Documenten
nederlands expressie een beschrijving van de praktijk van bij het oprichten van het vso in 1970 heeft er erg veel onduidelijkheid geheerst over het nieuwe vak n e dit was o a te wijten aan de vaagheid van de betreffende leerplannen aanvankelijk waren de richtlijnen van de leerplandcommissie in het leerplan nederlands te vinden n e mag geen vak naast de moedertaal worden zij maakt er een integrerend en inspirerend deel van uit in 1976 verschijnt er echter een specifiek leerplan n e voor de tweede graad dat een inhoud voorschrijft dl e duidelijk afwijkt van het vak nederlands en een opening biedt naar vernieuwing een beschrijving van dit leerplan vindt u in het voorgaand artikel van e van hee het verschijnen van dit leerplan n e kon echter geenszins de onduidelijkheid omtrent dit vak wegvegen stefan vaes onderzocht wat er 12 jaar na het invoeren van het vak in een aantal vlaamse scholen op dit vlak gebeurt hij brengt hier beknopt verslag uit van zijn studie 1 on danks het beperkte bereik van zijn onderzoek denken we toch dat de bevindingen een representatief beeld vormen van de huidige situatie nederlands expressie in 17 vso scholen van het vrij onderwijs ik heb 21 informatietopics verzameld hiervan tracht ik de voornaamste te belichten in de bespreking worden het tweede en zesde jaar niet in acht genomen dit respec tievelijk wegens het minieme corpus van gegevens over het tweede jaar en de verregaande gelijkheid tussen de corpora van het vijfde en zesde jaar opleiding van de lesgevers wat het officiele diploma betreft valt het op dat de traditionele type ii splitsing van lagere cyclus en hogere ook in deze type i scholen blijkt samen te vallen met een respectieve verdeling van regenten en licentiaten in het eerste en derde jaar zijn haast alle lesgevers regenten resp 13 van de 16 en 15 17 in het vierde en het vijfde jaar haast allen licentiaten resp 9 15 en 30 34 van de 27 regenten zijn er 24 regent nederlands van de 40 licentiaten zijn er 36 germanist met een zogenaamde specifieke opleiding of nascholing is het maar pover gesteld minder dan de helft van de leraren vermeldt een vorm van specifieke scholing hieronder komt dan nog praktijk in amateur of studenten vonk 1985 15de jg nr 2 15 toneel die m i toch bezwaarlijk als scholing kunnen gelden doelstellingen kenschetsend voor het eerste jaar is dat de doelstelling met de hoogste score luidt leren samenwerken in groep pas op de tweede plaats komt zich mondeling leren uiten de affectieve doelstellingen primeren over gans de lijn voor het derde jaar ligt het helemaal anders twee derde van de leraren formuleert zich mondeling leren uiten als hoofddoelstelling ongeveer een derde legt nog het ac cent op het affectieve inz het overwinnen van angst en remmingen om zich voor anderen te uiten in vanheessens visie opvoedkundig drama is deze doelstelling echter produktgericht d w z met het oog op opvoering en kan als dusdanig niet affectief genoemd worden de doelstellin gen zoals hij die formuleert voor n e als opvoedkundig drama komen slechts sporadisch voor 2 voor het vierde jaar is de situatie haast identiek met toch dit verschil dat een derde van de leraren de richting van opvoedkundig drama schijnt uit te gaan met doelstellin gen als op een plezierige manier creatiever worden en zich spontaan durven bewegen in de ruimte voor het vijfde jaar komt opnieuw zich mondeling leren uiten eerst gevolgd door zich schriftelijk leren ui ten het overwinnen van angst en remmingen om zich voor anderen te uiten blijft belangrijk maar blijft ook dui delijk in de context van het traditionele spreekonderwijs gesitueerd bv voor de ganse klas spreken een zesde van de leraren streeft ernaar dat de leerlingen met gans hun persoon expressief leren zijn inspiratie opnieuw kenschetsend voor het eerste jaar is dat de eerste bron van inspiratie de leerlingen zelf zijn voor al de andere jaren haalt de leraar op de eerste plaats zijn inspiratie uit eigen ideeen dit kan verband houden met het geringe aantal leraren dat een specifieke opleiding of nascholing gevolgd heeft andere frequent vermelde inspiratiebronnen zijn ideeen van collega s het theater de massamedia er blijkt geen belangrijk verschil te zijn tussen de ver schillende jaren voor lectuur als inspiratiebron heb ik een bibliografie van zes blzn verzameld ik vermeld hier enkel de meest aangehaalde werken van puyenbroeck g rad van tong antwerpen de neder 16 landsche boekhandel 1975 bogaert h bousset h ikjes spelen 1 en 2 antwerpen plantijn en brussel de procure 1974 en 1975 way b vorming door drama groningen wolters noord hof f 1977 goethals m eindred opvoedkundig drama in het secun dair onderwijs en in de lerarenopleiding volume 1 theoretische en praktische bijdragen volume 2 voordrachten workschops bibliografie en adressen congresbundel leven 14 16 april 1981 leuven k u vliebergh senciecentrum blijde inkomststraat 21 1981 activiteiten binnen het bestek van dit artikel beperk ik mij tot het bespreken van de frequentie van vermelding van activitei ten en dit in functie van hun plaats in de indelings tabel gegeven op de volgende bladzijde een uitvoerige verklaring en motivering van het indelingsschema vindt de lezer in het boek dat van dit onderzoek gepubliceerd is 1 hetzelfde geldt voor een uitgebreide opsomming van concrete activiteiten ik acht het wel nodig erop te wijzen dat binnen de vernieuwingsvisie voorgestaan door de werkgroep voor taalonderwijs de eerste drie afde lingen verkenning van de eigen lichamelijkheid drama tische expressie non verbaal en dramatische expressie verbaal het hoofdbestanddeel van n e zouden moeten uitmaken de afdelingen verbale expressie 4 en 5 horen echter thuis binnen het moedertaalonderwijs en niet in n e de bespreking gebeurt per jaar hierbij heb ik trachten na te gaan in welke mate de twee strekkingen traditioneel spreekonderwijs opvoedkundig drama in de verschillende jaren vertegenwoordigd zijn onder traditioneel spreek onderwijs wordt verstaan dictie voordragen expressief lezen van poezie en dramatische fragmenten enz het verwerven van een aantal technieken door volgehouden trai ning mijn indeling in afdelingen weerspiegelt echter niet zo maar deze tweedeling wel kan op basis ervan een onderscheid gemaakt worden tussen zogenaamde schoolse en niet schoolse activiteiten zo heb ik de oefeningen uit de afdelingen 1 2 3 6 en 7 niet schools genoemd de afdeling verkenning van de eigen lichamelijkheid be schouw ik hierbij als een soort barometer voor de mate waarin de leraar voor opvoedkundig drama opteert of niet in vanheessens doelstellingen komen zich leren ontspannen en zich leren concentreren immers op de eerste plaats anderzijds zullen deze oefeningen waarschijnlijk nooit in het traditionele spreekonderwijs plaatsvinden de oefe ningen uit de afdelingen 4 en 5 worden als schools be 17 activiteitentabel opm voor afdeling 6 project heb ik een verdere onderverdeling ge gemaakt in toneel poppenspel en andere projecten voor deze laatste heb ik geen aparte cijfers gegeven leerjaar 1 3 4 5 aantal geinterviewde leraars 16 17 17 34 0 kennismaking 2 5 8 1 verkenning van de eigen lichamelijkheid 1 7 5 9 1 1 ontspanningsoefeningen 3 6 3 3 1 2 concentratieoefeningen 6 6 2 5 1 3 verkenning van de bewegingsmogelijkheden 6 6 4 7 met het eigen lichaam in de ruimte en of met materiaal 1 4 verkenning van de eigen klankmogelijkheden 3 0 2 2 1 5 verkenning van de interactiemogelijkheden met anderen 3 3 4 5 2 dramatische expressie non verbaal 1 9 10 13 2 1 tableau vivant 4 6 4 8 2 2 individuele pantomimische uitbeelding 10 9 8 11 2 3 pantomimisch spel 4 3 2 5 3 dramatische expressie verbaal 16 17 17 28 3 1 improvisatie en rollenspel 13 15 11 23 3 2 situatie en simulatiespel 7 7 8 8 3 3 vrije dramatisering 5 3 1 5 3 4 dramatisering 6 10 6 5 3 5 individuele dramatische uitbeelding 4 2 4 3 4 verbale expressie mondeling 1 14 13 27 4 1 luisteroefeningen 3 0 0 3 4 2 taalspelletjes 2 3 1 4 4 3 vraaggesprek 0 0 0 0 4 4 gesprek 2 3 6 20 4 5 stemoefeningen 3 0 3 5 4 6 uitspraak en correct taalgebruik 9 9 7 10 4 7 teksten lezen 0 4 2 8 4 8 voordragen 3 3 3 6 4 9 voorbereide spreekoefeningen 1 3 4 8 4 10 improvisatie spreekoefeningen in groep 4 1 0 3 4 11 improvisatie spreekoefeningen individueel 7 11 7 21 5 verbale expressie schriftelijk 7 5 15 5 1 interactioneel schrijven 1 1 1 2 5 2 taalspelletjes 1 0 1 1 5 3 creatief schrijven voorbereiding dramatisch spel 5 5 3 2 5 4 creatief schrijven collage 2 1 1 2 5 5 creatief schrijven autonoom 2 3 2 9 5 6 zakelijk schrijven herschrijven 1 1 0 5 5 7 zakelijk schrijven beschrijven 2 0 0 4 6 project 14 6 10 toneel 11 5 3 3 poppenspel 1 0 3 3 andere 7 andere vormen van expressie 2 1 4 7 1 beeldende expressie 7 1 1 4 7 2 muzikale expressie 3 1 0 3 7 3 dansexpressie 2 1 0 1 8 niet expressieve activiteiten 2 0 1 1 18 schouwd toch maak ik dit onderscheid onder voorbehoud want niet onvermengd alle activiteiten uit de afdelingen 1 2 3 6 en 7 zijn niet schools zo kan een oefening van individuele dramatische uitbeelding 3 5 zeer schools zijn bv als journalist de berichtgeving van de voorbije week voor de klas komen samenvatten van de andere kant kunnen taalspelletjes 4 2 en 5 2 of vormen van creatief schrijven 5 3 tot 5 5 op een zeer creatieve en niet schoolse wijze aangebracht worden de trends die ik in wat volgt tracht te duiden moeten dus duidelijk onder voorbehoud gelezen worden voor de kennismakingsactiviteiten is er weinig verschil tussen de jaren op te merken slechts een gering aantal leraren vermeldt ze hoogste score in het vierde jaar is 5 17 27 in het eerste jaar valt op dat in verhouding tot de andere jaren de activiteiten uit de drie eerste afdelingen hoog scoren resp 62 62 100 hieruit mag wel besloten worden dat expressie in het eerste jaar sterk de richting van opvoedkundig drama uitgaat de hoge frequentie van projectactiviteiten vooral toneel 87 en van andere vormen van expressie 50 staven dit nog eens het vrije statuut van het vak het leerplan schrijft in feite geen inhoud voor zal daar waarschijnlijk niet vreemd aan zijn een andere verklaring kan gezocht worden in de nog speelse en spontane mentaliteit van de dertienjarigen waarop de leraar gemakkelijk kan inspelen met niet schoolse activiteiten toch wordt er ook nog vrij veel traditioneel onderwijs gegeven dit onder de vorm van oefeningen op uitspraak en correct taalgebruik 56 en individuele improvisatie spreekoefeningen 43 in het derde jaar worden al heel wat minder oefeningen op de verkenning van de lichamelijkheid gedaan 41 de meer schoolse aanpak in het derde jaar mag ook blijken uit de geringere frequentie van de non verbale dramatische expressie 52 project 35 en vooral van andere vormen van expressie 11 ook de hogere frequentie van individuele improvisatie spreekoefeningen 64 staaft dit de verbale dramatische expressie blijkt daarentegen door iedere leraar georganiseerd te worden schriftelijke expres sie komt slechts weinig aan bod 41 hoewel het corpus van het vierde jaar sterk verschilt van dat van het derde valt dezelfde trend op het verschil in cijfermateriaal is te gering om significant te noemen dit bevestigt alleen maar de besluiten die voor het derde jaar geformuleerd werden in het vijfde jaar doet slechts een vijfde 20 van de leraren oefeningen op de verkenning van de lichamelijkheid 19 het is interessant vast te stellen dat deze afdeling steeds minder scoort naarmate hoger in de jaren opgeklommen wordt de aanpak wordt steeds schoolser ook de non verbale dramatische expressie die na verkenning van de eigen lichamelijkheid toch als niet schoolse activi teit op de tweede plaats komt komt minder dan in de andere jaren aan bod slechts 38 opvallend is wel dat de verbale dramatische expressie op gelijke hoogte staat met de niet dramatische verbale mon delinge expressie significante besluiten met betrekking tot de vraag traditioneel spreekonderwijs of opvoedkun dig drama kunnen hier echter niet aan vastgeknoopt worden de meeste leraren schijnen beide manieren van werken in hun lessen te gebruiken de verbale dramatische expressie blijkt voor het overgrote deel te bestaan uit improvisatie en rollenspel binnen de mondelinge verbale expressie treden vooral volgende activiteiten op de voorgrond gesprek oefeningen op uitspraak en correct taalgebruik en individuele improvisa tie spreekoefeningen het gebruik van bronnen en media bij een vergelijking tussen de jaren valt op dat in het eerste jaar dubbel zoveel bronnen en media als het vijfde jaar gebruikt worden de meest gebruikte zijn muziek voorwerpen poppen kleren doeken tekeningen en meubilair van het lokaalin terieur lokaal slechts zes van de zeventien bezochte scholen beschikt over een speciaal ingericht expressielokaal dit is voorzien van banken vast tapijt gordijnen blokken opbergkast spots doeken bandopnemer podium prikbord paravents tafels stoelen door de leerlingen beschilderde muren spreekstoel evaluatie voor al de jaren zijn de leraars die cijfers geven in de meerderheid dit cijfer is ook voor al de jaren op de eerste plaats gebaseerd op inzet ook geldt algemeen dat bijna iedere leraar een nabespreking van de activitei ten geeft 20 welke activiteit doen de leerlingen het liefst opvallend succesvol blijken de dramatische oefeningen te zijn zij komen in ieder jaar voor als een van de favoriete activiteiten van de leerlingen bovendien blijken de leerlingen een voorkeur te hebben voor projecten in het eerste jaar neemt dit project meestal de vorm aan van een groot stuk op het einde van het jaar welke fouten heeft u in het verleden gemaakt oefeningen die de leraar nu niet meer doet bijna in al de jaren werd de spreekbeurt vermeld een leraar geeft als reden op dat ze te schools en te saai zijn ook toneel in de klas of te lange toneelstukken zijn door een aantal leraren afgeschreven het is niet creatief er kruipt veel tijd in en het vanbuiten leren van de tekst blijkt voor vele leerlingen een probleem te zijn zowel in het eerste als in het derde jaar werden uitspraak oefeningen en het voordragen van gedichten vermeld de eerste soort oefeningen zijn veel te schools en stijf de tweede vergen te veel tijd en zijn ook nogal moeilijk voor een deel van de leerlingen houding van de leraar de hieronder gegeven opmerkingen werden frequent gemaakt onafgezien van het jaar waarin de leraar les geeft de leraar mag zich niet te strict aan zijn programma houden en kost wat kost zijn voorbereid lesje willen afhandelen hij mag de leerlingen niet te lang inactief laten door bv een leerling voor een lange tijd iets alleen te laten doen ook is het niet goed van de leerlingen gedurende een ganse les iets te laten voorbereiden en hen het pas de volgende les naar voor te laten brengen tenslotte moet de leraar zich hoeden voor al te toneelmatig werken bv regisseren de leraar mag zich niet opdringen een voorzichtige nieuwe weg aan de hand van de boven beschreven bevindingen kan de lezer zich min of meer een beeld vormen van wat n e in vlaanderen momenteel is er blijkt een vrij grote dis crepantie te bestaan tussen theorie en praktijk tussen ideaal van opvoedkundig drama en de werkelijkheid maar onderwijsvernieuwing is een langzaam proces de werkgroep opvoedkundig drama 3 formuleerde het als volgt in 1977 21 wij vertrekken van de huidige bestaande situatie in de scholen die willen wij menselijker maken voor leerlingen en leerkrachten druppelsgewijs maar uitdrukkelijk 4 wij willen rustig en traag een creatieve mentaliteit laten groeien met een beeld gezegd gebroken ruiten in guur winterweer worden er niet eerst helemaal uitgehaald om dan nog eerst alle randjes van het raam grondig te reinigen vooraleer er een nieuwe ruit in te zetten wij zullen er alvast eerst een voorlopige afsluiting voorzetten om ondertussen niet in de kou te zitten om ondertussen geen slachtoffers te maken ook al zal dat ondertussen precies daardoor langer duren 5 stefan vaes poorthoevestraat 35 3550 heusden zolder tel 011 42 60 06 noten 0 nederlands expressie wordt afgekort als n e 1 vaes s goethals m nederlands expressie een beschrijving van de praktijk van dit nieuwe schoolvak in het vrij katholiek onderwijs van het type i in vlaanderen leuven acco 1984 2 zich baserend op de britse situatie en met als voornaamste inspi ratiebronnen brian way en fernand etienne formuleerde vanheessen een aantal doelstellingen voor n e ze zijn vnl in het affectie ve en motorische domein te situeren voor een overzicht hiervan verwijzen we naar vanheessen l nederlands expressie nova et vetera tijdschrift voor onderwijs en opvoeding orgaan van de nationale verbonden van het katholiek middelbaar en normaalonderwijs leuven j b wolters 1977 1978 nr 6 p 435 466 3 in 1970 zijn rond fernand etienne een pionier op het vlak van e expressie in belgie enkele groepjes taalleraars beginnen bijeen komen dit waren de eerste werkgroepen voor taalonderwijs van het vliebergh sencie centrum blijde inkomststraat 21 3000 leuven de werkgroepen worden gecoerdineerd door dr michael goethals die ook het onderzoek beschreven in dit artikel begeleid heeft in april 1981 organiseerde deze werkgroep een congres rond opvoed kundig drama als neerslag hiervan verscheen er een bundel in twee volumes met bijdragen van de leden van de groep en van gast medewerkers en met verslagen van workshops goethals m eindred opvoedkundig drama in het secundair onder wijs en de lerarenopleiding 4 goethals m opvoedkundig drama p 13 5 goethals m opvoedkundig drama p 15 22