Normale functionaliteit en je weet niet wat je weet

Publicatie datum: 1979-01-01
Auteur: Helge Bonset
Collectie: 10
Volume: 10
Nummer: 1
Pagina’s: 13-19

Documenten

kunt weergeven en al evenmin geeft de school to ra alsc ript ie atw on gep ublicee rd am s terd am 1978 grammatica fatsoensregels voor normatief ge cazden c b the situation a neglected source of class bruik buiten een beperkt terrein voornamelijk de di ffe re nc es in lang uage u se i n jou rnal o f soc ia l luces 26 syntactische regels is de traditionele schoolgram d ik s c en j g k ooij beginselen van de algemene taal matica niet geschikt wetenschap utrecht 1 970 fillmore c j the case for case in b ach en harms n e w yo r k 1968 h erto g c h de n nederlandse spraa kkuns t bewer kt literatuur door h hu ishof am sterdam 19 72 h al l iday m a k language st ruc t ure and l anguage adviesc omm issie voor de leerp l anon tw i kk eli n g m oeder function in l yons 1 97 0 taal advies over het gra mma tica on derwijs in de lagere heuvel t van den grammatica taalkunde taalbe hooi enschede 197 8 schouwingsonderwijs doctoraalscriptie atw utrecht a c lo m schoolraalhhuistaal over de verschillen tussen 1 97 3 de schooltaal en de rhuistaal van kinderen en de onder langeveld m j taal en denken groningen 1 934 wijskundige gevolgen daarvan s g rav enhalte 1 978 lyo ns j introduction to th eoretical linguis tics london b od e j m d e taalbeschouwing en taa lvaardigheid doc 1968 helge bonne t normale functionaliteit en je weet niet wat je weet inleiding een sterk semi sacrosancte samen met onder meer opstel literatuur en spreekwoorden en in moer 1978 5 heb ik uiteengezet wat het be gezegden hoort taalkunde tot die zaken die in grip normale functionaliteit inhoudt in wat nu het moedertaalonderwijs vaak gegeven worden al volgt wil ik nagaan in hoeverre er voor een leraar leen omdat de leraar gelooft dat dat goed is voor normaal functioneel moedertaalonderwijs te ge de leerlingen moeite doen om het onderwijs erin ven valt op basis van je weet niet watje weet voor leerlingen normaal functioneel dus prak van dort slijper e a 1975 en 1976 een twee tisch bruikbaar en of interessant te maken delige leergang moderne taalkunde voor het eer wordt onnodig geacht het betreft immers zulke ste tweede en derde leerjaar mavo havo en vwo op zich al waardevolle zaken rationele argu er zijn natuurlijk talloze andere aspecten waarop menten voor handhaving of opname van deze za je schoolboeken zou kunnen bekijken bijvoor ken in het onderwijs worden niet geproduceerd beel d of blijken rationalisaties te zijn het wordt tijd is het wetenschappelijk verantwoord voor een voorbeeld ik kies een recent uit de nog is het maatschappijbevestigend of maat altijd durende discussie over de zin van het tradi schappijkritisch tionele grammatica onderwijs in een interne is het duur notitie voor de commissie modernisering moe zulke analyses werden frequent gemaakt door de rtaalonderwijs cmm tegenwoordig advies respectievelijk wetenschappers links denkende commissie leerplanontwikkeling moedertaalon werkers in het onderwijs consumerende ouders derwijs geheten aclo m breekt mevrouw f en leerlingen en zijn zeker belangrijk maar voor balk smit duyzentkunst een lans voor het zins dit artikel moet ik me uiteraard beperken ontleden en woordbenoemen in de volgende be woordingen sacrosancticiteit en taalkunde onderwij s het kunnen abstraheren van het eigen denken enige afstand nemen van de eigen taal en deze voordat we je weet niet watje weet kortheids aan een kritische beschouwing onderwerpen vol halve nu verder jwn genoemd gaan bekijken gens grammaticale indelingen is een vaardigheid moeten we eerst aandacht schenken aan de heer die een heilzaam effect kan hebben op het beoor sende traditie in het taalkunde onderwijs op delen van zichzelf en anderen en van situaties te school d ie traditie is volgens ten b rinke 1976 teren iets onder woorden te brengen dat je op het 13 taalbeheersingsniveau perfect weet m a w handhaven wat door traditie in de school ge zich bewust worden van eerst ongeweten niet groeid is of juist nieuwe ontwikkelingen in de expliciet gekend dus handelen b v van het een wetenschap in de school te introduceren in voudige feit dat je het lidwoord in het neder beide gevallen wordt gezocht naar rationalise lands voor het zelfstandig naamwoord zet is op ringen om aan die behoeftes tegemoet te komen zichzelf een winst die ook in andere levensgebie in plaats van dat systematische leerplanontwik den kan functioneren keling plaats heeft waarbij de doelen verant drie karakteristieke rationalisatietechnieken in woord worden vanuit de leerbehoeften van leer dit stukje lingen en inhouden en leeractiviteiten daarop af 1 de verfraaiing van de dagelijkse praktijk in gestemd truus van den heuvel staat hierom ook de hooggestemde omschrijvingen van zinsontle huiverig tegenover de roep naar introductie van den en woordbenoemen waar beide zinnen mee de transformationeel generatieve grammatica bij openen zul je als brugklasser niet gauw de me het voortgezet onderwijs wanneer men niet chanische ontleedoefeningetjes uit je boek op goed doordenkt waarom het grammatica onder bouw herkennen en als leraar met nog geopende wijs tot dan toe niet voldeed loopt men het ogen evenmin risico veel energie te besteden aan een verande 2 de vaagheid van het doel leerlingen kunnen ring die in wezen geen verbetering is van zinsontleden en woordbenoemen leren vol jwn overigens na van den heuvels onderzoek gens mevrouw balk het beoordelen van zichzelf verschenen en dus niet daarin betrokken zegt te en anderen en van situaties ook kan het als zijn geschoeid op de leest van de transformatio winst in andere levensgebieden functioneren neel generatieve theorie klooster 1975 en is een enigszins kritische leerling die het bereiken ontwikkeld door beroepstaalkundigen van de van deze doelen in het vooruitzicht gesteld wordt universiteit van amsterdam mijns inziens past zal er goed aan doen te vragen eh wat bedbelt daarom een niet bevooroordeelde maar wel u daar eigenlijk precies mee wat voor levensge objectief kritische opstelling tegenover dit boek bieden en situaties hoe ze te beoordelen 3 de vage relatie tussen middel en doel in bei de do e len v a n jw n de zinnen staat kan kan hebben kan functio neren de kritische leerling vraagt weer maar volgens klooster 1975 wil jwn een bijdrage mevrouw als het nu niet zeker is dat wat we gaan leveren tot de volgende doelstellingen van het vak doen tot het doel bijdraagt dat doel snapte ik nederlands a de leerling moet op zijn niveau trouwens toch al niet maar dat heb ik net al ge in staat zijn tot reflectie op de betekenis en de zegd kunnen we dan niet beter iets gaan doen communicatieve functie van in taal vervatte in uw les waarvan het wel zeker is dat het bij informatie die hij zelf geeft en die hem wordt draagt tot het doel aangeboden b hij moet in staat zijn op zijn ni het stukje van mevrouw balk heeft kortom met veau het gebruik van sociale en regionale dialec echt rationele argumentatie alleen de uiterlijke ten te evalueren c zijn kennis van het neder vorm gemeen je moet wel aannemen dat de al lands kunnen relateren aan de vreemde talen eerder genoemde semi sacrosancte opvattingen voorzover het aanleren ervan de aanwezigheid over de noodzaak van taalkunde in het onderwijs van inzicht veronderstelt in de structuur van het haar tot deze rationalisaties hebben gedreven nederlands dat mevrouw balk eerder regel is dan uitzonde uit andere passages in klooster 1975 blijkt dat ring in dit opzicht blijkt uit van den heuvel doelen a en b gezien moeten worden als bij 1975 truus van den heuvel onderzocht zeer drage tot het einddoel de leerlingen te leren zich gedetailleerd verschillende binnen en buitenland optimaal van de voertaal te bedienen produktief se publikaties over grammatica taalkunde en en receptief mondeling zowel als schriftelijk taalbeschouwingsonderwijs vanuit een onderwijs het duidelijkst wordt dat trouwens op pagina 1 kundig perspectief in grote meerderheid bleken van de informatie voor de docent bij deel ii de auteurs de neiging te vertonen inhouden en ons doel is de leerlingen te brengen tot een taal leeractiviteiten aan te bieden die niet duidelijk beschouwelijke a tt itude en als de leerlingen bijdroegen tot de veelal hooggestemde doelen die vanzelf meer en beter gaan nadenken over wat ze noemden ze verklaart dit uit de behoefte te ze precies schrijven zeggen lezen en horen da n 14 leidt dat naar onze overtuiging tot beter formule structuur van zinnen ii modale bepalingen ren van wat ze zelf willen uitdrukken en kriti 111 enkele woordsoorten en hun subcategorieen scher kennis nemen van wat anderen mee te de iv diverse soorten teksten met vragen waarop len hebben met doel c is het de bedoeling de tot dan toe behandelde stof wordt toegepast aanknopingspunten te bieden voor het vreemde v talenonderwijs niet alle hierbovengenoemde termen worden als de conclusie lijkt me gewettigd dat jwn een bij zodanig aan de leerling aangeboden in dit artikel drage wil leveren tot doelen op het praktische een lijst opnemen van alle wel aangeboden ter vlak goed moedertaal en de vreemde talen kun men zou informatief zijn maar teveel plaatsruim nen hanteren en niet tot doelen op het alleen te vergen maar interessante vlak dat blijkt ook uit de vol over de leeractiviteiten jwn bestaat uit teksten gende passage uit klooster 1975 moderne die de taalkundige stof bevatten plus oefeningen taalkunde voor de brugklas betekent niet een over die stof die een inoefenings toepassings of brugklascursus hoe eenvoudig ook in de linguis uitbreidingskarakter kunnen hebben elk hoofd tiek er mag misschien iets te zeggen zijn voor stuk grijpt terug op begrippen uit het voorafgaan het presenteren in het onderwijs maar dan in de de de vorm van de oefeningen is afwisselend bij hogere leerjaren van allerlei puur wetenschappe een aantal moet een bepaald antwoord gegeven lijke zaken zonder rechtstreeks utilitaire of utila worden bij weer andere moet de leerling iets te ristische bedoelingen sterrenkunde taalkunde kenen of een zelf bedacht verhaal vertellen ook maar men moet in het onderwijs prioriteiten stel dramatische verwerking wordt gesuggereerd len blijkens ten brinke 1976 is die exclusieve niet iedere leerling hoeft alle oefeningen te ma keuze voor praktisch gemotiveerd taalkunde on ken differentiatie naar tempo is mogelijk aldus derwijs niet zo vanzelfsprekend als klooster sug de auteurs gereert hij geeft vele voorbeelden van intellec dragen deze inhoud en leeractiviteiten nu bij tot tueel gericht taalkunde onderwijs dat gegeven de doelstellingen die klooster 1975 en de wordt omdat leerlingen het interessant vinden ik informatie voor de docent bij deel 1 en 11 noe kom daar in de voorlaatste paragraaf van dit arti men kel op terug omdat die doelstellingen in de vorige paragraaf in dienst bleken te staan van daar weer achter gele inhoud l eeractivite iten en nogmaal s doele n v an gen doelen zullen we steeds twee keer moeten jw n kijken eerst naar het direct genoemde doel dat kort ik nu verder af tot dgd dan nog eens naar ik begin deze paragraaf met een zeer summier het achtergelegen doel ad overzicht van de inhoud van de twee delen jwn wat dgd a betreft een redelijk groot deel van deel 1 een algemeen taalwetenschappelijk de inhoud van jwn draagt mijns inziens ertoe bij hoofdstuk met speciale aandacht voor het begrip dat de leerling leert te reflecteren op betekenis en on grammaticaal 1 synonymie ii homony communicatieve functie van taalgebruik bij een mie iii een stuk zinsleer met de begrippen ander deel bijvoorbeeld hoofdstuk iv v en vi zinsbouw en zinsdeel centraal iv samengestel van deel 1 is dat niet duidelijk in de doelstelling de zinnen en verbindingswoorden is voegwoor is reflectie op de vorm van taalgebruik immers den en betrekkelijke voornaamwoorden v niet opgenomen dat gedeelte is dus niet relevant werkwoorden en voorzetsels en hun verband met voor het dgd en daarmee automatisch ook niet een of meer nominale constituenten in de zin voor het ad v1 wat we niet met zoveel woorden zeggen hoe ligt nu de relatie tussen het wel relevante ge verschijnselen als deletie presuppositie door de deelte en het ad zich optimaal van de voertaal situatie bepaalde interpretatie van zinnen vii bedienen we hebben hier te maken met een de aanvulling behandelt enkele zinsdelen en stelling die blijkens in ten brinke 1976 en van woordsoo rten in het nederlands engels en den heuvel 1975 uiteengezette ideeen waar of frans onwaar kan zijn al naar gelang 1 wat de auteur deel ll informatie geven en krijgen diverse aanbiedt als taalbeschouwing 2 wat de auteur soorten taaldaden met hun betekenis en vorm verstaat onder taalbeheersing 3 of de auteur een aspecten 1 uitdieping van het inzicht in de duidelijk verband heeft aangebracht tussen 1 en 15 2 helemaal niet in wat er nu precies aan de hand is is dat laatste hier het geval het lijkt gerechtvaar in de bijenkorf kijk eens goed naar de adverten digd dat te bekijken via een proefje op hoofdstuk tie en maak dan van de zin hierboven een volle v van deel 11 dat de auteurs op pagina 1 van de dige zin informatie voor de docent immers aankondigen 2 een krantekop vrouw verwondt bij ruzie als volgt de band met de taalbeheersing wordt man opdracht van jwn als iemand de kop van in dit deel het duidelijkst in het laatste hoofd krantebericht v voorleest dan zou je die kop op stuk daarin wordt bij een aantal uiteenlopende twee manieren kunnen begrijpen de kop is dan teksten gedemonstreerd welke vragen men vanuit dus homoniem a leg uit hoe het komt dat de een taalbeschouwelijke attitude aan een tekst zou kop niet homoniem is als je hem zelf leest en wel kunnen stellen als je hem alleen maar hoort b laat met twee hoofdstuk v bevat advertenties krapte artikelen verschillende parafrases zien dat de kop twee be gedichten verhalen of fragmenten daaruit en tekenissen kan hebben als je hem alleen maar brieven met in totaal 83 vragen en opdrachten hoort pag 174 daarbij taalbeheersing wordt hier dus geopera mijn herschrijving als iemand je de kop van tionaliseerd in receptief schriftelijke taalbeheer krantebericht v voorleest dan zou je die kop op sing en dit weer in vragen en opdrachten bij di twee manieren kunnen begrijpen a welke twee verse teksten kunnen maken het zal duidelijk manieren b als je hem zelf leest begrijp je hem zijn dat vele andere operationaliseringen van taal maar op een manier hoe komt dat beheersing denkbaar zijn er zijn wel tegenvoorbeelden maar die zijn van de 83 vragen komen de volgende termen merendeels van deze aard 3 mijn hond is ver voor die tevoren in jwn behandeld zijn graad schrikkelijk angstig in het water 4 jij lijkt ang aanduiding woordsoort parafrase subject per stig veel op je vader als je zin 3 met zin 4 soonsvorm zinsstructuur zinsdeel homoniem vergelijkt dan zie je dat angstig in zin 3 hetzelf synoniem directe indirecte rede substantief me de tot uitdrukking brengt als in zin 4 tot wel dedel ing vraag bevel uitroep waarschuwing ke woordsoort behoort angstig zoals het in zin werkwoord samengestelde zin direct object fi 3 gebruikt is pag 162 163 het lijkt me dat guurlijk of overdrachtelijk letterlijk ironie dat van de vraag wat betekent angstig in zin 3 en is naar ruwe schatting mijnerzijds minder dan de wat in zin 4 aanzienlijk eenvoudiger aan te helft van het totale aantal in jwn behandelde tonen zou zijn dat hij bijdraagt tot receptief termen schriftelijke taalbeheersing het ad via reflectie de bovengenoemde termen bevinden zich en dit op betekenis of communicatieve functie van taal maal blijkens een grondige telling allemaal in gebruik het dgd slechts 32 van de 83 vragen van die 32 vragen is het grootste gedeelte zo te formuleren dat de be de resultaten van het proefje samengevat doeling hetzelfde blijft het antwoord van de leer van wat in deel 1 en ii aan taalbeschouwing ling hetzelfde kan opleveren en de term niet ge geboden wordt keert minder dan de helft in dit bruikt wordt ik geef twee voorbeelden taalbeheersingshoofdstuk terug 1 een advertentie waarop afgebeeld vele pates voor ca 60 procent van dit taalbeheersings worsten en een fles rode wijn en voorzien van hoofdstuk is de taalbeschouwing uit deel 1 en 11 stukken tekst in verschillend lettertype op in het geheel niet nodig dracht van jwn kijk nu eens naar de blikvanger voor het overige gedeelte is deze taalbeschou van deze advertentie wing in grote meerderheid niet nodig na herfor de hele maand maart in mulering van de vragen en opdrachten in gewone de bijenkorf te proef woorden met dezelfde betekenis en strekking in dit gedeelte van de tekst staat geen subject en van de nu nog resterende vragen is in het alge ook geen persoonvorm maak nu van deze tekst meen niet aan te tonen dat ze bijdragen tot het een volledige zin door er een persoonsvorm aan vergroten van taalbeheersing nog een paar voor toe te voegen en een subject dat zo nauwkeurig beelden 3a op pag 163 10 en 11a op pag 174 mogelijk bij de advertentie past pag 166 her 175 10 op pag 183 schrijving van mij vanaf in dit gedeelte wie twijfelt aan de uitkomsten van dit proefje je ziet wel dat dit geen volledige zin is er staat bijvoorbeeld op grond van de weinige voorbeel 16 den die ik gegeven heb heeft nu in ieder geval de persoon in zijn dialect gesteld is ii pag 143 mogelijkheid het proefje te repliceren dacht ik nagaan of in zijn dialect andere woorden de res het lijkt mij duidelijk dat jwn het proefje toege pectievelijk het woorden zijn dan in de stan past op dgd a en het ad daarachter niet met daardtaal 11 pag 155 de stof beperkt zich vrij glans doorstaan heeft ten brinke 1976 stelt als wel geheel tot pag 19 24 van deel 1 en deelt mee eis voor praktisch gemotiveerd taalkunde onder dat dialecten andere grammaticaregels kunnen wijs dat het handvaten moet bieden die duidelijk hebben dan de standaardtaal dat deze laatste van nut zijn voor goed leren spreken schrijven niet mooier of beter is dan de dialecten maar al enzovoort en dat die handvaten eenvoudig en leen door meer mensen verstaan wordt dat ook beknopt moeten zijn aan geen van deze beide standaardtaalsprekers wel van mening verschillen eisen voldoet jwn over wat goed of niet goed is in de standaardtaal en dat begrijpelijk spreken belangrijker is dan het dgd b luidt de leerling moet in staat zijn grammaticaal op zijn niveau het gebruik van sociale en regiona mijn conclusie ten aanzien van dgd b is gema le dialecten te evalueren daar ligt weer het ad tigd negatief negatief omdat ik me afvraag hoe achter zich optimaal d i met zo min mogelijk een leerling met zo n gering aanbod aan informa communicatiestoornissen van de voertaal bedie tie en oefeningen dit doel zou kunnen bereiken nen klooster 1975 pag 188 terwijl het op zich tot het ad ook maar een be wat betekent nu evalueren de weinig toeganke scheiden bijdrage levert lijke tekst van klooster interpreteer ik na her gem atigd negatief omdat we hier natuurlijk te haalde lezing als volgt de leerling moet zich be maken hebben met winst ten opzichte van een wust worden dat anderen soms andere taalvarian boek als opbouw dat taalkunde gelijkstelt aan ten gebruiken dan hij hij moet zich bewust wor ontleden en taalbeheersing aan beheersing van de den dat hij meer en andere taalvarianten kan ver standaardtaal zie griffioen 1975 en waarin dus staan dan hij spreekt hij moet het voorafgaande ook geen enkel informatief woord over sociale of herkennen als het zich voordoet in de praktijk regionale dialecten te vinden is hij moet geen vooroordelen hebben over taalva rianten en hun gebruikers tenslotte dgd c de leerling moet zijn kennis ik denk dat dit dgd wel een bijdrage levert aan van het nederlands kunnen relateren aan de het ad in ieder geval op het sociaal psycholo vreemde talen voorzover het aanleren ervan de gische vlak zonder vooroordelen is het beter aanwezigheid van inzicht veronderstelt in de luisteren naar een ander met wat zelfvertrouwen structuur van het nederlands is het beter spreken en wat inzicht draagt bij tot het lijkt mij eigenlijk bij voorbaat evident dat beide stoornissen op het vlak van verstaan en een dergelijke belangrijke schooldoelstelling niet begrijpen worden er natuurlijk niet mee opgelost als derde en laatste van een reeks doelstellingen en die bestaan toch wel al verklaart klooster dat meegepikt kan worden in een boek geschreven de lingui stische verschillen tussen de diverse va door uitsluitend taalkundigen nederlands om rianten van het nederlands relatief miniem zijn deze doelstelling werkelijk te kunnen bereiken en ook de vraag of en zo ja in hoeverre de zouden taalkundigen nederlands taalkundigen school leerlingen de standaardtaal moet aanleren vreemde talenonderwijs en liefst ook leraren ne bijvoorbeeld met het oog op hun naschoolse derlands en leraren vreemde talen een zorgvuldig carriere is er nog niet mee beantwoord opgebouwde leergang moeten ontwerpen wat de inhouden en leeractiviteiten betreft van jwn biedt tien oefeningen overigens vaak nogal alle oefeningen in de twee delen hebben er maar uitgebreide aan die betrekking hebben op het vijf betrekking op deze doelstelling en dat dan vreemde talenonderwijs deze staan in verschillen nog niet eens helemaal de leerling moet daarin de hoofdstukken en leggen daar inderdaad een respectievelijk twee zinnetjes in het dialect van verband tussen de behandelde stof en het vreem zijn eigen streek of stad opschrijven 1 pag 23 de talenonderwijs verder is de aanvulling op van zinnen die hij ongrammaticaal vindt nagaan deel 1 er speciaal ten behoeve van het vreemde of ze niet in een bepaald dialect grammaticaal talenonderwijs wat hierin opvalt is dat het duits zijn 1 pag 24 ii pag 135 nagaan hoe het met geheel ontbreekt grammaticaal toch niet de een de persoonlijke voornaamwoorden tweede voudigste vreemde taal dat oefeningen ontbre 17 ken en dat van de behandelde begrippen alleen neair geordend als je alleen hoofdstuk v wil be voorbeelden worden gegeven zonder regels en uit handelen komen daar allerlei termen in voor die leg al bekend worden verondersteld uit de vorige ik meen wederom dat de leerlingen te weinig ge hoofdstukken boden wordt dan dat ze er praktisch wat aan zou 2 de didactische aanpak is weinig zelfontdek den kunnen hebben voor hun lessen in de vreem kend batelaan van der leek 1976 wijzen er te de talen dat deze overigens in een niet onbe recht op dat een oefening als van twee zinnen een langrijk aantal gevallen vrijwel zonder grammati samengestelde zin maken met behulp van door ca gegeven worden vermeld ik pro memorie dat niets met ontdekking te maken heeft een een goed samenwerkingsproject tussen de sectie lesopbouw als stukje theorie gevolgd door oefe moedertaalonderwijs en de vreemde talensecties ningen is in principe weinig geschikt om de leer op een school waar jwn wordt gebruikt en de lingen zelf iets te laten ontdekken zo stellen ze vreemde talensecties een min of meer gramma 3 leerlingen in klas 1 t m 3 van mavo havo vwo ticale methode hanteren zou daar wellicht wat zullen mijns inziens hooguit de inhouden van de aan kunnen doen in feite maakt een school dan hoofdstukken 1 en vii van deel 1 en 1 en v van een eigen leergang als boven beschreven deel 11 relevant kunnen vinden alleen van hoofd overigens geldt hier weer hetzelfde als aan het stuk ivan deel 1 weet ik dat vrij zeker want dat slot van dgd b jwn biedt ten minste iets con heb ik ooit geprobeerd in een 2 mavo van de creets aan voor het vreemde talenonderwijs en hierboven niet genoemde hoofdstukken ben ik doet daarmee meer dan zoals tot op heden ge zeker dat de leerlingen ze niet relevant zullen vin bruikelijk niets den omdat ze een zowel erg nauwe als ingewik kelde invalshoek bieden op uit de taalgebruiks jwn en intellectueel gericht taalkunde onderwij s situatie losgemaakte zinnen geen breed scala van verschijnselen dus in deze hoofdstukken geen in ten brinke 1976 geeft zoals gezegd verschillen zicht in de mens de voorbeelden van taalkunde onderwijs dat nor 4 leerlingen zullen w e l relatief veel speelse oefe maal functioneel is niet omdat leerlingen er ningen in deze boeken aantreffen puzzles ge praktisch wat aan hebben maar wel omdat ze het heimschriften plaatjes grappige voorbeeldzin interessant vinden zulk intellectueel gericht on nen of de speelsheid de niet relevante hoofd derwijs moet in het algemeen aan de volgende stukken kan redden betwijfel ik sterk daar komt voorwaarden voldoen hij trouwens ook minder voor 1 de lesinhoud moet relevant zijn voor de leer 5 leerlingen worden met name in de speelse lingen leerlingen vinden inhouden relevant als oefeningen gestimuleerd tot nogal uitgebreide die hun inzicht bieden in een breed scala van ver talige activiteiten de stof van de relevante schijnselen en of als ze te maken hebben met hoofdstukken leent zich naar mijn ervaring tot menselijke gevoelens gedachten instincten discussie en of door de leraar zelf te ontwerpen 2 en of de lesinhoud moet een speels karakter schrijfopdrachten zo kan jwn toch nog een bij dragen de leerlingen moeten zoveel mogelijk zelf drage leveren tot de vergroting van de taalbeheer tot ontdekkingen komen door zelf materiaal te sing bij de leerlingen maar daarmee zijn we weer bestuderen terug op het praktische vlak zou een leraar jwn kunnen gebruiken om zulke lessen te geven ter herinnering jwn streeft dit conclusi e zelf niet na maar formuleert alleen doelen op het praktische vlak jwn streeft goede praktische doelen na maar ik wil me beperken tot een paar opmerkingen biedt bijzonder veel aan dat in het geheel niet tot hierover die doelen bijdraagt anderzijds ontbreekt min 1 het werken met een schoolboek is bij normaal stens evenveel wat voor het bereiken van die doe functioneel onderwijs altijd wat problematisch len noodzakelijk zou zijn en vooral bij doelen op het interessantheidsvlak leraren kunnen interessante lessen geven uit welke leerling vindt nu alles uit zo n schoolboek jwn als ze materiaal zeer selectief uitkiezen en interessant geen probleem als je vrijelijk stuk grondig bewerken door discussie of schrijfop ken kan gebruiken of weglaten maar jwn is li drachten rond dit materiaal kunnen ze de taalbe 18 heersing van hun leerlingen vergroten zij het op nis van deze zinnen en op de onderwijsvis i e er door jwn niet voorziene wijze achter jwn valt hiermee toch voornamelijk in de semi sacrosancte niet normaal functionele traditie in literatuur het taalkunde onderwijs op school de diepere reden hiervoor valt waarschijnlijk op te maken balksmit duyzent k unst f aantekening b ij de notitie over het grammatica onderwijs en voorstel voor een nota uit het volgende citaat voorwoord van deel i taalbeschouwingsonderwijs interne notitie cmm 1977 de kloof tussen de ontwikkelingen in de moder batelaan p h s en f c van der leek taal intuities in ne taalwetenschap en het bestaande onderwijs het onderwijs of het tekort van onderwijsintui ties in materiaal is de laatste jaren steeds groter gewor l e vende talen 317 197 6 brinke j s ten the complete mother tongue curricu den bij beginnende leraren nederlands ontstond lum groningen 197 6 dan ook een duidelijke behoefte aan een metho dort slijper m k van w g klooster en j h j luif je de een boek dat als hulpmiddel kon dienen om weet niet watje wee dl 1 en 11 culemborg 1975 en hun verworven kennis en inzichten in de transfor 197 6 mationele taalkunde toepasbaar te maken voor griffioen j opbouw in moer 1975 5 heuvel t van den grammatica onderwijs wordt vaak hun eigen onderwijspraktijk bij het voortgezet onder valse vlag verkocht in moer 1975 2 onderwijs klooster w je weet niet wat je weet een verantwoor opdracht reflecteert u maar eens op de beteke ding in spektator jrg 4 nr 4 197 5 wim van calca r hoe het in ieder geval niet moet ik heb me vergist onderwijs voor volwassenen is dere tijd laat ik het proberen gisteren kwam niet gelijk aan volwassen onderwijs wolters ik thuis wordt eergisteren kwam ik thuis en mor noordhoff leert me dat met haar boekje taa gen doe ik het wel wordt nu doe ik het wel plan nederlands voor volwassenen spraakkunst 3 in vragende zinnen is de persoonsvorm vaak katern de hele en halve onwaarheden van het het eerste zinsdeel de persoonsvorm komt dus ontleden worden de nu volwassen mens nog eens voorop te staan ik weer proberen en wat is het voorgezet de makers schamen zich hier zo voor resultaat vaak komt de persoonsvorm niet op dat ze zich aandienen als de auteurs met vermij de eerste plaats waarom doet wn dat nou wat ding van enige naam en toenaam hun schaamte doet wn nou wie van wn doet dat nou hoe is terecht zie zelf maar doet wn dat nou waarvoor doet wn het nou 1 een werkwoord is een woord dat van vorm het is hebzucht van wn u gelooft het niet van kan veranderen zodat lopen een werkwoord is wn vanwege loop liep enzovoort maar dan toch u gelooft het niet het zijn echt de eerste drie ook jongen vanwege jongens jongeren en jon definities die de volwassen mens in zijn spraak gensachtig of goed vanwege goeds gegoede goe kunst voor volwassenen tegenkomt sommige dig en goeierd of niet mensen zetten zich in om van het onderwijs voor 2 het werkwoord dat verandert als je de zin in volwassenen iets te maken anderen profiteren een andere tijd zet is de persoonsvorm volwas hiervan dat weet ik dan weer van wolters senen kunnen in het algemeen wel een auto in noordhoff zijn vrij zetten maar hoe zet je een zin in een an 19