Naar een meer leerlinggerichte onderwijsaanpak

Publicatie datum: 1983-01-01
Collectie: 14
Volume: 14
Nummer: 3-5
Pagina’s: 218-227

Documenten

marian huiskens meta waal bovo projecte n naar een meer leerlinggerichte onderwijsaanpak 24 de invalshoek die in het bovo projectamsterdam noord landsmeer is gekozen is die van meer leerlinggericht onderwijs vanuit de geschiedenis van het overleg kwam men ertoe als uitgangspunt te nemen de ge wenste situatie het accent kwam nu te liggen op het pedagogisch klimaat en de didac tische benadering als voorbeeld van mogelijke activiteiten startten de 37 bo en vo scholen projecten die na twee jaar antwoord moeten geven op een aantal vragen tot slot een verslag van zo n schoolproject marian huiskeus is medewerkster van het advies en begeleidingscentrum afdeling am sterdam noord en meta waal is mentrix en lerares nederlands op een van de deelnemen de scholen in het bovo project amsterdam noord lands mogelijk dergelijke verschillen c q knelpunten te meer is de aansluitingsproblematiek vertaald in inventariseren en vervolgens te proberen om deze de uitdaging om emancipatorisch onderwijs te knelpunten weg te werken realiseren in de regio in amsterdam noord landsmeer zijn we anders dat wil zeggen dat de gezamenlijke inspanningen om te werk gegaan gericht zijn op het creeren van onderwijssituaties in het voorbereidingsjaar is vanuit een inventari die door de leerlingen als zinvol en relevant erva satie van probleemgebieden in de huidige situatie ren worden een beschrijving gemaakt van de gewenste situa waarom hebben we deze invalshoek gekozen tie de gedachte hierachter was de volgende het wat heeft emancipatorisch onderwijs te maken in kaart brengen van de gewenste situatie leidt met de aansluitingsproblematiek tot een beter oordeel over welke verschillen tus er zijn vele zaken op te noemen waarin het sen basis en voortgezet onderwijs de moeite van basisonderwijs en het voortgezet onderwijs van het aanpakken waard zijn daarmee wordt voor elkaar verschillen deze verschillen kunnen alle komen dat de energie verloren gaat met het wer aanleiding geven tot aansluitingsproblemen van ken aan ad hoc problemen die vrij willekeurig ge uit een beschrijving van de huidige situatie is het kozen worden en tot schijnoplossingen kunne n 218 leiden bij het beschrijven van de gewenste situa weest de discussie over leerstofafspraken tie bleek dat de pedagogisch didactische uit in de geschiedenis van bovo projecten blijkt dit gangspunten voor het nieuwe basisonderwijs met vaak een startpunt te zijn beide groepen ge evenveel kracht dienden te gelden voor het voort sprekspa rt ners verwachtenvoordelen van dergelij gezet onderwijs ke afspraken onderwijs als systeem van permanente veran in oktober 1975 namen de brugklasconrectoren dering van het voortgezet onderwijs in amsterdam onderwijs dat past bij de leerling noord het initiatief om door middel van mini onderwijs als activiteit van de leerling mum afspraken voor nederlands en rekenen de onderwijs als deel van het maatschappelijk ge overgang van de basisschool naar de brugklas te beuren vergemakkelijken vanuit dit besef keken we naar de huidige situa ter voorbereiding en uitwerking is in mei 1976 tie om te kunnen bepalen hoever we nog van het een overleggroep samengesteld bestaande uit ver ideaal verwijderd zijn tegenwoordige rs van basisonderwijs en mavo de huidige situatie laat zich weergeven als een havo en vw o scholen ontwikkelingslijn van meer leerlinggericht onder deze overleggroep heeft in augustus 1977 een wijs op de kleuterschool naar meer leerstofge eerste rappo rt gepubliceerd waarbij alle betrokke richt onderwijs in het voortgezet onderwijs nen gelegenheid kregen om commentaar te leve hieruit is geconcludeerd dat de meest zinvolle ren op de inhoud en opzet van het rappo rt het bijdrage aan de aansluitingsproblematiek ligt op rappo rt bestond uit het vlak van de pedagogisch didactische afstem informatie van het voort gezet onderwijs in ming in de richting van meer leerlinggericht on amsterdarr noord ten behoeve van het basison derwijs derwijs over opvang en begeleiding in de brug meer leerlinggericht onderwijs betekent meer klas ruimte aan de leerling bieden voor een eigen in een overzicht van de wensen met betrekking tot breng in het onderwijsleerproces met andere de aansluiting bo vo die uit het basisonderwijs woorden het onderwijs vrij maken van beperkin naar voren kwamen gen die een grotere participatie van de leerling in minimurrrleerstofafspraken voor nederlands de onderwijssituatie in de weg staan kort aange rekenen aardrijkskunde en geschiedenis duid als emancipatorisch onderwijs uit de reacties op dit eerste rapport bleek dat naarmate de participatie van leerlingen groter men over het algemeen van mening was dat ook wordt op het onderwijsleerproces is meer en het lbo in de overleggroep vertegenwoordigd zou meer sprake van projectonderwijs het is daarom moeten zijn dit leidde tot uitbreiding van de dat de basisscholen en scholen voor voortgezet overleggroep met ve rtegenwoordige rs van het lbo onderwijs die deel uitmaken van het bovo pro deze uitgebreide overleggroep was uiteindelijk ject amsterdam noord landsmeer begonnen zijn verantwoordelijk voor het tweede en definitieve met projectmatig werken dat wil zeggen met het rappo rt in mei 1978 gezamenlijk experimenteren met onderwijsleersi de overleggroep bo vo in de regio amsterdam tuaties waarin de leerlingen een grotere inbreng noord heeft sinds haar oprichting aan een veel hebben op zowel de inhoud van het leerproces als heid van problemen in de aansluiting tussen basis op de vormgeving van de leerweg het werken en voo rtgezet onderwijs aandacht besteed en naar aan de oplossing van aansluitingsproblemen is dus oplossingen voor deze problemen gezocht gestart met het zoeken naar afstemming van de dit leidde tot een reeks van afspraken en initia vernieuwingssfeer op de deelnemende scholen tieven die door gewijzigde omstandigheden niet voor basis en voortgezet onderwijs in de regio alle de tijd hebben overleefd de voorbeelden die amsterdam noord landsmeer we noemen zijn echter nog steeds van kracht alle elf scholen voor voo rtgezet onderwijs voorgeschiedenis kwamen tot afspraken over een gemeenschappe lijke proce dure voor de toelating tot de brugklas ontstaan van het overleg sen een belangrijke impuls voor de b eginnend e con afspraken kwamen tot stand over de gewen tacten tussen basis en voortgezet on d er w ijs is ge ningsperiode in het brugjaar en sfeerbevorderen 219 de maatregelen in het voortgezet onderwijs de veranderde leerling een rapport verscheen over de problematiek de discussies over de pedagogisch didactische van de schoolverlaters in het voortgezet onder consequenties nauw samenhangend met gevoe wijs in amsterdart noord lens en attitudes van onderwijsgevenden zouden tweemaal per jaar werd een bulletin uitgege echter pas kunnen leiden tot een verbeterde aan ven met als doel de doorstroom van informatie siuiting op dit gebied wanneer sprake kon zijn binnen de overleggroep zo goed mogelijk te ga van een brede aanpak de achterbanproblema randeren tiek werd op dat moment nadrukkelijk als knel om de dialoog tussen bo en vo over de pro punt zichtbaar blematiek van de aansluiting nieuwe impulsen te tot op dat moment verliepen de communicatie geven nam de overleggroep het initiatief om jaar lijnen via de bestuurlijke overleggen het open lijks een themamiddag te houden waarop gedis baar rk en prot chr onderwijs in de regio am cussieerd werd over specifieke onderwerpen sterdamnoord hebben altijd naast vormen van in de discussies over de leerstofafspraken is ern interzuilair overleg hun eigen bijeenkomsten ge stig gewaakt voor een te eenzijdige aanpassing houden de overleggroep ging van de veronder van het basisonderwijs aan de wensen van het stelling uit dat deze bijeenkomsten op levensbe voortgezet onderwijs of andersom schouwelijke grondslag de mogelijkheid konden door de gesprekken is het vertrouwen tussen bo bieden om de informatie vanuit de overleggroep en vo gesprekspartners sterk toegenomen en de binnen eigen kring door te spelen naar de niet weg gebaand om tot concrete leerstofafspraken rechtstreeks participerende scholen dit is echter te komen en ook andere zaken aan de orde te nooit goed gelukt het gebrek aan faciliteiten de stellen in die tijd verliep parallel aan het overleg diversiteit van de scholen het grote aantal tussen bo en vo een proces van kennismaking scholen en de soms schijnbaar tegenstrijdige en afspraken tussen de scholen voor voortgezet belangen van de drie denominaties maakten een onderwijs op de vo partner in de aansluitings andere achterbanorganisatie noodzakelijk problematiek kwam sterk een accent te liggen de vo vertegenwoordigers waren in hun tijdsbe dit had te maken met factoren van principiele steding enigszins flexibeler dit nam niet weg dat en van praktische aard het voortgezet onder ook voor hen het bovo overleg een extra taak wijs had zich vergeleken met de ingrijpende ver binnen hun toch al omvangrijke takenpakket anderingen in het basisonderwijs in een betrek was daarbij kwam dat zij als gevolg van de kelijk rustige sfeer bevonden de gesprekspunten omvang en de aard van vo scholen zaten met die uit het bovo overleg naar voren kwamen verspreidingsproblemen en met de onmogelijk bleken vooral consequenties te hebben voor de heid om snel in geformaliseerd overleg zaken aan gang van zaken binnen het vo de vo vertegen de orde te stellen woordigers in het overleg hebben vanaf het begin samenvattend kunnen we constateren dat de deze nadruk op de ontwikkeling van het voortge sterk aanwezige achterbanproblematiek de ver zet onderwijs willen accepteren en ernstig geno breding van het bovo aandachtsgebied naar de men pedagogisch didactische aanpak en de wens om gemaakte afspraken om te zetten in consequen contacten met de achterban ties voor de respectievelijke schoolwerkplannen een centraal punt bij de benadering van de bo in het schooljaar 1980 1981 leidden tot een toe vo problematiek op regionaal niveau werd ge nemende belangstelling voor de lopende bovo vormd door de zogenaamde achterbanproblema projecten de start van een tweede groep bovo tiek projecten is dan ook niet aan amsterdam noord dit probleem speelde op verschillende gebieden en landsmeer voorbijgegaan het rijk honoreer en werd extra dringend op het moment dat een de in mei 1981 de aanvraag van 25 bo scholen en duidelijke accentverschuiving optrad in de in 12 vo scholen in amsterdam noord en lands houd van het overleg de afstemming van het pe meer dagogisch klimaat en de didactische benadering kwamen nadrukkelijk binnen de prioriteiten van ontwikkeling van een bovo project de overleggroep te liggen een belangrijke impuls hiervoor was een themamiddag in mei 1980 over bij de start van het bovo project is gekoze n 220 voor de verdeling van de faciliteiten zodanig dat basisplan een plan voor de basis de basis alle projectscholen een contactpersoon op de waarop verder gegaan zal word en d it b asis p lan woensdagmorgen vrij konden roosteren is in de maand december 1 981 in alle project deze keuze houdt verband met de opvatting dat scholen besproken en op grond van de inhoud resultaten in aansluiting bo vo vergroot worden van dit plan hebben de betrokken geledingen zich als de betrokken schoten direct participeren in uitgesproken ove r een te continueren participa t ie overleg werkzaamheden en het zoeken naar op in het bovo p roject lossingen bij de opdracht om in het najaar 1981 een pro van projectplan naar uitvoeringsplan jectplan op te stellen hebben dan ook de volgen het lag aanvankelijk in de bedoeling dat de con de uitgangspunten meegespeeld tactpersonen in januari en februari op hun scho grote mate van betrokkenheid van tenminste len de inhoudelijke discussie zouden voeren ten de contactpersonen bij het uiteindelijke pro einde tot een beslissing van de school te komen jectplan is gewenst over welke activiteiten de contactpersonen zou zoveel mogelijk dient aangesloten te worden den gaan uitwerken in opdracht van het school bij de geinventariseerde aansluitingsproble team ten behoeve van een activiteitenplan 1982 men zoals die ook al in de voor projectfase in 1983 de regio amsterdam noord onderwerp van ge de discussie binnen de projectstructuren maakte sprek zijn geweest duidelijk dat een grote betrokkenheid van de vanaf de start van het project dienen feitelijke achterban slechts zou kunnen worden gereali contacten tussen bo en vo vertegenwoordi seerd wanneer de contactpersonen voorbeeldma gers plaats te vinden tig zouden kunnen aangeven om welke concrete de grootte van de overleggroep van 37 con activiteiten het zou kunnen gaan tactpersonen maakt een opsplitsing in sub voor de contactpersonen was het echter niet een groepen noodzakelijk voudig om op concreet niveau activiteiten te for betrokkenheid van de contactpersonen mag muleren er ontstond een dilemma praten moest niet beperkt blijven tot activiteiten van de worden omgezet in doen eigen subgroep uit de gevoerde discussie tot op dat moment bleek dat het werken met projecten aansloot bij met 37 scholen werken aan een projectpla n zowel ontwikkelingen in het basisonderwijs als als leidraad voor de bespreking van de geinventa bij gewenste ontwikkelingen in het voortgezet riseerde aansluitingsproblemen zijn de volgende onderwijs drie vraagstellingen gebruikt werken met projecten leek ook een goede vorm wat is de huidige situatie op elk van de gein om ernst te maken met onderwijsdoelen die pas ventariseerde probleemgebieden orientatie en ten bij wat binnen het project emancipatorisch bewustwording onderwijs was genoemd dat wil zeggen onder wat zijn de oorzaken van de problemen ana wijs waarbij lyse leerlingen werken aan een probleem zoals dat wat is de gewenste situatie ter oplossing van zich in samenleving of natuur of techniek de problemen suggesties voor oplossingen voordoet voortdurend heeft het besef geleefd dat het uit zonder dat dit op voorhand in deelaspecten is eindelijke projectplan het resultaat was van be opgedeeld en vervolgens dan in deelvakken sprekingen tussen 37 contactpersonen het is aan de orde komt echter ook een terechte eis dat de betrokken ge van leerlingen een actieve zoekende houding ledingen van de projectscholen kunnen instem wordt geeist men met de in het plan opgenomen doelen en ac leerlingen de kans wordt geboden om tot een tiviteiten zinvolle taakverdeling en samenwerking te ko in de relatief korte tijd die beschikbaar was voor men de opzet van het projectplan leek het niet haal leerlingen de hele cirkel doorlopen van baar om die geledingen ook het hele proces te la probleemstelling ten doorlopen informatieverzameling gekozen is voor het opstellen van een zogenaamd informatieverwerking 221 toepassing ven wordt namen vier basisscholen en een school vastlegging voor voortgezet onderwijs vwo havo deel die evaluatie vier basisscholen waren verschillend van elkaar leerlingen dus wel degelijk iets leren maar niet wat betreft de plaats in de stad de grootte en het alteen cognitief worden aangesproken en inge milieu waaruit zij het merendeel van hun leerlin schakeld gen krijgen ook de mate waarin zij gepartici leerlingen en leerkrachten logisch ervaring op peerd hadden in de ontwikkelingen die moeten doen met andere werkvormen dan de groeps leiden tot de nieuwe basisschool vertoonde be instructie langrijke verschillen de voorkeur om te starten met het werken met de contactpersonen van deze vijf scholen hebben projecten werd nog versterkt door de beperkt gezamenlijk een project voorbereid dat geduren heid van de faciliteiten de noodzaak om een mi de vier weken in de scholen heeft gedraaid zij nimum aan gezamenlijke ervaringen te garande deden dat tijdens een wekelijks overleguur elke ren en de overweging dat de activiteit de ruimte school was intern vrij in het bepalen van allerlei moet bieden aan beginners en gevorderden organisatorische zaken bijvoorbeeld het aantal dit leidde tot een opzet waarin de 25 bo scha deelnemende leerlingen en klassen dit was dan ten en 12 vo scholen zich verdeelden over tien ook verschillend per school bij sommige basis werkeenheden bestaande uit minimaal een vo scholen deed de hele school mee 4 tot 12 jari school en twee bo scholen deze werkeenheden gen in andere basisscholen alleen de bovenbouw verplichtten zich tot twee schoolprojecten voor of de zesde klas in de schaol voor voortgezet on de bo scholen werd in ieder geval de zesde klas derwijs deden twee brugklassen mee en vier on leerkracht erbij betrokken voor de vo scholen derwijsgevenden zouden naast de contactpersonen minimaal twee andere vakdocenten worden ingeschakeld het schoolproject de projectscholen hebben zich ten doel gesteld het gezamenlijk overleg leverde de volgende af om na twee jaar op basis van hun ervaring ant spraken op woorden te vinden op de volgende vragen de themakeuze namelijk mens en medemens in hoeverre de organisatie van het basisonder de gezamenlijke doelstellingen wijs en het voortgezet onderwijs veranderingen 1 het stimuleren van de sociale integrati e behoeft ten behoeve van het werken met meer 2 het bevorderen van een kritische stelling leerl inggerichte didactische werkvormen name ten aanzien van het gekozen onder in hoeverre de leerlingen in het basisonderwijs werp en voortgezet onderwijs andere eisen stellen aan de werkvorm die in elk geval beoefend zou inhoud en vorm van de beproefde didactische in worden namelijk het groepswerk waarbij het novaties resultaat van het onderzoek ook dat van een welke facetten bepalend zijn voor succes bij groep diende te zijn of ontwikkeling of uitvoering van meer leerling deze afspraken waren minimaal noodzakelijk om gerichte didactische werkvormen ook inderdaad gezamenlijk het project uit te voe welke vaardigheden bij docenten worden aan ren een belangrijk aspect daarbij was de verschil gesproken en in hoeverre dat terecht is lende beginsituatie van de scholen veel weinig in hoeverre het lukt om de beproefde didac of geen ervaring met projectmatig werken het is tische innovatie of aspecten daarvan te remiseren duidelijk dat deelname aan het project voor de ene school meer vernieuwingselementen in het verslag van een schoolproject onderwijs met zich meebracht dan voor de ande re school met elkaar optrekken kan betekenen situatieschets dat de ene school een pas op de plaats maakt ter de aan het bovo project deelnemende scholen wijl de andere school eenachterstand inhaalt deelden zich op in kleinere werkeenheden waar zonder bovo project zou een aantal basisscho in steeds een school voor voortgezet onderwijs len stellig ook projecten hebben uitgevoerd zij gekoppeld werd aan een aantal basisscholen mi het misschien met enigszins andere accenten de nimaal twee school voor voortgezet onderwijs zou hoogst aan het schoolproject dat in dit artikel beschre waarschijnlijk geen tijd ingeruimd hebben voo r 222 projecten ondanks het feit dat de bereidheid tot de scholen voor voortgezet onderwijs was dat projectmatig werken aanwezig is en enige erva twee blokuren per week ring in andere leerjaren dan het brugjaar al opge centraal tijdens de onderzoeksfase stond het be daan was vorderen van een kritische stellingname van de leerlingen ten aanzien van het zelf bepaalde sub het formuleren van de doelstellingen en de the thema het tweede hoofddoel tijdens deze fase makeuze leidden tot een open opinierend pro was het gezamenlijk werken van de leerlingen aan ject dat inhoudelijk niet gezamenlijk door de hun subthema scholen voorbereid kon worden zijn die doelstellingen gehaald ervaringen uitwisselen en gebruik maken van el deze vraag is niet met een eenvoudig ja of nee kaars ervarings kennis was wel mogelijk en nut te beantwoorden het innemen van een kritisch tig vooral omdat een paar basisscholen al veel er standpunt ten aanzien van een onderwerp is geen varing met projectmatig werken hadden geringe opgave het formuleren van een pro of het moeilijk was om met vijf scholen tot geza bleemstelling is ook voor brugklasleerlingen nog menlijke doelstellingen te komen erg abstract en daarom moeilijk te realiseren het niet echt moeilijk omdat we elkaar veel vrijheid nadenken over bepaalde problemen het niet lieten in de invulling van het project en omdat we voetstoots aannemen van bepaalde meningen en niet bang waren voor eventuele mislukkingen vooronderstellingen is bij veel leerlingen het juist de scholen met veel projectervaring maak maximaal haalbare ten geruststellende en realistische opmerkingen gezamenlijk werken aan een onderwerp is voor om de verwachtingen niet te hoog gespannen te veel groepen leerlingen goed te realiseren bij laten zijn en om te voorkomen dat mislukken sommige groepen ligt dat veel moeilijker we ko hard zou aankomen men daar op terug bij de verschillen tussen basis en voortgezet onderwijs de themakeuze vond zoals vermeld ook in het overleg tussen de vijf scholen plaats de begelei tijdens de onderzoeksfase bleek dat de school ders dat wil zeggen de begeleidende leerkrach uitgaan bijvoorbeeld excursies interviews tele ten bepaalden dus het thema niet de leerlingen foongesprekken hogelijk gewaardeerd werd door overigens was de keuze van het thema mens en veel leerlingen ze vonden dat leuk anders en het medemens zo ruim dat de leerlingen wel veel in werkte stimulerend en prikkelde tot onderzoek breng hadden in het bepalen van hun subthema dit onderdeel moet in volgende projecten zeker gehandhaafd en of uitgebreid worden de introductie van het project was voorbespro ken in het overleg tussen de vijf scholen juist die de presentatie van het project vond intern in de scholen waarde leerlingen niet gewend zijn aan klas plaats elke groep presenteerde zijn onder projectmatig onderwijs begonnen op een wijze zoek gaf commentaar en moest vragen beant waaruit duidelijk het andere van een project woorden achteraf hebben we een gezamenlijke bleek presentatie met de vijf scholen gemist iets wat diverse mogelijkheden gebruikten zij film dia we in het volgende project zeker goed zullen ma serie associatiespel muurkran t ken deze introductie diende bij de leerlingen een aan tal mogelijke subthema s op te roepen na de in om te voorkomen dat projectonderwijs een ei troductie kozen de leerlingen een subthema sa landje wordt in het gewone onderwijs moet men met klasgenoten en dat subthema gingen zij min of meer duidelijk de band met de cursorische vervolgens onderzoeken een paar voorbeelden lijn aanwezig zijn van gekozen subthema s gehandicapten geweld cursorische elementen van het taalonderwijs zijn gastarbeiders buitenbeentjes de rol van de tv stellig te noemen het formuleren van een pro bleemstelling het afnemen van een interview het de tijd die de scholen aan de onderzoeksfase be via associaties op speelse wijze met taal omgaan steedden was verschillend op de basisscholen het kringgesprek een werkvorm waarin spreken werd tijdens de vier projectweken minimaal twee en luisteren centraal staan het schrijven van een middagen per week aan het project gewerkt op verslag van de werkzaamheden en dat verslag pre 223 centeren aan anderen stuk voor stuk elementen vergelijkt men werkte daar weliswaar op vaste die in de cursorische lijn van het taalonderwijs tijden aan het project maar als dat toch niet uit thuishoren daar ook onderwezen worden maar kwam kon het in veel gevallen gemakkelijk ver in projectmatig onderwijs als een eenheid aan schoven worden naar een ander tijdstip iets wat bod komen in het voortgezet onderwijs vrijwel uitgesloten is het is dus geen groots gebaar van een docent deze organisatorische belemmeringen kun je min moedertaalonderwijs om voor een project uren of meer opheffen door vooraf in het rooster vaste beschikbaar te stellen want die uren worden uren bijvoorbeeld een paar middagen voor pro voor een belangrijk deel besteed aan taalonder jecten in te roosteren een school die dat doet wijs bewijst dat hij aan projectmatig werken ook or ganisatorisch prioriteit wil verlenen en eventueel verschillen tussen de basisscholen en de school andere roosterwensen daaraan ondergeschikt voor voortgezet onderwijs maakt om de aansluitingsproblematiek zo helder moge lijk te krijgen is het van het grootste belang zo 3 het basisonderwijs kan gemakkelijker meer veel mogelijk informatie over de leerlingen en de tijd in het project stoppen als dat wenselijk is in schooltypen te verzamelen een bepaald stadium in het voortgezet onderwijs dit project heeft een aantal gegevens opgeleverd liggen de projecturen vast en alleen in uitzonde ringsgevallen kun je op het laatste moment nog 1 het verschil tussen een zesde klas en een brug schuiven klas de leerlingen van de zesde klas kennen el ook hier geldt waar laat je het moment van het kaar vormen een eenheid of als dat niet het ge uitzonderingsgeval beginnen vrij snel of vrijwel val is dan liggen in elk geval de verhoudingen nooit de schoolspecifieke situatie en de moge duidelijk terwijl de brugklas zich aan het vor lijkheden zijn bepalend voor de keuzes die je als men is school maakt dit groepsproces heeft rechtstreeks gevolgen voor het project zowel in positieve zie de doelstel 4 in het basisonderwijs zijn de groepen meer he ling als negatieve zin leerlingen zijn in de eerste terogeen dan in het voortgezet onderwijs dit fase van een brugklas zo intensief met elkaar be werd mede door de vrij abstracte themakeuze van zig dat een werkvorm die dit stimuleert door dit project door een paar mensen uit het basis sommige leerlingen dermate sterk tot enig doel onderwijs als nadeel ervaren sommige groepen verheven wordt dat al hun energie in het groeps konden slecht uit de voeten met hun subthema gebeuren gaat zitten er waren te weinig voortrekkers die een groep dit verschil kan van groot belang zijn bij de voor uit het slop konden halen bereiding van andere projecten in de brugklas in hoeverre je als begeleidende leerkracht in de bovendien moeten we het resultaat van het twee groepsvorming sturend optreedt is weer afhanke de project april mei afwachten om te zien of de lijk van verschillende factoren zoals de doelstel groepsvorming dan nog zo n sterke invloed heeft ling van het project je opvatting over het moe op het project of dat dat proces zich stabiliseert ten functioneren van de onderwijsgevende je er varing met projectmatig onderwijs 2 het voortgezet onderwijs kent veel organisato rische belemmeringen voor een project meestal 5 de figuur van de leerkracht is op een basis moet het rooster er enigszins voor gewijzigd wor school een andere dan in het voortgezet onder den collega s die zelf niets met het project te ma wijs meestal kennen de zesdeklassers een hoog ken hebben krijgen de klas op andere soms min uit twee leerkracht en die vertrouwde figuur der geschikte uren lessen vallen uit en dergelij begeleidt hen ook tijdens het project de leerlin ke gen kennen hem en hij kent de leerlingen goed dit soort belemmeringen is niet onoplosbaar ze in het voortgezet onderwijs met zijn diversiteit ker niet als er vanuit de schoolleiding en de hele aan leerkrachten kennen de leerlingen weliswaar school een welwillende houding tegenover pro de ene leerkracht beter dan de andere met name jectonderwijs bestaat toch blijven het belemme de mentor van een klas kan een vertrouwensfi ringen zeker als je daarmee het basisonderwijs guurworden maar dat neemt niet weg dat di e 224