“Maar zo leer ik er niks van, als ik al die rijtjes af ga.” Van het ideale curriculum Nederlands in het MDGO naar een ervaren curriculum.

Publicatie datum: 1991-01-01
Collectie: 09
Volume: 09
Nummer: 3
Pagina’s: 55-86
joke wooldrik jan sturm mariet van goch maar zo leer ik er niks van als ik al die rijtjes af ga van het ideale curriculum nederlands in het mdgo naar een ervaren curriculum 1 het schoolvak nederlands en de voorbereiding op studie en beroep 1 1 een welbekende trits wie in beleids documenten uit de laatste decennia op zoek gaat naar algemene doelen van onderwijs vindt al gauw varianten op een welbekende trits die ongeveer als volgt luidt onderwijs draagt bij aan de persoonlijke ontplooiing van de leerlingen hun voorbereiding op studie en beroep hun voorbereiding op deelname aan de maatschappij cfr docentengids 1989 1 de semantische grenzen tussen de drie delen zijn niet erg scherp maar over de kemen ervan bestaat een redelijke consensus je zou die als volgt kunnen weerge ven door persoonlijke ontplooiing word je meer mens de voorbereiding op studie en beroep maakt je een waardevoller werker en de voorbereiding op deelname aan de maatschappij maakt je een beter burger de dominantieverhouding tussen de delen van de trits bijvoorbeeld in termen van de mate van aandacht die ieder van de delen krijgt wisselt in de tijd in de jaren zeventig was er relatief veel aandacht voor de persoonlijke ontplooiing wrr 1986 70 en de deelname aan de maatschappij cfr ahlers 1975 10 in de jaren tachtig krijgt de voorbereiding op studie en beroep meer accent dan voorheen docentengids 1989 12 de glopper van schooten 1990 1 die dominantieverhouding wisselt waarschijnlijk ook per schooltype in het algemeen voortgezet onderwijs mag je bijvoorbeeld tamelijk veel aandacht voor de persoonlijke ontplooiing verwachten het beroepsonderwijs bo zou per definitie tamelijk veel aandacht moeten geven aan de vooibereiding op het beroep en daar dus een zwaar accent moeten leggen iets dergelijks geldt wellicht ook voor de bijdragen die de verschillende school vakken aan de algemene doelen leveren in de cultuur van het ene schoolvak taalonderwijs bijvoorbeeld past aandacht voor persoonlijke ontplooiing perfect dan ligt het voor de hand dat die relatief veel aandacht krijgt maar in een ander schoolvak motorvoertuigentechniek bijvoorbeeld staat de beroepsvooibereiding op een natuurlijke eerste plaats de persoonlijke ontplooiing verdwijnt daar naar de achtergrond en een vak als maatschappijleer is vooral ingevoerd om de leerlingen voor te bereiden op goed burgerschap spiegel 9 1991 nr 3 55 86 1 2 het schoolvak nederlands en de trits de dingen van hoger en lager orde zoals alle schoolvakken levert ook het schoolvak nederlands een specifieke eigen bijdrage aan de drie algemene doelen cfr bijvoorbeeld pais 1981 7 wie de recente geschiedenis van het vak kent klinkenberg e a 1988 geel 1989 en overzicht heeft over de verschillende versies barnes barnes 1984 van het vak die kenmerkend zijn voor de onderscheiden schooltypen kan zich niet aan de indruk onttrekken dat de bijdrage aan de individuele ontplooiing het vak niet veel problemen oplevert met vakonderdelen als literatuur lezen creatief schrijven en drama is het daartoe dan ook zeer geeigend ook de voorbereiding op deelna me aan de maatschappij kan niet zo problematisch zijn wie meer mensen mondig wil maken ahlers 1975 komt als vanzelf uit bij gespreksvoering discussieren debatteren zakelijk schrijven en wat niet al de bijdrage van het vak aan de voorbereiding op studie en beroep lijkt echter heel wat problematischer niet alleen nu maar ook vroeger al zo stelt leest auteur van het eerste nederlandse vakdidactische handboek voor voortgezet moedertaalonderwijs leest 1932 zich in een bespreking van english compositi on a systematic cowse turnbull 1935 de vraag hoe zal men de jonge mensen ertoe brengen hun moedertaal schriftelijk goed te gebruiken leest 1935 262 hij stelt die vraag tegen een achtergrond van de constatering die aan actualiteit nog weinig ingeboet lijkt te hebben cven z j 1 dat de klachten van hoogleraren patroons redacteuren en van wie ook maar in de gelegenheid zijn die resultaten van het taalonderwijs te beoordelen eer toe dan afnemen ib cursivering toegevoegd zoals uit het hieronder gegeven citaat moge blijken verwoordt leest met kennelijke instemming de wat hij noemt objectivistisch sociale opvatting over stelonderwijs die kenmerkt zich door aandacht voor de voorbereiding op studie en beroep veel minder waardering klinkt in zijn woorden door voor subjectivisti sche opvatting waarin de persoonlijke ontplooiing centraal staat acht men werkelijk ongedwongen uitstorting van het gemoed om een of andere reden noodzakelijk best laat ze dan dagboek houden of corres ponderen met zielsverwanten kwaad kan dat allicht niet maar aan hetgeen ze zo leren hebben ze later in de strijd om het bestaan in het verkeer met onbekenden superieuren of autoriteiten al bitter weinig in de maatschappij zullen ze heel wat anders nodig hebben trouwens de staat en de ouders verwachten ook iets heel anders zij eisen dat onze abiturienten in staat zullen zijn een beleefde duidelijk gestelde brief te schrijven een goed leesbaar ordelijk en juist verslag op te stellen hun belang hun overtuiging in een klemmend betoog ook schriftelijk te verde digen een advertentie een telegram te redigeren en te beantwoorden kortom van hun taal een behoorlijk en doeltreffend gebruik te maken in de verschillende gevallen die het leven hun te behandelen zal geven dkt moeten wij ze leren en stellen wij ons een ander desnoods hoger doel waarvoor wij het lagere practische verwaarlozen dan worden wij ontrouw 56 aan onze plicht en onze lastgevers zullen op goede gronden verklaren dat zij met hetgeen wij praesteren bekocht zijn al moge nu het aanleren van de schrijfconventies uit verschillende kringen der samenleving voor de vorming der jeugd geen morele artistieke of humanitaire waarde hebben ze te kennen is even noodzakelijk als ver trouwdheid met velerlei andere conventies met omgangsvormen vergade ringsgewoonten en dergelijke ib 265 266 cursiveringen toegevoegd het is duidelijk dat leest idealiter het moedertaalonderwijs c q het stelonderwijs een belangrijke functie toekent in de voorbereiding op studie en beroep en op het maatschappelijk functioneren wat vind je nu in leests vakdidactisch handboek bedoeld voor h b s en gymnasium terug van die idealen en dus van de waarde ring voor de objectivistisch sociale opvatting ongetwijfeld neemt de brief in het daarin uitgewerkte stelonderwijs een door anderen gekritiseerde sturm 1988 59 centrale plaats in maar het gaat daarbij niet om de beleefde duidelijk gestelde brief de zakelijke brief uit het bovenstaande citaat het gaat om de praatbrief een tekstsoort die de leerlingen in de lagere klassen gebruiken als opstapje naar het opstel en als dat opstel eenmaal in de hogere klassen aan de orde komt is er ook in leests stelonderwijs nauwelijks plaats meer voor andere tekstsoorten als brief verslag telegram en advertentie het ideaal lijkt enigszins te verbleken min of meer impliciet geeft leest zelf een mogelijke verklaring voor zijn gerichtheid op die ene tekstsoort het opstel ten koste van de andere in de strijd tussen de dingen van hoger en lager orde sturm 1988 winnen uiteindelijk ook bij hem als neerlandicus de dingen van hoger orde de dingen die wel morele artistieke of humanitaire waarde hebben voor de vorming der jeugd en dat het opstel in die zin tot de dingen van hoger orde behoorde had leests voorganger en lichtend voorbeeld ode al had hij heel wat kritiek op zijn ideeen j h van den bosch definitief bewezen de vos 1939 250 253 458 501 die status is het opstel tot op heden niet kwijt geraakt zoals mag blijken uit de strijd over het opstel als onderdeel van het centraal schriftelijk eindexamen voor het algemeen voortgezet onderwijs avo ij kennis over de eisen aan taalvaardigheid in studie en beroep latere didactische handboeken voor het voortgezet onderwijs in de moedertaal vaak minder expliciet beducht voor de strijd tussen dingen van hoger en lager orde houden ook enthousiaste pleidooien voor wat we nu noemen studie en beroepsvoorbereiding in het kader van moedertaalonderwijs niet zelden met behulp van klemmender argumenten dan die van leest maar de praktische uitwerking blijft ook daar in weinig specifieke aanwijzingen steken daar heeft zelfs de snelle ontwikkeling van het taalbeheersingsonderzoek en onderwijs na 1970 kennelijk weinig aan kunnen veranderen 57 een andere verklaring voor de geringe praktische aandacht voor de studie en beroepsvoorbereidende taak van het moedertaalonderwijs neest de bovenstaande ligt dan ook in de rede hoe weet een neerlandicus als docent wat het beroep in de nabije en verre toekomst aan specifieke taalvaardigheden vraagt van zijn huidige leerlingen immers pas als hij dat weet kan hij wellicht daaruit afleiden hoe hij in zijn taalonderwijs c q stelonderwijs daarmee rekening kan houden overigens komt hij dan daarna ook nog voor de lastige afweging te staan of hij det stelonderwijs gegeven zijn opleiding voor zijn rekening wil en kan nemen het ligt niet erg voor de hand aan te nemen dat veel docenten nederlands op basis van persoonlijke ervaringen over de kennis van die beroepseisen beschikken de meesten zullen direct na hun opleiding het onderwijs ingaan degenen die eerst een ander beroep uitoefenen doen dan maar op een heel beperkt terrein ervaring op als er elders wel kennis aanwezig is over de eisen die gesteld worden aan de taalvaardigheid van specifieke beroepsbeoefenaren dan hebben docenten neder lands daar gezien het weinige dat erover in handboeken en methodes voor avo terug te vinden is kennelijk niet of nauwelijks toegang toe vgl janssen 1987 docenten nederlands maar ook vakdidactici en schoolboekenauteurs die uit diepgevoelde overtuiging niet in leests woorden ontrouw aan hun plicht en hun lastgevers willen zijn en die dus iets willen doen aan de voorbereiding op studie en en beroep blijft bij de uitwerking daarvan niet veel anders over dan grotendeels te vertrouwen op hun gezonde verstand de vraag rijst dan wel of zo n gezond verstandanalyse een voldoende stevige basis kan opleveren om de beroepsvoorbereiding in het kader van het taal c q stelonderwijs ter hand te nemen en zo n stevige basis is nodig al was het alleen maar om daarbij de strijd met de dingen van hoger orde met succes aan te gaan en het opstel en zijn verwanten te laten voor wat ze zijn 1 4 voorbereiding op de studie gericht schrijven de geschiedenis van de stelopdracht b2 c q gericht schrijven havo vwo en later mavo lbo illustreert enerzijds de moeizame strijd die met het opstel geleverd moet worden en de povere resultaten in termen van verspreiding die behaald worden anderzijds behelst die geschiedenis niet alleen een geslaagde poging om een nieuwe examenvorm en een nieuwe te didactische werkvorm in te voeren ze kan daarnaast ook geinterpreteerd worden als een geslaagde poging het stelonderwijs dienstbaar te maken aan de voorbereiding van de leerlingen op hun wetenschappelijke studie griffioen 1975 170 175 bij de ontwikkeling van die stelopdracht en het daarbij passende stelonderwijs konden de betrokken neerlandi ci in ruime mate steunen op hun eigen ervaringen als student nederlands zeker als ze kozen voor een vakgebonden meestal letterkundig onderwerp voor de documentatiemap de zanger 1981 dan hoeft bovendien de strijd met de dingen van hoger orde nauwelijks gevoerd te worden die krijgen zo in ruime mate aandacht als er immers een onderwerp uit het curriculum nederlands zich 58 als behorend tot de dingen van hoger orde kan laten gelden dan is het wel literatuur de discussies rond de vernieuwing van de eindexamenprogramma s nederlands voor havo vwo braet 1990 laten enerzijds zien dat gericht schrijven na meer dan twintig jaar nog springlevend is maar anderzijds dat de groep beoefe naren de zanger 1981 11 bijzonder klein is de belangrijke rol die het onderwijs in gericht schrijven bij de voorbereiding op een verdere studie kan spelen lijkt onomstreden dat het onderwijs nederlands een taak heeft in die voorbereiding lijkt evenzeer onomstreden toch verbinden maar weinig docenten daaraan de voor de hand liggende conclusie dat ze gericht schrijven moeten invoeren het is hier niet de plaats om in te gaan op de oorzaken die tot de geringe verspreiding van gericht schrijven bijdragen het gaat er hier slechts om dat de geschiedenis van gericht schrijven begrijpelijk maakt dat de bijdrage van het schoolvak nederlands aan de voorbereiding op het beroep nog nauwelijks van de grond is gekomen want als het op het voor docenten nederlands relatief bekende terrein van de voorbereiding op de studie al nauwelijks of niet lukt om zo n bijdrage te leveren zoals de geschiedenis van gericht schrijven illustreert wat kun je dan verwachten van bijdragen op het zo onbekende terrein van de voorbe reiding op het beroep 13 het schoolvak nederlands en het beroepsonderwijs de bovenstaande globale analyse is hoofdzakelijk gebaseerd op wat ons bekend is over het moedertaalonderwijs c q het stelonderwijs in het algemeen voortgezet onderwijs dat doet de vraag rijzen hoe de stand van zaken is in bijvoorbeeld het nederlandse middelbaar beroepsonderwijs mbo dat te vergelijken is met de bovenbouw van het technisch onderwijs en beroepsonderwijs in vlaanderen1 hoewel het beroepsonderwijs natuurlijk ook een bijdrage moet leveren aan de persoonlijke ontplooiing van de leerlingen en hen moet voorbereiden op hun deelname aan de maatschappij ligt het in de rede te verwachten dat daar de noodzaak om het taalonderwijs dienstbaar te maken aan de voorbereiding op het beroep dringender gevoeld wordt dan in het algemeen voortgezet onderwijs immers de band tussen het onderwijs en het beroep waartoe dat onderwijs toegang geeft is zeker in het afgelopen decennium sterk geintensiveerd ten bewijze daarvan wijzen we in het voorbijgaan slechts op het werk van de boob s branche bedrijfstakgewijs overleg onderwijs bedrijfsleven2 op de ontwikkeling van beroepsprofielen beroepsopleidingsprofielen en op de daarvan afgeleide verplichte eindtermen voor de opleidingen door die intensievere contacten is het beroep c q zijn de beroepen waarvoor het mbo opleidt voor de betrokken docenten veel concreter aanwijsbaar te denken is aan beroepen als activiteitenbegeleider doktersassistent club en buurthuisleider 59 sociale dienstverlener en dat betekent dat die beroepen en de eisen die zij aan de taalvaardigheid van hun beoefenaren stellen voor de betrokken docenten in principe veel beter kenbaar zijn dan het beroep voor docenten in het avo voorzover we kunnen overzien zijn er weinig empirische onderzoeksgegevens beschikbaar die onze veronderstelling kunnen ondersteunen dat in het mbo de noodzaak om het taalonderwijs dienstbaar te maken aan de voorbereiding op het beroep dringender gevoeld en concreter omschreven wordt als je die veron derstelling op haar houdbaarheid zou willen toetsen zou je kunnen beginnen met een analyse van de opleidingsleer en opleidingsweikplannen en de afdelingsleer plannen voor de tien opleidingen ieder met meer dan een studierichting in het middelbaar dienstverlenings en gezondheidszorg onderwijs mdgo in de afgelopen jaren heeft de slo die in de indigo reeks gepubliceerd3 in termen van goodlads 1979 42 76 model voor inhoudelijk curriculumon derzoek kom je zo iets te weten over de bijdrage van het schoolvak nederlands aan de voorbereiding op het beroep zoals verwoord in het formele curriculum met die term duidt goodlad op geschreven documenten waarover groepen betrokkenen onderhandeld hebben en waarvan ze de inhoud hebben vastgesteld als geldige leerstof voor bepaalde leerlingen4 maar je komt zo ook iets te weten over het daarachter liggende ideale curriculum wat denkers over het onderwijs vakdidactici bijvoorbeeld goed achten als leerstof voor bepaalde leerlingen ideale leerplannen zijn nog niet onderwerp van socio politieke en technisch professionele onderhandelingen geweest vaak zijn ze ook niet uitgeprobeerd in de praktijk je vindt ze in handboeken en artikelen bijvoorbeeld maar het zou natuurlijk minstens even interessant zo niet interessanter zijn iets te weten te komen over de uitvoering van dat verwoorde curriculum bijvoorbeeld aan de hand van de volgende vragen wat vinden docenten nederlands in het mdgo zelf van hun eigen uitvoering van het curriculum in termen van goodlad onderzoek naar het waargeno men curriculum wat gebeurt er waarneembaar in hun klas als het curriculum in uitvoering is onderzoek naar het geoperationaliseerde curriculum wat ervaren hun leerlingen dan volgens eigen zeggen onderzoek naar het ervaren curriculum als je antwoord krijgt op die drie vragen kom je iets te weten over praktijken van taalonderwijs ook in het kader van de voorbereiding op het beroep 1 6 schrijfvaardigheid tussen denken en doen een case study op kleine schaal is enkele jaren geleden zo n onderzoek naar de praktijk uitge voerd aerts geerlings van goch 1987 drie studenten oude stijl van de vakgroep nederlands kun truus aarts mariet van goch zelf docent neder lands aan een school voor mdgo en huub geerlings observeerden en regis treerden op audioband en in veldnotities twee reeksen lessen nederlands op een 60 school voor mdgo in het ene geval ging het om 23 lesuren in de opleiding kostuumnaaien kn in het andere om 32 lesuren in de opleiding sociale arbeid sa van alle geregistreerde lessen maakten ze gedetailleerde schriftelijke verslagen grote delen daarvan bestaan uit letterlijke protocollen daarnaast voerden ze enkele langdurige interviews met de twee docenten die eveneens op audioband geregistreerd werden en daarna geprotocolleerd ze vulden hun dataverzameling aan met verschillende documenten waaronder het nieuwe deelschoolwerkplan nederlands sa dat dat jaar op de onderzoeksschool inge voerd werd en een concept artikel dat een van de betrokken docenten over het vak nederlands op het mdgo geschreven had natuurlijk namen ze het schoolboek feteris lewis 1982 dat in dat jaar in de opleiding sa ingevoerd werd in hun verzameling op en ze verzamelden uit tijdschriften en boeken vakdidactische teksten uit de periode 1920 1985 waarin opvattingen over stelonderwijs verwoord werden in hun onderzoek hebben ze min of meer aansluitend bij een hermeneutische traditie guba 1978 guba lincoln 1981 guba lincoln 1989 guba 1990 een weloverwogen representatieve selectie uit de observationele data minitieus geanalyseerd en op weg naar een interpretatie betrokken op analyses van de data uit de andere deelverzamelingen van het resultaat is verslag gedaan in drie dikke delen de gezamenlijke doctoraalscriptie juist omdat er zo weinig bekend is over de praktijk van moedertaalonderwijs in het mbo en met het oog op te verwachten adviesaanvragen heeft de valo moedertaal besloten joke wooldrik een opdracht te geven de belangrijkste gegevens uit het moeilijk toegankelijke onderzoeksverslag in een document ten behoeve van een te organiseren adviesvoorbereidende conferentie te verwerken wooldrik sturm 1991 uit dat document stamt het materiaal waaruit we dit artikel hebben opgebouwd 1 7 beroepsvoorbereiding in een praktijk tegen de achtergrond van de in de voorafgaande paragrafen geschetste problemen bij het ontwikkelen van beroepsvoorbereidend taalonderwijs willen we in het tweede deel van dit artikel een vooral concreet beeld schetsen van de klasseprak tijk van een docent die probeert zijn moedertaalonderwijs en meer in het bijzonder zijn stelonderwijs zo te veranderen c q te vernieuwen dat het een bijdrage kan leveren aan de vooibereiding van zijn leerlingen op hun toekomstige beroep5 daarbij zullen we ons er terdege rekenschap van moeten geven dat die vakinhou delijke verandering ingebed ligt in een veelomvattender vernieuwingspoging die de hele school aangaat belangrijke elementen daaruit zijn de pogingen om te komen tot vakkenintegratie vooral in het kader van de stages en de daarbij horende opdrachten en de pogingen beter om te gaan met de tamelijk grote verschillen tussen leerlingen in de klas de analytische beschrijving van de uitwerking van de intenties achter de vernieuwingspoging is gefocust op een docent die zijn lessen geeft aan een eerste 61 klas uit de opleiding sa als kader gebruiken we daarbij min of meer de vijf curriculumdomeinen die goodlad 1979 onderscheidt tegelijkertijd willen we het beeld van die klassepraktijk beter proberen te begrijpen door een opvallend verschijnsel dat we verlies van betekenis genoemd hebben6 aan de orde te stellen dat verschijnsel doet zich voor in het proces van de constructie de interpretatie en het gebruik van leerplandocumenten hooge veen sturm 1990 in paragraaf 2 gaan we in op de opvattingen van de docent over het ideale leerplan nederlands sa en over het mogelijke leerplan gegeven o a zijn percep tie van zijn leerlingen we reconstrueren die opvattingen op basis van de geproto colleerde lange interviews die met de docent zijn gehouden ook als we niet letterlijk citeren sluiten we zo dicht mogelijk aan bij het taalgebruik en de redeneertrant van de docent zonder dat via talloze verwijzingen naar de plaats van de uitspraken in het protokol en detail te verantwoorden7 in paragraaf 3 schetsen we een beeld van zijn praktijk zoals die in de onderzochte periode geobserveerd is we doen dat aan de hand van een tweetal incidenten die we aan een gedetail leerde analyse onderwerpen we ronden onze bijdrage af met een discussiepara graaf 2 nederlands in het mdgo opvattingen van een docent 2 1 het ideale en het mogelijke leerplan op basis van de onderzoeksgegevens construeren we in deze paragraaf een beeld van het ideale leerplan stellen van d als onderdeel van het deelleerplan neder lands en van het opleidingsleeiplan in d s uitspraken die we daarbij gebruiken peikt hij dat ideale leerplan vaak meteen al in tot een mogelijk leerplan hij geeft dan aan wat gegeven de school waaraan hij les geeft en vooral de leerlingen die hij onderwijst gerealiseerd kan worden van zijn ideaal vandaar dat we eerst kort ingaan op het beeld dat d heeft van zijn school en zijn leerlingen 2 2 verbaal niet begaafd de leerlingen op de opleiding sociale arbeid volgens d levert het niveau van zijn leerlingen hem veel problemen op bij de realisering van zijn onderwijs dat niveau wordt volgens hem bepaald door het karakter de intelligentie en de studievermogens van de leerlingen vooral in het eerste jaar dat hij op deze school les gaf aan de vormingsklas de opleiding kostuumnaaien en de interim algemene schakel opleiding inas had hij sterk de indruk dat de leerlingen niet bereid waren om ook maar iets te leren hij moest allerlei didactische vaardigheden uit zijn hoed toveren waarvan hij het bestaan nauwelijks vermoedde hij vindt dat deze leerlingen de neiging hebben om snel af te haken niet meer mee te doen en met elkaar te gaan praten toch zijn de leerlingen van het mdgo best bereidwillig maar als docent moet je weten hoe ze aan te pakken aansluiten bij de belevingswereld en de wijze van 62 denken van de leerlingen is noodzakelijk anders ontstaat er gerotzooi in het begin lukte het hem niet dingen duidelijk te maken terwijl hij zijn uitleg zelf heel duidelijk vond hij ontdekte dat hij te intensief bezig was met het overbrengen van stof er te veel stof door heen wilde draaien dat hij de leerlingen te hoog inschatte en te abstract bezig was te veel aan het woord was en te weinig beeld had van het totale gebeuren in de klas hij besloot de stof minder primair te stellen daardoor heeft hij meer ruimte gekregen voor het menselijke ofte wel het didactische aspect van lesgeven voor speelser omgaan met de leerlingen en met situaties hij ontdekte ook dat de leerlingen hem veel meer krediet bleven geven als hij op een humoristische manier op fricties inspeelde andere docenten nederlands op zijn school weiken met de methode tussen woord en taal borkent hartsema zwagerman 1965 d vond dat van meet af aan een verwerpelijke methode hij werkte er ook niet mee hij dacht het wel zonder boek te kunnen zelf vond hij dat werken zonder schoolboek wel aardig maar hij merkte dat zijn leerlingen behoefte hebben aan structuur een slecht boek is dan beter dan geen boek want een boek betekent structuur voor deze leerlin gen d heeft kritiek op de vooropleiding van zijn leerlingen merendeels komen ze van het lbo en het mavo daar raken de leerlingen volgens hem passief en consumptief ingesteld als gevolg daarvan zijn ze weinig kritisch weinig mondig en kunnen ze niet samenwerken ze hebben weinig verantwoordelijkheidsgevoel naar zichzelf en naar elkaar toe ze zijn erg individualistisch d heeft gemerkt dat de vooropleidingen leerlingen op uiteenlopende niveaus afleveren soms bestaan er zelfs tussen leerlingen afkomstig van dezelfde school grote verschillen daardoor zou differentiatie in de klas bijna tot volstrekt individueel onderwijs leiden dat kan niet in de grote klassen waaraan hij les moet geven en dus vreest d het ergste voor een aantal leerlingen volgens d worden de leerlingen op de sa plotseling met heel andere eisen dan in hun vooropleiding geconfronteerd het wordt hun duidelijk gemaakt dat ze voor hun eigen belang op deze opleiding zitten ze moeten in groepen samenwer ken er is een minder strak regime en een minder strak georganiseerd onderwijs aanbod dat leidt ertoe dat leerlingen terugvallen soms zelfs regressief gedrag vertonen in het eerste jaar valt de helft af hij vindt dat te veel de oorzaak daarvan ligt niet alleen bij de vooropleiding maar ook bij het hoge niveau van de sa waar hij les geeft dat is weer het gevolg van het grote aantal eerstegraads docenten dat er les geeft voor hen is het moeilijk afdalen d vertelt dat zijn leerlingen verbaal zowel mondeling als schriftelijk niet begaafd zijn verbeterde opleidingen en verbeterde doorstroming veranderen het niveau van de taalvaardigheid niet taal en denken zijn volgens d zo essentieel met elkaar verweven dat mensen met een bepaalde intelligentie ook bepaalde schrijfprodukten afleveren naast vooropleiding speelt voor d ook het milieu waaruit de leerling komt een zeer belangrijke rol zowel bij spelling als bij schrijfvaardigheid 63 in zijn lessen probeert d situaties aan te bieden die voor leerlingen zo concreet mogelijk zijn hij probeert een stukje gewenning en inzicht aan te kweken voordat ze de stage ingaan voor het schrijfvaardigheidsonderwijs aan dit type leerlingen is het ervarings leren volgens d een goede lijn dat moet dan gecontroleerd en gecorrigeerd worden de tijd stelt hier een limiet aan want binnen de lessen nederlands heeft hij niet zoveel tijd 2 2 veel aandacht voor nederlands in het mdgo in 1979 werd d gevraagd of hij docent aan de nieuwe opleiding sociale arbeid zou willen worden hij aanvaardde deze taak en ontwikkelde voor het vak nederlands een zogenaamd vakleerplan waarin hij doelen onderwerpen en activiteiten beschreef hij baseerde zich daarbij op het vakleerplan nederlands dat was onder begeleiding van de stichting voor de leerplanontwikkeling slo ontwikkeld door de vakproduktiekern nederlands die vakproduktiekern bestond uit docenten nederlands van mdgo scholen d zat zelf niet in zo n vakproduk tiekern de slo karakteriseerde het gewenste programma nederlands als volgt voor de opleiding mbo sa komt het volgende beeld van het vak nederlands naar voren veel aandacht voor gespreksvormen en inzicht verwerven in de psycho sociale en pragmalinguistische factoren die de communicatie beinvloeden verder vergader en discussietechniek rappor tage notuleren nota s schrijven correspondentie en kritisch analytisch luisteren en lezen omgaan met taalgebruik slo 1982 9 in het opleidingsweikplan wordt er o a van uitgegaan dat het vak nederlands dienstbaar gemaakt wordt bijvoorbeeld aan de stage en aan de thematische integratie binnen de school per jaar is er een aantal weken waarin alle vakken geintegreerd worden aangeboden10 in het algemeen geldt dan ook dat er in het eerste jaar van de opleiding op grond van het opleidingswerkplan twee eisen aan nederlands worden gesteld een bijdrage leveren aan de stagevoorbereiding algemene ondersteuning bieden aan andere vakken door het leren maken van werkstukken interviews leren afnemen en sollicitatiebrieven leren schrijven ondanks de onmiskenbare trend in het mdgo het schoolvak nederlands te laten opgaan in andere vakken ziet d nederlands grotendeels als autonoom vak alleen bij het onderdeel rapportage dat al wat meer toegespitst is op het werkveld ziet hij dat nederlands andere vakken nadrukkelijk gaat raken vooral bij het thema stagevoorbereiding volgens d moet het schrijfonderwijs op de opleiding sa dusdanig ingericht worden dat de leerlingen eenmaal in de praktijk er veel aan hebben zeker op de lange termijn moet het schrijfonderwijs in dienst staan van het toekomstige beroep 64 23 vakinhouden bij schrijfvaardigheidsonderwijs 23 1 preliminaire vaardigheden en procedures d heeft een duidelijk zicht op wat hij vakinhoudelijk in zijn moedertaal c q stelonderwijs aan de orde wil stellen in welke volgorde en waarom hij heeft dat ook in documenten vastgelegd en gelegitimeerd in de interviews geeft hij daarop verhelderend commentaar waarbij hij zowel de korte termijn overziet de komende les als de middellange een leerjaar en de lange de opleiding zo zegt hij in een van de gesprekken ik ga dus nou de komende weken bezig zijn in het eerste jaar dat zul je gaan zien met het boek over en weer en daar pak ik de eerste hoofd stukken uit en je zult zien dat daar een aantal vaardigheden aan de orde zijn die te maken hebben met logische verbanden oorzaak en gevolg en dat soort dingen zinsconstructies etcetera denkmethoden structuuitjes 1 1 sa 36 953 958 in navolging van drop de vries 1974 5 acht hij de genoemde vaardigheden preliminair voor de schrijfvaardigheid ze moeten dan ook duidelijk onderscheiden worden van de procedures voor schrijf en spreektaken die hij zijn leerlingen uiteindelijk wil bijbrengen d s schrijfvaardigheidsonderwijs is afgestemd op de vrij hoge eisen die het werkveld stelt aan schrijfvaardigheid van medewerkers zijn leerlingen moeten vrij snel redelijk wat informatie op papier kunnen zetten dat betekent dat hij ze vooral zover moet krijgen dat ze hun schrijfangst overwinnen en ook echt durven schrijven hij richt zijn schrijfvaardigheidsonderwijs sterk op het aanleren van schrijfprocedures hij begint daar echter nog niet mee in het eerste leerjaar in het eerste semester van de opleiding komen in het kader van schrijfvaardig heidsonderwijs de volgende onderwerpen bij nederlands aan de orde preliminaire vaardigheden het maken van een lesverslag het oefenen met een procedure in het blok interviewen waarin bovendien een stuk rapportage zit rapportage in het thema stagevoorbereiding als de leerlingen de preliminaire vaardigheden enigszins beheersen worden die vervolgens gekoppeld aan het maken van een lesverslag het lesverslag op zich kan beschouwd worden als een prelude op het thema stagevoorbereiding waarmee het eerste jaar eindigt en op de stage zelf zo bereidt elk onderdeel weer voor op het volgende op verzoek van andere docenten wordt ook begonnen met interviewtechniek als voorbereiding op de snuffelstage in het tweede semester als docent neder lands vindt d dit een wezenlijk onderdeel van zijn vak hij legt de basis en andere vakken volgen met specifieke gespreksvormen de voorbereiding van een inter view en de verwerking ervan vindt hij belangrijk in verband met de stage in het tweede jaar 65 bij het interviewonderwijs geeft hij de leerlingen een procedure die hij hele maal precies uitwerkt en waarmee hij ze stap voor stap laat werken dat gaat dan van brainstormen tot en met een definitieve vragenlijst maken d rekent dat ook tot schrijfvaardigheidsonderwijs omdat hij ze de vragen op papier laat zetten bij het onderwerp rapportage moeten de leerlingen leren welke rapportagevor men er bestaan welke eisen daaraan gesteld worden en wat de positie van de rapporteur in verschillende situaties is ze moeten leren wat subjectief en objectief rapporteren is hoe ze moeten argumenteren en welke fouten ze daarin maken d maakt onderscheid tussen schrijven en rapporteren rapporteren is in zijn opvatting een functionele beroepsgerichte vorm van schrijven naast de zgn preliminaire vaardigheden komt ook de zinsbouw aan de orde het echt fatsoenlijke zinnen schrijven dat vindt hij wezenlijker dan spellingfouten eruit halen dat wordt gecombineerd met aandacht voor taal en denken bij stijl ben je bezig met redeneerstructuren een vraag voor d is of hij gerichte aandacht moet besteden aan grammatica spelling en vocabulaire deze vakinhouden staan vrij los van andere vakken grammatica heeft hij vroeger gegeven met paardekooper maar hij heeft gemerkt dat de leerlingen daar onvoorstelbaar veel moeite mee hebben het rendement is miniem d vindt dat hij de leerlingen niet hoeft te leren ontleden wel moet hij ze leren ontdekken dat er enkelvoudige en samengestelde zinnen zijn bij schrijffouten moet hij met grammaticale termen duidelijk kunnen maken wat erachter zit in het schrijfvaardigheidsonderwijs stoot d op een aantal problemen allereerst blijken de leerlingen niet goed te kunnen spellen maar ik heb eigenlijk het geloof verloren in mensen voor ze goed te leren spellen dat ze niet meer als twintig procent fouten maken dat idee schaf ik af dat leren er een paar en die hadden het al geleerd dus die houden het alleen maar bij je kunt het ook zien ik zie ook steeds weer dat op dat punt de vooroplei ding en het milieu een doorslaggevende met name ook milieu een door slaggevende betekenis van doorslaggevende betekenis zijn 1 3 sa 12 6 13 ten tweede heeft hij te weinig tijd om individueel met leerlingen te werken en dat is een problematiek wat je dan eigenlijk en daar ligt dan ook weer de grens waar je in zo weinig uur twee uurtjes in de week niet wezenlijk aankomt hoe moet ik een leerling die inderdaad heel moeizaam denkt die heel moeilijk verbindingen trekt die legt die oorzaak en gevolg niet eens goed kan onderscheiden die hoofdzaak en bijzaak nauwelijks in de vingers krijgt hoe moet ik met zo n leerling eh heel individueel gaan werken dat dat gaat gewoon niet 1 3 sa 5 20 28 66 d lost de problemen rond de geringe spelvaardigheid van zijn leerlingen op door bij het spellingonderwijs in te spelen op individueel gemaakte fouten en als een fout vaker wordt gemaakt dan haalt hij die centraal de tijdnood veroorzaakt door de grote verschillen tussen de leerlingen bestrijdt d door integratie van vakonderdelen zo zou hij het schrijfvaardigheids onderwijs vanuit lezen willen laten beginnen door daar tekststructuren aan de orde te stellen hij ontwikkelt dan een stukje inzicht bij de leerlingen dat voor iedereen even nieuw is omdat het in geen van de vooropleidingen al behandeld is daardoor ontstaat voor de leerlingen een wat gelijkere startpositie vanuit tekststructuren zou hij dan in het tweede semester wat gerichter kunnen gaan kijken naar schrijven hij gaat dan vanuit de tekststructuur kijken hoe een tekst wordt opgebouwd als je die zelf gaat schrijven een procedure bestaat uit een aantal activiteiten voor schrijven denkt d aan de volgende activiteiten orienteren brainstormen selecteren ordenen keuzes maken over waar je het over wilt hebben verdiepen van kennis over het onderwerp methodes van materiaalverzamelen zoals bijvoorbeeld topische vragen en met behulp van een wetenschappelijke vraagmethode wat zeggen bepaalde wetenschappen van een bepaald probleem het gaat d in eerste instantie niet om het produkt maar vooral om de vaardigheid stapjes maken hij beschouwt het als pure winst wanneer de leerlingen gaan beseffen dat schrijven iets is wat te maken heeft met een procedure iets waar de leerling aan begint waar een aantal stappen inzit deelprodukten en die uiteindelijk leidt tot een goed resultaat 3 verbanden en verbindingswoorden nederlands op een school voor mdgo 3 1 moeten we nu dan oefening 28 maken een incident11 1 jd d voornaam moeten we nou 3 jd ja nou 4 d nou de volgende is iets moeilijker dan draaien we de zaak namelijk om 5 jd onverstaanbaar d onverstaanbaar jd onverstaanbaar d onverstaanbaar 6 jd deze is wel helemaal goed maar in oefening eh 7 d daar staat een fout in naar jullie mening 67 8 jd nee maar bijvoorbeeld net zoals in acht 9 d ja 10 jd hieruit volgt he dat ook in communistische landen eh dat is gewoon een con over alcoholisme dat is toch een gevolg of niet 11 d d r wordt een gevolg aangegeven gevolg oorzaak wat voor een relatie is dat precies eens even kijken hieruit volgt die conclusie komt die hierin voor 12 jd maar zo leer ik er niks van als ik al die rijtjes af ga nee als ik al die rijtjes af ga dan leer ik toch niks 13 d nee het gaat er in eerste instantie alleen nog maar om om ze te leren herkennen ja op het moment dat je hebt geleerd ze enigszins te herkennen dan want hier gaat het uiteindelijk om dat je ze zelf kunt toepassen maar het is natuurlijk ook een gebruik om ze te herken nen als jij zegt dat is toch een samenvatting conclusie dan eh dan is dat toch goed en wat hadden jullie dan 14 jd oorzaak gevolg 17 jd ja ik dacht omdat dat zo moeilijk gaat dit betreft het uitroeien van oude gewoontes zie oefening 27 19 jd onverstaanbaar gevolg 20 me d r zit dan toch ook een conclusie in 21 jd ja dat zie dat zit er wel in maar 22 d dan moet ik je zeggen eerlijk gezegd dat eh deze reeks 5 6 7 9 en 10 dat die heel onverstaanbaar is dus dat zou best eens kunnen dat je die nog wel eens door elkaar haalt maar daar gaan we ook nog een andere keer in een wat andere vorm wat preciezer op in 24 jd moeten we nu dan oefening 28 maken 25 d ja die is moeilijker 0 5 sa 19 33 20 18 3 2 ik dacht omdat dat zo moeilijk gaat wat gebeurt er eigenlijk 3 2 1 leren een duidelijke lijn aan te brengen de leerlingen van een eerste klas sa zijn op een morgen in december bezig met het maken van oefening 26 27 en 28 uit paragraaf 2 7 1 verbanden met verbin dingswoorden uit feteris lewis 1982a 29 31 als ze die af hebben kijken ze die na met behulp van correctievenen feteris lewis 1982b 17 d deelt de correctievellen uit geeft toelichting en vraagt aan enkele groepjes hoe het gaat tegen jl zegt d dat hij aan het werk moet gaan in een kadertje op pagina 29 van hun boek kunnen de leerlingen lezen wat ze van de oefeningen moeten leren je moet weten welk verband een verbindingswoord aangeeft je moet verbindingswoorden op de goede manier kunnen gebruiken 68 in de inleiding op de les een klassikale instructie heeft d oefening 26 en 27 als volgt geintroduceerd 11 d oefening 26 en 27 die hebben te maken met verbanden 12 enkele leerlingen praten fluisterend 13 d verbanden tussen woorden of tussen binnen zinnen moet ik zeggen verbanden tussen zinnen en verbanden tussen tekstgedeeltes zeg maar verbanden tussen alinea s 14 alle leerlingen zwijgen 15 d ik hoop dat je je realiseert dat wanneer mensen praten ze praten vanuit hun gedachten je moet eerst iets bedenken voordat je het kunt formuleren 16 enkele leerlingen praten fluisterend 17 d ik verwijs naar het stencil communicatie12 als je nou gaat kijken naar hoe mensen nou hun taal gebruiken naar hoe mensen zinnen aan elkaar rijgen dan blijkt dat daar eh nog wel enig systeem in aan te brengen is hoewel ik hier nog wel eens mensen aantref die daar geen last van hebben mogen we over het algemeen stellen dat mensen die iets vertellen daarin een duidelijke lijn kunnen brengen dat betekent dus dat je in staat bent om gedachten aan elkaar te koppelen met elkaar te verbinden het stukje theorie gaat over verbanden en woorden die die verbanden aangeven verbindingswoorden nou worden hier een stuk of tien soorten van verbanden aangegeven en het is dus goed om die heel rustig te bekijken je moet begrijpen wat er staat je moet ook die voorbeeldzinnen eens bekijken want als je dat goed tot je hebt laten doordringen ook de verschillen die optreden dan kun je rustig gaan werken in eerste 18 19 d instantie aan oefening 26 en oefening 27 voor mensen die nog correc tievenen willen hebben 20 d die moeten dat nog eerst even doen de rest d kan eh meteen beginnen aan verbanden en verbindingswoorden er hoeft weinig twijfel aan te bestaan d confronteert zijn leerlingen in deze les die deel uitmaakt van een samenhangende lessenserie binnen zijn schrijfvaardig heidsonderwijs met een belangrijke vakinhoud belangrijk juist voor deze leerlingen die zijn namelijk niet in staat om een duidelijke lijn aan te brengen in wat ze vertellen laat staan in wat ze schrijven in een interview zegt d hierover deze leerlingen hebben er veel moeite mee om zelf tekst te schrijven dat ligt er onder andere aan dat ze een tekst niet zelfstandig kunnen structureren de docent moet hen die structuur verschaffen hij moet 69 van alinea tot alinea de tekst formeel en inhoudelijk voorstructureren 0 8 sa 26 28 33 met dodelijke ironie stelt d in zijn inleiding dan ook vast dat een aantal van zijn leerlingen geen last hebben van enig systeem in hun taalgebruik zodat ze geen duidelijke lijn kunnen aanbrengen in wat ze vertellen aan die deficientie kan nu gewerkt worden eerst het stukje theorie heel rustig bekijken begrijpen wat er staat en dan aan de slag om het grote belang dat d in het algemeen aan deze vakinhoud toekent te illustreren citeren we een passage uit de door d zelf geschreven tekst nederlands op het mdgo voordat je aan taalvaardigheid toekomt moet je mensen eerst leren denken in termen van oorzaak gevolg doel middel stelling argumen tatie conclusie argumentatiewijzen hoofdzaak bijzaak categoriseren en classificeren definieren soorten definities dit zijn allemaal denk vaardigheden die drop en de vries beschouwen als preliminaire vaardigheden wanneer je mensen nu leert omgaan met deze vaardig heden komen de specifieke taalvaardigheden wel vanzelf nederlands in het mdgo 7 3 2 2 zeg van de cursief gedrukte woorden terug naar het eerste incident jd die samen met zijn vriendin me oefening 26 en 27 heeft nagekeken roept d om te vragen waar hij nu verder mee moet gaan d geeft als antwoord nou de volgende is iets moeilijker jd heeft echter meer op zijn lever hij wil oefening 26 aan de orde te stellen de opdracht bij deze oefening luidt zeg van de cursief gedrukte verbindingswoorden en woordgroepen welk verband ze aangeven opsomming vergelijking tegenstelling reden voorwaarde voorbeeld bewijs samenvatting conclusie fete ris lewis 1982 31 in eerste instantie komt jd niet verder dan maar in oefening eh want d valt hem onmiddellijk in de rede daar staat een fout in naar jullie mening kenne lijk wil d jd voor zijn hij is al eerder door andere leerlingen gewezen op een kennelijke fout in oefening 26 zin 7 daarin luidt 7 tot nu toe hebben de maatregelen tegen alcoholgebruik in oost europa weinig of niets uitgehaald het alcoholgebruik is hoogstens iets minder open baar geworden de zin bevat geen gecursiveerd deel andere leerlingen waren van mening dat de woordgroep tot nu toe in deze zin het verband tijd uitdrukt en dus cursief gedrukt had moeten zijn jd echter ontkent dat het hem om zin 7 gaat hij wil zin 8 aan de orde stellen die luidt 8 hieruit volgt dat ook in communistische landen eeuwenoude gewoonten moeilijk uit te roeien zijn ib 70 voor zin 8 geeft het correctievel het volgende antwoord 8 hieruit volgt samenvatting conclusie feteris lewis 1982b 17 maar volgens jd geeft hieruit volgt een gevolg aan al laat hij ruimte voor twijfel of niet hij lijkt dus op voorhand bereid zich van zijn ongelijk te laten overtuigen begrijpelijk als leerling weet je het over het algemeen niet beter dan het antwoordenboek maar verrassend genoeg geeft d hem in eerste instantie direct gelijk d r wordt een gevolg aangegeven en waar een gevolg is moet een oorzaak zijn gevolg oorzaak wat voor een relatie is dat precies eens even kijken want zo eenvou dig is het school leven niet toch eerst eens wat preciezer naar het boek en de correctievellen kijken met welke verbindingswoorden en woordgroepen wordt oorzaak gevolg volgens het boek aangegeven dat is te vinden in het schema op de linkerbladzijde tegenover oefening 26 feteris lewis 1982a 30 achter 5 oorzaak gevolg vind je de volgende mogelijkheden door daardoor waardoor doordat zodat te danken aan te wijten aan als gevolg waar van zodoende hoe zouden jd en me nu moeten vaststellen of hun veronderstelling dat hieruit volgt het verband oorzaak gevolg aangeeft al dan niet terecht is d geeft een duidelijke grotendeels niet verbale aanwijzing die op het volgende neerkomt in het schema op pagina 30 zoek je eerst het blokje oorzaak gevolg op daarachter vind je dan opgesomd welke woorden of woordgroepen dat verband aangeven hieruit volgl die conclusie komt die hierin voor nee dus dus hieruit volgt geeft geen gevolg aan in welk hokje komt hieruit volgt wel voor in het hokje achter 10 samenvatting conclusie kortom alles bij elkaar genomen samengevat dus daarom vandaar dat dan ook op grond van het voorgaande bovenstaande hieruit volgt voor alle zekerheid kijk je ook nog even of de toelichting op oefening 26 vermeldt dat een van de cursieve woorden of woordgroepen een conclusie samen vatting verband aangeeft dat is het geval maar jd die kennelijk razendsnel doorheeft waar d met zijn aanwijzing op uit is hij heeft waarschijnlijk al een jaartje of twaalf onderwijs achter de rug speelt het spel niet mee verontwaardigd zegt hij maar zo leer ik er niks van als ik al die rijtjes af ga nee als ik al die rijtjes af ga dan leer ik toch niks d heeft kennelijk meteen door wat jd bedoelt iets als zo leer ik toch niet denken in termen van oorzaak gevolg en dat moet want dan kan ik mijn gedachten aan elkaar koppelen en iets vertellen w aarin een duidelijke lijn zit d geeft hem direct gelijk nee dat leer je zo niet maar hij geeft meteen ook aan dat dat soort leren denken voor jd op dit moment nog niet aan de orde is en dat dat ook niet de bedoeling is want eerst moet jd iets anders leren het gaat er in 71 eerste instantie alleen nog maar om om ze te leren herkennen ja op het moment dat je hebt geleerd ze enigszins te herkennen dan voor det doel verbanden en verbindingswoorden herkennen vindt d het afgaan van rijtjes wel een methode waarmee je iets leert als jd dat nu maar doet zal hij gegarandeerd tot de slotsom komen dat is toch een samenvatting conclusie en dan eh dan is dat toch goed maar jd is de rijtjes niet afgegaan en moet dus op de vraag en wat hadden jullie dan beschaamd antwoorden oorzaak gevolg maar tot zijn verdediging voert jd aan ja ik dacht omdat dat zo moeilijk gaat onverstaanbaar gevolg 3 2 3 eeuwenoude gewoontes zijn moeilijk uit te roeien jd toont met zijn verdediging aan dat hij een van de belangrijkste spelregels van de schoolse interactie kent wie als leerling op een fout betrapt wordt moet zich daarvoor verantwoorden maar hij beheerst de spelregel ook uit de mogelijke verantwoordingsstrategieen cody mclaughlin 1988 kiest hij immers een adequate hij biedt een logische verklaring aan voor het ontstaan van zijn antwoord omdat dat zo moeilijk gaat kennelijk heeft jd de logische relatie tussen zin 7 en 8 proberen te identificeren en is hij tot de slotsom gekomen dat de stand van zaken die in 7 beschreven wordt gelet op de informatie in 1 een gevolg kan zijn van wat in 8 aangegeven is wie jd s redenering moet beoordelen kan niet om een zekere waardering heen 1 al eeuwenlang heeft oost europa met een drankprobleem te maken dat vermoedelijk samenhangt met de gewoonten van de mensen 8 eeuwenoude gewoontes zijn moeilijk uit te roeien 7 maatregelen tegen alcoholgebruik hebben in oost europa weinig of niets uitgehaald jd s lezing van de twee zinnen zou dan kunnen luiden tot nu toe hebben de maatregelen tegen alcoholgebruik in oost europa weinig of niets uitgehaald het alcoholgebruik is hoogstens iets minder openbaar geworden dat is het gevolg van de omstandigheid dat ook in communistische landen eeuwenoude gewoonten moeilijk uit te roeien zijn ons lijkt het overigens in ieder geval kwestieus of de verhouding tussen 7 en 8 uberhaupt geinterpreteerd kan worden in termen van samenvatting laat staan conclusie het gebruik van want in plaats van hieruit volgt als uitdrukking van een interpretatie in termen van alledaagse verklaring lijkt ons meer voor de hand te liggen tot nu toe hebben de maatregelen weinig of niets uitgehaald want eeuwenou de gewoonten roei je nu eenmaal moeilijk uit wie per se naar samenvatting toe wil kan 8 wellicht opvatten als een sententie die zelfs voor communisten geldt die als zodanig wel als een soort samenvatting 72 van het hele tekstje kan gelden maar dan ligt een ander e verbindings woord groep dan hieruit volgt meer voor de hand kortom eeuwenoude gewoonten zijn moeilijk uit te roeien de van dale geerts e a 1984 3271 geeft onzes inziens ondubbelzinnig aan dat het gebruik van hieruit volgt in zin 8 fout is die omschrijft de betekenis van volgen als voortvloeien en geeft als gebruiksvoorbeelden dat volgt logisch uit het voorafgaande hieruit volgt dat hij er geweest moet zijn het lijkt ons onzin te beweren dat zin 8 logisch voortvloeit uit het voorafgaande eerder is het vooraf gaande een illustratie bij 8 3 2 4 een andere keer opnieuw terug naar het incident me troost jd als het ware op zijn manier door redeneren had hij ook wel bij het goede antwoord uit kunnen komen d r zit dan toch ook een conclusie in erg bevredigend vindt jd dat kennelijk niet ja dat zie dat zit er wel in maar ook d geeft enige troost hij begrijpt dat jd de twee verbanden door elkaar haalt want ze zijn moeilijk uit elkaar te houden maar tegelijkertijd waarschuwt hij jd dat die verwarring nog wel eens kan toeslaan die geldt dan niet alleen voor 5 oorzaak gevolg en 10 samenvatting conclusie maar even goed voor 6 reden verklaring 7 doel middel en 9 voorbeeld bewijs d rondt de interactie met jd af met een belofte maar daar gaan we ook nog een andere keer in een wat andere vorm wat preciezer op in jd kent de betekenis van zo n belofte de zaak is gesloten hij herhaalt de vraag waarmee het incident begint moeten we nu dan oefening 28 maken en ook d herhaalt zich ja die is moeilijker heeft het incident zich eigenlijk wel voorgedaan 3 3 een leerling die inderdaad heel moeizaam denkt d moet zich ervan bewust zijn dat hij in deze les voor zijn leerlingen een moeilijk onderwerp aan de orde stelt in een interview zegt hij daarover het volgende je hebt over het algemeen te maken met mensen die verbaal en zeker op schrift hoe dan ook niet begaafd zijn hoe moet ik een leerling die inderdaad heel moeizaam denkt die heel moeilijk verbindingen trekt die legt die oorzaak en gevolg niet eens goed kan onderscheiden die hoofdzaak en bijzaak nauwelijks in de vingers krijgt gaan werken hij kent het antwoord op die vraag met zo n leerling eh heel individueel gaan werken dat dat gaat gewoon niet dat zie ik mij in ieder geval niet doen hoe vervelend het ook is dan moet ik heel direct in samenspraak in samenspraak met die leerling d ruit zien te krijgen wat voor talige middelen zo n leerlingen gebruikt om toch eh bepaalde denkrelaties te leggen dat hij bijvoorbeeld en toen gebruikt om daarom te bedoelen 1 3 sa 4 41 5 37 73 hoewel het de vraag is of jd wel behoort tot de leerlingen die heel moeizaam denken het is wel duidelijk dat de oplossing van jd s probleem dat zoals we hierboven hebben laten zien vooral ook veroorzaakt wordt door een slordige uitwerking van de oefening in het boek tamelijk veel tijd van d zal vragen meer dan hij kennelijk beschikbaar heeft terwijl hij met jd praat roepen immers een aantal andere leerlingen al zijn hulp in als hij jd recht had moeten doen zou hij inderdaad minstens samen met hem hebben moeten analyseren hoe jd tot zijn antwoord is gekomen hij zou de goede elementen in jd s redenering hebben moeten aangeven en de fout in de oefening ontdekt moeten hebben iedereen met onderwijservaring weet hoeveel tijd dat kost dat d om van jd af te komen twee beproefde middelen pas de truc toe en daar komen we nog op terug inzet waarvan het laatste werkt zal dan ook niet veel verbazing wekken d s zojuist geciteerde uitspraken maken duidelijk dat hij niet alleen tijdgebrek als verantwoording voor zijn gedrag aanvoert maar ook zijn verbaal niet begaafde leerlingen aerts et al accepteren in hun onderzoeksverslag d s attributies ook in het hier besproken incident maar op grond van een reeks andere analyses maken ze nog begrijpelijker dat d in het geanalyseerde incident maar ook in andere gevallen niet toekomt aan door hem noodzakelijk geachte individuele instructie die verschuift naar de toekomst en ervoor kiest de leerlingen via een truc het goede antwoord te laten vinden die andere analyses laten zien dat d s vakinhoudelijke opvattingen met name over de relatie tussen taal en denken ertoe leiden dat hij zijn leerlingen min of meer als niet onderwijsbaar definieert maar hij kan ze natuurlijk moeilijk naar huis sturen dat impliceert weer dat hij er veel tijd en energie in moet steken om de voortgang van de lessen te bewaken de leerlingen moeten bezig blijven al was het alleen maar om d in staat te stellen als docent te overleven dat roept vervolgens spanningen op zeventienjarigen laten zich niet zo gemakkelijk bezig houden en dus moet d veel aandacht schenken aan het klasseklimaat13 overigens kan uit het voorafgaande al duidelijk geworden zijn dat d zich er bewust van is dat er een redelijk brede kloof gaapt tussen enerzijds het ideale en het formele curriculum en anderzijds het waargenomen curriculum met een zeker cynisme accepteert hij dat als onvermijdelijk waar hij nauwelijks oog voor schijnt te hebben is de kloof tussen het waargenomen en het ervaren curriculum de kloof waar jd naar verwijst als hij verzucht maar zo leer ik er niks van als ik al die rijtjes af ga in een korte afsluitende paragraaf proberen we dat te verduidelijken 4 discussie 4 1 verlies aan betekenis hoe je het ook wendt of keert onderwijs geven leidt er altijd toe dat leerlingen in opdracht van de docent iets bepaalds doen ergens mee bezig zijn soms beperkt 74 zich dat doen tot luisteren voor veel docenten is zo n luisterschool eigenlijk uit den boze en dus is en wordt er naarstig gezocht naar andere activiteiten die van een luisterschool meer een doeschool maken leerlingen moeten iets bepaalds doen een oefening maken een stukje schrij ven iets uitbeelden om iets bepaalds te leren en al doende worden ze geacht dat te leren of ze zich dat nu bewust zijn of niet anders gezegd het hart van het onderwijs is het geoperationaliseerde curriculum maar over de interpretatie van wat er in dat geoperationaliseerde curriculum geleerd wordt kunnen de meningen van de betrokkenen leerlingen en docenten uiteenlopen bekend is in dit verband het onderzoek van cicourel jennings 1974 die video opnames van een les eerst aan de betrokken docent lieten zien en haar hem commentaar vroegen en vervol gens aan de betrokken leerlingen die zij ook commentaar vroegen over het resultaat schrijven zij comparing the teacher s version with those of the children produ ced different accounts of the same scene it was sometimes difficult to recognise that the children and the teacher witnessed the same event the children seemed to receive and organise the lesson in terms of their own orientation at the time of the event and these conceptions do not always match the teacher s account of the lesson s purpose and conducl geciteerd in adelman 1981 79 dat verschil kan benoemd worden als het verschil tussen het waargenomen curriculum de interpretatie van de docent en het ervaren curriculum de interpretatie van de leerling het incident moeten we nu dan oefening 28 maken representeert een deel van het geoperationaliseerde curriculum wie het met onze analyse van dat incident eens kan zijn moet constateren dat op zichzelf beschouwd in de lessen waar dit incident uit stamt de leerlingen alleen de juiste antwoorden bij een oefening vinden welk van zeven in de toelichting gegeven verbanden drukken de negen gecursiveerde woorden of woordgroepen in zin 1 t m 8 uit onze analyse maakt ook duidelijk dat de docent en de leerlingen zich er met een zekere gelatenheid bij neerleggen dat het er praktisch gesproken uiteindelijk niet toe doet hoe de leerlingen het juiste antwoord vinden als ze het maar vinden als de vraag naar het hoe toch min of meer toevallig en tamelijk impliciet opduikt wordt semantisch georienteerde inhoudelijke reflectie in dialoog als middel om het antwoord te vinden afgeremd en mechanistische reflectie op het kunstje gepropageerd trucs toepassen mag dat de leerlingen iets doen is belangrijk en dat de uitkomsten van dat doen overeenstemmen met wat erop het correctievel staat wat ze ervan moeten en willen leren en of dat zo ook lukt blijft buiten beschouwing deze geobserveerde gelatenheid in het geoperationaliseerde curriculum staat in schril contrast tot de geladenheid van het ideale en formele curriculum ook dat toont onze analyse van het incident aan als we de uitkomsten van die analyse althans relateren aan de reconstructie van het ideale en het mogelijke curriculum zoals we dat in paragraaf 2 gegeven hebben het contrast tussen de gelatenheid 75 waarmee de truc al die rijtjes afgaan door de docent geadviseerd wordt en door de leerling geaccepteerd wordt en de geladenheid van het geintendeerde leren denken in termen van oorzaak gevolg doel middel stelling argumentatie conclusie argumentatiewijzen hoofdzaak bijzaak categoriseren en classificeren definieren soorten definities als stap op weg naar een betere schrijfvaardigheid lijkt groot dat contrast wordt nog groter als de rijtjes afgaan gezet wordt naast de eisen die het beroep aan de schrijfvaardigheid stelt rapportage notuleren nota s schrijven correspondentie anders gezegd wat heeft het maken en nakijken van oefening 26 als activiteit nog te maken zowel in de ervaring van de leerlingen als in die van de docent met rapporteren notuleren nota s schrijven en corresponderen een antwoord op die vraag eist nader onderzoek maar nu al is te zeggen dat die activiteit pas betekenis kan krijgen in de context van de achterliggende intenties zowel die van de leerling als die van de leerkracht en de auteurs van het boek in gebruik de vraag rijst dan meteen zijn die intenties die diepere betekenissen voor de deelnemers wederzijds kenbaar en herkenbaar en zo ja zijn ze dan wederzijds acceptabel en kunnen ze een betekenis gevende rol spelen in het geoperationali seerde curriculum zodat daarin en daardoor datgene geleerd wordt wat moet en gewild wordt goodlad 1979 59 merkt over de verhouding tussen het ideale en de andere curricula op but much of what was viewed as ideal by those who made ideal curricula is rubbed off compromised or corrupted as ideological curricula are moved into the sociopolitical and technical professional processes of adoption and implementation dat afslijtingsproces c q dat verlies aan betekenis hebben we in paragraaf 1 2 gedemonstreerd door leests opvattingen over de beroepsvoorberei ding zoals verwoord in een recensie een tekstsoort waarin veel ruimte is om idealen te formuleren te vergelijken met wat daarvan in zijn handboek terecht komt in een handboek dringt zich al gauw de vraag naar wat mogelijk is op wie daarnaast leests schoolboek verstandelijke taal ii steloefeningen 1932 legt kan verder verlies constateren dat verlies lijkt onontkoombaar door te zetten als je verder van het ideale curriculum en dichter bij het operationele curriculum komt dat wijst het onder zoek bij d uit bijvoorbeeld het ideaal vrij snel redelijk wat informatie op papier kunnen zetten echt durven schrijven als vertaling van een beroepseis moet bereikt worden via de beheersing van schrijfprocedures waarvoor de beheersing van preliminaire vaardigheden voorwaardelijk is waaraan dan gewerkt wordt door oefening 26 uit over en weer foutloos te maken dat het makkelijkst kan door rijtjes af te gaan goodlad is natuurlijk niet de eerste die gewezen heeft op dit verlies aan betekenis al maakt zijn onderscheid in domeinen enerzijds duidelijk dat het verlies al inzet ver voor er oefeningen ontworpen worden en anderzijds dat er een cumulatief effect optreedt als je van ideaal naar ervaren curriculum gaat ook in de moedertaaldidactiek is de betekenisloosheid van deelvaardigheidstraining en oefeningen al menigmaal aan de orde gesteld 76 de analyse en interpretatie van het incident heeft ons meer zicht gegeven op de hardnekkigheid van het probleem dat d zich nauwelijks bewust lijkt van het verlies aan betekenis dat hij het werken aan een overbekende oefening uit een avo methode kan opvatten als passend binnen zijn nieuwe leerplan gericht op de voorbereiding op een specifiek beroep is een functie van zijn mogelijkheid om terug te kijken naar zijn ideale leerplan als jd hem confronteert met zijn ervaring dat hij zo niks leert heeft d maar een stapje nodig om de relatie met zijn ideale leerplan te leggen eerst herkennen dan volgt uiteindelijk de toepassing waar het om gaat14 en als je zo hebt leren omgaan met de preliminaire vaardig heden komen de specifieke taalvaardigheden wel vanzelf binnen het waargeno men curriculum klopt het als een bus dat betekent natuurlijk niet dat het binnen het ervaren curriculum ook klopt de afloop van het incident doet niet vermoeden dat d s waargenomen curriculum samenvalt met jd s ervaren curriculum15 als er al overlap is lijkt die uiterst beperkt moeten we nu dan oefening 28 maken ja 4 2 wat zegt dit nou de manier waarop het hier gerapporteerde onderzoek uitgevoerd is kan makkelijk vragen oproepen ook al omdat de gebruikte methoden en technieken in onder wijsonderzoek in nederland nog weinig toegepast worden het is hier niet de plaats om in te gaan op de ontologische epistemologische en methodologische achtergronden van dit zogenaamde empirisch interpretatieve onderzoek zie echter sturm 1990 en de daar genoemde literatuur wel is het van belang op te merken dat empirisch interpretatief onderzoek niet de pretentie heeft generaliseer bare kennis op te leveren in empirisch analytisch zin in het hier gerapporteerde onderzoek ging het er dus niet om vast te stellen hoe het onderwijs nederlands van d eruit ziet laat staan hoe het vak nederlands op het mdgo eruit ziet het ging er wel om of begrijpelijk gemaakt zou kunnen worden dat het onderwijs nederlands van d dat geobserveerd is niet meer en niet minder er uitziet zoals het eruit ziet in de ontwikkeling van dat begrip speelt het verschijnsel verlies aan betekenis een belangrijke maar zeker niet de enige rol zie voor andere verschijnselen aerts geerlings van goch in dit artikel hebben we geprobeerd dat verschijnsel te concretiseren daartoe hebben we incidenten geconstrueerd cfr sturm 1990 en die in een illuminatieve volgorde geanalyseerd en geinterpreteerd algemeen erkend is dat de positie van een docent in dit type onderzoek uiterst kwetsbaar kan zijn zie walker 1983 voor een uitvoerige afweging van de bezwaren zo is een lezer snel geneigd rapportages over gegeven onderwijs tegen de achtergrond van haar zijn idealen te lezen de verkeerde conclusie dat zij hij dus slecht onderwijs voorgeschoteld krijgt ligt dan op de loer afgezien van de omstandigheid dat dit type onderzoek niet gericht is op zulke oordelen wie wel zulke oordelen wil vellen zou tenminste op grond van empirische gegevens goed op de hoogte moeten zijn van haar zijn eigen operationele curriculum 77 ten slotte dat de lessen geobserveerd zijn die geobserveerd zijn berust groten deels op toeval de onderzoekers wilden graag iets van het schrijfonderwijs van d meemaken en wel binnen een bepaalde periode die ze voor observatie beschikbaar hadden in principe hadden ze dus ook een hele andere lessenserie hebben kunnen meemaken als de docent anders gepland had als ze niet in november december maar in april mei tijd voor observeren hadden gehad voor hun onderzoeksvraag stelling maakt die willekeur niet uit ze wilden immers alleen proberen te begrij pen wat ze zagen of ze dan ook met deelvaardigheidsonderwijs geconfronteerd waren is niet met zekerheid te zeggen ook dat is niet van belang vanuit de kennis die we nu hebben zou dan wel de vraag van belang zijn of dan ook verlies aan betekenis te constateren zou zijn geweest en zo ja in welke vorm noten 1 hugo de jonghe was zo vriendelijk ons een aantal referentiepunten in het vlaamse onderwijs te leveren gegevens over de relatie tussen het schoolvak nederlands en de beroepsvoorbereiding in vlaanderen zijn te vinden in cel 1989 daems et al 1990 rymenans leroy 1990 zie voor vergelijkbaar nederlands onderzoek blok de glopper 1983 2 in de boob s overleggen werknemers werkgevers en onderwijs over de afstemming van opleidingen op de arbeidsmarkt belangrijke instrumenten in het overleg vormen de beroepsprofielen en beroepsopleidingsprofielen op basis daarvan worden eindtermen opgesteld en voorgeschreven 3 zie voor een toelichting op en een overzicht van de indigo reeks bijvoor beeld slo catalogus 86 87 voortgezet onderwijs opleidingen volwasse neneducatie enschede slo 112 127 indigo staat voor informatie invoering dienstverlenings en gezondheidszorg onderwijs de reeks omvatte in de genoemde catalogus honderd brochures 4 de overheid hoeft niet altijd in die onderhandelingen betrokken te zijn ge weest evenmin hoeft de overheid altijd de vaststelling van de documenten te legitimeren in nederland zijn tot nu toe eindexamenprogramma s en daarvan afgeleide eindexamenopgaven voor de centraal schriftelijke eind examens cse de krachtigste instrumenten voor overheidsinvloed geweest die rol kan overgenomen worden c q is overgenomen door eindtermen die de overheid vaststelt in vlaanderen zijn leerplannen beleidsdocumenten die door de overheid de algemene raad van het gemeenschapsonderwijs argo de verbonden van de katholieke scholen enz worden opgelegd in feite staan ze dichter bij de nederlandse eindtermen dan bij de school werkplannen die in nederland achter de naam leerplan schuilgaan 5 we behandelen hier slechts een klein onderdeel uit het onderzoek en geven dus geen samenvatting van het totale onderzoek noch van de gerapporteerde resultaten daarvoor verwijzen we naar wooldrik 1991 en aerts geerlings van goch 1987 78 6 vermoedelijk hebben we dit concept min of meer ontleend aan een ameri kaanse publikatie jammer genoeg zijn we er tot nu toe niet in geslaagd die bron terug te vinden 7 die precieze verantwoording is natuurlijk wel te vinden in het oorspronkelijk onderzoeksverslag 8 met de term opleidingsleerplan wordt verwezen naar het document waarin de doelen inhouden en vormgeving van de totale opleiding sociale arbeid in globale zin beschreven worden een deelleerplan is een document waarin de doelen inhouden en vormgeving van een vak of leergebied uitgewerkt worden het woord leerplan gebruiken we hier in een alledaag se betekenis een zekere ordening van leerstof en leeractiviteiten 9 de produkten van de vakproduktiekernen zijn als modellen aan de opleidin gen aangeboden de ontwikkelde eindtermen zijn in 1984 bindend voorge schreven 10 het streven het vak nederlands te doen opgaan in andere vakken is terug te vinden in de lessentabel voor het mdgo het aantal uren nederlands is minder dan in vergelijkbare vormen van voortgezet onderwijs omdat delen van het vak ondergebracht zijn in beroepsvoorbereidende vakken in vlaan deren kent het beroepsonderwijs sinds 1985 de mogelijkheid om nederlands in een ruimer geheel van algemene vakken te integreren binnen het zgn project algemene vakken pav 11 in de weergave van dit incident is de lay out uit het onderzoeksverslag gehandhaafd dat betekent dat niet de regels van het protocol genummerd zijn maar de beurten van de deelnemers aan de interactie om de leesbaar heid van het incident te bevorderen zijn alleen de beurten van d jd en me opgenomen die van andere leerungen zijn weggelaten zoals uit de numme ring is op te maken 12 d heeft in de lessen voorafgaand aan de observatieperiode een stencil over communicatie behandeld gebaseerd op het boek taalbeheersing drop vries 1977 tweede druk 1 19 13 voor nadere details verwijzen we naar aerts et al 1987 of naar wool drik sturm 1991 globaal gesproken gaat het daarbij om een interpretatie in termen van een strijd tussen vakinhoudelijke pedagogische en institutio nele concerns 14 een week naderhand organiseert d een toepassing op het bord schrijft hij de zinnetjes wij kwamen te laat en de auto was kapot daarnaast schrijft hij een rijtje verbindingswoorden zoals want zodoende im mers de opdracht luidt dat de leerlingen met de verbindingswoorden de twee losse zinnetjes tot een correcte samengestelde zin moeten maken zie voor een analyse aerts geerlings van goch 1987 wooldrik sturm 1991 15 het nijmeegs onderzoek naar vernieuwing en vemieuwingsweerstanden in voortgezet moedertaalonderwijs kent een aantal gekozen beperkingen zo is het o a docentgeorienteerd systematisch onderzoek naar het ervaren curricu 79 lum is tot nu toe niet uitgevoerd zie voor een nadere verantwoording sturm 1990 bibliografie adelman c on first hearing in c adelman uttering mutering collecting using and reporting talk for social and educational research london grant mclntyre 1981 aerts t h geerlings m van goch schrijfvaardigheidsonderwijs tussen denken en doen een verslag van een onderzoek naar praktijk en retoriek van schrijfvaardigheidsonderwijs hegelsom 1987 doctoraalscriptie kun ahlers j meer mensen mondig maken samenvatting discussienota contouren van een toekomstig onderwijsbestel s gravenhage staatsuitgeverij 1975 barnes d d barnes versions of english london heinemann 1984 blok h k de glopper functionele taalvaardigheid meningen van oud leerlin gen lbo en mavo over hun taalgebruik amsterdam sco 1983 sco rap port 27 borkent j h dj hartsema h w zwagerman tussen woord en taal leergang nederlands voor het voortgezet onderwijs purmerend muusses 1965 braet a meer dan opstellen docenten nederlands over schrijfvaardigheid in de bovenbouw en het eindexamenprogramma havo vwo levende talen 451 1990 219 224 cel voor het vlaams provinciaal onderwijs bijscholings en begeleidingscentrum vzw rapport over het navormingsproject communicatieve vaardigheden in het beroepsgerichte secundair moeder taalonderwijs 1989 cicourel a v k h jennings language use and school performance new york academic press 1974 cody mj m l mclaughlin accounts on trial oral arguments in traffic court in c antaki analysing everyday explanation a casebook of methods london etc sage 1988 113 126 daems f et al taalvaardigheid van afgestudeerden van het secundair onder wijs wat vindt men ervan de kwaliteit van het moedertaalonderwijs interimrapport 1 antwerpen uia departement didactiek en kritiek 1990 drop w j h l de vries taalbeheersing handboek voor taaihantering groningen tjeenk willink wolters noordhoff 1974 feteris e n lewis over en weer bovenbouw havo basisboek amsterdam meulenhoff 1982 feteris e n lewis over en weer antwoorden 4 havo amsterdam meulenhoff 1982 geel r niemand is meester geboren geschiedenis van het nederlandse schrijfvaardigheidsonderwijs in de 19de en 20ste eeuw muiderberg coutin ho 1989 80 geerts g h heestermans van dale groot woordenboek der nederlandse taal utrecht antwerpen van dale lexicografie 1984 glopper k de e van schooten de inhoud van de examens nederlands voor havo en vwo amsterdam sco 1990 sco rapport 243 goodlad j i and associates curriculum inquiry the study of curriculum practice new york etc mcgraw hill book company 1979 griffioen j zeggenschap grondslagen en een uitwerking van een didactiek van het nederlands in het voortgezet onderwijs groningen tjeenk willink wol ters noordhoff 1975 guba e g toward a methodology of naturalistic inquiry in educational evaluati on los angeles center for the study of evaluation 1978 cse monograph series in evaluation 8 guba e g ed the paradigm dialog newbury park etc sage 1990 guba e y lincoln effective evaluation san francisco jossey bass 1981 guba e g y s lincoln fourth generation evaluation london etc sage 1989 hoogeveen m j sturm een onderzoek naar de invoering van een leergang stellen een case studie in drie overdrachtssituaties in bergen th c m f k kieviet professionalisering van onderwijsgevenden nijmegen its 1990 131 144 onderwijs research dagen 1990 janssen t kenmerken van schoolse en naschoolse schrijftaken een analyse van schoolboekopdrachten examenopdrachten en naschoolse schrijftaken amsterdam sco 1987 sco rapport 137 klinkenberg s j de vroomen red tussen apollo en hermes hoofdstukken uit de geschiedenis van moedertaalonderwijs in en buiten nederland enschede slo 1988 leest j het voortgezet onderwijs in de moedertaal groningen wolters noord hoff 1932 leest j over het onderwijs in schriftelijk taalgebruik paedagogische studien 16 1935 262 280 linker g red docentengids voor het secundair onderwijs deventer van loghum slatenis 1989 pais a er wort steets meer fout gesgrefen verkennende nota over het moeder taalonderwijs s gravenhage staatsuitgeverij 1981 rymenans r g leroy functionele taalvaardigheid van jonge afgestudeerden spiegel 8 1990 nr 1 45 58 slo vakleerplan nederlands mdgo enschede slo 1982 sturm j de gulden middenweg moedertaalonderwijs rond 1930 in klinken berg s j de vroomen tussen apollo en hermes hoofdstukken uit de geschiedenis van moedertaalonderwijs enschede slo 1988 40 68 sturm j over leerplanontwikkeling onderzoek en de ontwikkeling van een gemeenschap van begrijpende gebruikers in leeuw b van der h bonset vernieuwing in het moedertaalonderwijs een vergelijking van zeven case studies enschede slo 1990 143 206 81 tumbull a english composition london chambers 1935 vos h j de moedertaalonderwijs in de nederlanden een historisch kritisch overzicht van de methoden bij de studie van de moedertaal in het middel baar onderwijs sedert het begin van de 19e eeuw twee delen turnhout van mierlo proost 1939 diss walker r three good reasons for not doing case studies in curriculum research journal of curriculum studies 5 1983 nr 2 155 165 wetenschappelijke raad voor het regeringsbeleid basisvorming in het het onderwijs s gravenhage staatsuitgeverij 1986 rapporten aan de regering 27 wooldrik j j sturm schrijfvaardigheid in de mdgo een bewerking in opdracht van de valo moedertaal van t aerts h geerlings m van goch schrijfvaardigheidsonderwijs tussen denken en doen nijmegen kun 1987 nijmegen enschede vakgroep nederlands kun valo m 1991 zanger j de praktijkboek gericht schrijven vwolhavo deel 1 enschede slo 1981 manuscript aanvaard 29 augustus 1991 82 bijlage woorden 29 jo mo 1 woton wolk vorbtnd n vorbloding woord n verbanden en verbindingswoorden gnfl j moot vorblndlng wo fdon op do goodo maniof kunnon gebruiken in alles wat je zegt of schrijft zit verband als het goed is datzelfde geldt voor moot vorbandon zonder ver bindingswoorden kunnon her alles wat je hoort of leest als dat niet zo is kennen ben je zelf niet duidelijk voor anderen bij spreken en schrijven kun je zelf iets niet snel en goed begrijpen bij luisteren en lezen 2 7 1 verbanden met verbindingswoorden met behulp van verbindingswoorden of woord voorbeelden groepen kun je het verband aangeven 1 hij is nog egoistischer dan zijn broer 1 binnen zinnen i de elektriciteit viel gisteren uit als gevolg daarvan tussen zinnen konden we niet meer naar de tv kijken in vrijwel alle landenis kinderarbeid bij de wet ver j tussen alinea s boden toch zijn er in de wereld bijna 55 miljoen kin deren dagelijks aan het werk de meeste werkende kinderen ruim 53 miljoen zijn te vinden in de ontwik kelingslanden maar ook in de westerse geindustraliseerde landen komt het verschijnsel van de kinderarbeid nog voor in italie bijv zijn meer dan 100 000 werkende kinderen en ook in nederland is kinderarbeid geen uitzondering er zijn verschillende soorten verbanden in het schema op de volgende bladzij vind je tien van deze soorten met bijbehorende voorbeelden van verbindingswoorden en zinnen 83 30 woorden voorwerk 1 verbanden met voorbeelden van verbindingswoorden voorbeeldzinnen betrekking tot 1 tijd toen terwijl voordat nadat zodra nauwelijks was de burgemeester met wanneer daarna intussen zijn toespraak begonnen ofeen groep nauwelijks of demonstranten klom met spandoeken tegelijkertijd en het podium op 2 opsomming en ook verder bovendien daarnaast je kunt een vreemde taal leren door ten eerste ten tweede een een talenpracticum te volgen een andere niet alleen maar ook andere mogelijkheid is in het land te gaan wonen waar de taal gesproken wordt 3 vergelijking net als zoals zo als evenals in vergelijking met de prijzen van bijv hetzelfde dezelfde als in vergelijking levensmiddelen zijn de prijzen van boe met vergeleken met dan ken in de afgelopen jaren betrekkelijk soortgelijk e weinig gestegen 4 tegenstelling maar echter daarentegen hoewel het antisemitisme is in nederland nog ofschoon toch integendeel niet verdwenen integendeel af en toe niettemin in plaats van in tegenstelling steekt het heftiger dan ooit de kop op tot daar staat tegenover 5 oorzaak gevolg door daardoor waardoor doordat het personeel van de fabriek is zodat te danken aan te wijten aan ontevreden dat is te wijten aan de lage als gevolg waar van lonen 6 reden verklaring want omdat aangezien vanwege we hebben overal luxaflex voor de ra wegens namelijk immers men want we houden niet van gordijnen 7 doel middel om te door te daarmee waarmee de politie voert een uitgebreide opdat daartoe door middel van met advertentiecampagne met de bedoeling behulp van met de bedoeling erop personeel te werven gericht s voorwaarde als indien wanneer tenzij behalve de redactie wil nog een schoolkrant wanneer mits op voorwaarde dat uitbrengen op voorwaarde dat er stel dat in geval van voor in het geval voldoende kopij binnenkomt dat aangenomen dat 9 voorbeeld bewijs zo bijvoorbeeld een voorbeeld mensen die zich ziek voelen beginnen hier van dat is het geval bij dat komt meestal zelf aan hun ziekte te sleutelen voor bij ter illustratie dat blijkt uit zo neemt iemand met hoofdpijn al gauw een aspirientje of dat nou goed is of niet 10 samenvatting kortom alles bij elkaar genomen de tuinman heeft vandaag het gras conclusie samengevat dus daarom vandaar dat gemaaid bladeren geharkt en de dan ook op grond van het voorgaande struiken gesnoeid kortom hij heeft in bovenstaande hieruit volgt een dag veel gedaan 1 voorwaarde is een nogal abstract begrip daarom geven we de voorwaarde genoeg geldhebben moet vervuld zijn om het hier een eenvoudig voorbeeld andere een nieuwe fiets kopen mogelijk te maken het woord afs ik genoeggeldheb koop ik een nieuwe fiets als is het verbindingswoord dat de voorwaarde aangeeft 84 voorwerk 1 woorden 31 oefening 26 zeg van de cursief gedrukte verbindingswoorden en woordgroepen welk verband ze aangeven opsomming vergelijking tegenstelling reden voorwaarde voorbeeld bewijs samenvatting conclusie 1 al eeuwenlang heeft oost europa met een drankprobleem te kam r pen dat vermoedelijk samenhangt met het klimaat het temperament en de gewoonten van de mensen 2 in de laatste tijd echter is het alcohol probleem veel ernstiger geworden vooral onder de jeugd 3 zo liggen in joegoslavie en polen veel schoolpleinen bezaaid met lege miniflesjes wodka en brandewijn die door de leerlingen van middelbare scholen zijn weggesmeten 4 een rechter in polen heeft uitgerekend dat om streeks het jaar 2000 het hele poolse volk zich heeft dood gedronken als de alcoholconsumptie in hetzelfde tempo blijft stijgen als in de 9 laatste jaren 5 vandaar dat de oosteuropese regeringen krasse maatregelen hebben genomen 6 de poolse regering heeft bijvoorbeeld de alcoholverkoop in warschau beperkt en verder het drinken in win kels en op openbare plaatsen verboden 7 tot nu toe hebben de maatregelen tegen alcoholgebruik in oost europa weinig of niets uit gehaald het alcoholgebruik is hoogstens iets minder openbaar ge v worden 8 hieruit volgt dat ook in communistische landen eeuwenoude gewoonten moeilijk uit te roeien zijn vx oefening 27 zeg van de cursief gedrukte verbindingswoorden en woordgroepen welk verband ze aangeven tijd tegenstelling oorzaak gevolg doel middel voorwaarde voorbeeld bewijs samenvatting conclusie 1 egyptenaren houden erg veel van kinderen maarvoor meisjes maken ze een uitzondering 2 neem bijvoorbeeld de toestand op het egyp tische platteland 3 de meisjes moeten daar in tegenstelling totoe jongens die alles mogen zich van jongs af aan voorbereiden op hun la tere lot werken en hun mond dicht houden 4 zo moeten meisjes van 8 9 jaar in de brandende zon op het veld werken loodzware waterkruiken op het hoofd dragen zakken meel sjouwen e d 5 kortom vanaf hun vroege kindertijd moeten ze hard aanpakken voor de instandhouding van het gezin intussen spelen de jongens buiten zitten op school of volgen eeri praktijkopleiding 6 egyptische ouders gebruiken hun vaak moeizaam verdiende spaarcenten om hun zonen telaten studeren 7 als dat nodig blijkt sturen ze hun dochters uit werken met de bedoeling de studie van de jongens mogelijk te maken 8 deze in westerse ogen minderwaardige positie hebben de meisjes te danken aan de manier waarop mannen eeuwenlang de islamitische heilige schrift de koran il t h7 hebben uitgelegd 85 32 woorden voorwerk 1 oefening 28 je kunt bij deze oefening alleen of in groepjes werken neem het schema op blz 30 voor je kies bij elk van de 10 soorten verbanden een verbindingswoord of woordgroep maak daarmee een zin of een stukje tekst onderstreep het verbindingswoord of de woordgroep laat een andere leerling groep leerlingen zeggen welk verband de onderstreepte verbindingswoorden of woordgroepen aangeven 2 7 2 verbanden zonder verbindingswoorden een verband hoeft niet altijd aangegeven te worden voorbeelden door een verbindingswoord dat kan best ontbreken 1 mijn vader is weer begonnen met roken je moet het verband dan afleiden uit de inhoud van allemaal zenuwen oorzaak gevolg of reden verkla ring de zin of het stuk tekst i onze lerares engels heeft pas een auto ongeluk gehad daarna is haar moeder overleden en nu heeft ze de ziekte van pfeiffer het zit haar allemaal niet mee samenvatting conclusie oefening 29 zeg bij elk van de volgende zinnen met wat voor soort verband je te maken hebt tegenstelling oorzaak gevolg reden verklaring voor beeld bewijs samenvatting conclusie 1 de laatste wilde wolf in ons land werd in 1845 doodgeschoten we hoeven nooit meer bang voor wolven te zijn 2 oe grote kruideniers worden steeds groter de kleine gaan kapot 3 ik kom wel met de bus naar school t is mij te koudom te fietsen 4 honden mogenhun behoeften op de openbare weg doen mensen niet 5 de ptt maakt steeds meer reclame voor zichzelf nu brengen ze weer een folder uit over bijzondere telefoonaansluitingen in huis 6 vanmorgen vergelen de kattebak te verschonen meteen raak vloerkleed verpest mwoortm 0 tr tn wtr htvo 17 voorwerv 1 2 7 1 verbanden met verbindingswoorden 2 72 verbanden zonder dlngewoorden oefening 26 1 en opsomming oefening 29 2 echter tegenstelling 1 samenvatting conclusie 3 zor voorbeeld 2 tegenstelling 4 ais voorwaarde hetzelfde mis vergelijking 3 reden verklaring 5 vandaar dat samenvatting condusie 4 tegenstelling 6 bijvoorbeekt voorbeeld en verder opsomming 5 voorbeeld 8 hieruit volgt samenvalting condusle 6 oorzaak gevolg oefening 27 1 maar tegenstelling 2 bijvoorbeeld voorbeeld 3 in tegenstelling tot tegenstelling 4 za voorbeeld 5 kortom samenvatting condusie intussen tijd 6 om te doel middel 7 ais voorwaarde mei de bedoeungr doel middel 8 te danken aan oorzaken gevolg