Multatuli en “Oost-Indië”

Publicatie datum: 1995-01-01
Collectie: 05
Volume: 05
Nummer: ?
Pagina’s: 21-25

Documenten

hans van den bergh multatuli en oost indie in 1987 was er weer eens een multatuli jaar de schrijver was 100 jaar tevo ren overleden en het multatuli genootschap dat zich tot taak rekent zijn ge dachtengoed uit te dragen greep de gelegenheid aan om eduard douwes dek ker 1820 1887 op alle fronten te herdenken er werd een standbeeld van hans bayens onthuld op de torensluis in amsterdam de ptt gaf een spe ciale postzegel va n 55 cent uit met multatuli s beeltenis er verscheen een nieuwe bloemlezing voor de jeugd bij de cpnb naast tal van andere eerbe wijzen in de vorm van uitgaven herdenkingsbijeenkomsten en dergelijke een hoogtepunt was ongetwijfeld ee n congres dat in djakarta werd belegd over de vraag wat de betekenis van multatuli was geweest voor de vroegere kolonien in nederlands oost indie is de schrijver al deze aandacht en eerbe wijzen nog altijd waard zal menigeen zich afvragen tegenwoordig wordt wel algemeen aangenomen dat douwes dekker de grootste nederlandse auteur van de 19 e eeuw is geweest maar wat hebben zijn ideeen met name over het ei landenrijk insulinde zoals hij het noemde ons nog te zeggen de havelaar in de archipel op dat indonesische congres bleek al gauw dat daar door indonesische publi cisten heel verschillend over wordt gedacht het is bijvoorbeeld interessant dat de film max havelaar die door fons rademakers is gemaakt naar multatuli s gelijknamige hoofdwerk en die nota bene voor de helft door indonesie was gefinancierd bij het uitkomen in 1980 door de censuur werd verboden men wilde eenvoudig niet accepteren wat daar zichtbaar werd het misbruik waar de roman zich in het bijzonder tegen keert bestaat voornamelijk uit de berovingen en afpersingen van de arme boerenbevolking op west java door de eigen inlandse hoofden en pas in een veel verwijderder verband uit fouten van het nederlandse koloniale bewind een paar jaar daarvoor was er een eerste complete vertaling van de havelaar in het bahasa indonesia uitgekomen en in 1987 werd de vertaler de heer h b jassin uitvoerig voor de nederlandse televisie geinterviewd deze vertelde dat zijn vertaling helaas niet veel gelezen werd hetzelfde gold volgens hem voor de nederlandse uitgaven van voorheen die alleen bekend waren bij een dunne intellectuele bovenlaag die goed genoeg nederlands kende in de hele archipel is alleen saidjah en adinda bekend zei jassin want alleen dat verhaal past in het wereldbeeld van de indonesier het gaat daarbij om een korte zelfstandige novelle die binnen de roman max havelaar eea heel eigen aardige plaats inneemt het aspect van de onderdrukking van de bevolking door de eigen vorsten krijgt ook binnen de novelle allerduidelijkst gestalte omdat de demang van parang koedjang bij herhaling als de grote boosdoener wordt aangewezen maar buiten het verband van de roman heeft het verhaal blijkbaar alleen gefunctioneerd als een aangrijpende romantische liefdesge schiedenis wat het inderdaad ook is 21 van den bergh multatuli en oost indie saidjah en adinda de episode van saidjah en adinda kan als we haar goed lezen bovendien antwoord geven op twee vragen die in de moderne multatuli kritiek vaak wor den opgeworpen ten eerste nam multatuli nu eigenlijk ee n anti koloniaal standpunt i n o f conformeerd e hi j zic h aan het nederland s gezag en te n tweede is douwes dekker als assistent resident van lebak eigenlijk wel ver standig opgetreden bij zijn conflict met de inlandse regent met name de indonesie kenner rob nieuwenhuys heeft op dit punt het meest radicale standpunt ingenomen nee zegt hij de morele code die dekker als koloniaal ambtenaar wilde toepassen was typisch eurocentrisch gekleurd zijn stellingname berustte op een gebrekkig inlevingsvermogen in wat de inlandse bevolking bewoog en bezighield wat de eerste vraag betreft zeke r meende multatuli dat de arme bevolking van de archipel nog niet aan zelfbestuur toe was maar dat maakte hem niet blind voor de misstanden die d e koloniale uitbuitin g meebracht nie t voo r niets luidt een van de conclusies van de beroemde tirade waarmee de roman max havelaar word t afgesloten of eigenlijk afgekapt dat er een roofstaat ligt aan de zee tussen oost friesland en de schelde en als de schrijver geen gehoor zou vinden voor zijn klachten dan kondigt hij aan dat hij klewangwettende krygszangen zal slingeren in de gemoederen van de arme martelaren wien ik hulp heb toegezegd ik multatuli en het i s duidelijk dat als die klewangs eenmaal gewet zijn het er niet zachtzinnig zal toegaan want zegt multatuli in dezelfde passage de omwenteling zal komen op wettelyken weg waar het kan op wettigen weg van geweld waar het moet 1 hier is toch wel het eerste gloren van een anti koloniale strekking aanwezig maar sterker naar mijn smaak spreekt het revolutionaire karakter van het boek ui t d e manier waarop hier literaire middelen worden ingezet o m een nieuwe visie op de javanen ingang te doen vinden bij de westerse lezer een lezer die er belang bij had vast te houden aan zijn traditionele beeld van de onbekwame terecht door ons bestuurde primitieve oosterling daartoe moes ten soms drastische middelen worden ingezet een van di e middelen is he t gebrui k va n een uiterst retorisch dus een magnifiek sarcastisc h stijlmiddel dat verschillende keren heel effectvol i n de strijd wordt geworpen als de derde buffel va n saidjahs vader is afgenomen schrijft multatuli hy had geen poesaka erfgoed meer om een nieuwen buf fel t e kopen daar zijn ouders altyd in parang koedjang woonden en hem dus weinig hadden nagelaten onafwendbaar staat ineens vast dat de toestand in parang koedjang allang ondragelijk is wie daar al geruime tijd woont kan niet anders dan arm zijn een ander retorisch dus valt vlak voor het eind van de romance en heeft in de anti koloniale literatuur een zekere faam verworven saidjah doolt in zuid sumatra rond waar veel berooide javanen zijn heen gevlucht hij komt dan in een dorp dat pas veroverd was door het nederlandse leger en dus in brand stond multatuli wis t wel hoe hij zijn gehoor moest bespelen de nederlandse lezer 22 van den bergh multatuli en oost indie moet door dit dus als door een zweepslag getroffen zijn wat ons heilbren gende nederlandse geza g had tot blijkbaar vanzelfsprekend gevolg dat er dorpen in brand stonden nog belangrijker is het gegeven dat het verhaal van saidjah en adinda in in die altijd zo populair is geweest dat multatuli s reputatie va n medestander vrijwel alleen daarop berustte multatuli had kennelijk kans gezien zich sterk in de gedachtenwereld van inlanders in te leven en die op een voor hen ge loofwaardige manier weer te geven misschien was de visie van de schrijver toch minder eurocentrisch dan met name rob nieuwenhuys ons nu al decen nia lang wil doen geloven het ongelijk van nieuwenhuys ik wil die opvatting hier graag nog eens bestrijden nieuwenhuys nu meer dan 85 jaar oud heeft zijn ideeen over de relatie tussen nederland en indonesie gevormd in de laatkoloniale tijd toen het destijds nieuwe cultuurrelativisme verfrissende inspiratie bracht omdat het leerde dat veel van het westerse supe rioriteitsdenken o p niets dan vooroordelen en gebrek aan informatie berustte en daar was veel waars in maar de toepassing van dat gelijkwaardigheidsbe ginsel tusse n verschillende culturen op de zaak lebak anno 1856 heeft to t bizarre misinterpretaties geleid in grote lijnen komt nieuwenhuys standpunt erop neer dat het despotisch ge drag van de inlandse vorsten door multatuli vanuit zijn nederlands perspectief geheel verkeerd is begrepen het heffen van enige vorm van betaling in natura en het doen verrichten van herendiensten was voor oostaziatische begrippen volkomen normaal dit soort roof en afpersing wer d door de bevolking niet als zodanig ervaren luidt dit standpunt het was voor hen puur een kwestie van adat en adat is dan een verondersteld stelsel van ongeschreven rechtsre gels waar de bevolking zich maar al te graag in schikte omdat met name het districtshoofd van lebak nagenoeg als een heilige werd vereerd ik heb nogal wat af te dingen op deze beoordeling van dekkers stellingname te n eerste lijkt mij de opvatting van nieuwenhuys e s i n strijd met de alledaagse lo gica welke boerenbevolking zou zich er graag in schikken te worden uitge zogen de objectieve feiten van de buffelroof de herendiensten de armoede het wegvluchten van de bevolking en de uitbrekende opstanden worden bo vendien door niemand betwijfeld ten tweede is het nog niet zo zeker dat de traditionele regels van de adat echt bestonden of als z e bestonden feitelijke afpersin g goedkeurden huidig e commentatoren in indonesie betwijfelen dat maar zelfs als de adat het mis bruik door de inlandse vorsten zou goedkeuren waarom zou je daar tegenover dan een relativistisch standpunt moeten innemen het is beslist onaanvaard baar dat ieder stelsel van culturele gebruiken gelijkwaardig zou zijn aan ieder ander en dat dus altijd absolute tolerantie past de uiterste consequentie van dat standpunt zou bijvoorbeeld zijn dat we de schrijver rushdie zo snel moge lijk aan de ayatollahs uitleveren omdat de iraniers hem nu eenmaal volgen s hun normen ter dood willen brengen 23 van den bergh multatuli en oost indie het gelijk van multatuli multatuli had in het midden van de vorige eeuw een ambtseed afgelegd dat hij de inlandse bevolking tegen misbruiken zou beschermen en hij nam die taak serieus er kon van hem niet verwacht worden dat hij op grond van dubieuze twintigste eeuwse principes de hand zou lichten met het bestrijden van on recht waar hij dat scherp en naar wij nu weten terecht meende waar te ne men multatuli had in mijn ogen groot gelijk he t is bovendien bij uitstek onzi n nu juist hem voor de voeten te werpen dat hij de situatie in de kolonien door een westerse bril bezag als er iemand was die zich in opvattingen en ziens wijzen van de bevolking trachtte in te leven dan was hij het wel laten we vanuit dat gezichtspunt nog eens zorgvuldig naar de novelle said jah en adinda kijken zowel uit inhoudelijke details als uit de stijl blijke n dan duidelijk multatuli s pogingen de situatie met de ogen van de inlander te bezien en haar als zodanig weer te geven zo wordt er nergens binnen het ver haal een veroordeling van de buffelroof o f het bestraffen va n klagers uitge sproken de personages in de geschiedenis ondergaan wat hun overkomt als een natuurram p of al s he t toeslaan va n het noodlot zorgvuldi g trach t d e schrijver het verhaal als een oosterling met oosters fatalisme aan cultuurge noten te vertellen wat ook resulteert in zinnen als de volgende en wel zonder enige toelichting de penghoeloe zelf had gezegd dat er oentoeng was in den loop van die haarwervels op de achterschoften zeer tekenend is ook hoe multatuli zic h van een orientaliserende tijdrekening bedient o m aa n te geven dat het later op de dag wordt en kwam tot tangerang den volgenden dag voor nog de schaduw gedaald was tot zyn lip pen hoewel hy den groten toedoeng droeg die zyn vader hem had achtergela ten deze schaduw van een breedgerande hoed levert een kenmerkend beeld op van zinvol inlevings en observatievermogen er zijn telken s va n dez e vernuftige sfeerscheppend e exotismen zoal s d e spaarsom die saidjah meebrengt na driejaar werk in batavia 30 spaanse mat ten mexicaanse goudstukken vertel ik er even bij maar multatuli doet dat niet uiteraard had geen nederlandse lezer enig idee over de waarde van die som zodat de drie buffels die ervoor te kopen zouden zijn des te verrassender uit de bus komen ook saidjahs waarnemin g va n de blanken in de hoofdstad word t helemaal vanuit inlands perspectief getekend mooi is bijvoorbeeld dat hij de gouver neur generaal volgen s javaan s gebruik maar weer zonder enige uitleg d e grootvader van de soesoehoenan van solo noemt dat berust op de inlandse gewoonte om gezagsverhoudingen in familierelaties ui t te drukken natuur lijk is ook zeer illustratief dat multatuli herhaaldelijk saidjah zich als vanzelf in poezie laat uitdrukken als gevoelens hem te machtig worden kom daar eens om bij droogstoppels of slijmeringen die typische vertegenwoordigers van hollandse nuchterheid en bezadigdheid zoals multatuli zijn grote tegen standers tekende uiteraard berust zo n natuurlijk dichterschap op de visie van de romantische westerling die zo graag alle mogelijk onbedorven natuurgaven projecteerde op 24 van den bergh multatuli en oost indie de primitieve wilde maar het duidt in ieder geval nie t op het vooroordee l van onwankelbare westerse superioriteit integendeel er is nog een zeer ken merkende passage het derde geval va n een zwaar sarcastisch dus dat op nieuw een magnifieke afstraffing in houdt van blanke zelfoverschatting als saidjah in batavia aankomt wordt bij terstond door een heer in dienst genomen omdat hy ik citeer saidjah niet verstond een ogenblik staat de lezer voor een raadsel maar de volgende zin brengt de pijnlijke verklaring want te batavia heeft men gaarne bedienden die nog geen maleis spreken en dus nog niet zo bedorven zyn als anderen die langer in aanraking waren met europese beschaving zonder enig commentaar stelt dit dus de europese beschaving gelijk aan be dorven zeden kortom rousseau samengevat in een woord het is deze als vanzelfsprekend opgediende zuiverheid van saidjahs moraliteit die op het westerse zelfbewustzijn een verpletterende indruk moet hebben ge maakt met de onnadrukkelijkheid van de subtielste literaire kunstgrepen werd het heil van onze aanwezigheid in de kolonien hier aangevochten en ondergra ven het zijn deze eigenschappen van multatuli s schrijverschap en deze visie o p de koloniale situatie waarmee hij zijn tijd een halve eeuw vooruit was die hem in mijn ogen tot de dag van vandaag in zo hoge mate genietbaar maken komptie je ferdacht foor taaie sn ko p niet maa r dat zwart e mutsie he b i k mee r gesien 25