Luistertoetsen in de onderwijspraktijk – B en G kontra P en W

Publicatie datum: 1973-01-01
Collectie: 04
Volume: 04
Nummer: 4
Pagina’s: 137-141

Documenten

luistertoetsen in de onderwijspraktij k b e n g kontra p en w maarten van gils dit artikel is een reaktie op de polemiek tussen helge bonnet en jan griffioen enerzijds en leo pri ck en hildo wesdorp anderzijds die als inzet had de cito luistervaardig heidstoets voor de vijfde klas van het basisonderwijs de vier genoemde auteurs juichen allen toe dat langs deze invalshoek het denken over de doelstel li ngen van het moedertaalonderwijs kan worden bevorderd bij dat koor wil ik me graag aansluiten helge bonset en jan g ri ffioen nader te noemen b en g schreven een artikel dat in twee delen uiteenvalt 2 in het eerste deel oefenen ze k ri tiek uit op de luistertoets van prick daarna verzetten ze zich tegen objektieve studietoetsen in het algemeen door dat ze hun mens en maatschappijvisie proberen te exp li citeren stellen ze zich bewust kwetsbaar op ook het artikel van leo prick en hildo wesdorp nader te noemen p en w bestaat uit twee delen eerst verdedigen ze zich wat krampachtig tegen de aanval van hun oppo nenten vervolgens geven ze een adekwaat antwoord op de stel li ngen van b en g over toetsing en moedertaalonderwijs 3 beide onderwerpen zullen in deze bemiddelings poging aan de orde komen neemt u er wel het eerste moer nummer van dit jaar even bij 1 int e rn e en e xterne kriti e k dee l 1 van p en w s artike l is vrij agressief geschreven en bevat enkele beschuldigingen die mijns inziens onvoldoende worden waargemaakt daartegen wil ik b en g in bescherming nemen vooral nu zij ze l f hebben afgezien van een uitvoerig weerwoord 4 1 wat is luisteren p ri ck baseerde zich bij zijn toets op een mechanisch aandoende driedeling gehoor geheugen begrip en meent in navolging van spear ri tt blz 18 noot 3 dat deze deelvaardigheden apart getraind en gemeten moeten worden b en g achten die basis te smal en zouden ook iets aan kritische reflektie willen doen blz 4 p en w proberen deze opvatting op twee manieren te bestrijden de beide redeneringen sluiten elkaar uit en ze hadden er dus beter een van kunnen kiezen a op blz 12 delen ze mee dat de afde li ng nederlands van het cito wel degelijk probeert kritische en evaluerende vragen in haar toetsen op te nemen die formule ri ng is erg algemeen en gaat voorbij aan de konkrete kritiek die op een bepaalde toets betrekking had maar misschien vinden p en w kritische re fl ektie nog wat vroeg voor de vijfde klas van het basisonderwijs ze halen er tenminste bloom bij blz 13 om te kunnen herhalen dat een allereerste begin van k ritiek pas mogelijk is na volle dig begrip daarmee li gt de vraag op tafel op welk moment je kinderen voor het eerst kritisch moet laten reflekteren ik ben het eens met b en g blz 7 dat je niet vroeg genoeg kunt beginnen 137 b meteen daarna op blz 13 s chrijven p en w dat het luisteren ook kan worden beschouwd als een auditief gepresenteerde pendant van het stillezen zo achten ze zich in de rug gedekt tegen b en g s beschuldiging dat de toets verhalen en verhande lingen niet va li de zou zijn maar wordt nu de eigen aard van het luisteren niet miskend volgens mij mag het objekt van een luistertoets in geen geval een gesproken tekst zijn zoals in enkele recente luistermethoden voor het vwo havo tempo intona tie achtergrondgeluid muziek e d of het ontbreken daa rv an bepalen mede het lui stergedrag en moeten worden gerekend tot wat harwood style noemt blz 10 noot 5 hier wreekt zich waarschijnlijk dat onze taal nog niet beschikt over een algemeen woord dat betrekking heeft op de inhoud van bijvoorbeeld een radioprogramma ge luid gesproken tekst en teks t voldoen geen van drieen dat stillees en lui s terdoelen nog niet exp li ciet geformuleerd zijn kan bij de huidige stand van het didaktisch onderzoek niemand het cito kwalijk nemen toch verdedi gen p en w zich zo krampachtig tegen de zakelijke konstatering van b en g blz 3 dat ze onderwijsdoelen gaan verwarren met redenen om een toets te konstrueren blz 13 de doelstelling van de toetsmakers was b en g al bekend blz 3 hun ging het om een onderwijsdoel dat in termen van gedrag moet zijn geformuleerd trouwens onder het hoofd interne kritiek was de aanval van b en g minder ge ri cht op de aktueel geldende dan op de feitelijk nagestreefde doelstellingen wat doet deze toets in fe ite 6 nog bonter maken p en w het als ze in hun volgende hoofdstuk blz 15 spreken over een toets die gedeelten van de doelstelli ngen dekt deze schijnexaktheid doet merk waardig aan zolang de doelstelli ngen de gewenste eindresultaten op verschillende opeenvolgende nivo s in de lucht hangen want eigenlijk staat er we hebben een schot hagel gelost en zullen wel wat geraakt hebben het verwijt aan b en g dat hun beweringen niet zijn vertaald in gewenste vaardigheden of attituden blz 13 is onge twijfeld korrekt maar juist p en w hadden het niet mogen maken 2 de twee toetsen om het horen en het geheugen te meten resp woorddiskrimina tie en opdrachten zijn uit de vaart genomen blz 3 als er een nieuwe versie van komt zal er vrees ik weinig rekening gehouden zijn met de kritiek van b en g op deze onderdelen daarom hierover nog twee opmerkingen a bij de hoortoets werd nagegaan of kinderen het op de band gesproken woord paard konden onderscheiden van kaart en baard blz 4 p en w verklaren nu niet in te zien waarom b en g dit liever foneemdiskriminatie noemen dan woorddiskrimi natie en vinden hun opmerking weinig relevant blz 11 toch is er nogal wat bekend over interfererende effekten bij het waarnemen van woorden zo is experimenteel vastgesteld dat het bijzonder lastig is woorden met gelijke k li nkerfonemen uit elkaar te houden dat bij deze toets plaatjes worden gebruikt in plaats van gedrukte woor den kan weinig verschil maken de multiple choicevorm moet hier wel extra verwar ring stichten p en w kunnen iets leren van de schoolarts die toetst het neurofysiolo gisch proces door de kinderen voorgezegde getallen te laten reproduceren b de toets opdrachten eveneens uit de onderzoekfase was uitsluitend bedoeld om het geheugen te oefenen b en g merken terecht op dat in elke luisteroefening he t 138 geheugen een rol speelt blz 4 ik dacht zelfs dat het in elke oefening meedoet p en w antwoorden met spear ri tt als kroongetuige dat aparte geheugentraining nood zakelijk is maar ze weten niet aannemelijk te maken dat hun opdrachten inderdaad alleen het geheugen testen in het voorbeeld dat b en g noemen blz 4 moet de leerli ng binnen een tamelijk ingewikkelde zinsstruktuur kunnen werken met het begrip achterbuurman ook een vijfdeklassertje met een goed geheugen kan daar moeite mee hebben 3 wat luisteren ook moge zijn b g p en w vinden elkaar in de stel li ng dat kunnen luister e n in e en een richtingss itua ti e een v o ld oende rele vante vaardighe id i s om e r on derwijs in te geven blz 4 5 12 en 13 over de vraag of en hoe luistervaardigheid getoetst moet worden blijven de meningen verdeeld in elk geval wordt de toets van pri ck door b en g zonder meer afgewezen alleen al omdat zij hem niet vinden aansluiten op de leefwereld van een tienjarige blz 5 6 daartegen verweren p en w zich niet erg krachti g ze simpli ficeren b en g s vragen over achter li ggende waarden en leggen het verwijt dat visserstaal en zeeuws in de toets ontbreken naast zich neer blz 14 dat is een te gemakkelijke ridikulisering want b en g hadden nog een derde voorbeeldje genoemd en daaruit blijkt veel duidelijker waar het eigenlijk om gaat de taal van de arbeidersklasse blz 5 willen of kunnen p en w niet uiteenzetten waarom hun voorkeur is uitgegaan naar het a b n van de midden en hogere klassen na wat bijvoorbeeld tom hart daarover geschreven heeft blz 10 noot 17 kunnen ze toch niet meer van mening zijn dat dit soo rt details onbelangrijk zijn w aarnaar je luistert oordelen b en g op blz 6 over de toets van prick heeft niets met jezelf en of met de maatschappij waarin je leeft te maken p en w volstaan ermee dit een pe rtinent onjuiste bewering te noemen blz 14 het verhaaltje dat hun mening moet ondersteunen zonder de vragen overigens toont alleen maar aan dat b en g de zwart witstijl wat al te konsekwent gehanteerd hebben laten we konkluderen dat de gewraakte luistertoets weinig te maken had met de leerli ng en de maatschappij 4 p en w schreven hun artikel onder meer om aan te tonen hoe gebrekkig de aanval van b en g was blz 11 van dat verlangen heeft de objektiviteit wel eens wat te lijden gehad op blz 14 gebruiken p en w twee maal een woord in een andere betekenis dan b en g dat gedaan hebben het zal wel onbewust gebeurd zijn in elk geval hoort zo n debattruk niet thuis in een wetenschappelijke polemiek 8 voor de li efhebbers van close reading volgt hier de uitwerking a b en g gebruiken op blz 6 het woord emotie in de normale woordenboekbeteke nis p en w lezen nu emotie als reaktie en suggereren zodoende dat b en g iets over het hoofd gezien hebben hoe die reakties echter waren staat ook bij b en g blz 5 en hun menin g e r over s tek e n zij niet o nder s toele n of bank e n b b en g achten pricks luistertoets schadelijk voor het onderwijs en ze bedoelen daarmee zoiets als het onderwijsleerproces blz 6 p en w stellen daartegenover dat de cito toetsen gunstig zijn voor het onderwijs maar zij bedoelen het onderwijs onderzoek of misschien wel het cito minder onschuldig is de uitroep van p en w op blz 12 moeten we ons op school 139 alleen richten op di e vaardigheden die in het n ormale leven de gr o ots te plaats inne men het woord alleen is een ongeoorloofde extrapolatie 9 want b en g zouden de gestelde vraag zonder enige twijfel ontkennend beantwoorden bovendien is het grapje over maatschappijkritische teksten niet erg terzake b en g hadden het namelijk over vaardigheden en niet over inhouden van teksten blz 4 een laatste opmerking over de toon van p en w s oratio pro domo de slota li nea van hun tweede hoofdstuk blz 15 is bepaald onbehoorlijk maar de hie ri n ve rv atte aan tijging is intussen door b en g zelf afdoende weerlegd ii moedertaalonderwijs en objektieve studietoetse n over naar het tweede deel van de polemiek de aanvaardbaarheid van objektieve toet sen in het algemeen hier zijn we getuige van een botsing tussen twee wereldbe schouwingen alfa en beta idea li sme en technokratie vrijheid en gebondenheid etc ik beperk me tot enkele kanttekeningen vooreerst omdat over smaak moeilijk te twisten valt maar ook omdat ik het van nu af in grote lijnen met de opvattingen van p en w eens kan zijn wat b en g schrijven in hun tweede deel lijkt me sympatiek maar naief het komt me voor dat ze na hun duidelijke zege in de eerste ronde nu op punten gaan verliezen 1 het onderscheid dat p en w maken tussen kommunale en differentiele doelstel li ngen blz 15 acht ik verhelderend en terzake bloom pretendeerde al dat zijn taxonomie kommunaal was en onafhankelijk van inhouden hij is bij mijn weten tot op heden niet ontmaskerd en ik vind dat we ook p en w het voordeel van de twijfel moeten gunnen iets anders is natuurlijk dat elk waardenvrij schema door mensen moet worden inge vu ld voordat het toegepast kan worden kritiek op in vul li ng en toepassing blijft mogelijk en kan niet worden afgedaan met een verwijzing naar de neutra li teit van de uitgangspunten 2 de opvatting van p en w over een fonds van taalvaardigheden dat als kommunaal doel moet gelden in het basisonderwijs blz 15 is goed te verdedigen maar ook hier komen de moeilijkheden pas bij de konkretisering er zijn nu eenmaal nog niet genoeg objektieve klassifikatiekategorieen ontwikkeld het kommunale doel luisteren bij voorbeeld wordt zowel in deze diskussie als in de amerikaanse li teratuur op verschil lende manieren gespecificeerd 0 3 op b en g s stel li ng dat een reele kommunikatiesituatie zich per definitie onttrekt aan objektieve toetsing leveren p en w zeer genuanceerd kommentaar blz 15 16 de stel li ng van b en g acht ik daarna niet meer houdbaar 4 dat b en g ook diagnostische en evaluatieve toetsen in het taalonderwijs niet aanvaarden begrijp ik evenmin als p en w blz 16 voor mij zijn toetsing en selektie niet identiek wel in het geval van verhalen en verhandeli ngen maar niet in het algemeen 5 b en g noemen op blz 8 vier alte rn atieve mogelijkheden van evaluatie ik vind dat p en w deze evaluatievormen op blz 16 juist evalueren dat projektonderwijs en ontscho li ng op lange termijn onze ri chting moeten bepalen betwijfel ik projektonder wijs is alleen in bepaalde onderwijsleersituaties bruikbaar het is geen panacee voor alle kwalen en het is ook niet zo modern dat het met ontscholing over een kam ka n 140 worden geschoren l wat illich betreft blz 10 noot 19 is het niet gevaarlijk te spelen met zijn ideeen in een harde kapitalis ti sche wereld waa ri n volslagen andere maatstaven gelden zouden we in plaats van illichs opvattingen te vertalen naar het basisonderwijs niet beter kunnen streven naar bijvoorbeeld verlaging van de leerplich tige leeftijd integrale studiekostenvergoeding en uitbreiding van het pa rt time onder wijs aan volwassenen elk onderwijskundig vraagstuk is in laatste instantie een poli tiekvraagstuk en het zal dus niet door neerlandici of pedagogen worden opgelost samenvatting bonset en griffioen hebben overtuigend aangetoond dat de gewraakte cito toets ondeugdelijk is zowel hun interne als hun externe kri tiek blijft overeind staan ook na het verweer van prick en wesdorp luiste rvaardigheid is nog niet duidelijk gede finieerd bij de produktie v an nieuwe toetsen moet in elk geval meer aandacht worden gewijd aan het achterliggende waardensysteem en een kritische bezinning daarop verschillen in mens en maatschappijvisie leiden tot verschillende visies op het onder wijs toch hebben bonset en gri ffioen niet kunnen waarmaken dat objektieve studie toetsen in het algemeen verwerpelijk zijn prick en wesdorp maken aannemelijk dat er ook in het moedertaalonderwijs vaardigheden voorkomen waa rv a r het meten zinvol kan zijn in hoeverre luistervaardigheden daaronder valt blijft voorlopig nog een open vraag noten 1 l prick het meten van luistervaardigheid cito publikat i e no 1 9 arnhem 1972 zie ook de d oor b onset en griffioen genoemde literatuur moer 1 973 1 blz 1 0 noot 4 2 h b onnet en j griffioen cito materiaal voor de 5e klas kritisch getoetst moer 1973 1 b lz 2 11 eerd er verschenen in vernieuwing van opvoe ding en onderwijs december 1 972 b lz 1 4 0 15 1 3 l prick en h weldorp b ruikbaarheid van objektieve stud ietoetsen i n het onderwijs moer 1973 1 blz 11 18 4 h b onnet en j griffioen toetsen in de onderwijspraktijk moer 1 973 2 blz 54 5 hoe star die opvatting is blijkt bijvoorbeel d uit d r krathwohl b s bloom en b b masia taxonomie deel i i h et affectieve gebied ne d vert rotterdam 1971 blz 50 68 6 zie voor dit on derscheid bijv e de corte t geerligs e a beknopte di d axologie groningen 1972 blz 49 52 7 a j m thomassen on the representation of eerbal items in short term memory diss nijme gen 1970 blz 51 57 8 a f g van hoesel zindelijk denken foutieve denkwijzen en oneerlijke discussiemet ho de n bilthoven 1965 12e druk blz 46 4 9 9 van hoesel a w b lz 84 87 10 een eerste orientatie bieden k f robinson en e j kenkas teaching speech methods an d materials new york 1963 blz 263 265 het overzicht is natuurlijk niet up to date maar dat is spearri t t ook niet de benadering die mij bet beste bevalt van baird en knower general speech dateert al uit 1949 11 i van der velde p rojectonderwijs dwingt tot gemotiveerd en verantwoord taalgebru i k levende ta len juni ju li 1971 blz 444 134 7 141