Luisteren: alledaags en op school

Publicatie datum: 1978-01-01
Collectie: 09
Volume: 09
Nummer: 3
Pagina’s: 34-45

Documenten

ineke bulte m m v jan stur m luisteren luisteren alledaags en op school in onderstaande bijdrage de derde in een reeks die naar aanleiding van de stroom luisteren van het von congres 1977 zie sturm in moer 1977 4 en griffioen in moer 1978 1 verschijnt proberen ineke bulte en jan sturm een analyse te geven van luisteren in alledaagse situaties de resultaten daarvan vergelijken ze met wat er gebeurt bij luisteren op school op basis van die vergelijking proberen ze consequenties te trek ken voor het luisteronderwijs en voor de beoordeling van luistervaar digheid belangrijke conclusies het beoordelen van luistervaardigheid sec is onmogelijk het bestaan van objectieve voor hele groepen men sen tegelijk geldende maatstaven is onmogelijk 1 de alledaagse luisteraa r 1 7 je luistert wat af in je leven hele dagen door ben je bezig te luisteren naar van alles en nog wat en met heel verschillende doelstellingen we beperken ons hier tot het luisteren naar taal meestal is dat spontaan ge sproken taal een enkele keer bijvoorbeeld als je naar het journaal kijkt is dat voorgelezen taal taal die dus eerst opgeschreven is de taal die we beluisteren varieert ook enorm we komen kindertaal tegen en volwasse nentaal formele en informele zakelijke en emotionele bijna puur informerende maar ook duidelijk overtuigende een volledige opsom ming is natuurlijk niet mogelijk we geven maar een paar voorbeeldjes ook de situaties waarin we luisteren zijn zeer gevarieerd bij het op staan aan de ontbijttafel naar de mee eters en de radionieuwsdienst 34 in de trein op je werk en ga zo maar door gelukkig ben je als alledaag se luisteraar er meestal vrij in al dan niet te luisteren in de trein kun je je achter je krant verschuilen of naar buiten gaan zitten kijken en kun je ook bepalen wat je met het beluisterde doet luister ik naar mijn buurman om me weer eens flink te ergeren aan zijn gezwets of omdat hij me aan een goedkoop adresje kan helpen voor tuinbenodigdheden en in dat laatste geval als ik dat adresje heb kan ik me met een smoes van hem afmaken ik weet wat ik weten wilde en de rest kan me gesto len worden uit de gegeven voorbeelden is al duidelijk gebleken dat je met een grote variatie in sprekers te doen krijgt maar ook dat je als alledaagse luiste raar op allerlei manieren kunt luisteren afhankelijk van wat je wilt in de meeste gevallen loopt het met dat alledaagse luisteren hoewel het een erg ingewikkeld proces is goed af toch lijkt het verstandig eens na te gaan wat een alledaagse luisteraar allemaal doet met de vier onder scheiden factoren gesproken taal situatie manier en spreker om dat gene te bereiken wat hij wil 1 2 gesproken taa l een goed luisteraar is wie deze zin beluistert kan met rede ijke ze kerheid voorspellen wat er per se niet komt en wat er wel kan komen grammaticaal gezien kan er geen werkwoord volgen lopen naar de betekenis kan er geen onbezield iets komen appel en in de meeste si tuaties kan er niet iets volgen in de buurt van een lul ook de verbale context welke uitingen zijn er allemaal aan vooraf gegaan legt beper kingen op aan wat er nog kan volgen als bijvoorbeeld het voorafgaande met een amsterdams accent gesproken is volgt er niet iets met een maastrichts accent we zeggen dat gesproken taal een waarschijnlijk heidsaspect heeft daarvan maakt een luisteraar gebruik in het luister proces een tweede aspect van taal is dat je er informatie mee kunt overbren gen de luisteraar is dan ook druk bezig met die informatie er weer uit te halen maar er zijn meer kenmerken van taal waarvan de luisteraar gebruik maakt allerlei begeleidende klankverschijnselen bij taalgebruik zijn voor de luisteraar van belang iedereen weet dat je als luisteraar gruwe lijk de mist in kunt gaan als je bijvoorbeeld de ironische toon van een uiting mist een even grote blunder kun je als luisteraar maken als je je vergist maar meestal gebeurt dat niet in t register van de gebruikte taal je antwoordt jolig op een uiting die duidelijk ernstig en verheven bedoeld was je hebt je dan vergist in de mate waarin de spreker het onderwerp en de situatie je informatie geven over hoe je zou moeten reageren belangrijk is ook dat je als luisteraar oor hebt voor de relatie tussen 35 spreker en toegesprokene zoals die uit de gebruikte taal blijkt er kan heel wat mislopen als je als luisteraar op basis van de gebruikte taal tot de conclusie komt met een joviale baas te doen te hebben terwijl hij in werkelijkheid op zijn strepen staat al die eigenschappen van taal en taalgebruik waarschijnlijkheidsaspect inhoud klankverschijnselen registerkenmerken en relatiepatronen ge bruikt de alledaagse luisteraar hoe handiger hij ze gebruikt des te be ter luisterresultaat hij bereikt 1 3 de luistersituatie de alledaagse luisteraar zit meestal in wat we noemen meerrichting luis tersituaties we bedoelen daarmee luistersituaties waarop de luisteraar invloed heeft soms komt hij ook in een eenrichtingssituatie hij kan ge boeid naar een radioprogramma luisteren bijvoorbeeld maar hij kan er geen invloed op uitoefenen in sommige luistersituaties heeft de luiste raar alleen hoorbare informatie tot zijn beschikking in de meeste situa ties wordt ook niet hoorbare informatie overgedragen dus informatie die via de andere zintuigen binnenkomt die niet hoorbare informatie kan de interpretatie van een uiting sterk veranderen bijvoorbeeld een knipoog van de spreker je moet het allemaal niet zo ernstig nemen hoor de alledaagse luisteraar maakt bij het luisteren gebruik van de niet hoor bare informatie en scheidt daarbij informatie die niet direct relevant is voor het interpreteren van de boodschap bijvoorbeeld knoflook adem van wel relevante informatie 1 4 de manier van luistere n elke luisteraar komt zo n beetje tot zijn eigen interpretatie van de bete kenis van uitingen je moet dat niet al te dramatisch opvatten in die zin dat er tussen mensen onderling geen begrip zou kunnen ontstaan maar er treden duidelijk nuances op tussen wat de ene luisteraar hoort en wat de andere hoort dat heeft alles te maken met de manier waarop de luisteraar luistert wat weer beinvloed wordt door wat we noemen zijn referentiekader en zijn persoonlijke kenmerken als leeftijd ge slacht status enzovoort prachtige en duidelijke voorbeelden daarvan vind je in de debatten in de tweede kamer de ene afgevaardigde be luistert in een uitspraak van een minister iets heel anders als de andere en trekt er ook heel andere conclusies uit maar dichter bij huis liggen de voorbeelden ook voor de hand elk groepje mensen dat voor een ge zamenlijke taak staat moet eerst beginnen te praten over wat iedereen in de opdracht beluisterd heeft om zo tot een gezamenlijke interpreta tie te komen je kunt dan ons inziens niet zeggen dat de een beter ge luisterd heeft dan de ander je kunt alleen constateren dat de alledaagse luisteraars blijkbaar dezelfde boodschap op verschillende manieren ver 36 werken afhankelijk van hun verschillende doelstellingen en hun ver schillende manieren van luisteren die dan weer afhankelijk zijn van on derlinge verschillen in persoonlijke kenmerken voorgeschiedenis enzo voort je kunt de norm voor wat een goede alledaagse luisteraar is dan ook beter maar leggen in die luisteraar zelf een goede luisteraar past afhankelijk van de tekst die hij beluistert en zijn luisterdoel een bepaal de luisterwijze toe omdat hij weet dat hij zo zijn doel op de meest efficiente wijze bereikt toch moeten we nu snel een beperking formuleren luisteren maakt al tijd onderdeel uit van een communicatieproces een van de belangrijkste kenmerken van dat proces is de cooperatieve aard ervan simpelweg be tekent dat dat de deelnemers op weg zijn naar een gezamenlijk doel dat houdt weer in dat ze allemaal rechten en plichten hebben ook de alledaagse luisteraar heeft dus plichten hij heeft onder meer de plicht zijn luisterdoel af te stemmen op het doel van de spreker in de meeste gevallen zal het als een storing van de communicatie gelden als een luis teraar na het aanhoren van een emotionele klacht reageert met weet je dat je stem erg mooi klinkt als je zo opgewonden bent samenvattend zou je kunnen zeggen dat de alledaagse luisteraar al luis terend zich moet realiseren dat zijn interpretatie van het beluisterde niet de enig juiste is er zijn ook andere mogelijk hij hanteert het luiste ren als een communicatie instrument en past het gebruik ervan aan zijn doel het doel van de spreker de aard van de tekst en omstandighe den aan 1 5 de spreker over de spreker hoeven we niet zoveel meer te zeggen de onderschei den factoren hangen zo nauw met elkaar samen dat de spreker in de vo rige paragraaf al voldoende aan de orde is geweest de alledaagse luiste raar ontmoet sprekers van allerlei aard en houdt daarmee rekening bij zijn luisteren hij onderscheidt een cognitief gerichte spreker van een af fectief gerichte hij weet of een spreker een verbale bijdrage van hem verlangt of niet hij is er zich van bewust dat de spreker in zijn manier van verwoorden beinvloed wordt door juist zijn aanwezigheid die van een ander door de aard van het gespreksonderwerp door de omstandig heden enzovoort van al die kennis maakt de alledaagse luisteraar ge bruik 2 luisteren op schoo l 2 1 de luistervaardigheid van leerlingen moet sinds een paar jaar getoetst worden in het onderwijs dat betekent natuurlijk ook dat er luisteron derwijs gegeven moet worden algemeen neemt men immers aan dat j e in het onderwijs toetst wat je onderwezen hebt even algemeen neem t 37 men aan dat een toets in het onderwijs het voorafgaande onderwijs moet weerspiegelen met andere woorden een toets is een representatie ve verzameling van opdrachten die op basis van het voorafgaande onder wijs mogelijk zijn tenslotte nemen we aan dat de school er niet is om haarzelfs wille ze moet de leerling voorbereiden op zijn rol die hij in de alledaagse werkelijkheid moet gaan spelen hoe bereidt de school de leerling nu voor op zijn rol als alledaagse luis teraar welke hulp biedt ze hem om alle mogelijkheden van het com municatie instrument luisteren te verkennen en te leren gebruiken hoewel steeds weer blijkt dat er over luisteronderwijs en toetsen bij zonder veel onvrede en onzekerheid heerst in het onderwijs doet zich het merkwaardige feit voor dat er onder leraren een grote eensgezind heid bestaat over wat luistervaardigheid blijkbaar is tenminste als je let op de manier waarop de luistervaardigheid getoetst wordt bij een en quete uit 1974 gaf 3 5 van de ondervraagde docenten op dat ze die vaardigheid klassikaal toetsten dat gebeurde dan hoofdzakelijk aan de hand van meestal informatieve teksten de rest van het verhaal kent iedere moedertaaldocent zo n tekst wordt door de leraar voorgelezen of soms eerst op de band gezet en daarna afgedraaid de leerlingen moe ten na afloop vragen beantwoorden of een samenvatting maken zo gaat dat als je nu zo n toetssituatie of de onderwijsleersituatie die erop voorbe reidt vergelijkt met wat een alledaagse luisteraar moet kunnen en ken nen dan kom je tot een merkwaardige ontdekking tussen haakjes moeten we opmerken dat we het dus alleen hebben over de schoolse luisteraar in expliciete luistertoetssituaties en luisteronderwijssituaties er zijn nog heel andere situaties waarin een leerling op school luistert maar die spelen in het luisteronderwijs jammergenoeg tot nu toe geen rol de luistervaardigheid van de schoolse luisteraar wordt onderwezen en getoetst met voorgelezen schrijftas de situatie is vrijwel steeds iden tiek eenrichtingssituatie de schoolse luisteraar krijgt het luisterdoel opgelegd hij moet de hoofdzaken begrijpen en de grote lijnen kunnen volgen er is voor de schoolse luisteraar in feite dan ook maar een luis termanier het leesluisteren een manier van verwerken die sterk lijkt op de vorm van studerend lezen de norm om het bereikte luisterresultaat te beoordelen ligt volstrekt buiten hem de leraar geeft aan wat de hoofdzaak en de grote lijn is tenslotte krijgt de schoolse luisteraar eigenlijk met maar een type spre ker te maken een volwassene die hoofdzakelijk cognitief geaarde taal gebruikt en zich eigenlijk tot een ander publiek richt dan de leerlingen vaak een zo vaag publiek dat je nauwelijks van publiek kunt spreken veelal is de spreker is de maker van de tekst niet aanwezig omdat hij zijn tekst elders en op een andere tijd gemaakt heeft met het doel va n 38 de spreker wordt nauwelijks rekening gehouden al met al zit de schoolse luisteraar in een luistersituatie die tal van fac toren kent die nooit of zelden in een alledaagse luistersituatie voorko men en zeker niet in die opeenhoping eigenlijk snapt elke moede rt aal do ce nt wel dat er iets grondig mis is met zulk luisteronderwijs en zulke luistertoetsen er is niet voor niets zoveel onvrede na lezing van para graaf 1 is misschien ook wel wat duidelijker waarom het zo niet kan de schoolse luisteraar worden heel wat middeltjes onthouden waarvan de alledaagse luisteraar gebruik maakt om efficient te kunnen communice ren 2 2 maar er is nog iets en dat heeft er alles mee te maken dat de schools e luisteraar op school zit de schoolse luisteraar moet expliciet beoor deeld worden in het alledaagse luisteren blijkt vanzelf wel of de luiste raar geslaagd is zie ook sturm 1977 blz 50 51 op school ligt da t heel anders de leerling moet heel duidelijk op een van te voren bepaal de manier en tijd er blijk van geven dat hij een goede luisteraar is e n dat is nu bij luisteren net zoals bij lezen trouwens niet zo eenvou dig l uisteren is namelijk een niet direct te controleren vaardigheid als je voor bijvoorbeeld schrijven een lijstje met afspraken hebt ge maakt waaraan goed schrijven kenbaar is van duidelijk leesbaar hand schrift tot en met goede alinea indeling dan kan een leerling direct de monstreren of hij goed kan en wil schrijven soms zal hij wel kunnen maar niet willen maar zelfs als er een afsprakenlijstje voor luistere n zou zijn waaraan een goed luisteraar zou moeten voldoen dan kun je nooit direct demonstreren of je goed kan en wil luisteren althans niet in die schoolse beoordelingssituatie er is namelijk geen direct waar neembaar produkt als je dan als onderwijsgevende toch wilt beoorde len moet je de afspraak maken als jij leerling dit en dit doet neem i k aan dat je goed kunt luisteren je kiest met andere woorden als beoor delaar een b ijkgevende grootheid zo n keuze is niet altijd erg eenvou dig hoe minder je weet van luister vaardigheid hoe wi l lekeuriger d e keuze is van luistervaardigheid weten we nog niet zoveel toch moeten we als onderwijsgevenden beoordelen we moeten dus een blijkgevende groot heid kiezen over die keuze bestaat dus vrij grote eenstemmigheid in den lande de leerling wordt geacht goed te kunnen luisteren als hij be paalde vragen naar aanleiding van een beluisterde tekst kan beantwoor den of als hij die tekst kan samenvatten en als hij dat niet kan tja dan nemen we maar aan dat hij ook niet kan luisteren en we vergeten maar voor t gemak dat het bedroevende resultaat ook gemakkelijk aan iets anders kan liggen falende lees schrijf en of antwoordvaardigheid het is ook jammer dat er zo maar een aspect van luisteren aan de orde komt namelijk het destilleren van de inhoud uit de taaluitingen en 39 dat je er met dit soort toets nooit achter komt waarom pietje dat niet zo goed gedaan heeft misschien zijn we met deze twee zaken luisteren teruggebracht tot schools luisteren en de willekeurige keuze van blijkgevende grootheid een paar belangrijke oorzaken op het spoor gekomen van de grote on vrede die ten aanzien van luisteronderwijs en luistertoetsing bestaat 3 consequenties voor het luisteronderwij s 3 1 uit de vorige afleveringen in deze luisterserie sturm in moer 1977 4 en griffioen in moer 1978 1 is al duidelijk gebleken dat luisteronder wijs sec niet mogelijk is zonder het luisteren te verengen tot school s luisteren met alle gevolgen vandien alledaags luisteren en dat zou o p school onderwezen moeten worden ligt nu eenmaal ingebed i n complete communicatieve situaties wel is ook duidelijk gebleken da t de gebruikte taal in die situaties tot voorwerp van beschouwing ka n worden gemaakt waaruit weer kan blijken dat leerlingen bepaalde deel technieken nog niet optimaal beheersen voorwaarde voor een vrucht bare beschouwing van die gebruikte taal is dat de docent inzicht heef t in het luisterproces en dat inzicht toegankelijk weet te maken voor zij n leerlingen we hopen door onze eerste paragraaf bij te hebben gedrage n aan dat inzicht voorwaarde voor een vruchtbaar luisteronderwijs i s ook dat de docent beschikt over een arsenaal aan deeloefeningetjes di e hij kan inzetten zodra de beschouwing van de gebruikte taal bij leerlin gen bepaalde lacunes aan het licht brengt in de volgende twee subpa ragraafjes willen we kort iets zeggen over die beschouwing van die ge bruikte taal 3 2 en een eerste overzicht geven van bruikbare deeltech niekjes 3 3 3 2 wij vinden dat voor een vruchtbare beschouwing van gebruikte taal d e leerling de gegevens die wij in onze eerste paragraaf summier hebbe n verwerkt in de loop van het luisteronderwijs moet leren kennen e n hanteren dat betekent dus dat in het luisteronderwijs de volgende on derwerpen aan de orde moeten komen soorten gesproken taal soorte n communicatieve situaties soorten luisteraars en luisterdoelen soorte n sprekers gegevens uit taal communicatie en waarnemingstheorieen mogelijkheden beperkingen en verantwoordelijkheden van degene di e luistert of spreekt gegevens uit de psycholinguistiek en sociolinguis tiek tot voor kort moest een moedertaalleraar die onderwerpen bij el kaar zoeken uit allerlei semi wetenschappelijke hand boeken we noemen appel e a pietersen drop de vries en dergelijke voor zove r het het nederlandse taalgebied betreft de eerste poging veel van die on derwerpen bij elkaar in een kader te plaatsen vinden we in de geus e a dcn cahier 5 bij deze onderwerpen kan bijna alles dienen als illustra 40 tiemateriaal zelfs een aflevering uit de strip linke loetje is bijzonder bruikbaar 2 en 1h hoop je brt doe i k maar dat je luistert wei je hao t te 11keuen a r nietreens me er oatnetjeoveje naa vo o r de tram wilde gooien of zoiets t moet voor een leerling niet moeilijk zijn te ontdekken op zijn niveau en in zijn formuleringen dat loetje reageert op de zakelijke feitelijke inhoud van de boodschap en niet op de emotionele en dus blijkbaar op een school gezeten heeft waar met de doorsnee nederlandse luistertoets gewerkt werd niet gehoorzaamt aan de code dat je moet laten merken dat je luis tert zijn luisterdoel niet aanpast aan doortje s spreekdoel in twee verschillende luistersituaties tegelijk zit enzovoort zo zal een leerling ook wel inzien dat het eerste plaatje iets heel anders zou betekenen als doortje daar vrolijk lachend was afgebeeld terwijl ze toch hetzelfde zei dat leerlingen door dit soort analyses meer inzicht krijgen in het luister proces lijkt voor de hand te liggen of ze hierdoor ook hun eigen luister vaardigheid vergroten is nog de vraag gezien het feit dat veel van ons moedertaalonderwijs gebaseerd is op de hypothese dat taalbeschouwing leidt tot taalbeheersing lijkt een positieve beantwoording van die vraag voorlopig niet al te revolutionair 3 3 we gaan hier kort in op deeloefeningetjes die mogelijk zijn naar aanlei ding van de vier factoren die we in de eerste paragraaf onderscheiden hebben namelijk gesproken taal luistersituatie manier van luisteren en spreker we ontlenen daarbij veel aan wilkinson nogmaals wijzen we erop dat deze suggesties natuurlijk niet mogen leiden tot een leergang luisteren het zijn mogelijkheden die horen tot de verzameling waarover de moedertaalleraar beschikt en waaruit hij kan putten op momenten dat de beschouwing van gebruikte taal daartoe aanleiding geeft 3 3 1 rond het waarschijnlijkheidsaspect van taal zijn aardige oefeningen te construeren het meest eenvoudige type is het afmaken van een onaffe 41 zin op een manier die kan en een die per se niet kan je kunt ook stuk jes tekst geven ontleend aan allerle i situaties en daar gedeeltes uit weg laten en die laten aanvullen je kunt oefeningetjes laten maken rond in tonatie wanneer klinkt iets ironisch wanneer niet je kunt leerlingen teksten aanbieden waarin je op bepaalde plaatsen het register hebt door broken of teksten die een bepaald onderwerp in een volstrekt niet ge eigend register behandelen een mop in ambtelijke taal bijvoorbeeld boeiende discussies ontstaan als je leerlingen laat praten over schattin gen ten aanzien van de persoonskenmerken en de relaties die blijken uit gebruikte taal vragen als wat is hij voor iemand wat vindt hij van voetba l als dat bijvoorbeeld het onderwerp van gesprek is wat heeft hij te maken met voetbal enzovoort voor een goede beschouwing is het natuurlijk belangrijk dat de gebru i k te taal vastgelegd is een goed protocol voorzien van veel randinforma tie kan goede diensten bewijzen een audio of videoband natuurlijk ook als we maar zorgen voor zoveel mogelijk variatie en niet vervallen in de fouten van de luistertoets 3 3 2 ook luistersituaties an sich kunnen aan de orde gesteld worden t ligt voor de hand dat meerrichtingssituaties daarvoor vooral in aanmerk i ng komen maar juist de vergelijking van eenrichtings en meerrichtings situaties levert aard i ge oefenstof in de loop der tijd kan een leraar een inventaris van luistersituaties opstellen die hij via rollenspel en observa tievragen samen met de leerlingen verkent ruzie ontbijttafel gesprek les discussie interview etc in de observatievragen moet ruimschoots aandacht worden besteed aan de ir relevantie van de niet hoorbaar overgedragen informatie waarom steekt hij nu zijn vinger op waarom draait hij zijn hoofd nu weg enzovoort aardig zou zijn om aan de hand van een tv programma na te gaan of andere culturen blijkbaar er een andere code op na houden op dit ter rein 3 3 3 ook rond de luisteraar zelf zijn tal van oefeningen te construeren in al lerlei te creeren luistersituaties kan steeds weer gevraagd worden waar om ga je daar naar luisteren en als de luisterresultaten er zijn rijst van zelf de vraag hoe verklaar je die verschillen en dan komen al gauw all e kenmerken van de onderscheiden luisteraars in het vizier maar tegelij kertijd staan de manieren van luisteren ter discussie een moeilijke kwestie is of manieren van luisteren onderwijsbaar zijn zoals manieren van lezen onderwijsbaar zijn snel lezen orienterend le zen studerend lezen kritisch lezen enzovoort een grote moeilijkhei d is immers dat de luisteraar anders dan de lezer niet grote stukken teks t kan overhoren is overzien en ook zijn luistertempo niet kan varie ren en op die twee dingen zijn de verschillende leesstrategieen nu juis t gebaseerd toch is aan de hand van goede luisteropdrachten probee r erachter te komen of de spreker voor of tegen de apartheid is tegenove r 42 verzamel zoveel mogelijk feiten die erop wijzen dat er gemarteld wordt in zuid afrika de relatie tussen luisterdoel en manieren boven tafel te kri j gen voor verdere suggesties verwijzen we graag naar dcn cahier 5 de geus e a en 6 ankone e a 3 3 4 ook in dit verband kunnen we over de spreker kort zijn hij is in de vo r i ge paragrafen al voldoende aan de orde geweest 4 consequenties voor het toetsen van luiste rvaardigheid 4 1 we hebben al duidelijk laten blijken dat we het toetsen van luistervaar digheid sec nauwelijks mogelijk achten inmiddels is ook duidel i jk ge worden dat we grote bezwaren hebben tegen de bestaande luistertoet sen omdat ze naar ons oordeel zeer onbetrouwbare blijkgevende groot heden vormen en zich beperken tot een soort luistersituaties het hoogst bereikbare lijkt ons een intersubjectief oordeel we bedoele n daarmee dat bij de vorming van zo n oordeel minstens spreker en luiste raar zelf betrokken zijn over de gebleken l uistervaardighe i d in comple te communicatieve situaties 4 2 bij een voorzichtige eerste uitwerking van onze ideeen ontkomen we e r natuurlijk niet aan zelf ook een keuze te maken ten aanzien van ee n blijkgevende grootheid daarbij zullen we naast allerlei andere theore tische eisen rekening moeten houden met twee grondregels 1 de grootheid moet zo zuiver mogelijk luistervaardigheid en zo mi n mogelijk andere vaardigheden demonstreren 2 de blijkgevende grootheid moet passen bij de totale luistersituatie dat betekent dat hij kan varieren per situatie we hebben al gezegd dat naar ons idee luisteronderwijs een theore tische kant heeft en een praktische een oordeel over die theoretisch e kant zou tot stand kunnen komen door de leerling daarover vragen t e laten beantwoorden en door met de leerling te praten over de toepas sing van die kennis bij het beschouwen van gebruikte taal een oordee l over de praktische kant zal veel moeilijker tot stand kunnen komen het zal in ieder geval gebaseerd moeten zijn op meerdere oordelen ove r het functioneren van de leerling in allerlei communicatieve situaties bij de vorming van zo n oordeel moeten alle factoren die voor het luis terresultaat van belang zijn betrokken worden dat betekent dat d e spreker meedoet wat was zijn doel en de luisteraar wat was zijn doel hoe is de relatie tussen sprekers en luisteraarsdoel welke luistermanie r is gebruikt was die in die situatie adequaat enzovoort om je een oor deel te vormen heb je een norm nodig je moet kunnen onderscheide n tussen goed en slecht luisteren de norm voor goed luisteren is niet ob jectief vaststelbaar omdat die van situatie tot situatie verschilt d e enige mogelijkheid tot evalueren lijkt dan ook een persoonlijk gesprek 43 op basis van de voor de toets s i tuatie relevante criteria dat voldoet dus volstrekt niet aan de eis van objectiviteit die zo duidelijk in de toets theorie wordt gesteld intersubjectiviteit is het hoogst bereikbare ons lijkt dat niet erg in alledaagse luistersituaties wordt niet meer gevraagd de roep om objectieve toetsbaarheid spruit enkel en alleen voort uit schoolse situaties en is daarmee niet afdoende gerechtvaardigd het is natuurlijk wel eis dat de toets situaties aangepast zijn aan de mogelijk heden van de l uisteraar 4 3 met betrekking tot beoordelen komen we dan ook tot de volgende con clusies da t het beoordelen van luistervaardigheid sec onmogelijk is het bestaan van objectieve voor hele groepen mensen tegelijk gelden de maatstaven onwaarschijnlijk is dat er niet maar een aangewezen beoordelaar is beoordelaar is ieder een die belang heeft bij een oordeel over luistervaardigheid spre ker s en luisteraar s 1 het bestaan van de mogelijkheid tot uitspreken en beargumentere n van oordelen over luistervaardigheid door de belanghebbenden vereis t is om het uiteindelijke oordeel zo intersubjectief mogelijk te maken pas aan dit intersubjectieve oordeel enige geldigheid toegedacht ka n worden dit intersubjectieve oordeel over iemands luistervaardigheid in een be paalde situatie niet als algemene kwalificatie van iemands luistervaar digheid gebruikt mag worden pas een groot aantal van dergelijke intersubjectieve oordelen een oor deel kan zijn over de mate waarin iemand zijn luistervaardigheid i n praktijk brengt mits het aantal situaties representatief is en het aan tal verschillende mede beoordelaars groot genoeg noten 1 dit artikel is een herschrijving versimpeling en bekorting van de syllabus het be oordelen van luistervaardigheid van de hand van ineke bulte op aanvraag stuurt zij u graag de hele syllabus toe tegen kostprijs adres ineke bulte beemdstraat 5 nijmegen tel werk 080 515898 2 overname uit de volkskrant 1976 literatuur nb deze opgave bevat alleen de literatuur die direct in het bovenstaande artikel wordt genoemd de syllabus van ineke bulte waarvan dit artikel een herschrijving is bevat veel meer literatuur appel r e a sociolinguistiek utrecht antwerpen 1976 aula 575 44 doughty p e a taalgebruiken een nederlandse bewerking van language in use groningen 1978 dcn cahier 6 geus a de e a luisteren groningen 1977 dcn cahier 5 griffioen j open en gesloten curricula in relatie tot het moedertaalonderwijs en met name het onderwijs in luistervaardigheid in moer 1978 1 p 11 23 pietersen l taalsociologie minderheden tweetaligheid taalachterstand groningen 197 6 sturm j het koffertje van henk over luisteren in complete communicatieve situa ties in moer 1977 4 p 43 55 wilkinson a l stratta en p dudley the quality of lisiening basingstoke london 1974 je moet in dit werkje geen uitvoerige kritiek op de samenleving zoeken noch uitgewerkte alterna tieven daarvoor en ook geen complete lesmodel len of nieuwe leervormen wel ideeen om een algemene emancipatorische onderwijsdoelstelling te realiseren en de ervaringen waartoe deze kunnen leiden de moeilijkheden die de realise ring van zijn ideeen op zal roepen in bijvoorbeeld de meso structuur komen niet aan de orde evenmin als allerlei randvoorwaarden voor zijn aanpak hij begint met een heel globale analyse van de si boel tuatie waarin zijns inziens de kinderen van de zwijgende meerderheid zich bevinden hun agres bespreking siviteit angst voor veranderingen gehechtheid aan rust en orde brengt hij in verband met een onderwijs dat onderdrukkend en vervreemdend voor hen is hetgeen bijvoorbeeld duidelijk blijkt jacqu es peete rs als je let op het taalgebruik in de school het on berichten over kindere n derwijs moet veel directer gaan aansluiten bij de van de zw i j gende meerderhei d behoeften en belangen van juist deze kinderen zoals die mede door hun maatschappelijke positie voorzover ik weet is er tot nu toe geen aandacht worden bepaald zelfontplooiing door creativiteit aan wunsches boekje die wirklichkeit des acht hij dan bijvoorbeeld van minder belang als hauptschulers berichte von kindern der schwei het stimuleren van gevoelens van solidariteit genden mehrheit 135 bladzijden geschonken en in het middenstuk heeft hij het vooral over het dat is jammer want die verdient het wel opstel hij verwerpt de traditionele opstel opga wunsche is leraar aan een haupischu e vroeger ven zo n titel is eigenlijk niets anders als een volksschule geheten waar hij werkt met leerlin vraag die beantwoord moet worden waar daarna gen van 1 1 14 jaar kinderen die vooral komen een cijfer voor gegegeven wordt en de gebruike uit de zogenaamde kansarme milieus hij wil met lijke indelingen verhalend beschouwend en der zijn onderwijs bereiken dat zijn leerlingen zich gelijke hij hanteert een vorm die veel lijkt op bewust worden van de positie die zij in deze sa een schriftelijke discussie tussen leraar en leerling menleving en in het gezin in de school inne voortdurend begeleid door andere taalactivitei men van zijn pogingen daartoe doet hij verslag ten met name het praten over het aan de orde zijn ervaringen tijdens de lessen zijn het belang zijnde onderwerp maar dan wel praten in de ei rijkste in dit boek al gaat hij meer algemene gen taal zijn indeling van de opstellen wordt ook maatschappelijke analyses niet uit de weg maar door de inhoud het thema bepaald over maat 45