Publicatie datum: 1986-01-01
Auteur: Bernard Schut
Collectie: 04
Volume: 04
Nummer: 3-4
Pagina’s: 55-64
Documenten
bernard schut moedertaaldidactiek als wetenschap enkele strategische overwegingen als we zelf niet weten hoe goed of slecht iets van ons is waaraan ontleent een ander jan hut voorrecht van zekerheid wat dat en zoveel anders betreft is wetenschap net zo vaag als kunst en we mogen niets beters hopen dan van de mist waarin we bewegen te mogen genieten leo vroman als je in de praktijk iets hebt dat werkt maar je begrijpt niet hoe het werk dan loop je vroeg of laat in de fabricage toch vast het is veel beter als je tot een goed inzicht komt dat kan niet altijd daarom heb je in de industrie ook een aantal min of meer alchemistische voorschriften hoe men te werk kan gaan dat kan lang niet altijd vanuit de eerste beginselen worden afgeleid prof dr h b g casimir mijn spreekbeurt zal als mijn planning klopt overeenkomstig het verzoek 15 minuten duren en een fragmentarisch karakter hebben ik zal enkele kanttekeningen maken en enkele punten aanstippen die van belang kunnen zijn bij de behandeling van de vragen die vandaag centraal staan en die betrekking hebben op de moedertaaldidactiek als wetenschap allereerst de hiernavolgende overwegingen zijn gekleurd door mijn ervaringen van de laatste jaren die zijn niet onverdeeld positief een tweede kanttekening is de uitspraak juist dat een prestatie wetenschappelijk is wanneer deze door toonaangevende beoefenaars van de wetenschap wetenschappelijk wordt genoemd zou je vervolgens kunnen stellen dat vooraanstaande wetenschapsbeoefenaars die wetenschapsbeoefenaars zijn die in 55 spiegel 4 1986 extra nummer 55 64 een positie verkeren waarin ze kwaliteitsoordelen uitspreken of uit kunnen spreken over de prestaties van anderen dan zou vervolgens teneinde mij wetenschappelijk te onderscheiden mijn vraag kunnen luiden hoe kom ik in een dergelijke positie te verkeren ik heb de indruk dat de laatste vraag met bijbehorende dubieuze gedachtengang aan belang gewonnen heeft ten koste van de vraag naar de intrinsieke kwaliteit whatever that may be 1 zoals we ook steeds meer gedwongen zijn om terwille van de punten te publiceren zoals we gedwongen zijn om politiek te bedrijven om onze positie veilig te stellen of te versterken de competitie is daardoor toegenomen de vrijheid van de individuele onderzoeker navenant afgenomen 2 in een dergelijk systeem kunnen individuen onterecht onevenredig veel macht verwerven andere dan zuiver wetenschappelijke kwaliteiten blijken daarvoor van groot belang te zijn ik bespaar u en mezelf de voorbeelden van een onderneming die op objectieve waarheid gericht is is de instap vel opuu kelijk subjectief 3 maar goed laten wij overstappen naar de vragen die vandaag centraal staan ik kan daar enkele opmerkingen over maken misschien projecteer ik mijn eigen opvatting maar ik heb de indruk dat wij moedertaaldidactici waar het om het bedrijven van wetenschap gaat ons niet zo sterk in onze schoenen voelen staan naar mijn mening zie de inleiding en verantwoording van mijn proefschrift schut 1984 is dat weliswaar terecht anderzijds is het ook verstandig dergelijke gevoelens te relativeren een mogelijkheid is onder andere eens achter de schutting van de buren te kijken in 1984 verscheen bij coutinho in muiderberg peter kloos antropologie als wetenschap de tekst van dit boek is zoals het voorwoord vermeldt ontstaan uit een collegesyllabus wetenschapsfilosofie voor le jaarsstudenten culturele antropologie sociologie der niet westerse volken de tijd ontbreekt om het zelfs maar samen te vatten maar je kunt zeggen dat het de algemene wetenschapstheorie toesnijdt op de antropologie een herman koningsveld 1976 voor de antropologie centraal staat de vraag naar hoe onderzoekers zich gegeven hun pretenties behoren te gedragen willen zij op een gerechtvaardigde manier tot de formulering van geldige kennis komen pag 43 allerlei kwesties die daarmee samenhangen worden besproken zoals de relatie tussen theorie en empirische waarneming en het onderscheid tussen kwalitatieve en kwantitatieve methode geillustreerd zoals ik opmerkte aan de antropologie zodat ook de vraag gesteld kan worden en uiteraard wordt naar de wetenschappelijkheid van deze wetenschap de auteur merkt daarover op dat deze discipline in een crisis verkeert dat haar grondslagen ter discussie staan pag 9 13 en op de vraag of de antropologie een wetenschap is gemeten aan 56 criteria ontleend aan de wetenschapstheorie antwoordt hij ja een beetje het is eigenlijk een wetenschap in wording pag 186 om de volgende redenen vind ik deze publicatie waardevol door de koppeling van de algemene wetenschapsfilosofie of theorie aan de antropologie krijg je een beter inzicht in de ontwikkeling van een sociale wetenschap omdat het om in mindere of meerdere mate herkenbare vragen en problemen gaat vergroot je daarmee je inzicht in de ontwikkeling van de moedertaaldidactiek het werkt bovendien relativerend om te zien dat dezelfde vragen en problemen ook bij andere wetenschappen rijzen ook bij wetenschappen die al een eerbiedwaardige traditie hebben je zou nog verder kunnen gaan een dergelijke publicatie maar dan op het gebied van de moedertaaldidactiek moedertaaldidactiek als wetenschap zou voor de ontwikkeling daarvan van belang kunnen zijn bij een zekere mate van cooperatie zou je de nu onier ons aanwezige fragmentarische kennis en ervaring kunnen bundelen ze zou tevens de ontwikkeling kunnen betekenen van een gemeenschappelijk referentiekader een gemeenschappelijke taal om over de ontwikkeling van de moedertaaldidactiek als wetenschap met elkaar te communiceren daarbij komt het psychologisch argument dat je je als individueel onderzoeker geruggesteund zult voelen door een dergelijke inleiding of handleiding een onderzoeker die zich te lang met fundamentele vragen bezighoudt loopt het risico niet meer aan empirisch onderzoek dus ook aan theorievorming toe te komen en filosoof te worden stelt kloos pag 52 maar hij voegt er onmiddellijk aan toe dat ongedeerd een terrein van onderzoek zich vaak het snelst ontwikkelt wanneer filosofische twijfels aan de kant worden gezet 4 als de tweefasenstructuur ook voor de lerarenopleiding ingevoerd wordt zullen we neem ik aan over een beknopte en eenvoudige onderzoeksinleiding en handleiding moeten beschikken het werk moet dus tot op zekere hoogte toch gedaan worden ik zou mij kunnen voorstellen dat dit aangepakt wordt m b v een kleine redactiecommissie onder auspicien van de v d n hoe zou een dergelijke publicatie eruit kunnen zien ze zou uit twee delen kunnen bestaan een eerste waarin zoals in antropologie als wetenschap de wetenschapstheoretische vragen die van belang zijn voor de ontwikkeling van een empirische wetenschap besproken worden geillustreerd voor zover mogelijk aan voorbeelden uit de moedertaaldidactiek en een tweede deel waarin zoals in looijmans en palm 1983 een overzicht wordt gegeven van methoden en technieken die voor moedertaaldidactisch onderzoek van belang kunnen zijn opnieuw voorzover mogelijk geillustreerd aan bestaand moedertaaldidactisch onderzoek laat ik proberen door een globaal voorbeeld een indruk te geven van wat mij voor ogen staat wanneer ik mij niet vergis is de 57 onderscheiding kwalitatief of kwantitatief een voor de moedertaaldidactiek belangwekkend onderwerp en meer dan alleen maar een methodenkwestie het kwantitatief onderzoek is geconcentreerd aan het sco in amsterdam kwalitatief onderzoek vinden we in het nijmeegse werkverband voor onderzoek van moedertaalonderwijs in het nijmeegs onderzoek wordt overigens niet van kwalitatief maar van school etnografisch onderzoek gesproken klinkenberg e a 1984 van beers e a 1984 sturm 1985 zelf stellen deze onderzoekers de vraag of etnografisch slechts een min of meer techno methologische aanduiding is of dat daarmee een gemarkeerde epistemoligische positie aangegeven wordt klinkenberg e a 1984 pag 24 hun antwoord hierop luidt het is niet mogelijk deze vraag hier uitvoerig te behandelen maar tussen de regels door is wel te lezen dat wij vooralsnog menen in ons onderzoek die keuzes kennistheoretisch te moeten verdedigen en niet alleen methodologisch het zou m i de moeite waard zijn deze kennistheoretische premissen te expliciteren zoals het mij ook zinvol lijkt het onderscheid tussen etnografisch en kwalitatief onderzoek te expliciteren wanneer ik bijv kijk naar de gehanteerde technieken zie ik een duidelijke overeenkomst met het onderzoek zoals dat in de school van van parreren plaats vindt ook pijning bijv hanteert kwalitatieve technieken zoals gedragsobservatie retrospectie vragenderwijs begeleiden kwalitatieve analyse van protocollen pijning 1978 1983 2 1985 een interessant verschil is dat hij de kwalitatieve gegevens met kwantitatieve confronteert over kwantitatieve motorische diagnostiek pijning is hoogleraar bewegingswetenschappen in utrecht merkt hij het volgende op met betrekking tot remedie le programma s schieten de genoemde onderzoeksmethoden in twee opzichten te kort 1 de innerlijke activiteiten die het kind verricht om een prestatie te leveren blijven buiten beschouwing 2 de scores van de tests geven slechts beperkte informatie met betrekking tot de te geven remediele programma s par 1 1 en men kan door middel van motorische tests wel problemen constateren maar zij verschaffen slechts in beperkte mate informatie over de wijze waarop het kind behandeld moet worden pijning 1985 par 1 2 deze pluralistische opvatting van pijning lijkt mij strijdig met de opvattingen van bonset en verweij in een lezing voor de viot paradigmatiseren zij als het ware de tegenstelling kwalitatief kwantitatief boset en verweij 1982 hoewel zij spreken van een relatieve construeren zij toch een tamelijk absolute tegenstelling overigens hanteren zij de term naturalistisch onderzoek zij vinden kloos aan hun zijde de beide opvattingen staan diametraal tegenover elkaar wanneer het aankomt op een aantal veronderstellingen met betrekking tot wat mensen zijn welke de doelstellingen en mogelijkheden van de wetenschap zijn en van welke aard wetenschappelijke uitspraken 58 zijn de kwantitatieve methode speurt naar invariante natuurwetten en maakt mensen daarmee in feite tot aan de betrokkenen niet gekende wetten gehoorzamende personen die geen vrijheid van keus hebben of voor wie vrijheid een illusie is pag 81 swanborn 1981 merkt over het laatste op in het verzet van voorstanders van zogenaamd kwalitatief onderzoek tegen de gangbare onderzoekspraktijk zit eveneens een aristotelisch argument letterlijk wordt soms het uiteenrafelen van de mens in scores op variabelen aan de kaak gesteld pleidooien worden gehouden voor de case study het diepgaande onderzoek van een geval en voor het contact met de ware levende werkelijkheid van de concrete mens of de concrete situatie hoewel een dergelijke houding ongetwijfeld appeleert aan onze romantische gevoelens en hoewel case studies zeer nuttig kunnen zijn voor ideeenvorming zou een uitsluitende aandacht van de wetenschappelijke onderzoeker voor het specifieke het afwijkende het bijzondere geval kunnen leiden tot het verloren gaan van de mogelijkheid om in allerlei uiteenlopende verschijnselen bepaalde gemeenschappelijke aspecten te onderkennen regelmatigheden dat wil zeggen relaties tussen variabelen die ons in staat stellen om te verklaren en daarmee ook om sociale probleemsituaties te herkennen te voorspellen en te beheersen pag 61 62 etcetera etcetera kortom het lijkt tijd voor een fundamentele kennistheoretische discussie op dit punt of worden dergelijke keuzes intuitief gemaakt interessant is ook het bovenstaande te illustreren met voorbeelden uit de onderzoekspraktijk uitgebreide gepubliceerde verslagen van kwalitatief onderzoek op het gebied van de moedertaaldidactiek heb ik niet gevonden vandaar dat ik hier gebruik maak van de dissertatie van mevr schouten van parreren 1985 maar eerst ga ik in op een recente publicatie van wesdorp 1985 de laatste publicatie betreft kwantitatief onderwijskundig evaluatie onderzoek dat wil zeggen dat de uitvoering van testonderdelen in kwantiteiten wordt weergegeven de waarneembare uitvoering van de onderdelen van deze tests worden in getallen gewaardeerd het totaal aantal punten dat een kind scoort wordt vergeleken met het gemiddelde dat als norm geldt voor de leeftijd van dat kind en op die manier wordt bepaald of de ontwikkeling van het kind al of niet vertraagd is pining 1985 waaraan ik deze beschrijving van het begrip kwantitatief ontleen merkt daarbij op dat de normering de koppeling inhoudt van ontwikkelingsfases aan leeftijdsperiodert dat betekent dat de ontwikkeling uitsluitend wordt opgevat als een functie van de leeftijd dus als een rijpingsproces de benadering miskent daardoor de invloed van leerprocessen op de ontwikkeling par 1 2 pijning maakt deze opmerking n a v de gangbare motorische onderzoeksmethoden 5 ik denk dat de door hem gesignaleerde beperking ook geldt voor het type evaluatie onderzoek waar deze voorstudie toe behoort 59 ik vat eerst uit de korte samenvatting het eerste punt dat betrekking heeft op de functie van het rapport en het laatste gedeelte van het laatste punt dat betrekking heeft op de technische uitvoering samen en constateer een zekere tegenstrijdigheid de functie is ieder ouders scholen en overheid in staat te stellen om mee te beslissen over al wat de kwaliteit van het onderwijs betreft op grond van inhoudelijke informatie echter een procedure om algemeen aanvaarde kwaliteitsnormen te bepalen ontbreekt dit is een van de punten waarop het onderzoeksinstrumentarium verbetering behoeft overigens blijkt het onderzoek technisch uitvoerbaar aldus wesdorp wanneer een algemene aanvaardbare procedure voor het bepalen van kwaliteitsnormen ontbreekt dan lijkt het geen eenvoudige opgave om het niveau te bepalen levert het vaststellen van de score dus vragen op een volgende vraag betreft de score zelf met een dergelijke score leg je het eindpunt van een onderwijsproces vast over dat proces weet je echter nog niets voor een beleid van ministerie of scholen lijkt me een dergelijke studie daarom een mager uitgangspunt ik had een duidelijkere legitimering van het onderzoek op prijs gesteld ook gezien de politieke konsekwenties die een dergelijke grootschalig outputonderzoek nu eenmaal snel heeft 6 het onderzoek van mevr schouten van parreren heeft een kwalitatief karakter d w z onderzoek dat primair streeft naar inzicht in het proces dat ten grondslag ligt aan bijvoorbeeld schoolprestaties resultaten de output van menselijk handelen mevr schouten onderscheidt zich baserend op het handelingsmodel van van parreren o a 1981 en 1983 4 soorten handelingen d w z doelgerichte gedragingen n 1 materiele perceptieve mentale en verbale handelingen aan handelingen worden een doelaspect en een structuuraspect onderscheiden m b t het doel van handelingen wordt een onderscheid gemaakt tussen de orienterende uitvoerende en controlerende functie met betrekking tot de handelingsstructuur is vooral de mogelijke geleedheid van de handeling in deelhandelingen van belang en de ordening van die deelhandelingen ten opzichte van elkaar serieel en of hierarchisch alsmede de relaties tussen de deel handelingen en de kenmerken van de situatie waarin gehandeld wordt pag 12 sprekend over de betekenis van het handelingsmodel voor het onderwijs merkt zij op dat het van belang is handelingen in kaart te brengen die zo efficient mogelijk naar de beoogde leerdoelen leiden pag 14 haar studie typeert zij als volgt hierin zullen de deel handelingen worden opgespoord die nodig zijn voor het woorden leren door lezen als een alternatief voor de gebruikelijke aanpak van het memoriseren van woordparen het analyseren van de handelingsstructuur heeft tot doel inzicht te krijgen in wat leerlingen doen en in wat leerlingen goed en minder goed kunnen aan de hand hiervan kan dan vervolgens in termen van 60 gal perin een ontwerp gemaakt worden voor een zo volledig mogelijke orienteringsbasis leerlingen die daarover beschikken weten welke handelingen ze moeten uitvoeren in welke volgorde op welke situatiekenmerken ze daarbij moeten letten en waarom ze juist die handelingen moeten uitvoeren en geen andere soms zullen leerlingen zich deze orienteringsbasis in een gericht onderwijsleerproces eigen maken soms zal het gaandeweg laten ontdekken van de orienteringsbasis door de leerlingen effectiever zijn in beide gevallen is het doel echter dat aan het eind van het leerproces alle leerlingen erover beschikken pag 14 onderzoek dus dat in de eerste plaats gericht is op het verkrijgen van inzichten in het verloop van de verschillende handelingen op het betreffende deelgebied en niet zoals bij kwantitatief onderzoek op het al dan niet verwerpen van hypothesen of op het vergelijken van data verkregen in twee of meer condities zo merkt zij op pag 15 kwalitatieve technieken die zij daarbij hanteert zijn bijvoorbeeld de hardopdenkmethode protocolanalyse foutenanalyse analyse van expertgedrag non directief interview er wordt gewerkt met weinig proefpersonen vandaar dat zij opmerkt dat de resultaten zich soms lenen voor direct gebruik in de praktijk maar dat in andere gevallen toetsend kwantitatief onderzoek zal dienen te volgen tot zover dit voorbeeld van kwalitatief onderzoek waaraan eigenlijk onmiddellijk het nijmeegse sociologisch georienteerde onderzoek gerelateerd zou moeten worden tot zover echter omwille van de tijd deze schets van een paragraaf die ik maakte om u een voorbeeld te geven van de syllabus handleiding moedertaaldidactisch onderzoek die mij voor ogen staat dames en heren leo beenhakker merkte na de nederlaag tegen belgie vorige week woensdag op op zo n moment wens je dat je vroeger beter had kunnen leren en dus een ander beroep had kunnen kiezen algemeen dagblad 21 11 85 ons probleem is dat we de verkeerde vooropleiding hebben terwijl we ons een plaats moeten veroveren in de wetenschap onze status is gering veel conflicten zijn daar het gevolg van ik heb vaak momenten dat ik wilde dat ik een ander beroep kon kiezen en ik weet dat ik daarin niet de enige ben genoeg argumenten meen ik om op een redelijke manier samen te werken of daartoe te komen vandaar dat ik waardering heb voor het initiatief van steven ten brinke en de uitvoering daarvan door het bestuur van de vdn vandaar dat ik hier niet heb willen reageren op inhoudelijke aspecten van het spiegelartikel van ten brinke 7 maar in de 15 minuten die mij ter beschikking stonden mijn bijdrage gericht heb op programmavraag nummer twee hoe kan naar het voldoen aan die voorwaarden worden toegewerkt ik dank u voor uw aandacht 61 noten 1 vergelijk het verschil bij aandelen tussen de intrinsieke waarde en de beurskoers 2 ik pleit daarmee niet voor a mutual admiration society of limited intelligence 3 de externe invloeden op de wetenschap zijn uiteenlopend van karakter ik heb er hier twee kort genoemd een van psychologische en een van sociologische aard en ga bijvoorbeeld niet in op de samenhand die kan bestaan tussen wetenschappelijke probleemstelling en cultureel klimaat met name de politieke en economische verhoudingen interessant in dit verband zou kunnen zijn om de recente aandacht bij onderzoekers voor het onderwijsniveau en het niveau van het onderzoek te analyseren zie voor het laatste o a becker en van raan 1985 4 ik interpreteer deze toevoeging als tegengesteld aan de voorafgaande opmerking 5 overigens is pijning thans geneigd deze formuleringen af te zwakken uitsluitend tot voornamelijk en miskent tot onderschat in de bepaling van de normering zijn impliciet milieuinvloeden ook die van de school verdisconteerd 6 zie bijvoorbeeld de koerswijziging in het onderwijsbeleid van de p v d a in het gewest amsterdam en de reactie daarop van joke koningh in het parool van 25 11 85 of de reactie van de p v d a fraktie in de tweede kamer op het onderwijsbeleid van minister deetman in het nos journaal van 27 11 85 7 waar ik overigens in grote lijnen mee instem bibliografie becker h a en a f s van raan 1985 kwaliteit in de weten schap een meetbaar begrip leiden 1985 van beers w e a 1984 onderzoek naar vernieuwing en vernieu wingsweerstanden in het voortgezet moedertaalonderwijs in vonk e a red 1984 bonset h en h verweij 1982 taalbeheersingsonderzoek en normaal functioneel moedertaalonderwijs in levende talen nr 368 januari 1982 62 ten brinke j s 1985 de moedertaaldidactiek als weten schappelijk bedrijf haar werkterrein en haar disciplinair karakter in spiegel 3 1985 en nr 2 klinkenberg s e a 1984 onderzoek naar vernieuwing en vernieuwingsweerstanden in het voortgezet moedertaalonderwijs in spiegel 2 1984 nr 3 kloos p 1984 antropologie als wetenschap muiderberg 1984 koningsveld h 1976 h koningsveld het verschijnsel wetenschap een inleiding tot de wetenschapsfilosofie meppel amsterdam 1976 looijmans p en h palm 1983 taalbeheersingsonderzoek een methodologische inleiding groningen 1983 van parreren c f 1981 onderwijsproceskunde gered en ingel door m c schouten van parreren groningen 1981 van parreren c f 1983 leren door handelen onderwijs vernieuwing in de klas apeldoorn 1983 pijning h f 1978 motoriek en leren leerpsychologie en onderwijs deel 3 groningen 1978 pijning h f 1985 kwalitatieve motorische diagnostiek leerpsychologie en onderwijs deel 8 groningen 1985 schut b t m 1984 literatuurdidactiek een bijdrage tot de theorievorming bilthoven 1984 schouten van parreren m c 1985 woorden leren in het vreemde talenonderwijs apeldoorn 1985 sturm j 1985 over de receptie van taalbeheersingsonderzoek in moedertaalonderwijs in nederland historische en schooletnografische prolegomena in spiegel 3 1985 nr 1 swanborn p g 1981 methoden van sociaal wetenschappelijk onderzoek inleiding in ontwerpstrategieen meppel amsterdam 1981 vonk j h c e a red 1984 onderzoek en ontwikkeling verslag van het vulon congres 1984 s gravenhage 1984 63 wesdorp 1 9 8 5 goed onderwijs voorstudie periodieke peiling van het onderwijsniveau 1s gravenhage e 1985 64