingen te maken tot lezers van jeugdliteratuur tegen deze tweedeling komt veel verzet zowel in zweden brodow 1977 als in denemarken sorensen 1985 er wordt in de jaren zeventig een hevige publieke discussie gevoerd velen realiseren zich dat je kennis niet ongestraft kunt scheiden van gevoelens men herontdekt dat literatuur ook kennis bevat belangrijke kennis over leven maatschappij geschiedenis enz het verschil tussen kennis aan de ene kant en upplevelse aan de andere kant moet worden opgeheven het literaire boek in de klas in ere hersteld men meot met de leerlingen boeken lezen erover praten ermee werken men plaatst literatuur in een meer holistisch kader en benadrukt het belang van literatuur als middel om kennis te verkrijgen van menselijke ervaringen in de geschiedenis zonder de emotionele dimensie van het kennen te isoleren die emotionele dimensie wordt gezien als onderdeel van ervaringsleren in de jaren zeventig wordt de derde opvatting over moedertaalonderwijs dominant in de jaren tachtig komt er een nieuwe discussie het oude idee over moedertaalonderwijs komt terug moedertaalonderwijs verdeeld in literatuur en grammatica in de publieke discussie wordt geeist dat de fundamentele kern van het onderwijs terug zou komen een back to basics ook in het literatuuronderwijs wil men restauratie er wordt geroepen om de canon het nationale erfgoed men eist dat op nationaal niveau wordt vastgesteld wat er gelezen zou moeten worden vanaf de eerste klas en gedurende het gehele basisonderwijs tekstkeuze moet vooral niet worden overgelaten aan leraren en leerlingen alle leerlingen moeten dezelfde literaire basis krijgen men wil de garantie dat kinderen uit de arbeidersklasse dezelfde culturele bagage opdoen als andere kinderen om te voorkomen dat arbeiderskinderen ondergepriviligeerd blijven de laatste jaren betreft de discussie over literatuuronderwijs vooral de strijd tussen deze klassieke benadering en de ervaringsgerichte het zweedse leerplan uit 1980 laat zich lezen als een ondersteuning van een ervaringsgerichte aanpak terwijl de daarop volgende versie 1988 mischien meer in het teken staat van de klassieke benadering in noorwegen woedt de discussie in het vakblad voor leraren knudsen 1992 versus smidt 1992 daar ook wordt een link gelegd tussen ervaringsgericht literatuuronderwijs en procesgeorienteerd schrijven halse 1989 constateert dat het onderwijs in lezen gedurende vele jaren sterk is gestuurd door de jacht op de ene auteursstem de ene boodschap het ene ware thema tekstinterpretatie is echter afhankelijk van vele factoren kennis ervaring situatie socialisatie de interpretatie van teksten door leerlingen kan hand in hand gaan met het produceren van teksten door leerlingen als men accepteert dat schrijven 30 van de ven literatuur voor kennis en inzicht evenzeer een interpreterende activiteit is waardoor leerlingen meer begrip krijgen van de betekenis sen die teksten voor hen kunnen hebben in halses visie gaat het niet om het overdragen van kennis maar om het ontdekken van kennis en inzicht overeenkomstige ideeen over de relatie lezen schrijven worden geformuleerd door ongstad 1989 en ongstad smidt 1989 op basis van taalhandelings en socialisatietheorieen ook in denemarken lijkt de discussie tussen informatief en belevend lezen gepasseerd ten gunste van de ervaringsgerichte benadering jelved 1984 soderberg 1984 maar ook daar gaat tenminste een deel van de huidige discussie weer over de invoering van een canon dansknoter 1992 hojholt 1992 er is evenwel een duidelijke trend leraren in scandinavie wijzen over het algemeen een canon af omdat een voor ieder geldende canon voorbij gaat aan factoren die bij tekstkeuze een rol zouden moeten spelen zoals de leerlingen de klas de onderwijsactiviteiten waarop de tekst zou moeten aansluiten de richting die men met nieuwe activiteiten in wil slaan thavenius 1987 4 retoriek en praktijk het is aannemelijk de meerderheid van de huidige leraren traditioneel les geeft dat wil zeggen het informatieve lezen scheidt van het belevend lezen in interviews wijzen mijn scandinavische collega s ter verklaring onder meer op het traditionele onderwijs dat leraren gehad hebben als leerling en als leraar in opleiding daarnaast lijkt de kracht van de klassieke traditie erg groot malmgren malmgren 1993 en ongstad smidt 1993 noorse collega s wijzen op de honderd jaar oude leestraditie in noorwegen met name ook op een sterke bibliotheektraditie elke school bezit een goede bibliotheek van de niet voorgeschreven canon en van nieuwe boeken de boeken worden gelezen voorgelezen maar niet besproken of geanalyseerd uit het deense onderzoeksproject skolesprog schooltaal dat uitgevoerd is in het midden van de jaren zeventig bleek uit observaties dat ook in denemarken er een kloof bestaat tussen de officiele onderwijsdoelen en de dagelijkse praktijk die praktijk is traditioneler dan de retoriek de kloof tussen de retoriek in het leerplan en de praktijk in de klas lijkt uitgedrukt te kunnen worden in een tijdseenheid ongeveer twintig jaar veel zweedse leraren werkten in 1989 meer in overeenstemming met het leerplan van 1969 dan dat van 1980 deens onderzoek laat zien dat recent gebruikte teksten en opdrachten ook al twintig jaar geleden gebruikt werden de kloof kan ook worden geformuleerd in termen van traditie de traditie van het oude gymnasium literatuurhistorie canon tekstanalyse is bij de invoering van het basisonderwijs doorgedrongen tot de hoogste klassen van het nieuwe type onderwijs 12 15 ondanks andersluidende leerplannen blijkt die traditie maar moeizaam en langzaam te wijken dit alles maakt duidelijk dat er een dubbel gevechtsterrein is in de retoriek strijden canon en ervaringsgericht literatuuronderwijs om dominantie in de praktijk strijden traditie canon dan wel belevend lezen en innovatie 31 van de ven literatuur voor kennis en inzicht ervaringsgericht de onderwijspraktijk laat zich niet gemakkelijk inhoudelijk veranderen 5 innovatie de traditionele vakinhouden van schoolvakken laat zich niet gemakkelijk veranderen dat geldt niet alleen voor de scandinavische landen hultman 1987 dat geldt voor vele westerse landen fulhan 1984 dat geldt ook voor nederland van der leeuw bonset sturm 1990 er wordt veel geinvesteerd in onderwijsonderzoek maar dat levert over het algemeen weinig op voor de praktijk oja smulyan 1989 wijten dat aan de te geringe praktijkgerichtheid van het dominante meten is weten onderzoek dat type onderzoek tended to restrict the researcher sfocus to short run events isolated variables and a limited range of meanings creating an oversimpli ied picture of complex classroom reality oja smulyan 1989 8 leraren zijn zich daarentegen wel van de complexe schoolrealiteit bewust en wijzen zulk simplificerend onderzoek af de vraag rijst dan hoe men als men wil onderwijs dan wel inhoudelijk kan veranderen het is nogal aannemelijk dat zulke veranderingen alleen blijvend optreden als leraren betrokken worden bij planning en invoeren van vernieuwingen als leraren participeren in beschrijven en analyseren van vernieuwingspogingen in het bijstellen van doelen en activiteiten op basis van descriptie en analyse zie bijv grundy 1987 oja smulyan 1989 dergelijk onderzoek is bekend onder de naam actie onderzoek of ook als leraren daadwerkelijk als onderzoeker meewerken teacher as researcher onderzoek van de ven 1991b de scandinavische landen kennen een bescheiden traditie in zulk onderzoek illeris 1992 evensen 1992 elmfeld 1990 zelf heb ik als onderzoeker aan een dergelijk onderzoek meegewerkt malmgren nilsson van de ven 1992a en b het betreft onderzoek naar twee jaar praktijk van literatuuronderwijs gegeven door leraar jan nilsson in klas 5 en 6 leerlingen van 11 13 jaar in dat onderwijs dient literatuur als bron voor kennis van mensen maatschappij geschiedenis het is een operationalisatie van moedertaalonderwijs als ervaringsgericht onderwijs het kenmerkt zich door vakkenintegratie door een holistische benadering van moedertaalonderwijs waarin literaire teksten naast niet literaire teksten worden gelezen en besproken twee jaar onderwijs aan leerlingen van 11 13 jaar werd gedocumenteerd en geanalyseerd die analyse richt zich zowel op de individuele receptie van teksten door leerlingen zie van de ven 1991a als op het totale klassegebeuren die laatste analyse is afgesloten aan de individuele lezersportretten wordt nog gewerkt 6 onderzoek wat levert een analyse van het klassegebeuren op ik zal hier kort op ingaan per slot betreft het literatuuronderwijs aan leerlingen van 11 13 jaar de leeftijdsgroep die onze basisvorming binnenstapt per slot betreft het een vorm van literaturonderwijs die we in nederland wel kennen op retorisch niveau maar waar we weinig praktische informatie over hebben de lezer 32 van de ven literatuur voor kennis en inzicht dient zich ervan bewust te zijn dat wat hieronder staat niet gegeneraliseerd mag worden ik schets een aantal patronen die in dat klassegebeuren zichtbaar te maken zijn als men tenminste afziet van individuele verschillen ik beschrijf die patronen in termen van drie overkoepelende spanningsvelden jongens versus meisjes identificatie van de lezer met een van de verhaalpersonages vormt de sleutel tot een boek de voorwaarde om de in het boek verwoorde thematiek te ervaren te verkennen te evalueren in de klas van jan nilsson blijkt niet alleen dat die identificatie nogal eens per individu verschilt maar ook dat er verschillen tussen jongens en meisjes voorkomen een van de gelezen boeken speelt zich af in een toekomstige wereld een niet al te mensvriendelijke planeet isis wordt noodgedwongen gekoloniseerd door de bemanning van een ruimteschip de hoofdpersoon van het verhaal olwen is een meisje van zestien en tamelijk gecompliceerd en psychologiserend beschreven de jongens reageerden nogal negatief op het boek de meisjes heel positief dit verschil in receptie zette zich gedurende weken van werken rond het boek door de klas vormde in een gigantisch rollenspel de bemanning van het ruimteschip en moest zien de nieuwe samenleving vorm te geven bewoning voedselvoorzieningen bescherming tegen de onvriendelijke aspecten van de planeet dat alles moest geregeld worden uiteindelijk vormden zich politieke partijen partijprogramma s werden geschreven er vonden verkiezingen plaats een parallelklas diende mee te stemmen gedurende al die activiteiten bleek de tegenstelling jongens meisjes begonnen met de al dan niet aanvaarding van de persoon van olwen zich enorm toe te spitsen waar de meisjes een sterk ecologische maatschappijvisie verwoorden ademen de partijprogramma s van de jongens een veel technocratischer wereldbeeld industrie bewapening law and order het blijkt dat het identificatieprobleem van de jongens eigenlijk kent het boek geen goede mannelijke hoofdpersoon voortdurend zorgt voor aanvaringen met de meisjes datzelfde patroon herhaalt zich in klas zes naar aanleiding van een jeugdboek waarin de verliefdheid van twee twaalfjarigen wordt beschreven blijken opnieuw jongens anders te reageren dan de meisjes de jongens laten zich in de gesprekken over het boek nauwelijks horen ze voeren vaak het hoogste woord zodra er thema s besproken worden die minder persoonlijk zijn bij een meer gevoelig thema als verliefdheid doen ze er het zwijgen toe overigens onstaat ei onder het werken aan dit thema een nieuwe tegenstelling binnen de meisjes ontstaan twee groepen de ene groep bestaat uit een aantal meer volwassen meiden die het thema gebruiken om een imago op te bouwen van wij zijn geen kinderen meer de andere meisjes zijn weliswaar positief over het boek betrokken bij de gesprekken maar als er verbanden naar eigen ervaringen moeten worden gelegd haken ze af 33 van de ven literatuur voor kennis en inzicht identificatieproblemen blijken in verband te staan met de socialisatie van de leerlingen hun zich ontwikkelen naar een eigen identiteit er is bij de leerlingen sprake van zowel regressie als van progressie van het zoeken naar veiligheid in het bekende als van het verkennen van het onbekende er zijn in het thematisch werken veel klassegesprkken gevoerd die verliepen vaak onvoorspelbaar de vaak voorkomende interactieproblemen zijn in verband te brengen met identificatieproblemen met regressie en progressie 2 fantasie versus werkelijkheid dit is een complex spanningsgebied literair theoretisch is de relatie tussen literatuur en werkelijkheid nogal omstreden literatuur wordt zeker binnen het postmoderne denken niet opgevat als imitatie van de werkelijkheid maar vormt een eigen realiteit of liever realiteiten als we uitgaan van de veronderstelling dat elke leesact een nieuwe tekst impliceert toch kan men literatuur gebruiken om over de eigen werkelijkheidservaring na te denken en andere ervaringen te ontdekken de identificatie met een hoofd persoon is een belangrijke voorwaarde voor het accepteren van een boek van de werkelijkheidsinterpretatie in het boek tegelijkertijd kan die identificatie verhinderen dat kinderen doorstoten naar die werkelijkheidsinterpretatie een verhaal wordt gelezen als verhaal de gebeurtenissen betreffen individuele verhaalfiguren structureel maatschappelijk verbanden worden niet gelegd of ontkend een boek waarin de nomade cultuur van de indianen aan het begin van de achttiende eeuw botst met de agrarische cultuur van immigranten wordt gelezen als een reeks van spannende avonturen van een blanke jongen en zijn indiaanse leeftijdgenoot leerlingen zien niet de confrontatie van een natuurlijk ecologische manier van leven met een cultureel ambachtelijke van de andere kant blijkt een boek over vluchtelingen wel bij een aantal kinderen te leiden tot een beter structureel begrip van de situatie in de landen van herkomst en de situatie van asielzoekers van boek tot boek van kind tot kind blijkt structureel begrip onvoorspelbaar het gebruiken van fictie als bron van historisch maatschappelijk inzicht geeft meer en andere problemen in klas zes blijkt dat leerlingen liever feiten over het leven verzamelen vanuit zakelijk documentatieve teksten de angst te weinig te weten te komen voor vervolgonderwijs gaat hen parten spelen ook al verwoorden ze in hun evaluaties hoeveel ze geleerd hebben juist het niet altijd bereiken van structureel begrip werkt die angst in de hand ook speelt hier weer de ontwikkeling naar de tienerleeftijd het wij zijn geen kinderen meer betekent soms ook dat leerlingen het jeugdboek verwerpen en de voorkeur geven aan boeken met echte volwassen informatie een andere bedreiging komt voort uit de dagelijkse eigen ervaringen een moeizaam verworven min of meer structureel inzicht in de vluchtelingenproblematiek maakt uitermate snel plaats voor een ad hoc 34 van de ven literatuur voor kennis en inzicht denken wanneer een van de jongen van de klas in het bijzin van klasgenoten op de ijsbaan behoorlijk agressief wordt bejegend door een turkse medeschaatser literatuur is fictie leerlingen maken in hun dagelijkse leven kennis met vele vormen van fictie met name via tv en video dergelijke vormen van fictie presenteren als het ware een eigen wereld een eigen soort van werkelijkheid sinterpretatie en leerlingen blijken nogal eens de normen en waarden van die wereld als maatgevend voor alle fictie te beschouwen ik zou kunnen stellen dat ze ongemerkt een norm voor fictie ontwikkelen die lang niet altijd beantwoord wordt door literatuur door geschreven fictie waannee die laatste niet langer acceptabel is 3 leraar versus leerlingen de spanning tussen leraar en leerlingen wordt op tenminste twee manieren zichtbaar voor de leraar is het vaak moeilijk niet te sturen in de tekstinterpretatie door de leerlingen zeker als een meer structureel begrip uitblijft ontstaat er een spanning tussen leraartekst en leerlingtekst activiteiten die de leraar plant om langzaamaan van identificatie en inleving te komen tot verwerking en begrip leiden niet altijd tot het gewenste effect enerzijds blijken leerlingen gek op rollenspel op tekenen op zingen op het elkaar voorlezen van hun verhalen gedichten brieven activiteiten georganiseerd door de leraar naar aanleiding van aspecten van de gelezen boeken anderzijds blijkt het moeilijk om naar aanleiding van die activiteiten een inhoudelijk gesprek op gang te brengen of te houden een gesprek waarin het spel plaats maakt voor ernst er zijn momenten waarop dat laatste fantastisch verloopt zoals de verkiezingsdebatten op isis er zijn momenten waarop het totaal niet lukt zoals het gesprek over de botsing van indianen en immigrantencultuur een klassegesprek blijkt een onvoorspelbaar gebeuren te zijn waarin de inhoudelijke vonk soms wel soms niet overslaat en dat blijkt dan weer verband te houden met identificatie en socialisatie met jongens versus meisjes heel belangrijk is de ontdekking dat voor de leerlingen soms vaak andere doelen belangrijker zijn dan voor de leraar waar de leraar streeft naar het ontwikkelen van kennis en inzicht gebruiken leerlingen soms vaak activiteiten als rollenspel en klassegesprek als een middel zich te profileren ten opzichte van andere leerlingen de wens te laten merken dat ik weet hoe het is verliefd te zijn blijkt belangrijker voor deelname aan het klassegesprek dan een eventuele echte er iaring leerlingen spelen onder de dekmantel van de door de leraar ingebarchte lesinhoud een onderling sociaal spel wat voor les leert ons dit onderzoek naar moedertaalonderwijs waarin literatuur een uiterst belangrijke rol vervult het geeft het beeld van een uiterst complex onderwijsgebeuren waarin alles met alles samen lijkt te 35 van de ven literatuur voor kennis en inzicht hangen en niets zeker lijkt waarin sturen door de leraar soms positief soms negatief uitwerkt op de literaire receptie doof de leerlingen waarin identificatie soms leidt tot meer structureel begrip van mens en maatschappij soms een dergelijk begrip verhindert waarin de literaire vormgeving van een tekst kinderen soms voor grote problemen stelt olwen soms stimuleert tot eigen gebruik ervan het schrijven van gedichten bijvoorbeeld het leert ons dat kinderen zich zelf kunnen ontwikkelen tot lezers die fictie kunnen gebruiken in hun ontwikkelingsproces het leert ons dat literaturonderwijs allesbehalve simpel is het leert ons dat dergelijk onderzoek het zelfstandig reflecteren op het eigen onderwijs door de leraar enorm stimuleert en dat die leraar meer en meer het eigen onderwijs leert beheersen inclusief het besef dat niet alles leidt tot het gewenste effect het onderzoek is nog niet afgesloten misschien geven de resultaten van de tweede fase van het onderzoek het construeren van lezersportretten aanleiding tot andere conclusies we weten eigenlijk nog niet zoveel invoering van de basisvorming van literatuuronderwijs in de basisvorming het is meer dan een papieren zaak retoriek wordt niet zo gauw praktijk er zal heel wat onderzoek naar de praktijk van literatuuronderwijs gedaan moeten worden reflectie op dat onderwijs met name op pogingen tot nieuwe vormen van literatuuronderwijs het lijkt een absolute voorwaarde voor verandering vertel eens een verhaal 36 literatuur brodow b m fl svenskumnets kris lund liber 1976 bull t det ideologiske norskfaget og det faktiske norskfaget gar norskfaget opploysning innanfri norsklcereren 15 1991 1 5 13 danielsson a tre antologier tre verkligheter en undersokning av gymnasiets litteraturformedling 1945 1975 lund university press 1988 dansk noter 3 1992 tema renaessancen delnoy r p h van de ven literatuuronderwijs en basisvorming de leerling centraal gesprekken over literatuuronderwijs in scandinavie spiegel 8 1990 3 89 102 elmfeldt j war flickor tystnar didaktikseminariets skriftserie 90 174 lund universitet 1990 evensen l m fl utvikling av skriftsprdklig kompetanse forskningsbakgrunn og kunnskapsutfordringer rapport nr 1 fra prosjektet skrive puff trondheim allforsk 1991 fullan m the meaning of educational change new york 1922 grundy s curriculum product or praxis deakin studies in education series 1 london etc the falmer press 1987 halse m hva har teksten p hjertet om hermeneutikk og skrivepedagogikk norsklereren 13 1989 5 38 47 helthoft l mother tongue teaching in denmark in the 1970 s a paradigm interpretation in herrlitz et al eds mother tongue education in europe a survey of standard language teaching in nine european countries enschede slo 1984 1984 82 11 hojholt p hvorfor laese litteratur in dalsgaard i m fl sku vi ikke ta og orn dansk pd hf kobenhavn norrebros bog offsettryck aps 1992 6 11 hultman g kan skolan styras med forskning och utvlydering forskning om utbildning 14 1987 2 28 38 illeris k p zdagogikkens betydning kobenhavn unge padagoger 1991 jelved m litterwre tekster i skolen in jelved m a m soderberg red det er dansk lmseplan och hverdag kobenhavn dansklaererforeningen 1984 100 117 knudsen g jon smidt i teori og praksis noen kritiske synspunkter norskla reren 16 1992 2 48 58 leeuw b van der h bonset m m v j sturm vernieuwing in het moedertaalonderwijs een vergelijking van zeyen cases in het perspectief van leerplanontwikkeling enschede slo 1990 lund j red hvordan dansk i utveckling kobenhavn dansklaererforeningen 1988 madssen k a red metodiske oppleg til fagplanen i norsk lnu skriftserien nr 37 oslo capellen 1984 malmgren g l g malmgren swedish mother tongue education during three decades a story of con f licts te verschijnen in studies in mother tongue education 1993 37 malmgren l g svenskundervisning i grundskolan lund studentlitteratur 1988 malmgren l g j nilsson p h van de ven valet pd isis didaktikseminariets skriftserie 92 181 lund universitet 1992 1992a malmgren l g j nilsson p h van de ven miljo och klirlek ivd teman i dk 6 didaktikseminariets skriftserie 92 184 lund universitet 1992 1992b mortensen f hauberg danskfagets didaktik litteraturformidling i de gymnasiale uddannelser en bevidsthedshistorisk undersogelse 1 2 kobenhavn 1979 nedregard j fag menneske eller markedssentrering norskhzraren 13 1989 2 30 32 oja s l smulyan collaborative action research a developmental approach social research and educational studies series 7 london etc the falmer press 1989 ongstad s hva er egentlig en sjanger norsklaereren 13 1989 1 5 8 ongstad s j smidt verden som sjangrer samtale norsklereren 13 1989 3 17 19 ongstad s j smidt norwegian a dynamic battlefield te verschijnen in studies in mother tongue education 1993 smidt j grip teksten om eleven historien e kulturen e og laereren norsklczraren 16 1992 3 40 44 soderberg a m tekst historie og erfaring faglig paedagogiske tendenser i danskundervisningen in jelved m a m soderberg red det er dansk laeseplan och hverdag kobenhavn dansklaererforeningen 1984 134 151 sorensen b texten och lesaren in thavenius j b lewan red li sningar om litteraturen och lasaren goteborg akademi litteratur 1985 142 167 thavenius j kulturens svarta hdl stockholm lund symposion bokforlag 1987 ven p h van de kalle 12 jaar portret van een lezer uit zweden bijlage bij tsjip tijdschrift voor literaire vorming 1 1991 3 26 pag ven p h van de leraren onderzoeken eigen onderwijs in scandinavie spiegel 9 1991 1 35 53 de nachtbraak lezer lijkt watop de stiekeme lezer zie daar verbruikt veel batterijen 38