Literatuurgeschiedenis op school?

Publicatie datum: 1988-01-01
Collectie: 19
Volume: 19
Nummer: 5
Pagina’s: 30-32

Documenten

theorie in de bijdrage van r de keyser worden enke le tend ensen in de huidige g eschied beoefe ning beschreven d e nieu w e gesc hied sc h rij ving k omt na w o ii in een stroomversnelling kenmerkend voor die nouvelle histoire is dat zij het historisch on derzoek g ron d i g door el kaar schudt de vraagstellingen de toegepaste methoden en de gebruikte bronnen worden in gegeven door de vragen van de huidige sa menleving in de woorden van de auteur is de geschiedenis een vette kluif voor de audio boek visuele media en voo r de literatuur h uizinga duby b arbara tuc h man um b erto e co m aken de geschie d enis leesbaa r besprekingen de t w eed e bijd rage van h van gorp heeft als titel literatuurbeschrijving en de heden daagse literatuurwetenscha p d e auteur wil de stand van zaken schetsen en tegelij k ertijd een aantal voorstellen van commentaar voor zien waar b ij hij tot de co n clusi e komt d at een addie gerritsen allesomvattende nederlan dse l iterat uurgeschie denis wel altij d een utopi e z al blijven d it g el dt des te meer voor een literatuurgeschiedenis literatuurgeschiedenis voor school a ls een docent een aantal feiten op school en interakties in een geloof w aard ig en aan d e leerlingen aangepast verhaal weet te bren de bunde l bevat negen bijdragen waaronder gen mag hij tevreden zijn en de leerlin g e n met twee van de samensteller armand van as hem sche de andere schrijvers zijn raphael de van gorp s preekt over relativering van het be keyser hendrik van gorp jos boven clem grip literatuur h ij b edoelt daarmee dat de li neutjens jaak de maere jan uy tt endaele en teratuur in relatie wordt gebracht met factoren anne provoost de eerste vier houden een min als tij d plaats en functie binnen het ruimer ge of meer theoretisch verhaa l de anderen geven heel van de cultuur en d at d e liter a ire ver suggest i es voor de prakt i jk en armand doet schijnselen w orden beschou wd in het licht van be i de de normen en waarden van die cultuur d it is in de inleid i ng l ees i k dat onder meer een mede veroorzaakt door het lezerspubliek de symposi um in leuven i n 1986 de basis van de crit ici en d e uitgevers het lij kt mij dat hij d ie uitgave vormt verschuiving en i n opvattin g en een beetje ja m de cruc i ale vraag i n deze inle iding is hoe we mer vindt op school een vorm voor l iteratuurgeschiede daarna becommentarieert hij d rie voorstellen nis kunnen aanbieden zonder te vervallen i n tot literatuurbeschrijving het doceren van namen titels en strom ingen 1 d e receptie gerichte li teratuurbeschrijving maar ook zonder de verwo rvenheden van de w aarbij wor dt nag e g aa n hoe li tera ire wer moderne l i teratuurdidactiek op te geven er ken in de loo p van d e geschied enis als es wordt nadrukke l ijk gesteld dat het geen po thetisch o b ject werden gew aardeerd ging is om een n i euwe v i sie door te drukken 2 d e functie gerich te literatuurgeschiedschrij elke bijdrage ontwikkelt haar eigen optiek en ving in d eze optie k is literatuur een s p el de lezer kan meedenken en een eigen synthe w aarin menselijke relaties en processen se ontwikkelen w orden uit g ed ru kt en als zodani g f u nctio neel is 3 de interactie gerichte geschiedschrijving zij is gebaseerd op de stelregel dat elk on d er 30 zoek van literaire fe i ten een studie impli suggesties voor de praktijk cee rt van feiten uit andere systemen die gezamenlijk de cultuur bepalen h et hoofdstuk van jaak de m aere geeft eerst nog wel theoretische uitgangspunten d e in het derde artikel wordt literatuurgeschiede schrijver vraagt zich namelijk af hoe culturele nis door van a ssche beschouwd als een po kwaliteit en democratische deelname samen ging om de evolutielijnen de opeenvolging van kunnen gaan oo k d e verhouding tot geschie de literaire w erken in de tijd in hun w er k ing denis komt aan de orde w at hem vooral aan en de functie voor de lezer van nu te verduide het hart gaat is het feit dat literatuur en litera lijken tevens besteedt hij aandacht aan de tuurgeschiedenis altijd een onderdeel zijn van vraag waarom er literatuurgeschiedenis be het vak n ederlands literatuur en taalonder hoort te worden gegeven behalve de bekende wijs moeten losgekop pel d worden ook al han redenen het heden en verleden te leren ver teert literatuur taal als materiaal er zou een binden liefde voor de literatuur ontwikkelen vak moeten komen kunst met veel lesuren noemt hij de volgende waarin de leerlingen met vele kunstvormen ge a zij kan de nood aan samenhang en synthe confronteerd worden m aar de realiteit houdt se opvangen veel literatuurlessen zijn snip hem bij su g gesties voor literatuurlessen in het perlessen geworden men proeft wat van huidige programma verschillende tekstsoorten er is te weinig eerst beschrijft hij het type leerling waarbij de samenhang te weinig structuur traditionele aanpak geen succes zal hebben ik b zij kan een denkkader ontwerpen om uit ben zo vrij op te merken dat ik die beschrij een exclusief subjectivistische benadering ving enigszins laatdunkend vind vooral d e te breken en een leerlinggericht literatuur vraag k an hij nog voor het schone gevoelig onderwijs tot stand te brengen dat de leer w orden gemaakt irriteert mij m aar gelukkig ling kan boeien en ontwikkelen thematisch onderwijs waarin teksten van nu c zij brengt literatuur in relatie met andere ar en toen in een inhoudelijk verband worden sa tistieke uitingen en met sociale en culturele mengebracht brengt d e oplossing en hiermee ontwikkelingen in de maatschappij ook zijn we terug bij armand van assche m aar internationaal het blijft een verhaal van frustraties en denk er d zij voorziet in de mogelijkheid om literatuur aan in geen geval mag men daarbij de ge lessen met verschillende graden van diffe schiedenis of alle normen opgeven rentiatie uit te diepen de rest van het hoofdstuk gaat over werkvor men ook hier weer die laatdunkende opmer a ls we dan kiezen voor literatuurgeschiedenis kingen over leerlingen m ijn grootste bezwaar op school is er nog de vraag welke literatuur tegen dit stuk is dat leerlingen niet serieus ge geschiedenis nomen worden n a bespreking van een aantal invalshoeken komt de schrijver met het voorstel om histori in de volgende bijdrage houdt van assche zich sering als didactische benadering van oude bezig met moderne poezie drie evolutie teksten te kiezen criteria worden gehanteerd bevestigend ver historisering gaat uit van het f undamentele anderend doorbrekend doelstellingen les verschil tussen onze ervaring en het wereld duur lesverloop en gebruikt materiaal het is beeld van de historische tekst deze benade allemaal te vinden en daarmee is dit een prak ring wordt vervolgens uitgebreid besproken en tische bijdrage volgens de schrijver is een in het tweede gedeelte van de bundel volgen zelfde uitgangspunt toe te passen bij plasti uitgewerkte lesideeen sche kunst en bij kritische teksten de volgende twee bijdragen van j boven li jan uittendaele biedt lesvoorstellen aan voor teratuurgeschiedenis i n l eerplannen en l eerboe de behan d eling van historische teksten in de ken en van c neutjens levende literatuur klas h ij houdt een pleidooi voor tekstbestude geschieden i s op school bespreek ik n i et apa rt rende en tekstervarende werkvormen en dan omdat deze slechts een overz i cht geven van in een thematische ordening bestuderend le de gebru i kte boeken zen van oude teksten is tot op zekere hoogte onmis baar maar leerlin g en zullen daartoe p a s 31 gemotiveerd zijn als ze belangstell i ng hebben over het belang van literatuurgeschiedenis gekregen voor het thema vooraf nog een op wordt gezegd dat leerlingen relevante dingen merki ng de middeleeuwse teksten moeten zo kunnen ontdekken voor het lezen van moderne d i rect mogelijk bij de leerling worden gebracht literatuur en dat het oude werk aan l eid i ng kan omdat ze hen in alle opzichten afstoten dat zijn tot creatief schrijven of tot discuss ie kan de leerkracht op twee manieren bereiken de beschrijving van de lessen beperkt zich tot door de teksten aan te passen aan de hu i dige de i nhoud van de l es de werkvormen en de spelling en ten tweede door ze n i et als ge media halverwege een verantwoord i ng t a v dicht maar als lied te presenteren de overstap van de sociaa l historische benade er worden 6 lessen beschreven en pas i n les 4 ring naar de actualiserende komt het vo l kslied van twee kon i ngskinderen aan de beu rt de voorafgaande lessen worden al met al toch een interessante bundel waar besteed aan het bouwrijp maken van de aardige suggesties in staan wat mij vooral grond men leze zelf na de 6 lessuggesties boeide was de verguizing van normale functio kan de lessenreeks nog worden voortgezet naliteit tot en met het omhelzen ervan door verschillende auteurs die allen dezelfde uit laatste b ijdrage is van anne provoost van gangspunten hanteren met betrekking tot ac de vos reynaerde voor klasgebru i k tualiseren en historisch besef ten aanzien van ook hier eerst opmerkingen over actual i seren historische teksten en historische context de schrijfster probee rt te komen tot een concept dat de sociaal armand van assche red literatuurgesch iede histo rische benader i ng en de actualiserende n is op school academ i sche uitgever ij amers benadering tot een geheel maakt foo rt b v amersfoo rt 1988 prijs f 22 50 wim van da m slo katern informatiekunde en nederlands computers en moedertaalonderwij s h et slo katern opent met een stuk van dick p rak waarin hij aan de hand van een voorbeeld schetst wat n ederlands volgens hem met in tw ee boeken op het gebied van computers en formatiekunde te maken heeft en waar w elis moedertaalonderwijs zijn er de laa t ste tijd ver w aar een computer bij nederlands gebruikt schenen h et eerste is katern 15 van d e slo kan worden maar waarin van informatiekunde en heet informatiekunde en nederlands het geen sprake is informatiekunde wordt daarbij tweede is d c n cahier nummer 19 met als titel gedefinieerd als het geheel van kennis van en nederlands en computers inzicht in het verwerven de opslag het ver beide hebben een voorwoord citaat uit het w er k en en overdragen van informatie en vaar eerste boek a an de reader is hard gewerkt digheden in het gebruik van de hulpmid d elen citaat uit het tweede er is met plezier aan dit daarvoor wat nu precies wel en niet onder cahier gewerkt h et slo katern is het produkt informatiekunde gerekend zal worden zal de van 10 schrijvers terwijl voor het dc n cahier komende jaren vermoedelijk nog wel aan ver slechts twee auteurs verantwoordelij k zijn anderende inzichten onderhevig zijn het ka beide boeken behandelen enige aspecten van tern neemt in dat opzicht een pragmatische het moedertaalonderwijs waarbij computers houding aan een rol zouden kunnen spelen ik zal kort uit eenzetten wat lezers van beide boeken kunnen in de bundel is een hoofdstuk in vertaling op verwachten en daarna wat kanttekeningen genomen uit het boek van colette daiute wri plaatsen ting and computers in dat hoofdstuk be schrijft ze hoe een computer die signalen via het telefoonnet kan doorgeven en steed s 32