Publicatie datum: 1990-01-01
Auteur: Connie Raymakers-Volaart
Collectie: 08
Volume: 08
Nummer: 1
Pagina’s: 73-80
Documenten
connie raymakers volaart nederlands als tweede taal in het voortgezet onderwijs bespreking van johan van gurp nederlands als tweede taal in het voortgezet onderwijs een onderzoek naar de besteding van faciliteiten ten behoeve van leerlingen uit culturele minderheidsgroepen en anderstalige leerlingen kub valo m enschede 19891 1 probleemstelling in 1987 werd door de valo m veldadviescommissie voor de leerplan ontwikkeling moedertaal de volgende onderzoeksvraag geformuleerd inzicht verkrijgen in hoeverre en op welke wijze vo scholen van de faciliteitenregeling gebruik maken voor het bestrijden van onderwijsachterstanden van cumi leerlingen deze faciliteitenregeling is bedoeld om scholen voor vo extra middelen te verschaffen voor ondersteuning en begeleiding van leerlingen uit etnische minderheidsgroepen uit de subdoelen die bij het onderzoeksvoorstel geformuleerd worden blijkt dat het accent moest liggen op de besteding van de faciliteiten aan onderwijs nederlands als tweede taal nt2 bovendien werd de opzet van het onder zoek door de valo m al voor een deel vastgelegd 2 het onderzoek de door de valo m geformuleerde onderzoeksvraag is vertaald in een concrete onderzoeksopzet die de volgende onderdelen omvat een nadere bepaling van het begrip nt2 hiertoe werd een literatuurstudie uitgevoerd een beschrijving van de faciliteitenregeling eveneens werd literatuurstudie verricht om de inhoud van de faciliteitenregeling te omschrijven en de totstandkoming kort weer te geven deze literatuurstudies scheppen een kader voor de eigenlijke onderzoeksvraag inzicht verkrijgen in de besteding van de extra middelen uit de facilitei tenregeling met als centraal punt het nt2 onderwijs om deze vraag te beantwoorden zijn in de eerste plaats kwantitatieve gegevens verzameld d w z dat er gebruik is gemaakt van eerder verzamelde gegevens over plannen van inzet2 dat een aantal plannen van inzet geanalyseerd is en dat gegevens van het ministerie van onderwijs en wetenschappen betreffende toegekende faciliteiten bestudeerd zijn om aan de kwalitatieve gegevens te komen zijn op een viertal scholen gegevens verzameld over de ideeen en plannen met betrekking tot de besteding van de faciliteiten en zijn er ook observaties gedaan om een beeld te krijgen van de lespraktijk 73 spiegel 8 1990 nr 1 73 80 3 overzicht van de onderzoeksresultaten om een indruk te geven van het onderzoek zal ik kort aangeven wat gerappor teerd wordt over de toekenning van faciliteiten plannen van inzet en het vak nt2 ook zal ik de resultaten van de observaties en de gesprekken op de scholen samenvatten ten slotte zal ik enkele kanttekeningen bij het onderzoek plaatsen 4 faciliteitenregeling het verslag geeft een gedegen beschrijving van de ontwikkelingen die geleid hebben tot het instellen van de faciliteitenregeling scholen in het voortgezet onderwijs met leerlingen uit etnische minderheids groepen kunnen faciliteiten krijgen om de onderwijsachterstand 3 van deze leerlingen te bestrijden de regeling is bedoeld om extra begeleiding en studiehulp te bieden in het bijzonder ten behoeve van het onderwijs in de nederlandse taal de faciliteitenregeling heeft voorlopig nog geen structureel karakter en varieert nogal voor wat betreft de doelgroepomschrijving en de hoogte van de faciliteiten zo konden in het jaar 1986 87 o a voor leerlingen van wie ten minste een van de ouders of voogden afkomstig was uit een immigratieland extra faciliteiten worden aangevraagd afhankelijk van het leerjaar kreeg men 0 75 of 0 5 extra eenheid in 1987 88 kregen scholen alleen extra faciliteiten voor leerlingen van wie beide ouders uit een immigratieland kwamen in 1988 89 werd bij de toekenning van de faciliteiten ook rekening gehouden met de tijd dat leerlingen onderwijs in nederland hadden genoten ook het aantal extra eenheden dat per leerling werd toegekend is over het algemeen lager geworden ieder jaar werd bovendien een clausule toegevoegd dat tussentijdse aanpassingen van de hoogte van de facilitaire norm niet uitgesloten zijn dit alles betekent dat scholen weinig zekerheid hebben over het totale aantal extra eenheden dat voor een volgend schooljaar zal worden toegekend om inzicht te krijgen in de besteding van de faciliteiten in de praktijk zijn de resultaten bestudeerd van een inspectie onderzoek naar plannen van inzet en zijn een aantal plannen van inzet in dit onderzoek geanalyseerd hieruit bleek dat deze documenten weinig concrete informatie bevatten de scholen geven weliswaar aan een groot deel van de uren te besteden aan taalproblematiek maar het betreft slechts kwantitatieve gegevens 5 onderwijs nederlands als tweede taal van gurp beschrijft wat er in de literatuur te vinden is over vormgeving en inhoud van het onderwijs nt2 allereerst moet duidelijk zijn wat de status is van het vak nt2 een positie als autonoom schoolvak lijkt voor nt2 niet wenselijk zoals o a wordt gesteld door de valo m 1987 dit uitgangspunt maakt echter de plaatsing van nt2 74 in het curriculum problematisch komt het vak nt2 in de plaats van andere vakken of wordt het buiten het reguliere curriculum gegeven bij de eerste mogelijkheid lopen de allochtone leerlingen een achterstand op in de vakken die ingeruild worden voor nt2 de tweede mogelijkheid betekent een verzwa ring van de studielast voor dit knelpunt is nog geen oplossing gevonden bij de vormgeving van het vak nt2 moet onderscheid gemaakt worden tussen onderinstromers leerlingen uit etnische minderheidsgroepen die het basisonder wijs in nederland geheel of voor een groot gedeelte doorlopen hebben en neveninstromers leerlingen die pas kort in nederland zijn en de nederlandse taal niet of nauwelijks beheersen het overheidsbeleid ging ervan uit dat steeds minder neveninstromers in het onderwijs aangemeld zouden worden vandaar dat de speciale opvangmogelijkheid voor neveninstromers en de hoge facilite ring 2 7 eenheid zijn komen te vervallen uit de praktijk blijkt echter dat nog steeds grote groepen neveninstromers opgevangen worden bij de vormgeving van het nt2 onderwijs is het een probleem dat docenten die dit moeten geven vaak niet voorbereid zijn op de problematiek van het lesgeven aan leerlingen uit etnische minderheden de overheid heeft niet vastgelegd hoe de middelen uit de faciliteitenregeling besteed moeten worden de beslissing hoe de middelen besteed worden en voor welke leerlingen de faciliteiten gebruikt worden wordt aan de scholen overgela ten van gurp concludeert dat er weinig duidelijkheid bestaat over de juiste aanpak van onderwijs nt2 ook hier maakt van gurp onderscheid tussen onder en neveninstromers neveninstromers zullen in een hoog tempo moeten worden getraind in het luisteren lezen spreken en schrijven in het nederlands in het onderwijs aan neveninstromers zal grote differentiatie nodig zijn omdat het tempo en het succes van tweede taalleerders erg verschillend kan zijn met betrekking tot onderinstromers concludeert van gurp dat er weinig algemeens te zeggen valt voor beide groepen tweede taalleerders is weinig materiaal beschikbaar voor onderinstromers zelfs minimaal 6 de faciliteitenregeling in de praktijk bij twee lbo scholen en twee avo scholen in de vier grote steden zijn observaties uitgevoerd bovendien zijn gesprekken gevoerd met stafmede werkers docenten en leerlingen om deze praktijkinformatie anders te ordenen dan in het verslag gebeurt en zo vergelijking beter mogelijk te maken bespreek ik de verkregen informatie aan de hand van de vragen die in het voorstel voor dit onderzoek geformuleerd waren 6 1 in hoeverre maken scholen gebruik van de faciliteitenregeling uit de gegevens van het ministerie van onderwijs en wetenschappen blijkt dat in 1987 88 1032 scholen een verzoek hebben ingediend voor facilitaire eenhe 75 den in totaal werden 17211 eenheden toegekend waarvan bijna de helft aan scholen in de vier grote steden voor het verzamelen van praktijkinformatie was het de bedoeling scholen te selecteren die in hun plan van inzet aangaven bezig te zijn met een duidelijke vormgeving van de extra eenheden bijv door het ontwikkelen van nt2 programma s deze informatie was echter niet uit de plannen van inzet te destilleren daarom zijn twee lbo scholen en twee avo scholen gekozen geselecteerd zijn scholen in de vier grote steden met een groot aantal facilitaire eenheden 6 2 op welke wijze maken vo scholen gebruik van de faciliteitenregeling uit het eerder genoemde inspectie onderzoek blijkt dat ongeveer 45 van de toegekende eenheden wordt besteed aan taaihulp in allerlei vormen hierbij is het niet zo duidelijk om wat voor taalhulp het precies gaat ook uit de analyses van de plannen van inzet ten behoeve van het onderzoek bleek dat de beste ding van de facilitaire eenheden niet zo concreet beschreven wordt 6 3 structuur en inhoud van het onderwijs nt2 het verslag geeft een aantal uitvoerige lesobservaties waaruit een aantal praktijkproblemen duidelijk worden bovendien geven deze observaties een aardig beeld van de praktijk van het nt2 onderwijs in het vo observaties op de lbo scholen op de lbo scholen worden veel uren nt2 gegeven de meeste aandacht wordt besteed aan de leerlingen die het nederlands onvoldoende beheersen om de reguliere lessen te volgen voornamelijk neveninstromers deze leerlingen hebben een eigen programma dat voor een groot deel uit lessen nt2 bestaat daar sprake is van een eigen programma zijn er geen problemen bij het inroosteren van de lessen nt2 de observaties op deze scholen zijn beperkt tot de lessen aan nevenin stromers deze groepen zijn vaak zeer heterogeen zodat er soms voor gekozen wordt om met subgroepen te werken de docenten die de lessen nt2 verzorgen hebben meestal pabo als vooropleiding in de opleiding is nauwelijks aandacht besteed aan het lesgeven aan leerlingen uit minderheidsgroepen in het lbo is de invulling van de lessen meestal niet zo n probleem leidraad voor de lessen nt2 is een methode voor beginners daarnaast wordt aandacht besteed aan grammatica en woordenschat maar ook komt leerstof van andere vakken aan de orde observaties op de avo scholen de begeleiding op de avo scholen bestaat uit extra lessen nederlands studielessen huiswerkklassen evt extra vaklessen op deze scholen zijn vooral extra lessen nederlands geobserveerd de faciliteiten worden vooral aangewend in de onderbouw en dan met name de brugklassen de extra lessen meestal nederlands die speciaal bedoeld zijn voor niet nederlandstalige leerlingen worden meestal aan kleine heterogene groepjes gegeven studielessen zijn vaak voor de hele klas bedoeld 76 de uren voor de niet nederlandstalige leerlingen worden vaak als eerste of laatste uur van de dag gegeven hetgeen niet zo motiverend is voor de betref fende leerlingen de docenten die de extra lessen nederlands verzorgen hebben een universi taire of een mo opleiding nederlands in deze opleidingen is slechts globaal kennis gemaakt met de problematiek van nt2 daarnaast wordt een aantal begeleidingsuren toegewezen aan docenten met garantie uren de docenten nederlands vinden dit laatste een ongewenste situatie en willen dat de begelei dingsuren gegarandeerd worden binnen de sectie nederlands op de avo scholen hebben docenten vaak moeite om een zinvolle invul ling te vinden voor de ondersteuningslessen in de extra lessen nederlands wordt aandacht besteed aan spelling grammatica woordenschat en huiswerkbe geleiding ten behoeve van het vak nederlands deze lessen worden vaak gegeven met eigengemaakt lesmateriaal of een selectie uit reguliere methodes 6 4 knelpunten gesignaleerd door betrokkenen bij de nt2 lessen de uitvoerder heeft op de vier scholen interviews afgenomen hier zal ik een samenvatting geven van de knelpunten op de verschillende scholen hoewel in de interviews uiteraard ook bovengenoemde aspecten aan de orde kwamen knelpunten bij de lbo schoien de lbo scholen hebben gebrek aan facilitaire eenheden waardoor de begelei ding van onderinstromers in het gedrang komt op deze scholen kampt men vaak met ruimtegebrek docenten hebben behoefte aan onderling overleg maar daarvoor is slechts op een van de scholen een vorm gevonden op beide scholen is men van mening dat in alle theorievakken nt2 activiteiten aan de orde moeten komen maar slechts op een school heeft men daar ook al aandacht aan kunnen besteden docenten hebben niet zo n behoefte aan nascholing gericht op het vak nt2 wel bestaat de behoefte aan nascholing gericht op informatie over de culturele achtergronden van leerlingen alfabetisatie en het aanspreekbaar maken van leerlingen die het nederlands helemaal niet beheersen knelpunten bij de avo scholen problematisch op deze scholen is de lage status van de nt2 uren door late toewijzing en de wijze waarop deze uren ingeroosterd worden docenten hebben er behoefte aan meer duidelijkheid en meer structuur in de lessen aan te brengen men vindt het echter moeilijk om de problemen van de leerlingen te lokaliseren vaak wordt ingegaan op concrete vragen van de leerlingen zonder dat een duidelijke lijn in de lessen aan te wijzen is er wordt door docenten en leerlingen dan ook soms getwijfeld aan het nut van deze lessen op de avo scholen is de behoefte aan nascholing nogal divers op het gebied van tweede taalonderwijs is o a behoefte aan praktijkgerichte cursussen met aandacht voor woordvorming schooltaal niveaubepaling toetsing ook op deze scholen is behoefte aan informatie over culturele achtergonden van leerlingen 77 6 5 leerplanbehoefte vooral op de avo scholen bestaat bij docenten behoefte aan een meer leerplanmatige opzet van de lessen en zou men graag werken aan de hand van duidelijke doelstellingen 7 aanbevelingen aan het eind van het verslag worden aanbevelingen gegeven die pleiten voor meer zekerheid omtrent de toekenning van de faciliteiten meer duidelijkheid over de besteding van de uren meer deskundigheid bij de docenten een betere opvang van de neveninstromers onderzoek naar het tweede taalleren van gevorderden en de ontwikkeling van leerplannen die differentieren naar aanvan kelijk en gevorderd tweede taalleren in uiteenlopende onderwijsleersituaties 7 1 enkele kanttekeningen bij het onderzoek dit onderzoek geeft een goed inzicht in achtergronden praktijk en knelpunten van het onderwijs nt2 in het vo toch wil ik hier nog enkele kanttekeningen plaatsen die meer gericht zijn op bepaalde uitgangspunten bij het onderzoek dan op de kwaliteit 7 2 onderwijs nederlands als tweede taal in het vo de discussie over de positie en inhoud van het vak nt2 lijkt nogal te worden gestuurd door een opvatting over nt2 die ook besloten lijkt in het eindoordeel van de valo m conferentie nederlands in de basisvorming inhoudelijk moet nt2 naar dezelfde einddoelen toewerken als het vak nederlands alleen de weg naar deze einddoelen toe is anders nt2 moet worden beschouwd als een hulpwetenschap en niet als een doel op zich 4 voor van gurp en andere auteurs maakt deze status de plaatsing van het vak nt2 problematisch een opvatting die ik niet helemaal deel ik ben het eens met de uitspraak dat nt2 niet in de plaats van andere vakken mag komen maar oneens met het stand punt dat nt2 altijd een verzwaring van de studielast zou betekenen in het vo wordt al geruime tijd plaats gemaakt voor studie en huiswerklessen als ondersteuning van de leerlingen en dergelijke activiteiten worden niet als verzwaring maar eerder als verlichting van de studielast beschouwd het lijkt me dat lessen nt2 thuishoren in een dergelijke begeleidingsstructuur en daar eigenlijk ook een relatie mee zouden moeten hebben bovendien stelt hof mans okkes 1989 terecht als het onderwijs iedere leerling voor welomschre ven en maatschappelijk relevante basiseindtermen moet opleiden dan moet daaruit de consequentie getrokken worden dat voor sommige leerlingen daaraan meer c q ander onderwijs ten laste gelegd moet worden dan voor andere de uitspraak dat nt2 naar dezelfde einddoelen moet toewerken als het vak nederlands wekt de indruk dat nt2 alleen een hulpwetenschap is voor het vak nederlands mij lijkt echter dat nt2 ook een hulpwetenschap moet zijn voor andere vakken ook daarin is nederlands de voertaal een uitspraak als van de valo m zou er toe kunnen leiden dat docenten zeggen nt2 te geven terwijl ze in feite bezig zijn met het reguliere vak nederlands d w z nederlands als moedertaal en dat vergeten wordt dat ook aandacht besteed moet worden aan instructietaal vaktaal of het maken van proefwerken dat docenten de neiging 78 hebben om lessen nt2 in te vullen als was het nederlands als moedertaal blijkt uit de observaties en interviews in het verslag van de valo m conferentie over nederlands in de basisvor ming staat ook het volgende de sequenties en inhoud van nt2 moeten op andere wijze worden aangeboden dan bij nederlands als moedertaalonderwijs de nadruk dient bij nt2 te worden gelegd op het trainen van de taalvaardighe den het aanbod nt2 wordt bij voorkeur als volgt verdeeld een aantal inhoudselementen vormt een afzonderlijk nt2 curriculum een aantal inhoudselementen komt in het onderwijs nederlands aan de orde een aantal inhoudselementen komt in andere vakken aan de orde hieruit wordt duidelijk dat nt2 niet alleen aan de orde is in lessen nt2 en t b v het vak nederlands maar dat een aantal elementen ook in andere extra lessen aan bod moeten komen door verschillende auteurs wordt gewezen op de problemen met vaktaal instructietaal studieteksten en de relatie die er zou kunnen zijn tussen nt2 en andere vakken lessen nederlands als ondersteuning van andere vakken lesmateriaal kiezen uit andere schoolvakken 7 3 de faciliteitenregeling ik vind het jammer dat door de valo m in dit onderzoek zo sterk de nadruk is gelegd op het onderwijs nt2 op zich de faciliteitenregeling is ook bedoeld voor andere zaken zoals duidelijk wordt uit het model voor een plan van inzet bijlage 3 van het onderzoeksverslag in het onderzoek gaat de aandacht vooral uit naar de lessen nt2 er is maar een keer een huiswerkklas geobserveerd noch op het lbo noch op het avo zijn andere lessen bijgewoond om de relatie tussen het vak nt2 en de andere vakken enigszins boven water te krijgen een relatie die ook de valo m voor ogen heeft zoals blijkt uit de manier waarop inhoudselementen van het vak nt2 verdeeld zouden moeten worden ook is niet nagegaan in hoeverre met niet nederlandstalige leerlingen gewerkt wordt aan studievaardigheid en training van leerstrategieen 7 4 de faciliteitenregeling in de praktijk op de lbo scholen gaat de aandacht voor de neveninstromers voor een deel ten koste van de onderinstromers dit door gebrek aan faciliteiten toch is het jammer dat er geen lesobservaties uitgevoerd konden worden bij de ondersteu ningslessen van onderinstromers om een beeld te krijgen van deze lessen de avo scholen ijveren ervoor dat de uren uit de faciliteitenregeling toegewe zen worden aan de docenten nederlands hierboven heb ik al duidelijk gemaakt dat nt2 ook in andere vakken waarin taalvaardigheid van het nederlands een belangrijke rol speelt aan de orde zou moeten komen op zich is het dus niet zo n probleem als docenten van die andere vakken deze begeleidingsuren geven maar er moet wel sprake zijn van continuiteit hetgeen bij garantie uren niet het geval is wanneer docenten moderne vreemde talen of bijv de docenten van o a aardrijkskunde biologie en geschiedenis op de hoogte zouden zijn van de problematiek van tweede taalleerders zouden ook deze docenten een zinnige invulling aan de begeleidingsuren kunnen geven uit de literatuur wordt duidelijk dat het zinvol is voor meer gevorderde tweede taalleerders teksten te selecteren uit de reguliere vakken en aandacht te besteden aan leerstrategieen bovendien zou op deze wijze aandacht besteed kunnen worden 79 aan de problematiek van de vaktaal het aspect van de vaktaal komt in de observaties nauwelijks tot uiting maar uit de gegevens over een huiswerkklas waarin een geschiedenisles wordt gegeven blijkt dat de leerlingen daar zeer gemotiveerd bezig zijn hetgeen in steunlessen nederlands nog wel eens te wensen over laat 8 tot slot zelf was ik ook geinteresseerd in de vraag wat met betrekking tot de onder steuning en begeleiding van niet nederlandstalige leerlingen in het schoolwerk plan vermeld is een vraag die jammer genoeg niet in dit onderzoek beantwoord wordt ook had ik graag meer inzicht gekregen in hetgeen allochtone leerlingen zelf als leer studieproblemen ervaren maar ondanks deze onbeantwoorde vragen moet de conclusie zijn dat in dit verslag veel meer vragen wel beantwoord worden tot voor kort was het naar de antwoorden slechts gissen noten 1 het onderzoek werd uitgevoerd als afstudeerproject onder begeleiding van sjaak kroon bij het werkverband taal en minderheden faculteit der letteren katholieke universiteit brabant 2 scholen die gebruik willen maken van de faciliteitenregeling moeten daarbij een plan van inzet schrijven d w z dat in kort bestek aangeven wordt hoe de besteding van de faciliteiten zal plaats vinden 3 de term onderwijsachterstand is door van gurp tussen aanhalingstekens geplaatst het lijkt mij dat van gurp hiermee wil wijzen op het feit dat bij een aantal leerlingen geen sprake is van een onderwijsachterstand maar van een achterstand in taalvaardigheid in het nederlands waardoor soms een achterstand in het onderwijs is opgelopen 4 het citaat van van gurp is in iets andere bewoordingen te vinden in het conceptverslag van de valo m conferentie moedertaalonderwijs en basisvorming valo m 1987 bibliografie valo m 1987 verslag van de valo m conferentie moedertaalonderwijs en basisvorming concept hofmans okkes i 1989 tweetalige leerlingen en de eindtermen basisvorming nederlands en moderne vreemde talen in levende talen 441 333 334 80