Nieuwe eindexameneisen voor het literatuuronderwijs in de moderne vreemde talen

Publicatie datum: 1992-01-01
Collectie: 02
Volume: 02
Nummer: ?
Pagina’s: 13-20

Documenten

eus schalkwijk nieuwe eindexameneisen voor het literatuuronderwijs in de moderne vreemde talen welke docent moderne vreemde talen kent niet de vigerende eindexameneis voor het onderdeel literatuur bij het schoolonderzoek wordt van de kan didaat onderzocht het inzicht in en de kennis van literatuur de door de kandidaat gelezen literatuur moet een aantal werken uit de laatste halve eeuw omvatten en een aantal uit de tijd daarvoor deze nogal globale exameneis heeft in de praktijk geleid tot een literatuuronderwijs dat gekarakteriseerd kan worden als zeer divers de meeste docenten zien en koesteren het literatuuronderwijs als het meest autonome vakgebied in de afgelopen tien tot vijftien jaar zijn diverse waardevolle voorstellen gedaan voor de inkade ring en concrete invulling van het literatuuronderwijs zowel voor het vak nederlands als voor de moderne vreemde talen door docenten en andere deskundigen is regelmatig aangedrongen op formalisering van een belang rijk aantal van die voorstellen die overigens voor een deel ook in de prak tijk gerealiseerd zijn er is sinds kort goede hoop dat een dergelijke formalisering inderdaad zal plaatsvinden in aansluiting op de vernieuwde eindexameneisen voor het vak nederlands worden ook voor de moderne vreemde talen engels duits frans spaans en russisch nieuwe eindexameneisen gepresenteerd op verzoek van de staatssecretaris van onderwijs en wetenschappen werkt een commissie on der leiding van de nijmeegse hoogleraar theo van els sinds januari 1990 aan zulke eisen de commissie heeft ze inmiddels geformuleerd voor de vier vaardigheden in literatuur in havo en vwo scholen alvorens specifiek op de eisen voor het onderdeel literatuur in te gaan wil ik kort iets zeggen over de inrichting van het schoolonderzoek en het cen traal eindexamen de commissie stelt voor om het schoolonderzoek uit drie onderdelen te laten bestaan spreekvaardigheid schrijfvaardigheid en literatuur de commissie doet daarbij een voorstel voor de weging van de afzonderlijke onderdelen de drie onderdelen zouden respectievelijk 40 30 en 30 van het schoolonderzoekcijfer moeten uitmaken het schoolonderzoekcijfer bepaalt net als nu 50 van het eindcijfer in het centraal eindexamen worden vervolgens de twee receptieve vaardigheden lezen en luisteren getoetst daarbij maakt lezen 70 en luisteren 30 uit van het cijfer voor het centraal eindexamen ik vind het een goede zaak dat lezen niet meer voor de helft het eindcijfer bepaalt en dat ook de onderdelen van het schoolonderzoek aan vaste percentages gekoppeld worden per school en per sectie zal men zelf de rekening moeten opmaken in hoeverre het onderdeel literatuur met een schoolonderzoek percentage van 30 gemarginaliseerd wordt 13 de doelstellingen voor literatuur in de inleiding heb ik de totale op dit moment geldende eindexameneis voor het onderdeel literatuur geciteerd de commissie van els heeft voor het formuleren van de nieuwe eisen voor literatuur alleen al meer dan zes pa gina s nodig dat duidt erop dat zij zich terdege rekenschap heeft gegeven van het feit dat een dwingender kader voor het literatuuronderwijs gewenst is de commissie gaat voor het examenonderdeel literatuur uit van de volgende algemene doelstelling de kandidaat heeft enige kennis van en inzicht in de vreemdtalige literatuur met oog voor internationale verbanden en heeft een houding ontwikkeld ten opzichte van het zelfstandig lezen van literair werk in het origineel of in hertaling of vertaling deze algemene doelstel ling laat direct een aantal duidelijke inhoudelijke keuzes van de commissie zien het aspect met oog voor internationale verbanden doet recht aan de algemeen aanvaarde opvatting dat de literatuur en de ontwikkeling van lite ratuur vaak grens en taaloverschrijdende verschijnselen zijn vandaar ook dat de commissie aandringt op samenwerking met de sectie nederlands het aspect heeft een houding ontwikkeld weerspiegelt de visie dat literatuuron derwijs verder dient te gaan dan het puur overdragen van literaire feiten om de literatuur voor leerlingen toegankelijker te maken en om aan te sluiten bij het aspect van de internationalisering wil de commissie toestaan dat be paalde literaire werken in hertaling bijvoorbeeld van oud frans naar nieuw frans danwel in vertaling bijvoorbeeld van russisch naar nederlands ge lezen worden een andere belangrijke overweging daarbij is dat de commis sie wil voorkomen dat literatuuronderwijs en vaardighedenonderwijs met el kaar vermengd worden uiteraard onderschrijft zij wel het belang van het le zen van literair werk als ondersteuning van het taalverwervingsproces ik schat in dat het toestaan van het gebruik van hertalingen en of vertalingen bij bepaalde docentengroepen op veel verzet zal stuiten ikzelf zie hierin niet zo n probleem zolang deze richtlijn maar niet ontaardt in het bijna uits luitend lezen van hertalingen en of vertalingen met name voor het litera tuuronderwijs aan havo leerlingen kan dit ook voor de docent wel eens een reddende regeling blijken te zijn de commissie heeft het niet bij deze algemene doelstelling gelaten en ver dient daarom alle lof zij heeft ook uitvoerig nagedacht over het didactische proces dat tot de verwezelijking van de algemene doelstelling kan leiden zij formuleert daarom het volgende leerplanachtige kader teneinde deze doel stelling te bereiken dient de kandidaat kennis te nemen van en om te gaan met literaire teksten via 4 invalshoeken die het literatuuronderwijs in de breedte bestrijken deze 4 invalshoeken zijn 1 de literair historische invalshoek 2 de literair theoretische invalshoek 3 de persoonsgerichte invalshoek 4 de op het ontwikkelen van persoonli jke leessmaak gerichte invalshoek elke docent die een beetje thuis is in de nederlandse literatuurdidactiek her kent in deze invalshoeken de vroegere doelstellingen culturele vorming literair esthische vorming zelfverkenning levens en 14 maatschappijorientatie en leesplezier de keuze van de commissie voor een eclectische aanpak onderschrijf ik van harte de commissie kiest duide lijk voor een literatuuronderwijs dat meer behoort in te houden dan louter culturele vorming dat de commissie echt over de materie teef acht blijkt ook uit de vervanging van de term leesplezier door vleessmaak ti verse onderzoekers hebben immers reeds aangetoond dat de te leesplezier een niet functioneel c ontainerbegrip is geworden de op het ontwikkelen van persoon ijke1eessmaak gelate invalshoek is veel beter te operationa liseren en de inhouden zijn bovendien in het kader van de eigenlijke schoolopleiding ook meetbaar de commissie gaat met betrekking tot de vier invalshoeken nog een stap verder dan alleen het aangeven van de invalshoeken zij stelt de aandacht voor de 4 invalshoeken dient in het literatuurprogramma evenwichtig ver deeld te worden 50 voor invalshoeken 1 en 2 en 50 voor invalshoeken 3 en 4 hieruit blijkt overduidelijk hoezeer de commissie hecht aan de eclectische aanpak een logisch gevolg van de weging is dat de rol van de literair historische aanpak in vergelijking met de meest voorkomende prak tijk teruggedrongen wordt daarvoor in de plaats worden de persoonsgerichte en de op leessmaak gerichte aanpak gestimuleerd en geformaliseerd met betrekking tot de vierde invalshoek stelt de commissie dat leerlingen toege staan moet worden om ook niet literaire werken te lezen voor elk van de invalshoeken heeft de commissie twee nadere doelstellingen geformuleerd ik betreur het dat de commissie besloten heeft alleen voor de literair historische en de literair theorische invalshoek minimumeisen te koppelen aan deze doelstellingen dit voorstel houdt in dat alleen deze twee invalshoeken voor cijfergeving in aanmerking komen de commissie is van mening dat de persoonsgerichte en de op leessmaak gerichte invalshoek niet voor cijfergeving in aanmerking komen omdat zij onder het zogenaamde handelingsgedeelte vallen het wezen van een handelingsdoel is dat de leer ling een ervaring opdoet waarvan het leerresultaat per definitie niet voor spelbaar is tot nu toe heb ik niet gesproken over verschillen tussen de talen en tussen havo en vwo over verschillen tussen de talen kan ik kort zijn de com missie brengt in de eindexameneisen geen niveauverschillen tussen de talen aan dit heeft zij wel gedaan voor het havo en vwo de onderscheiden nive aus hebben uitsluitend betrekking op de invalshoeken 1 en 2 het komt er op neer dat de stof voor het havo beperkter is voor de invalshoeken 3 en 4 zijn de doelstellingen voor havo en vwo identiek voor elk van de vier in valshoeken formuleerde de commissie twee nadere doelstellingen die hieronder besproken worden de literair historische invalshoek voor de vwo leerling geldt de volgende doelstelling de kandidaat heeft enige kennis van literair verhalend proza en naar keuze van drama of poezie betreffende een periode van tweehonderd jaar dit zijn bij voorkeur de laatste tweehonderd jaar van de vreemdtalige literatuurgeschiedenis of anders twee periodes van in totaal tweehonderd jaar hieraan is relevante kennis van de 15 16 met deze periode verbonden literaire stromingen schrijvers hun leven hun werken en hun betekenis voor de ontwikkeling van onze hedendaagse cul tuur gekoppeld havo leerlingen worden slechts geconfronteerd met verha lend proza uit een aaneengesloten periode van honderd jaar bij voorkeur de laatste honderd jaar ik zou deze doelstelling niet hebben kunnen onder schrijven als het hierbij zou gaan om maximumeisen het zijn echter mi nimumeisen dit houdt onder andere in dat ook havo leerlingen met drama of poezie geconfronteerd kunnen en mogen worden de rol van de literatuurgeschiedenis wordt niet alleen teruggedrongen door de beperking van het aandeel tot 25 van het curriculum maar nu ook door beperkingen in periode omvang ik juich dit toe gezien in het licht van wat er aan waardevols in de andere invalshoeken aan het literatuuronderwijs wordt toegevoegd ik vind het bijzonder jammer dat de commissie niet een verplichting heeft willen opleggen voor de modernste literatuur bijvoorbeeld de literatuur na 1945 alleen voor de russische literatuur kan ik me dergelijk vrije formulering enigszins voorstellen deze eerste doelstelling is met name gericht op de kennis van de kandidaat een aansluitende tweede doelstelling heeft ook oog voor de toepassing de kandidaat kan op grond van zijn kennis van verhalend proza en naar keuze drama of poezie betreffende de betrokken periode s van tweehonderd jaar in een stuk literair verhalend proza en in een literair toneelstuk of gedicht uit de betrokken periode s kenmerken van stromingen schrijvers en sub genres herkennen en benoemen ook hier geldt voor havo leerlingen een beperking in omvang met betrekking tot genres en periode s de doel stelling sluit aan bij een veel gebezigde literatuurpraktijk het analyseren van literatuur als bevestiging van de theorie en zal daarom nauwelijks op problemen stuiten de literair theoretische invalshoek ook bij deze invalshoek wordt een onderscheid gemaakt tussen kennis en toepassing de op kennis gerichte doelstelling luidt de kandidaat heeft kennis van de volgende literaire begrippen uit de narratolog ie nodig voor het analyseren en interpreteren van verhalend proza thema en motief per spectief auctoriaal personaal ik vorm plot spannings opbouw behande ling van tijd en plaats karakterisering symboliek voor de vwo leerling komen daar nog de volgende elementen bij de volgende begrippen voor drama ruimte boeiende werking motorisch moment of kennis van de volgende begrippen van poezie rijm metrum en ritme stijlfiguren de opsomming van de literaire begrippen is het duidelijkste bewijs voor het feit dat de commissie minimumeisen geformuleerd heeft geen enkele do cent zal voor dit miminumlijstje een kwart van de voor literatuuronderwijs beschikbare tijd hoeven in te ruimen voor de docent ware het wenselijk als op zo kort mogelijke termijn algemeen aanvaarde definities van de onder scheiden begrippen beschikbaar zouden komen opdat de operationalisering van deze begrippen bij alle talen op dezelfde manier gebeurt een bekend voorbeeld is het feit dat aan de begrippen thema en motief niet door alle docenten dezelfde lading gegeven wordt en dit wekt onnodige verwarring bij de leerling in de hand 17 de op toepassing gerichte doelstelling luidt de kandidaat kan op grond van zijn kennis van literaire begrippen fragmenten uit literair verhalend proza en toneelstukken of gedichten analyseren en interpreteren ik interpreteer deze doelstelling in die zin dat een leerling bij de analyse en interpretatie van literair werk gebruik maakt van de literaire begrippen maar dat de analyse en interpretatie niet ophoudt op het moment dat bijvoorbeeld het rijm en de stijlfiguur bepaald zijn de analyse en interpretatie moet uiteraard verder gaan dan de vorm de persoonsgerichte invalshoek de twee doelstellingen luiden als volgtde kandidaat heeft aan de hand van literaire teksten een aantal leerervaringen opgedaan ten aanzien van een aan tal aspecten van de maatschappij op grond waarvan hij zijn visie op dei werkelijkheid en zijn eigen plaats daarin verder heeft ontwikkeld en dc kandidaat heeft n a v een aantal fragmenten uit literaire werken rond een bepaald thema aspect van de maatschappij volgens bepaalde criteria verslag uitgebracht van zijn ervaringen met deze teksten ik roep in herinnering dat de commissie van mening is dat deze doelstellingen niet in aanmerking komen voor cijfergeving het gaat primair om het scheppen van mogelijk heden encounters voor leerlingen de scholen mogen zelf de criteria voor het genoemde verslag vaststellen het verslag dient als toelatingscriterium voor het centraal eindexamen het belang van deze invalshoek onderschrijf ik volledig en ik zie in het ge noemde verslag goede mogelijkheden zeker als daarbij gedacht wordt aan vormen zoals het leesdossier de invalshoek gericht op het ontwikkelen van persoonlijke leessmaak ook voor deze invalshoek zijn twee doelstellingen geformuleerd de kan didaat heeft een aantal leerervaringen educational encounters georgani seerd door de docent opgedaan met het lezen van een breed gevarieerd aan bod aan teksten zodat het voor hem mogelijk moet zijn om in aansluiting op persoonlijke voorkeuren zijn persoonlijke leessmaak te ontwikkelen en de kandidaat heeft op grond van de leerervaringen genoemd in de vorige doelstelling en zijn persoonlijke leeservaringen beargumenteerd verslag uitgebracht van een persoonlijke top drie van werken uit het betrokken taalgebied die hij gelezen heeft de commissie merkt nadrukkelijk op dat het in het kader van deze invalshoek evident is dat de leerling zelf beslist over de tekstkeuze dat heeft als consequentie dat de docent geconfronteerd kan worden met een sterk gevarieerde tekstkeuze van triviaal tot hoog lite rair fictie naast non fictie drama en poezie naar de roman enzovoorts ik juich deze keuze met name toe voor de havo leerling deze kan naast het aanbod van de docent zijn eigen keuze maken dit is een niet onbelangrijk motivationeel aspect een tweede logische consequentie van deze keuze is dat niet alle leerlingen hetzelfde niveau van literaire competentie zullen be reiken de commissie hecht mijns inziens terecht meer aan de opvatting dat 18 zowel de havo als de vwo leerling met de literatuur in haar volle breedte in aanraking dient te komen aansluiting bij de voorstellen voor het vak nederlands de commissie van els heeft lerarenopleiders en docenten veel werk uit handen genomen door een duidelijk voorstel te formuleren en door duide lijke toelichtingen te geven de commissie heeft zich zelfs goed rekenschap gegeven van de voorstellen van de cven voor het onderdeel literatuur en zij doet daarvan ook verslag een sympathieke reden voor het zoveel moge lijk aansluiten bij nederlands is dat de commissie nodeloze verwarring voor de leerling wilde vermijden de tactische reden is dat de commissie de mo gelijkheid open wilde houden om op termijn te komen tot een geintegreerd deel vak wereld literatuur een belangrijke overeenkomst tussen de eindexameneisen voor literatuur bij nederlands en de moderne vreemde talen is gelegen in het feit dat bij beide eindexamenprogramma s de literair historische de literair theoretische en de persoonsgerichte invalshoek herkenbaar zijn daarbij is een verschil dat bij de moderne vreemde talen duidelijk sprake is van beperkingen ten aanzien bijvoorbeeld van de literaire perioden een belangrijk verschil is dat de op het ontwikkelen van leessmaak gerichte invalshoek bij nederlands niet voorkomt daar staat tegenover dat het lees dossier bij nederlands wel voor cijfergeving in aanmerking komt terwijl dit bij de moderne vreemde talen niet het geval is de commissie kaart zelf nog twee andere verschillen aan het eerste verschil heeft betrekking op het bij de moderne vreemde talen bij de literair historische invalshoek afwezig zijn van het aspect tekstbestudering het tweede verschil heeft betrekking op het bij nederlands afwezig zijn van het internationale aspect van de litera tuur de commissie stelt dat deze verschillen bij het eventueel nader op el kaar afstemmen van de beide eindexamenprogramma s geen moeilijkheden hoeven op te leveren consequenties van de voorstellen voor de praktijk van het lite ratuuronderwijs uit de bespreking van de voorstellen voor nieuwe eindexameneisen voor het literatuuronderwijs moderne vreemde talen mag de conclusie getrokken worden dat ik de voorstellen in hoge mate onderschrijf ik realiseer me ter dege dat dit niet voor alle docenten moderne vreemde talen zal gelden de docent die de ontwikkelingen in de nederlandse literatuurdidactiek bijgehou den heeft en die een deel van de aldaar geformuleerde voorstellen heeft weten te realiseren zal zich niet mateloos over de voorgestelde eindexameneisen hoeven op te winden integendeel hij zal de voorstellen met instemming gelezen hebben problematischer wordt het voor docenten die gewend zijn bijna uitsluitend literair historisch te werk te gaan zij worden nu met in houden van het literatuuronderwijs geconfronteerd waarmee zij niet ver trouwd zijn de didactisering van deze inhouden zal in het begin grote pro blemen opleveren het ligt voor de hand dat lerarenopleidingen op korte termijn nascholingscursussen organiseren waarin deze didactisering centraal 19 komt te staan voor de talensecties wellicht een mogelijkheid bij uitstek om vakoverstijgend met hetzelfde bezig te zijn de commissie vernieuwing eindexamenprogramma s moderne vreemde talen heeft twee rapporten uitgebracht nieuwe examens aan de horizon tussentijds rapport van de commissie ver nieuwing eindexamen moderne vreemde talen vwo en havo ministerie van on derwijs en wetenschappen oktober 1991 eindrapport van de commissie vernieuwing eindexamenprogramma s moderne vreemde talen vwo en havo ministerie van onderwijs en wetenschappen april 1992 ter perse r t4 t d t d p 3 c r4h l 4 ttd 20