Luisteren

Publicatie datum: 1983-05-01
Collectie: 13
Volume: 13
Nummer: 3
Pagina’s: 37-46

Documenten

luisteren het normale taalgebruik biedt voldoende aanleiding om het luisteren aan de orde te stellen wie langer moet zoeken moet zich afvragen wat er met zijn opvattingen mis is h lammers inleiding het luisteronderwijs kan niet of nauwelijks bogen op tradi tie pas sinds een tiental jaren krijgt het binnen het geheel van het moedertaalonderwijs de nodige aandacht dat stelt leerkrachten nederlands voor de praktische moei lijkheid om dit belangrijk onderdeel van taalvaardigheid 45 van onze communicatietijd op een voor de leerlingen zinvolle manier in te vullen welke leeraktiviteiten orga niseer ik in de klas welke doelen wil ik dat de leerlingen daardoor bereiken hoe komen zij en ik te weten wat wij geleerd hebben de concrete inrichting van dat onderwijs zal ook hier sterk beinvloed worden door de opvattingen over luisteren die ik er als leerkracht op nahoud mijn luistervisie ik moet m a w niet alleen beschikken over een gevarieerd aanbod van luisterlessen en aktiviteiten ik moet liefst ook voldoende en adequate kennis hebben over het luisteren zelf doorheen de aktiviteiten die ik mijn leerlingen laat uitvoeren zullen zij trouwens zelf een eigen luistervisie gaan ontwikkelen hopelijk is er dat dan een die van belang is voor hen in het dagelijks gebruik in dit artikel krijgt u enkele oefeningen voor de klasprak tijk met telkens enige toelichting i v m bedoeling en bruikbaarheid 1 de eerste oefening gaat over het luiste ren zelf luistervisie en is dus meteen ook een vorm van taalbeschouwing de laatste is een complete communica tieve situatie waarbij praten en luisteren volledig in elkaar verweven zijn tussenin komen een tweetal deeloefe ningen waarbij deelaspekten van luistervaardigheid geoefend worden aanloopoefening luisteren bespreekbaar maken voor deze oefening heb je een tweetal radiofragmenten nodig waarbij een persoon gedurende 2 a 3 minuten continu aan 37 het praten is bv aktueel van mensen en dingen politieke tribune allerlei praatprogramma s en interviews bij het kiezen van een geschikte radiotekst hoef je echt niet erg selektief te werk te gaan vrijwel elke tekst die aan bovenstaande criteria beantwoordt 1 spreker 2 a 3 minuten is bruikbaar ook moeilijke onderwerpen kunnen omdat het luisteren zelf aan de orde is aan de hand van de hierbijgevoegde vragenlijst wordt het luisterproces onder de loep genomen zodat je met je leer lingen als het ware een hele luistervisie opbouwt vragenlijst i v m luisteren 1 wat is dit voor programma fragment 1 fragment 2 2 waar gaat het over 3 blijf ik luisteren 4 waar hangt dat van af 5 kan ik dat zelf beslissen of moet ik met anderen reke ning houden 6 ben ik een slechte luisteraar als ik besluit niet meer te luisteren 7 in welke situaties kan ik niet zelf beslissen of ik blijf luisteren 8 ben ik een slechte luisteraar als ik in 66n van die situaties besluit niet meer te luisteren 9 hoe oud is de spreker 10 wat is het beroep van de spreker 11 doet het er toe of de spreker ter zake deskundig is 12 zo ja is de spreker deskundig 13 waar let ik op om dat te weten te komen 14 in welke situaties is het voor mij belangrijk om te weten of de spreker deskundig is 15 als ik dat nog niet weet hoe kan ik dat dan te weten komen verloop elke leerling krijgt de vragenlijst het eerste radiofragment wordt beluisterd elke leerling beantwoordt schriftelijk vragen 1 6 38 het tweede fragment wordt beluisterd vragen 1 6 worden weer beantwoord dan bespreken de leerlingen hun antwoorden in groepjes vanuit de groepen worden bevindingen aan de hele klas gerap porteerd dan volgt een klasgesprek over vragen 7 en 8 opnieuw wordt het eerste fragment beluisterd nu worden de vragen 9 tot 13 individueel beantwoord dan fragment 2 opnieuw en weer de vragenreeks 9 14 de antwoorden worden besproken in groepen verdere discussie over vragen 14 en 15 klassikaal waarmee ben je bezig wat doe je hier als leerkracht en wat leren je leerlingen het gaat hier om een heel banale luistersituatie er is een aanbod van gesproken taal weliswaar via de radio en er zijn potentiele luisteraars de leerlingen van hen wordt normaal luistergedrag verwacht maar daarbij het gaat immers om leren moeten zij nadenken over hun keuzes en beslissingen al dan niet luisteren interpreta ties en deze tgo zichzelf en tgo de andere verduidelij ken deze oefening heeft m a w ook een sterk taalbeschouwe lijk karakter zo krijgt de leerling voor zichzelf een beter zicht op wat hij en andere luisteraars in feite doen in een mondelin ge communicatieve situatie en dat komt neer op het volgen de een luisteraar komt in eigen verantwoordelijkheid tot een relevante interpretatie van het gesprokene vragen 1 en 2 hij beslist autonoom om al dan niet te luisteren vragen 3 en 4 maar houdt daarbij rekening met allerlei rechten en plichten die in de maatschappij gelden voor communica tie bv machtsverhouding vraag 5 vraag 6 beklemtoont de legitimiteit van verschillend luistergedrag vragen 7 en 8 verbreden de discussie naar alle luisterge drag opnieuw komen de autonomie van de luisteraar 8 en de maatschappelijke begrenzingen daarvan 7 aan de orde de tweede vragenreeks maakt de leerling attent op het specifieke karakter van gesproken taal welke feitelijke inhouden deelt de spreker mee cognitieve informatie welke zijdelingse gegevens over de spreker wat voor iemand hij is pik ik intussen ook mee indicatieve informatie welke gegevens over de interaktie tussen 39 spreker en luisteraar vang ik meteen ook op informatie sturende informatie met de vragen 9 en 10 ontdekt de leerling zo dat er in het spreken tegelijk drie ver schillende soorten informatie verweven zitten uiteraard gaat het er niet om dat de leerlingen de termen cognitie ve indicatieve en interaktiesturende informatie leert kennen wel dat hij doorkrijgt dat er in het spreken verschillende soorten gegevens tegelijkertijd aanwezig zijn op basis van die informatie neemt de luisteraar belangrij ke beslissingen vraag 12 die zijn luisterhouding gron dig beinvloeden in feite gaat het om de vraag of zijn interpretatie van het gesprokene relevant is zie vragen 1 tot 4 vraag 13 brengt de leerling tot nadenken over zijn luis termodus daarbij moet hij ook een onderscheid kunnen maken tussen de inhoud en de strekking van het gesprokene bv de strekking van de vraag is er nog koffie is dikwijls dat het eigenlijk om een verzoek gaat geef me nog wat koffie de vragen 14 en 15 verbreden opnieuw de discussie tot alle luistergedrag elke luisteraar moet autonoom kunnen beslissen in hoever het gesprokene voor hem relevant is 14 en moet in staat zijn een luisterstrategie te hanteren die hem daarbij helpt 15 deze oefening is geknipt als inleiding op een reeks luister lessen ze is bruikbaar voor leerlingen van verschillende leeftijd en schooltype in deze vorm is ze eenmalig wel kunnen afzonderlijke vragen in een andere contexst herno men worden of worden gesplitst in meer gedetailleerde vragen het boeiende van de oefening ligt vooral hierin dat de leerling door het exploreren van en reflecteren over zijn normaal luistergedrag heel wat theoretisch inzicht ver werft in het complexe luisterproces deeloefeningen wij zijn geen voorstander van deeloefeningen als die oefe ningen georganiseerd worden los van de vraag of de leerlin gen er behoefte aan hebben uiteraard kunnen deeloefeningen wel als het gaat om ondersteuningsoefeningen als blijkt dat de beheersing van een bepaald onderdeeltje echt tekort schiet en als dat tekort op dat moment echt remmend werkt bij heel wat gesprekken of discussies kunnen we geregeld vaststellen dat de deelnemers slecht naar elkaar luiste ren dat slecht luisteren kan erin bestaan dat de luiste raar alleen maar vanuit zichzelf vanuit zijn eigen referen tiekader naar de spreker luistert en geen poging doet of kan doen om naar de spreker te luisteren vanuit diens referentiekader de twee volgende oefeningen werken daarop 40 reflecteeroefening het gaat hier om een aanpassing van een oefening uit grif fioens zeggenschap die op haar beurt teruggaat op discus sie met direct samenvatten uit oomkes handboek voor ge sprekstraining reflecteren bestaat erin dat de luisteraar in zijn eigen woorden probeert weer te geven wat hij luisteraar meent dat de spreker bedoeld heeft te zeggen er zijn drie deelne mers s spreker l luisteraar b bewaker verloop vooraf wordt afgesproken over een gespreksonderwerp en over wie zal beginnen de rol van s en l kan onderweg wisse len 1 s vertelt een gesprekseenheid een beurt d w z een paar zinnen 2 l reflecteert dat l geeft in zijn eigen woorden weer wat hij meent dat s wezenlijk gezegd en bedoeld heeft 3 s geeft aan of hij al dan niet tevreden is met l s re flectie indien s tevreden is gaat het terug naar stap 1 en vervolgt s met een tweede beurt ofwel kan l nu reageren zodat de rollen wisselen en s de rol van l overneemt en omgekeerd indien s niet tevreden is herformuleert hij zijn beurt en gaat men verder met stap 2 4 na enkele beurten max 10 minuten stopt men en krijgt b het woord de rol van b de bewaker bestaat erin dat hij ervoor zorgt dat s en l zich aan hun rol houden dat l reflecteert en niet direct gaat discussieren tegelijk observeert b ook het verloop na afloop vertelt hij aan de twee deelnemers wat volgens hem goed en niet goed ging 5 na een tiental minuten nadat b zijn observaties gegeven heeft kan de oefening overgedaan worden waarbij b nu s of l wordt belangrijk is dat er nadien nog een nabespreking met de hele klas komt wat waren de ervaringen wat liep er moeilijk wat heb je erbij geleerd bij die bespreking zal waarschijnlijk naar voren komen dat men het erg inspannend vond en dat men deze manier om met elkaar te praten wel erg artificieel vindt partnerinterview verloop de deelnemers worden verdeeld in groepjes van twee en inter viewen elkaar om de beurt gedurende 3 tot 5 minuten de 41 interviewer moet proberen te weten te komen hoe zijn partner denkt over het vooraf bepaalde onderwerp voor de hele klas dezelfde twee onderwerpen na de wederzijdse inter views tweemaal 3 tot 5 minuten verloopt het gebeuren verder klassikaal voor de hele klas vat nu elke deelnemer om de beurt de opvattingen van zijn partner samen in een minuut de partner krijgt dan een beurt om te zeggen of hij met de samenvatting akkoord gaat en om eventueel te corrigeren of toe te voegen deze oefening vraagt kleine klassen maximum een twaalftal leerlingen of deelnemers anders verloopt er te veel tijd tussen het interview en de klassikale samenvatting heb je meer dan twaalf leerlingen dan kan je ofwel de klas opsplitsen en over twee lokalen verdelen als dat materieel kan ofwel slechts een beperkte groep het partnerinterview laten doen en de rest iets anders het partnerinterview is zowel een praat als een luister oefening beide deelnemers moeten om beurt goed luisteren met het oog op getrouwe weergave resp als controle op die weergave en ook goed praten zich duidelijk uitdruk ken resp getrouw samenvatten bovendien moet de interviewer ook leren goede interviewvra gen te stellen d w z vragen naar de mening van de spreker of vragen om informatie discussievragen bv maar vind je dan niet dat d w z vragen waar de interviewer in gecamoufleerde vorm eigenlijk gaat discussieren zijn hier niet op zijn plaats daarom kan het nuttig zijn vooraf de leerlingen kort te adviseren over de soorten vragen die gesteld kunnen worden kort wat uitleg te geven over het interviewen eventueel kan men achteraf het interviewen zelf gaan oefenen bij het partnerinterview is het in ieder geval belangrijk dat de interviewer de houding aanneemt niet in discussie te gaan maar alleen te luisteren naar de andere dit is een punt dat in de nabespreking besproken kan worden bij het partnerinterview moet er uitdrukkelijk gevraagd worden dat de interviewer niets opschrijft notuleren zou tijdrovend zijn maar het zou de oefening ook in de richting van een heel andere doelstelling sturen het partnerinterview kan met heel verschillende groepen leerlingen gedaan worden wel moeten er geschikte onderwer pen gevonden worden het moeten onderwerpen zijn waar de leerlingen iets over weten te zeggen waar zij een eigen mening of standpunt bij hebben hun betrokkenheid bij het onderwerp voorkomt geknoei daarnaast moeten we er ook voor zorgen dat leerlingen het onderwerp niet als bedreigend zouden ervaren doordat ze dingen zouden moeten vertellen die te intiem of te prive zijn 42 de ervaring leert dat een niet getrouwe weergave van opvat tingen voor de grote groep een flinke stimulans tot spreken is voor de geinterviewde als de geinterviewde merkt dat zijn partner zijn opvattingen gekleurd weergeeft andere accenten legt belangrijke dingen vergeet dan zal hij wel reageren deze punten zijn juist ook interessant voor de nabespreking een ander punt voor de nabespreking zal ook de vaststelling zijn dat het hoe langer hoe moeilijker wordt om de opvat tingen van zijn partner samen te vatten naarmate er meer tijd verstrijkt tussen het begin van de oefening en het moment waarop men in de grote groep moet samenvatten rollenspel een gestructureerd rollenspel kan ook heel handig zijn om het luisteren te oefenen en te bespreken voor leerlingen hebben we daarbij een probleem situatie nodig die in hun eigen leven kan voorkomen een onderwerp dat daartoe voor leerlingen uit het secundair onderwijs bruikbaar is is beschreven door j de vroomen in tweemaal rollen spel in werkblad voor nederlandse didactiek 9 4 1981 p 135 151 het is ook beschreven in leren leven in taal de sikkel malle 1982 p 238 241 en daaruit nemen we de beschrijving hier gedeeltelijk over waarbij we het verloop dan wel gewijzigd hebben tuchtproblemen 1 de heer verstraeten prefect direkteur het management van de grote scholengemeenschap 1 500 leerlingen waarvan je sedert 5 jaar de leiding hebt slorpt al je tijd op je zou wel wat meer persoonlijke begeleiding willen geven aan de leerlingen maar dat zit er gewoon niet in je vertrouwt erop dat de afdelingsverantwoordelijken dat doen op de laatste lerarenvergadering is het probleem besproken van de toenemende bandeloosheid van de leerlingen er is als stelregel aangenomen dat een leerling die per trimester meer dan 2 x uit de klas wordt gezet of om een andere reden naar de direkteur wordt gestuurd voor 2 dagen wordt geschorst met strafwerk en een brief aan de ouders de afdelingsverantwoordelijke van het 5de en 6de jaar de heer van peer is vandaag afwezig en jij vervangt hem dat brengt nog extra werk met zich je wordt in je werk gestoord door jan van bouwel leerling uit het 5de jaar die door de leraar engels de heer vergau wen naar jou is gestuurd op de steekkaart van de leerling zie je meteen dat deze leerling dit trimester reeds tweemaal uit de les werd gezet hij staat hier dus voor de derde keer je voelt je verplicht t o v de leraars hem te schorsen je hebt trouwens geen tijd om je met dit geval bezig te houden je stuurt jan van bouwel terug naar de heer vergauwen voor het nodige strafwerk 43 2 jan van bouwel leerling 5de jaar de school bevalt je redelijk je hebt er een heleboel vrienden vrien dinnen de klasgroep valt best mee er zijn wel veel saaie lessen maar je slaagt erin om zonder overdreven inspanning overal voldoendes te halen met je klasselerares mevrouw janssen heb je een goede relatie je werkt voor haar vak dan ook beter dan voor de andere dit trimester ging je reeds tweemaal de klas uit een keer omdat je een brutaal antwoord gaf aan een leerkracht de tweede keer toen je een leraar zat na te bootsen omdat de les zo saai was iedereen kreeg de slappe lach en jij ging eruit nu wist je dat het opletten geblazen was en je hield je koest voor overhoringen en toetsen heb je met meer ijver gestudeerd en met succes na het derde lesuur vandaag vernam je dat er in de namiddag twee uren wegvielen 6de en 7de joepie dat heuglijke nieuws wou je onmiddellijk meedelen aan je vriend in die dat nog niet wist als je uit de gang de speelplaats oprende botste je met een ferme klap tegen de heer vergauwen op de leraar engels je was zelf danig geschrokken je wilde je excuseren en de situatie uitleggen maar vergauwen wilde je niet horen en stuurde je naar de afdelingsverant woordelijke omdat die afwezig is moet je naar de direkteur prefect je voelt je beroerd er hangt je een schorsing boven het hoofd en een brief voor je ouders net nu het behoorlijk ging op school je bent een beetje boos en ook wel wat wanhopig 3 de heer vergauwen leraar engels je bent sedert 20 jaar op deze school je vindt dat het peil van de leerlingen er niet op vooruit gaat integendeel ook de omgangs vormen van de jonge mensen van vandaag irriteren je zopas botste een leerling van het 5de jaar een zekere van bouwel in volle vaart tegen je op je bent er van overtuigd dat hij het meer met opzet deed je hebt hem stante pede naar de verantwoordelijke gestuurd leerlingen moeten maar eens leren wat meer respect te hebben voor hun leerkrachten 4 mevrouw janssen klasselerares 5de jaar je bent 26 jaar en geeft sinds 3 jaar aardrijkskunde op deze school je bent klasselerares van de klas waarin jan van bouwel zit je hebt een goede relatie met je leerlingen je geeft ook graag les de leerlingen werken behoorlijk voor je vak je laat ze trouwens regelmatig zelfstandig in groepjes aan taken werken en dat hoeft voor jou niet altijd binnen het klaslokaal voor de direkteur prefect de heer verstraeten kan dat best als de algemene orde maar niet verstoord wordt op de laatste lerarenvergadering over de zogezegde bandeloosheid van de leerlingen heb je je flink geroerd je hebt duidelijk gesteld dat moeilijk gedrag van leerlingen in de les te maken heeft met de wijze van lesgeven het gaat dus niet op de fouten uitsluitend bij de leerlingen te zoeken die opmerking is bij heel wat collega s in het verkeerde keelgat geschoten jan van bouwel is een leerling die voor jou goed werkt wel wat beweeglijk niet zo schools van natuur maar toch geen echt probleem je kan goed met hem op schieten de direkteur zal een gesprek hebben met jan van bouwel de heer vergauwen en mevr janssen nadien een tweede gesprek met de laatste twee om te beslissen wat er nu gedaan moet worden 44 lesverloop 1 alle leerlingen krijgen alle rolbeschrijvingen en lezen die 2 vier vrijwilligers verlaten het lokaal zonder verder onderling contact verdiept elk zich in zijn rol de verdeling van mannen en vrouwenrollen kan natuurlijk aangepast worden 3 de andere aanwezigen krijgen nu de opdracht om een speler in het biezonder te observeren aan de hand van de vol gende vragen hoe goed luistert de door jou geobserveerde deelnemer naar de andere spelers noteer vooral dingen die gezegd worden hoe gedraagt die deelnemer zich tegenover de machtsre laties binnen het groepje laat hij zich overdonderen probeer voor de door jou geobserveerde deelnemer te achterhalen welke visie of houding hij heeft tegenover de school de directie de leerlingen orde en tucht 4 eerste spel de direkteur heeft jan van bouwel bij zich geroepen samen met de heer vergauwen en mevrouw janssen direct daarna komt het tweede gesprek nu zonder jan vergauwen de twee gesprekken mogen samen een twin tigtal minuten duren 5 nabespreking het is duidelijk dat de nabespreking heel belangrijk is die nabespreking is a h w dubbel zowel met de spelers en daar is er nog een onderscheid het gesprek in aanwe zigheid van de leerling en dat in zijn afwezigheid geeft dat verschillen als met de observatoren de observatoren hebben het luistergedrag van de discussie groep geobserveerd terwijl het bij de spelers eerder om een terugblik op de gevoerde discussie gaat hoe hebben zij hun eigen luisteren en dat van de medespelers ervaren bij zo n nabespreking valt het op dat je in de werkelijkheid het luisteren echt niet kunt losmaken van het geheel van de verbale interactie ook het spreken kan je niet losmaken van de luisteraar van de machts en andere relaties van de betrokkenen van de bedoelingen van ieder van hen van de al dan niet geinstitutionaliseerde situatie enz ook de eigen persoonlijkheid van ieder speelt een rol zowel in het luisteren als in het praten leereffect mag je verwachten zowel van het spelen zelf voor de deelnemers aan het spel als van de observatie voor de observatoren als ook van de nabespreking voor de beide groepen wat het tijdsgebruik betreft om het maximum uit de oefe ning te halen heb je eigenlijk twee aaneensluitende lestij den nodig en tenslotte de nabespreking is ook een vorm van taalbe schouwing daarbij is het niet de bedoeling dat de leerlin gen theoretische inzichten over spreken en luisteren opdoen 45 wel dat ze reflecteren over een concrete spreek en luister ervaring fr daems en j pepermans departement didaktiek en kritiek universitaire instelling antwerpen 1 deze oefeningen werden gebruikt op de bijscholing over luisteren georganiseerd door het centrum voor didaktiek ufsia in oktober 1982 waaraan de auteurs van dit stukje meewerkten de aanloopoefe ning is van de hand van henk lammers die op de bijscholing de theoretische informatie gaf het rollenspel dat we op de bijscholing hebben gebruikt hebben we vervangen door een rollenspel dat voor leerlingen geschikt is 46