Publicatie datum: 1971-01-01
Auteur: Jan H.J. Luif
Collectie: 02
Volume: 02
Nummer: 1
Pagina’s: 100-104
Documenten
het c i t o zou het taalonderwijs een grote dienst bewijzen als het voort aan geen werkwoordsspellingsitems meer opneemt een dienst kan ieder zich zelf en anderen bewijzen als er eindelijk eens wat minder waarde gehecht wordt aan juiste spelling als men mensen niet meer beoordeelt op grond van hun vermogen om een t achter een d te zetten overigens hoeveel juristen structureren hun zinnen niet net zoals jordaanjon getjes de laatste worden afgekraakt op grond van hun onafgemaakte zinnetjes maar de jurist gaat vrijuit of maakt hoogstens een vergissing p q 1 f evers en l van gelders nederlandse taal groningen 1969 bl 10 2 idem bl 1 4 nieuwe taalkundige inzichten en het ontleden jan h j lui f ontleden is nog steeds voor heel wat mensen in het onderwijs een bezigheid waar ze niet goed raad mee weten dat geldt voor hen die in de klas zitten n et zo goed als voor dege n e die ervoor staat diepgaande studie van doe l stellingen en didactiek van deze vorm van moedertaalonderwijs is allerminst overbodig nieuwe inzichten in de taalwetenscha p ook van de kant van de taalwetenschap is er alle reden de school spraakkunst grondig onder de loep te nemen in deze wetenschap zijn de laatste jaren fundamenteel nieuwe inzichten uitgewerkt die op allerlei gebied verstrekken de gevolgen kunnen hebben die nieuwe inzichten kwamen van de amerikaan noam chomsky die in 1957 het boekje syntactic structuren publiceerde in nederland was het proefschrift van dr kraak negatieve zinnen 1966 de eerste belangrijke publicatie die uitging van de door chomsky ontwikkelde methoden nieuw was chomsky s voorstel in de taalwetenschap gebruik te maken van het algoritme een pro cede uit de wiskunde daarmee werd het in beginsel mogelijk een taal d w een oneindige verzameling zinnen te karakteriseren te beschrijven of zoals de technische term luidt te genereren een grammatica die van zo n proce de gebruik maakt noemt men generatief het voordeel van deze exacte be schrijvingsmethode is dat men gedwongen is expliciet te beschrijven zonder vaagheden en onuitgesproken veronderstellingen de pluspunten van deze ma nier van werken zijn zo overduidelijk dat er in de taalwetenschap nauwelijks nog discussie over is heel anders ligt het met chomsky s andere belangrijke voorstel hij kwam tot de conclusie dat een werkelijk verhelderende beschrijving van een taal onmogelijk is als men bli j ft staan bij de zinnen zoals zij zich op het eerste 1 00 g ezicht of gehoor aan ons voordoen hij meende dat men naast een uiter lijke vorm een oppervlaktestructuur ook een tamelijk abstracte basisvorm een dieptestructuur moest aanneme n een voorbeel d kan het verschil tussen beide structuren misschien wat verduidelijken neem hij blijkt verdronken deze zin kan men opvatte n als de verkorte vorm van hij blijkt verdronken te zip die is op zijn beurt te herleiden tot het bli j kt dat hij verdronken i s of dat hij verdronken is blijkt de dieptestructuur van h ij blijkt verdronken is nu ongeveer zo dat daarin hij is verdronken de onderwerpszin is en blijkt het gezegde we kunn en blijkt ver dronken nog wel een naamwoordelijk gezegde noemen maar de verklaring daarvan ligt in het verzwegen te zijn niet in blijkt neemt men op die ma nier het bekende rijtje koppelwerkwoorden op de korrel dan houdt me n alleen zijn worden en blijven over de bewerkingen die me n dieptestructure n moet laten ondergaa n om tot de uiterlijke vorm te komen heten transformaties vandaar dat op chomsky s voorstellen gebaseerde grammatica s transformationele of transformationeel generatieve grammatica s worden genoemd verder blij kt deze hypothese het meest zinnig als men stelt dat de dieptestructuur de betekenis van een zin be paalt daardoor zijn uitspraken over betekenis een stuk dichter binnen ons bereik gekomen de doelstellingen van het grammaticaonderwij s het effect dat deze theorie op ons taa l onderwijs zou kunnen hebben is in ne derland nog maar nauwelij ks onderzocht zel f heb ik met twee collega s een eenvoudige nederlandse grammatica geschreven die uitgaat van het transfor mationele beginsel w g klooster e a inleiding tot de syntaxis culemborg keulen 1 969 maar die is vooral bestemd voor pedagogische academies en lerarenopleidingen en houdt zich met de didactiek van het vak niet bezig als ik nu toch iets ga zeggen over nieuwe mogelijkhede n voor het grammatica onderwijs dan gaat het om een toekomstvisie en dan nog we l niet van een onderwijskundige maar van een taalkundi ge u bent dus gewaarschuwd een traditionele doelstel l ing voor het ontleden op school is het nut ervan voor het correct leren spelle n op de vraag hoe nuttig dat correcte spellen we l is ga ik hier niet in maar dui delij k is wel dat men op ee n of andere manier voor dat spellen een enke l grammaticaalbeg r ip als onde rwerp werkwoord derde persoon e d nodig heeft de didacticu s moet verder maar u itmaken welke deze begrippen zij n en hoe expl ici et ze t er sprake moeten ko m en de nieuw e mogelij kheden van de tr ansforma t ione le grammatica liggen dunkt me niet primair op dit eleme n taire vlak een ande re reden die voor het leren ontleden wordt opgegeven is het onder wijs in vreemde tal e n als i k de klassieke tal en even vergeet lijkt dat nut niet zo g root meer naar mate men de vreemde taal m i nder u i t de spraakkunst en meer in het talenpracticu m leert is er min der reden ook de co rr esponde ren de spraakkunst van het nederl ands t e kennen 1 01 toch is het wel denkbaar dat men op het gymnasium en op andere typen scholen waar het op schrift vertalen van niet al te gemakkelijk proza een be langrijke plaats inneemt van de leraar nederlands verwacht dat hij zijn pupil len enig inzicht in de bouw van de moedertaal bijbrengt en dat inzicht zal vermoedelijk wel de belangrijkste zinsdelen en woordsoorten moeten omvatten juist de transformationele grammatici hebben van veel van dat soort begrippen de wetenschappelijke achtergrond bloot gelegd en meer inzicht betekent bete re didactische mogelijkheden om een heel eenvoudig voorbeeld te noemen een schoolboekje dat kan uitleg gen waarom er maar een hulpwerkwoord van de lijdende vorm worden is zal begrijpelijker zijn dan een boekje waarin aangenomen wordt dat ook zijn wel zo n hulpwerkwoord zal wezen de transformationele grammatica stelt da t hij is geslagen teruggaat op hij is geslagen geworden dat in het nederlands wat hypercorrect klinkt maar waarvan de duitse pendant heel normaal is dit wijzen op verschijnselen in een vreemde taal is niet toevallig omdat juist in de transformationele grammatica dit soort verborgen overeenkomsten tussen allerlei talen regelmatig aan het licht komen ontleden en ont l eden is twe e een derde reden waarom op scholen ontleed wordt is dat dit zou bijdragen tot de reflectie van de leerling op zijn denken en de uitdrukking daarvan in taal die reflectie zou misschien weer kunnen leiden tot een juistere interpretatie van het taalgebruik van anderen en tot beter eigen taalgebruik juist het eer ste onderdeel van deze derde tot nu toe wat vage doelstelling is door chomsky s nieuwe aanpak veel duidelijker en belangrijker geworden bij de geijkte grammatica s lijkt deze doelstelling wat ver gezocht wat dragen het meewerkend voorwerp het voorzetselvoorwerp het bijwoord de bekende serie koppelwerkwoorden e d voor interessants bij tot het inzicht in de funda mentele patronen van het menselijk denken neem de ontkennende zin de traditionele spraakkunst beperkte zich tot de mededeling dat niet een bijwoord is en geen een apart soort lidwoord met behulp van de transformationele methode is het mogelijk uit een taalkundige behandeling van niet en geen onmiddellijk enkele fundamentele logische in zichten te laten voortvloeien zoals bijvoorbeeld dat men wel zinnen kan ont kennen maar woorden eigenlijk niet dat een ontkenning betrekking heeft op de zin als geheel kan men laten zien door bijv hij heeft het niet gedaa n te omschrijven als het is niet zo dat hij het gedaan heeft in deze laatste parafrase die nauw verwant is met de dieptestructuur en dus van belang voor de betekenis van de eerste zin is de zin als geheel onderwerpszin geworden bij is niet zo met behulp van deze omschrijving kan men dan gemakkelijk laten zien dat geen en niets maar schijneenheden zijn en filosofieen over het niets dus van twijfelachtig allooi hij heeft geen huis wordt het is niet zo dat hij een huis heeft en dit kost niets wordt het is niet zo dat dit iets kost en als men nog een stap die ik hier niet zet verder gaat kan men oo k 1 02 woorden als onmogelijkheid of niet blanke aan door dit soort taalkundige ontledingen kan ook de leraar nederlands een antwoord geven op de steeds dringender vraag naar elementaire filosofische scholing in het voortgezet on derwijs hoe deze nieuwe vorm van zinsontleding er uit zou kunnen zien is ook wel enigszins te suggereren om meer gaat het hier niet aan de hand van een taal kundig begrip als handelingswerkwoord we hebben in het nederlands zinnen als hij is aan het voetballen of hij is dit boek aan het lezen maar zinnen als hij is a an het staan of hij is ziek aan het zijn zijn gewoonlijk niet cor rect of zoals de technische term luidt niet grammaticaal men kan proberen de achtergronden van dit verschil op te sporen en dan kunnen termen als handeling en toestand uitstekend van pas komen wil men het verschil wat duidelijker in beeld krijgen dan moet men proberen het in andere zinnen te rug te vinden zo hebben we bijvoorbeeld wel ik vroeg hem te voetballen dit boek te lezen maar niet ik vroeg hem te sta an ziek te zijn talloze zinstypen kunnen dit verschil verder verduidelijken wat tenslotte kan leiden tot een vrij volledige analyse van het begrip menselijke handeling zoals dat in onze taal functioneert ik ben ervan overtuigd dat dit soort ontleden de leerling en dan niet alleen die van de brugklas maar ook en vooral die van de hogere klassen kan hel pen inzicht te krijgen in zijn eigen en andermans denkpatronen een praktisch beslui t het is jammer dat wetenschap en didactiek in nederland zo ver uit elkaar liggen dat deze nieuwere inzichten nog maar nauwelijks enig effect hebben op de praktijk van de school toch liggen er voor de didactiek aantrekkelijke aanknopingspunten de heldere diagrammen van de transformationele gramma tica die ik hier achterwege heb gelatens het werken met niet grammaticale voorbeeldzinnen de betekenis analyses met behulp van dieptestructuren e d een paar maanden geleden is de eerste transformationele schoolgrammatica verschenen taalsysteem en taalbouwsels van h i fiilshuit dit boekje is behal ve voor pedagogische academies en cursussen ook bestemd voor het v w o vanaf de tweede klas het gaat erg diep in op de technische aspecten van de transformationeel generatieve grammatica afgezien van de vraag of die technische aspecten juist zijn weergegeven mijns inziens niet betwijfel ik sterk of de vernieuwing van ons spraakkunstonderwijs in de richting van zo n technische aanpak moet gaan aan de universiteit van amsterdam is een werkgroep van docenten en studen ten bezig aan een nieuw schoolboek moderne grammatica voor de brugklas dat van een heel ander didactisch standpunt uitgaat wat hen in de eerste plaats interesseert is de betekenis van een zin anders gezegd de zin als uit drukking van een gedachte in de voorlopige versie heten bijvoorbeeld d e g e booy geeft in een van de eerstkomende afleveringen van levende talen een kritische beoordeling van h i ailshof taalsystemen en taalbouwsels 103 eerste twee hoofdstukken resp zinn en met dezelfde betekenis en zinnen me t meer dan een betekenis en de basis waarop men werkt zijn intuitieve in zichten over vorm en betekenis van nederlandse zinnen technische beschrij vingen komen er niet in voor het uitgangspunt dat deze werkgroep koos levert grote problemen op enerzijds wil men de taal steeds zien als een vorm waarin betekenissen u i tgedrukt wor den maar het blijft tenslotte gaan om de taai en die is alleen maar onmid del l ijk waarneembaar in zijn uiterlijke vorm nu zijn betekenisonderscheidingen in een zin niet hetzelfde als onderscheidingen aan de uiterlijke vorm en om gekeerd juist daarom had het zin een onderscheid aan te brengen tussen diep testructuur een soort innerlijke vorm en oppervlaktestructuur de uiterlijke vorm hoeveel kennis over de uiterlijke vorm min of meer hetzelfde als de geijkte grammatica is nodig om een houvast te hebben om over betekenis van zinnen te praten als voorbeeld kan misschien de betekenis van liet lijdend voorwerp een oppervlakte onderscheiding dienen de bijdrage van een lijdend voor werp tot de betekenis van een zin is lang niet altijd dezelfde in zij eet een taart duidt een taart datgene aan wat verdwijnt door het eten d in zij bakt een taart datgene wat ontstaat door liet bakken en in zij ziet een taart iets waar niets mee gebeurt doordat liet gezien wordt vr agen d i e j e j e naar aanl e i di n g va n d eze problematiek kunt stel len zijn b ij voorbeeld de volgende is een dergelijke benadering niette ingewikkeld voor de brugklas moet liet lijdend voorwerp daarom maar niet behandeld worden maar is het gezien de situatie bij de vreemde talen na al verantwoord liet lijdend voorwerp maar tv eg te laten of moet men misschien in de brugklas alleen nog maar over die uiterlijke vorm praten dus over liet lijdend voor werp en consorten om later een houvast te hebben voor een meer op de be tekenis georienteerde benadering het is dus nog steeds niet duidelijk of de transformationele theorie tot een fundamentele verandering in het grammatica onderwijs in de lagere klassen zal leiden ondanks de fundamentele vernieuwing die chomsky s introductie van de dieptestructuur ongetwijfeld was 104