Er worden twee vragen gesteld:
1. Leidt het pakket aan interventies op het gebied van beoordeling, motivatie, didactiek, peerfeedback, videoreflectie en zelfanalyse tot hogere scores op de beoordelingsmatrix ‘spreken’ op het gebied van mondelinge taalvaardigheid, subdomein spreken?
2. Zijn er verschillen in effectiviteit tussen videoreflectie en zelfanalyse?
Uit de resultaten blijkt dat de ingrepen op genoemde terreinen leiden tot betere prestaties op het gebied van mondelinge taalvaardigheid. Er is gebruik gemaakt van twee groepen om het effect van videoreflectie en zelfanalyse te meten. Uit de resultaten blijkt dat videoreflectie geen groter effect heeft gesorteerd dan de leerlingen die op basis van zelfanalyse de lessenserie hebben gevolgd.
Interessante aspecten:
Het onderwerp is relevant en actueel: de problemen die er bestaan rondom mondelinge taalvaardigheid zijn goed in kaart gebracht. Mooi is dat voor de interventies gebruik is gemaakt van eerdere onderzoeken, ook op het gebied van schrijfonderwijs (denk aan de rol van peerfeedback). Leerlingen krijgen een actievere en duidelijkere rol in de didactiek. De lessenserie, die bestaat uit 6 lessen, is helder verantwoord en het materiaal (voor docent: lesplannen en voor leerlingen: een uitgebreide reader) is opgenomen in de bijlagen. De resultaten zijn veelbelovend.
Nader onderzoek:
Deze studie is een eerste aanzet om beter inzicht te krijgen in de factoren die een rol spelen bij het verbeteren van het leerling-niveau van ‘spreken’. Om dit doel te bereiken is een totaalpakket aan interventies gepleegd op het gebied van beoordeling, motivatie en didactiek.
Het pakket aan interventies heeft zijn vruchten afgeworpen, maar, het is niet duidelijk aanwijsbaar wat de bijdrage is van elke interventie afzonderlijk is (dus: welke interventie is het meest krachtig, of is er één interventie die verbeterd kan worden). Het is wenselijk om te onderzoeken hoe groot het effect is van elke gepleegde interventie. Om dat te onderzoeken zou er gebruik gemaakt moeten worden van een groot aantal experimentele groepen en controlegroepen. Het totaalpakket aan interventies zou uitgesplitst moeten worden in afzonderlijke elementen om het effect van elke interventie te bepalen.
Dat reflectie een zinvolle aanvulling is voor de didactiek, lijkt wel bewezen. Er is nu echter geen meerwaarde gevonden van (of duidelijk verschil tussen) video-reflectie t.o.v. zelfanalyse, maar de verschillen tussen beide manieren van reflectie zouden nauwkeuriger onderzocht kunnen worden om de didactiek te optimaliseren.
Gezien de omvang van dit ontwerponderzoek is de kwaliteit van de plannen van aanpak niet gemeten. Een analyse van deze plannen zou wellicht nieuwe informatie opleveren. Het plan van aanpak vormde voor elke leerling de leidraad in deze lessenserie. Het is goed mogelijk dat er een verband is tussen de kwaliteit van het plan van aanpak en het niveau van mondelinge taalvaardigheid. Vervolgonderzoek is nodig om dit verband aan te tonen.
Hoewel een groot aantal leerlingen koos voor een onderwerp die betrekking had op hun dagelijkse realiteit, waren er ook leerlingen die politiek of maatschappelijk getinte onderwerpen kozen. Ook dit zou een interessante invalshoek kunnen zijn voor vervolgonderzoek. Hoe smal of hoe breed is nu precies de blik waarmee leerlingen van vwo 5 naar de wereld om hun heen kijken?
Die laatste vraag kan uiteraard worden gesteld in verschillende leerjaren en niveaus.
Documenten