Moedertaal leren doceren

Publicatie datum: 1983-01-01
Collectie: 01
Volume: 01
Nummer: 2
Pagina’s: 91-94
gelezen moedertaal leren doceren onder redactie van jacques de vroomen 1982 278 pag isbn 90 01 92410 7 uitgeverij wolters noordhoff prijs f 40 uit nijmegen kwamen in het verleden de readers dikke slapgekafte en daardoor tuitelige bundels met een keur van artikelen van al lerlei herkomst verzameld rond bepaalde aspecten van het moeder taalonderwijs ik deed er niet veel mee maar ze gaven mij wel het veilige gevoel dat ik er het voornaamste over zo n onderdeel mee in huis had nu ligt er weer een nijmeegse bundel voor me ditmaal een goed in de hand liggend boekwerk met artikelen die er speciaal voor zijn geschreven rond het thema de opleiding tot moedertaalleraar het is door de samenstellers opgedragen aan hun ex collega de oerbundelaar frans peeters die vijfentwintig jaar vakdidacticus nederlands is geweest aan de nijmeegse universiteit moedertaal leren doceren aldus de inleiding is bedoeld voor ieder die belangstelling heeft voor het onderwijs in de moeder taal maar vooral voor wie betrokken is bij het opleiden van moe dertaalleraren het bevat zestien artikelen tot hoofdstukken ge groepeerd rond vier thema s hoofdstuk i geeft een historische blik op de ontwikkeling van het vak moedertaal en de moedertaaldidactiek bij een opleiding voor kleuterleidster een pedagogische academie een nieuwe lerarenop leiding en een universitaire lerarenopleiding in hoofdstuk 2 wordt de kloof tussen de opleidingsinstituten en de praktijk ook weer longitudinaal behandeld met name hoe er via de stage opzet overbruggingspogingen worden gedaan hoofdstuk 3 bevat beschrij vingen van na en bijscholingservaringen en het vierde hoofdstuk is gewijd aan de lerarenopleidingen in duitsland engeland vlaams belgie en zweden de bedoeling van deze verzameling is dat we er iets uit leren voor de toekomstige ontwikkeling van onze opleidingen door eens ach terom te kijken en opzij naar de ontwikkeling van andere oplei dingstypen dus en naar andere landen ik wil de zestien bijdragen dan ook niet apart bespreken maar in het algemeen eens nagaan wat deze bundel mij te bieden heeft voor 91 spiegel 1 1983 nr 2 91 98 het oplossen van een van de essentieelste problemen van de le raarsopleidingen namelijk het probleem van de kloven kloven tus sen de vakken en de didactiek ervan tussen de vakken onderling de realiteit is niet opgesplitst in vakken tussen alles wat de opleiding leert en de praktijk van het lesgeven in de school en niet in de laatste plaats die tussen de school en de maatschap pij vijftien jaar geleden waren die kloven dieper en breder toen leek de klos een veredelde mavo de pa s werden schertsend kulo s genoemd kolossaal uitgebreid lager onderwijs de vakdidactiek aan de universiteiten stond in de kinderschoenen en de nlo s waren nog niet eens geconcipieerd wat leert ons nu de historie ten aanzien van mogelijke overbrug gingstechnieken in de eerste plaats dat er ruimte moet zijn om te experimenteren er moet niet teveel vastliggen aan leerplannen en exameneisen de vakgroep nederlands van de sol heeft een rede lijk goed studieprogramma kunnen ontwikkelen mede dank zij het feit dat de nlo s zijn ondergebracht in de experimentenwet het zal veel moeilijker worden om in te spelen op ontwikkelingen in het onderwijs als er door een ander wettelijk kader bijvoorbeeld dat van de wvo teveel zaken komen vast te liggen zoals urenaan tallen voor docenten en studenten p 60 ten tweede lijkt het de meeste schrijvers belangrijk dat alle op leiders zich gezamenlijk voor de praktijkbegeleiding verantwoorde lijk voelen bij de sol zijn geen aparte docenten die vakdidactiek onderwijzen er is ook geen aparte sectie onderwijskunde in prin cipe geeft iedere vakdocent ook de didactische cursussen ook het centrale praktijksysteem in middelburg waarbij alle vakdidactici rouleren langs stagescholen blijkt samenbindend te werken er vindt een gezamenlijke evaluatie plaats daardoor ga je de stu dentes beter kennen maar evenzeer eikaars werkterrein en prakti sche frustraties zo groeit een docentencorps naar een onder linge band in werkverhoudingen en een begin van visie ontwikke ling met betrekking tot opleidingsonderwijs toe p 29 dat con tacten tussen alle betrokkenen belangrijk zijn blijkt evenzeer uit een ontwikkelingsexperiment aan de him te sneek waar stu denten mentoren en docenten in een instituutswerkgroep de knel punten op het gebied van de praktische vorming hebben geinventari seerd en men tot een nieuw stageplan kwam waar integratie en dif ferentiatie voorop stonden maar wil het driehoeksoverleg tussen mentor student en opleidingsdocent zinvol kunnen zijn dan zal de situatie op de leerschool nog meer centraal moeten staan p 110 een dergelijk geluid klinkt ook uit tilburg wanneer de schoolpracticumdocent zijn lesopdrachten maakt in overleg met de vakdocent wanneer de student zijn lessen voorbereidt in samen werking met de spd en vakdocent wanneer de vakdocent de lessen die met zijn hulp zijn voorbereid ook zelf mee observeert en eva lueert dan is een optimale terugkoppeling gegarandeerd maar deze 92 voorwaarden kunnen alleen worden vervuld indien de vakdidactici en de afdelingsonderwijskundige een zware coordinerende taak op zich nemen p 121 in de derde plaats is het noodzakelijk dat bij het onderwijs niet van de disciplines wordt uitgegaan maar van de problemen uit het veld dat klinkt in alle artikelen door al verschillen de termen ervoor wel eens probleemgericht zweden cursistgericht lola de optiek van het veld pdi utrecht en mooist van al normatief reeducatief dat is de strategie die niet alleen uitgaat van de behoeften van de cursisten maar die ook aansluit bij hun normen en waarden p 186 omdat de mensen uit het veld zelf het minst ver afstaan van de problemen van dat veld is het niet zo verwon derlijk dat nascholingen door collega s in belgie zo n succes zijn dat is ook het geval bij het mavo project dat werkt met vrijgestelde leraren als begeleiders en producenten van lesmate riaal tenslotte spelen ook bij de britse teachers centres de leraren zelf een beslissende rol de oplossing lijkt dan ook te liggen in de richting van een gro tere verantwoordelijkheid van de aanstaande leraar voor zijn opleiding dat houdt zeker in dat er meer ruimte voor differentia tie moet komen p 94 daar het studenten echter vaak moeite kost de relevantie van de aangeboden programma s te beoordelen streeft men er naar de contacten met de school al vroeg in het programma te doen plaatsvinden maar ook komt herhaaldelijk het idee van in service training op zowel in de individuele eindstage van het pdi utrecht als in het veelgenoemde supervisieboek van griffioen in het engelse inductiejaar en de plannen voor twintig weken ver plichte nascholing in zweden uit zweden komt trouwens ook een interessant voorstel om alleen die mensen tot de leraarsopleiding toe te laten die minstens 15 maanden beroepservaring buiten het onderwijs hebben dat zou er eventueel toe kunnen leiden dat de kloof tussen school en maat schappij wordt versmald evenals ouderparticipatie bij innovatie in de school zoals het geval was in een project dat door de schooladviesdienst nijmegen is begeleid die overbruggende functie zou kunnen bezitten p 155 of schoolbegeleiding wel altijd aan een schooladviesdienst moet worden toevertrouwd wordt elders overigens betwijfeld het levert weer een extra kloof op het opleidingsinstituut zal moe ten kunnen uitgroeien tot een regionaal onderwijscentrum waarin initiele opleiding begeleiding en nascholing hun natuurlijke plaats hebben gekregen zolang dat niet het geval is loopt de initiele opleiding de grote kans de studenten meer op te leiden voor de school van gisteren dan voor de basisschool van morgen p 113 samengevat ruimte om te experimenteren contact tussen alle be trokkenen uitgaan van de behoeften van de cursisten differentia tie in service training en nascholing daarbij voor al die taken 93 te zamen een onderwijscentrum heeft moedertaal leren doceren me nu wat nieuws geleerd over het probleem van de kloven ja en nee het nieuwe zit hem vooral daar in dat het me duidelijker is geworden dat er overal met dit pro bleem geworsteld wordt en dat in bijna alle bijdragen de sugges ties voor een oplossing in dezelfde richting wijzen er zitten trouwens meer interessante krenten in de pap en ik denk dat iedereen er wel een paar van zijn gading in zal aantreffen jammer is daarom dat het boek niet erg toegankelijk is door het ontbreken van een gedetailleerde inhoudsopgave wie bijvoorbeeld te weten wil komen hoe differentiatiemogelijkheden bij de ver schillende opleidingen zijn gerealiseerd moet daarvoor het boek helemaal doorzoeken dat is niet zo bezwaarlijk voor wie ruim in zijn tijd zit want vrijwel alle bijdragen zijn heel leesbaar ge schreven maar aan de andere kant bevatten ze voor mij weer niet zoveel bruikbaar nieuws dat ik die tijd goed besteed vind geluk kig hebben de meeste bijdragen een samenvatting tot slot en zo kan de lezer met haast toch via de conclusies een globaal over zicht krijgen overigens vraag ik me af in hoeverre de beschreven ervaringen nu representatief zijn voor de situatie in ons land als we de lijst van medewerkers langslopen lijkt er sprake te zijn van een prema ture landelijke taakverdeling acht uit nijmegen zes uit utrecht en van de overige zeven komen er dan nog vier van beneden de grote rivieren was er nu meer naar het noorden en naar het westen minder kwaliteit of minder bereidwilligheid om aan dit boek mee te wer ken in elk geval vind ik het bijzonder jammer dat er geen bijdrage in staat van een universitair vakinstituut ook daar hebben zich toch wel een aantal verheugende ontwikkeling in de richting van de praktijk voorgedaan tenslotte het is niet verwonderlijk dat uit de meeste bijdragen een gezonde zelfkritiek klinkt opleiders die er naar streven hun studenten zelfevaluatie bij te brengen blijken gelukkig zelf in hoge mate over dit vermogen te beschikken dat is een verheugend teken maar moet er niet toe leiden dat er helemaal geen tevreden heid wordt gevoeld over alles wat er de laatste decade bij de le raarsopleidingen is bereikt amsterdam december 1982 dana constandse 94