Moeder de gans. Over sprookjes in het algemeen en over Charles Perrault in het bijzonder.

Publicatie datum: 1997-01-01
Collectie: 07
Volume: 07
Nummer: 1
Pagina’s: 24-27

Documenten

moeder de gans over sprookjes in het algemeen en over charles perrault in het bijzonder godfried bomans schreef onderstaand essay in 1946 naar aanleiding van het lyjarig bestaan van dekker e van de vegt uitgever en boekhandel te nijmegen die het uiteraard uitgaf het stuk is voor het doel dat wij beogen namelijk de mening weer te geven van een van onze eigen sprookjes pletscher tekent tegen deze doorzich tige inbeslagneming dan ook protest schrijvers ontdaan van de verwijzingen naar het jubileum aan en merkt op dat de bekendste van de opdrachtgever en tevens van een al te gedetailleerde sprookjes ook die in duitsland het bekendst zijn al lang in frankrijk hun uitweiding over de betekenis van de zinsnede moeder de definitieve vorm hadden gevonden gans voor zij in duitsland als volkssprookjes werden opgeschreven is frankrijk dan het geboorteland van de sprookjes nee zeggen vorsers als godfried bomans wie herinnert zich niet haar wonder kabouter meent te zien hij wrijft zijn benly de bakermat van deze verhalen lijke stem murmelend in onze verre ogen uit en de kabouter is weg wat en van de meeste europese sprookjes verre kinderjaren wie heeft niet was dat het was veel meer van ligt in het tegenwoordige brits indie gezucht van opwinding als de arme moeder gans in ons gebleven dan wij door mondelinge overlevering aldus vrouw van blauwbaard was het zijn zelf wel weten onze nederlandse folklorist prof jan tiende was het zijn twaalfde daar hoe oud ze precies zijn weet geen de vries zijn deze indische volks hoog op de toren roept zuster anna sterveling evenmin als men de plaats verhalen tot in west europa doorge zuster anna ziet gij nog niets kent waar ze vandaan komen hierover drongen aldus zou de overeenkomst komen nu zolang zuster anna nog zijn boeken geschreven veel dikker tussen onze sprookjes en de indische niets ziet mogen wij opblijven dat is dan de sprookjes zelf maar ik moet sagen te verklaren zijn zeker want zelfs uw oudste broer die mijn lezers waarschuwen ze zijn niet ik voor mij geloof dat deze overeen geheimzinnige bezigheden heeft op zo spannend het eerst hielden duitse komst veel eenvoudiger kan begrepen een groot kantoor ergens in de wereld vorsers zich met deze vraag bezig en worden in alle volkeren der aarde heeft zijn pijp laten uitgaan en luistert zij kwamen na veel nadenken tot de leven gelijke algemeen menselijke met een vreemde glimlach doch als natuurlijke slotsom dat de sprookjes verlangens en ideeen die de steeds hij zich betrapt ziet schrikt hij en uit duitsland stamden zo zegt weerkerende motieven van in uitwer duikt weg achter zijn krant want bijvoorbeeld franz linnig in zijn king weliswaar verschillende sprookjes vindt hij onzin deutsche mythenmarchen 1883 over sprookjes vormen dat dus bijvoor dat zijn ze ook maar we zijn ermee roodkapje sprekend das marchen beeld klein duimpje de reus te slim af groot geworden en er is iets van die von der kleinen sussen dirne die alle is komt niet hiervandaan dat de tibe onzin diep in ons zelf blijven zitten leute so lieb haben ist den deutschen taanse godheid kuka de reuzegod mari op sommige zomeravonden komt dat kinderherzen so innig verwachsen das duizenden jaren geleden voor de gek nog wel eens naar boven en dan weten mann an einen fremden ursprung hield maar vindt misschien eenvou we zelf niet goed hoe we het hebben kaum zu denken wagt p 183 diger hierin zijn grond dat de liefde het kan dan gebeuren dat een ernstig niet treffender kan worden aangetoond van het mensenhart altijd is uitgegaan makelaar in effecten plotseling achter dat de wens de vader van gedachte is naar het kleine en slimme in zijn strijd het rozenboompje in zijn tuin een een andere duits geleerde theodor tegen het domme en geweldige en dat tsjlp letteren 7 1 kaftje de naam van zijn negentienjari ouderdom de meeste schrijvers ge zoon p darmancour perrault beginnen met ingewikkeld te zijn d armancour zo circuleerde dit enkele verkorenen eindigen met geschriftje door de parij se salons waar eenvoudig te worden het een bescheiden bijval oogstte van enkele letterlievende dames de ironie van de tijd het is merkwaardig dat zij die nog maar waarom signeerde perrault dan steeds aannemen dat de zoon van niet met zijn eigen naam ik schreef perrault de sprookjes zou geschreven het reeds hij schaamde zich een hebben zich altijd beroepen op de weinig perrault was een befaamd naieviteit van toon waarin zij geschre letterkundige in zijn dagen hij bezat ven zijn zo de encyclopedie van en zetel in de academie en schreef van larousse voor die opvatting is veel te deze plaats afvier zware boekdelen zeggen want de kinderlijke toon die tegen niemand minder dan boileau de sprookjes in hun oorspronkelijke ten bewijze dat de moderne franse vorm bezitten en de frisse spontaniteit schrijvers volstrekt niet onderdeden waarvan zij getuigen worden inder voor de oude grieken en romeinen daad geheel verklaard wanneer men parallele des anciens et des modernes aanneemt dat zij geschreven zijn door i688 98 4 vol toen boileau zich iemand die zelf de kinderschoenen niet overwonnen verklaarde schiep nog nauwelijks ontwassen is hij onverwijld een werk van dubbele nu is het tegendeel mijn mening dat omvang om hem daaronder te dit alles slechts verklaard wordt zo men verplettern les hommes ulustres qui aanneemt dat de sprookjes juist ont paru en france pendant ce siecle avec geschreven zijn door iemand die de leurs portraits en nature 1696 1700 dit kinderschoenen reeds lang ontgroeid was zijn levenswerk de worp naar de is men is niet eenvoudig op zijn onsterfelijkheid perrault had er dag en negentiende jaar men is dan juist nacht aan gewerkt en alleen s avonds buitengewoon ingewikkeld men daalde de grote man wel eens af naar schrijft niet kinderlijk en naief op die de kinderkamer en luisterde met een leeftijd het is mogelijk dat men dan glimlach naar de wonderlijke vertel godfried bomans er zolang er mensen zullen leven nog kinderlijk en naief is maar men sels die een oude kindermeid aan zijn altijd opnieuw verhalen zullen ont spant in elk geval alle krachten in om jongens opdiste hij ging zelfs zo ver staan waarin dit kleine het grote het niet te schijnen alle vermogens dat hij er enige van opschreef in het overwint de lezer gelieve echter van de ziel staan in het geweer geroe schriftje van zijn oudste zoon en nu deze veronderstelling als een zuiver pen voor de heroische onderneming de ironie van de tijd deze potlood persoonlijke op te vatten een groot mens te zijn wij zeggen niet krabbels hebben zijn naam in de dat het geheel onmogelijk is dat een harten van de kinderen gegrift voor de man die ze voor het jongeman van negentien jaar sprook zolang de wereld zal leven en zolang eerst optekende jes en zelfs goede sprookjes schrijft er kinderen zullen bestaan wat hiervan ook zij vast staat dat de wij zeggen alleen dat zulk een jongen perrault was zijn hele leven lang vertellingen van moeder de gans toen een uitzondering is en wel een zo ingewikkeld geweest zijn boeken charles perrault ze in 1791 in een oud hoge dat waar wij te kiezen hebben waren zo moeilijk dat men besloot cahier noteerde al eeuwen lang de tussen hem en zijn vader wij zonder hem in de academie te plaatsen en ronde deden door het franse volk had aarzelen de vader aanwijzen daar plotseling kort voor zijn dood perrault enig vermoeden dat hij zijn eenvoud is niet het kenmerk van de werd hij enkele bladzijden lang naam hiermee onsterfelijk maakte beginner gelijk men veelal meent het eenvoudig zo sterfelijk eenvoudig dat niet het minst integendeel hij is het duur bevochten stempel van de hij het zelf niet in de gaten had en er schaamde er zich voor en zette op het meester het is de lauwerkrans van de de naam van zijn zoon onder zette tsjlp letteren 7 1 2 perrault zag dus zijn simpelheid niet geschreven heeft behalve de sprook aan de leerlingen vooraf heeft doen als een bekroning hij zag haar als een jes ook in de histoire des membres de gaan volghende hierin de conste der schrede terug hij begreep zijn een l academie francaise van d alembert medicijnmeesters die het wormcruyt voud niet als de goudkorrel gewonnen zal men tevergeefs zoeken dat bitter is menghen met suicker uit het slijk van zijn standaardwerken hier volgt een snufje van dit heilzaam en hij blies het weg maar hij boet nog het eerherstel wormkruid dat verborgen zit in de steeds voor deze onachtzaamheid de doch dan brengt de romantiek het schone slaapster doornroosje die standaardwerken schrijft men hem eerherstel de twee gebroeders grimm met heel haar hofhouding honderd rustig toe zij zijn ongevaarlijk en de jacob en wilhelm zetten in duitsland jaren sliep in een dichtgegroeid kasteel moeite van het twisten niet waard het wetenschappenlijk onderzoek in en toen wakker werd gekust door de maar het vaderschap over de sprookjes tegelijkertijd beginnen in noorwegen prins van haar dromen wordt hem ontzegd de twee vrienden jorgen moe en chris dit sprookje brengt ons nog deez tiaan asbjornsen hun pioniers arbeid leerling in gedagten de waardering der tijdgenoten het sprookje begint te glanzen de dat menigmaal een egtverbintenis niettemin had perrault toen hij door franse dichter theophile gautier gaat die lang bleef uitgesteld niet min het publiceren der contes voor zijn in zijn enthousiasme zo ver de sprook gelukkig is prestige vreesde gelijk wij zijn jes van perrault naast de ilias van en dat men niets verliest door t gewend het sprookje als een waarach homerus en de aeneas van vergilius wagten tig kind der muzen te beschouwen en te zetten het is volstrekt geen bewijs van moed de waardering van de romantici ging men had een zeer merkwaardige kijk zo een volwassen mens tegenwoordig vooreerst uit naar het verhaal en de op het kind er kon alle goeds uit een een sprookjesboek de wereld inzendt wijze waarop het verteld werd zij knaap groeien mits men er onmid maar die adoptie is van betrekkelijk genoten het sprookje om het dellijk met snoeimes bij was men jonge datum de duitse romantici van sprookje ziedaar een belangrijke moest het vooral zijn gang niet laten de eerste helft der vorige eeuw waren verschuiving de rationalistische acht gaan het laten spelen en lachen want de eersten die zich voor het sprookje tiende eeuw had er voor alles lering in dan liep het onherroepelijk mis in het niet schaamden de gebroeders gezocht natuurlijk hebben ook toen befaamde schoolboek van de achttien grimm tieck novalis en brentano duizenden mensen zich heimelijk in de eeuw trap derjeught waarschuwt ontdekten het sprookje op een vergeten de handen gewreven als de reus bij carel de celliers de ouders streel uw plank van s werelds boekenkast zij vergissing zijn eigen kindertjes de keel kind en het zal u zal verschrikken stoften het af en gaven het zijn plaats afsneed maar men kon daar moeilijk speelt met hem ende u zal het tussen de andere boeken ook voor uitkomen waar het om ging dat bedroeven lagt niet met hem opdat u andersen hun tijdgenoot is eerst door was de moralite waarmee alle sprook geen smerte overkome ende gij ten de duitse vertaling van chamisso jes uit die tijd ook die van perrault laatste niet op uw tanden bijtet bekend geworden maar in de dagen besloten er zat een heilzame pil in het lessen moest het hebben lessen en van perrault behoorde het sprookje tot verhaal en die moest het kind inslik nog eens lessen de kleine kinderen het domein van bakers en kinder ken het sprookje zelf diende slechts uit die tijd hadden het bijna even zwaar meiden wat tot op zekere hoogte waar om deze pil gemakkelijker naar binnen als onze arme jeugd van de middelbare is en een homme de lettres kon daar te krijgen het had geen andere functie scholen zij werden volgepropt met bezwaarlijk mee voor den dag komen dan het pepermuntje dat wij vroeger dingen die zij geestelijk niet verteren dertig jaar voor perrault zijn sprookjes bij de levertraan kregen aangeboden konden en waarin zij niet de minste noteerde wist de machtige boileau zijn belangstelling stelden ik bezit van verachting voor joconde niet beter uit de pil elizabeth bekker de latere bet je wolff te drukken dan door het te vergelijken er ligt hier voor me een hollandse een portretje waarop zij als 14 jarig met de sprookjes van moeder de gans editie van perraults sprookjes uit 1741 meisje staat afgebeeld in haar handen die onder het volk in omloop waren waarin de geachte inleider zich glim het leerdicht van alexander pope en als perrault in 1703 sterft vertelt lachend tot de ouders richt hun verze houdend essay on man deze de abbe tallemant in zijn elogefunebre kerend dat hij de franse verzinsels afbeelding is kenmerkend voor een alles wat de academicus gedaan of grote onzin vindt maar dat hij ze toch tijd die het kind niet kon zien als een n 7 1 wezen op zichzelf maar het beschouw meende van niet les contes ont eu ben ik geneigd dit te betwijfelen de als een verkleinde uitgave van de leur temps on n en invente plus vast staat in elk geval de belangstelling volwassene het heeft dan ook lang en de redenen die hij aanvoert zijn voor de sprookjes van moeder de gans geduurd voordat men sprookjes zonder sindsdien door radio film en dag tanende is de laatste uitgave van pillen durfde uitgeven bij mijn weten bladen des te klemmender geworden 1842 is zowel in taal als in wijze van is hans christiaan andersen de eerste toch heeft het volk zijn stem niet uitgave sterk verouderd en een nieuwe die kabouters en vrolijke studenten verloren nog spreekt het zijn ver uitgave verlucht met platen van dore uit zijn pen toverde zonder dat hij er langens zijn spot zijn goedkeuring die ik enige jaren geleden de uitgeverij iets mee bedoelde zijn eerste vier en zijn humor uit in de tientallen spieghel voorstelde moest zij sprookjes het vuurslag grote klaas anekdoten die men in elke tram of weigeren omdat het risico te groot was en kleine klaas kleine ida s bloemen autobus kan horen korte sprookjes is dit te betreuren weineen als de en de prinses op de erwt hebben in zo men wil waarom niet de oudere kinderen tegenwoordig liever de het geheel geen pedagogische waarde leven nochtans bij de boeren op het avonturen van bruintje beer lezen of en de kopenhaagse kranten van het land zo kende victor de meyere te het prefereren buiten in het zand te jaar 1834 waren dan ook verschrikkelijk boom bij antwerpen een wonderlijke spelen moeten zij hun gang gaan verontwaardigd en de prinses op de familie van vertellers de vader van de kinderen vergissen zich nooit maar erwt vonden zij ronduit onzedelijk vrouw was een uitnemend verteller wel kan ik mij mateloos ergeren als ik wat is de bedoeling van de heer ander maar haar man kende dezelfde sprook de sprookjes van perrault in waterige sen vroegen zij en een heleboel jes en vertelde ze met nog grotere versjes omgegoten in de winkel zie geleerden vragen het nog maar de levendigheid al de zonen en dochters liggen voor onze kleinen naverteld kinderen vragen het nooit als de van deze laatste en al de kleinkinderen door een of anderen johanna of maria wetten van de vergelding maar enigs van de eerste die over heel vlaanderen zich noemende jongedame de sprook zins in acht worden genomen vragen verspreid waren hadden dit vermogen jes van moeder de gans mogen ver zij niets meer dan dat het spannend en van hun vader geerfd het waren geten worden zo zij hebben uitge wonderbaarlijk is het zijn de grote zonder uitzondering voortreffelijke diend maar vermink ze niet laat men mensen die de sprookjes oplichten om vertellers opmerkelijk is dat op die eerbied hebben voor de prachtige en te kijken of er wat onder zit en dik plaatsen waar de sprookjes nog levend tegelijk klare taal van perrault waarin wijls vinden zij wat want de meeste zijn de traditionele sprookjesstijl langs geen punt en geen komma te veel staat sprookjes zijn zinvol soms zonder dat de opklimmende lijn van de geslachten en die voor geen enkele kleine de makers het zelf bevroedden maar te volgen is zo wordt de merkwaardige behoeft te worden naverteld omdat ze het gebeurt ook wel eens dat zij te veel vorm van deze volksverhalen telkens door elk kind begrepen wordt sinds vinden zoals bijvoorbeeld f h haus nagenoeg ongerept overgeleverd en tweehonderdenvijftig jaar wals in dornroschen der alteste deutsche vastgehouden de folklorist alfons de volksmythus pag 20 das schlafende cock verhaalt van een oud vrouwtje in dornroschen ist niemand anders als west vlaanderen dat de legende van die reprasantin der von der sunde bis pater janssens twaalf keer precies en woordelijk hetzelfde vertelde een zum tode verwundeten menschheit zinssnede te varieren bepaalde men als koniglicher brautigam der sie sen soms zelfs bepaalde families durch einen kuss aus den sunden aldus jan de vries hebben de stijl schlafes erlost naht der friedefurst en hij acht het nog niet te laat om de jesus christus die dornen durch die talloze sagen en legenden die er dringen muss bedeuten sein verborgen in ons land leven alsnog bitteres leiden worin ihm ja eine door optekening uit de volksmond voor dornenkrone auf sein haupt gedruckt de ondergang te behoeden van wurde gelderland limburg en overijssel is intussen al veel gefixeerd of het worden er nog sprookjes gemaakt gevondene van grote waarde is staat te een interessante vraag sainte beuve bezien na wat ik ervan heb gelezen een parij se criticus uit de vorige eeuw tsji p lettere n 7 1 27