Publicatie datum: 1993-01-01
Auteur: Theun Meestringa
Collectie: 11
Volume: 11
Nummer: 1
Pagina’s: 79-86
Documenten
theun meestringa om positie te kunnen kiezen heb je een kader nodig een bespreking van josje sijtstra doel en inhoud van taalonderwijs de ontwikkeling van een model voor domeinbeschrijvingen van taalonderwijs tilburg kub 1991 proefschrift handelseditie arnhem cito 1991 doel en inhoud van het moedertaalonderwijs zijn een altijd actueel discussiethe ma spiegels lezers verwijs ik bij wijze van voorbeeld naar de bespreking die bonset 1993 in dit zelfde spiegel nummer wijdt aan de studie van lammers taal in tweevoud lammers 1991 en naar een bespreking door kamer 1992 van dezelfde dissertatie lammers brengt daarin een strakke scheiding aan tussen de begrippen communicatieve competentie alledaagse taalvaardigheid in de moedertaal en schoolse en openbare taalvaardigheid en pleit voor taalvaardig heidsonderwijs dat zich uitsluitend richt op dat tweede gezien het commentaar van bonset op lammers valt er op de scheiding van de begrippen en het daaraan gekoppelde pleidooi nog wel wat aan te merken volgens josje sijtstra heb je voor een discussie als die tussen bonset en lammers een beschrijvingsmodel nodig in haar proefschrift ontwikkelt ze een model voor domeinbeschrijvingen van taalonderwijs in deze bespreking van haar proefschrift wil ik nagaan of ze daarmee de samenhang in de discussie bevordert maar eerst zal ik de opzet en inhoud van haar studie weergeven opzet en inhoud van de studie de indeling van doel en inhoud van taalonderwijs verder dit is volstrekt helder in het kort komen de drie delen van het boek neer op het beantwoorden van de vragen waarom is een beschrijvingsmodel nodig hoe moet het model eruitzien is het model bruikbaar het eerste deel geeft weer hoe de auteur tot het onderzoek van een model voor domeinbeschrijvingen van taalonderwijs is gekomen en hoe zij het onderzoek uitgevoerd heeft ze heeft als eerste stap een inventarisatie van doelen en inhou den van taalonderwijs gemaakt om ervoor te zorgen dat het model curricu lumvalide in overeenstemming met de aangeboden leerstof zou zijn het derde hoofdstuk van het eerste deel bevat daarvan een verslag opmerkelijk is dat zowel het onderwijs nederlands als het onderwijs in de moderne vreemde talen in het basis en het voortgezet onderwijs aan de orde komt spiegel 11 1993 nr 1 79 86 in het tweede deel wordt het model voor domeinbeschrijvingen theoretisch gevalideerd en uitgewerkt het model heeft twee assen op de ene staan de taalgebruiksmodi luisteren spreken lezen en schrijven op de andere as worden vijf domeinen van competentie onderscheiden daarvan zijn de eerste vier ontleend aan de recente theorievorming over communicatieve competentie met name canale swain 1980 hieraan is als vijfde het sociaal cultureel domein toegevoegd waarvan de doelen niet in termen van het vergroten van taalvaar digheid kunnen worden geformuleerd dit p 66 deze toevoeging vindt plaats op grond van de praktijk van het taalonderwijs de vijf domeinen worden achtereenvolgens besproken in de vijf hoofdstukken vier tot en met acht van het tweede deel in het derde deel wordt de bruikbaarheid van het model als raamwerk voor domeinbeschrijvingen nagegaan in enkele deelonderzoeken sijtstra heeft een groot aantal toetsopgaven uit twee proefprojecten van het cito op itemniveau geanalyseerd en gecategoriseerd in domeinen het zijn 105 opgaven uit het project deelvaardigheden schrijven moderne vreemde talen frans en duits havo vwo en 341 toetsopgaven en 21 schrijftaken uit het project nederlandse taal aan het einde van het basisonderwijs ppon van het laatste project zijn alle toetsen behalve die voor spreken en luisteren geanalyseerd sijtstra doet in het negende hoofdstuk van het proefschrift verslag van haar bevindingen in het laatste hoofdstuk trekt ze haar conclusies de vraagstelling van het proefschrift is herkenbaar voor iedereen die wel eens doelen van taalonderwijs heeft proberen te formuleren je komt dan voor vragen te staan als hoe kan ik het geheel overzichtelijk en hanteerbaar houden terwijl toch het hele taalonderwijs gedekt wordt hoe kies ik het juiste algemene specifieke of concrete niveau hoe kan ik bijvoorbeeld werken met boeken onderbrengen in een verdeling over luisteren lezen spreken en schrijven kortom de vraag is op welke wijze doelen en inhouden van taalonderwijs op samenhangende wijze kunnen worden beschreven dit p 3 een beschrijvings model van taalonderwijs kan volgens sijtstra zo n conceptueel kader bieden als het interne samenhang vertoont en het hele taalonderwijs erdoor gedekt wordt het model kan of moet zelfs tot algemene en specifieke leerdoelen beperkt blijven omdat concrete doelen dus doelen op lesniveau geformuleerd in termen van waarneembaar gedrag van leerlingen in een oneindig dus niet in een model te vatten aantal van de andere twee niveaus afgeleid kunnen worden bestaande taxonomieen voor leerdoelen zoals die van bloom guilford kreeft de corte kunnen volgens sijtstra niet als beschrijvingsmodel dienst doen ze leveren namelijk te vage of te abstracte algemene doelen of ontoegankelijke concrete doelen op en kennen een discutabele indeling uiteindelijk haar bespreking van oudere en modernere onderscheidingen van taaidoelen geven we kortheidshalve niet weer komt sijtstra tot een model waarin ze vijf domeinen onderscheidt 80 het domein van de linguistische competentie het domein van de functionele competentie het domein van de tekstuele competentie het domein van de strategische competentie het sociaal culturele domein ik zal ze alle vijf kort aanstippen het domein van de linguistische competentie bestaat uit de verzameling doelen die betrekking heeft op de beheersing van de code van het taalsysteem als zodanig dit p 69 cursivering tm het omvat kennis en vaardigheden met betrekking tot de uitspraak woord en zinsbouw en het lexicon de doelen van linguistische competentie hebben betrekking op een vaardig zo geautomatiseerd mogelijk en niet bereflecteerd gebruik van de kennis van het taalsysteem in het domein van de functionele competentie wordt de verzameling doelen ondergebracht die betrekking heeft op het situationeel bepaalde gebruik van taal dit p 79 het domein betreft dus de socio linguistische competentie die maakt dat de taalgebruiker zijn taal af kan stemmen op de situatie zich baserend op buis oud de glas 1984 onderscheidt sijtstra zeven parameters om de doelen in dit domein te specificeren de richting van de boodschap zender of ontvanger het kanaal waarlangs de boodschap verzonden wordt mondeling of schriftelijk de omgeving setting waarin de boodschap verzonden wordt het onderwerp waarover het gaat het contact of de aard van de relatie tussen zender en ontvan ger de code of conventies van de situatie en het teksttype dat gehanteerd wordt tenminste vier parameters moeten in de leerdoelspecificatie verwerkt worden vindt sijtstra dat lijkt veel maar bij een taaltaak is meestal wel duidelijk of er bijvoorbeeld gelezen of geschreven moet worden en door wie daarmee zijn al twee parameters richting en kanaal verwerkt als daarnaast alleen het teksttype als derde parameter gespecificeerd wordt rekent sijtstra het leerdoel tot het volgende tekstuele domein zo rechtvaardigt zij dat ze voor leerdoelen uit dit socio linguistische functionele domein een minimum van vier specificaties stelt het domein van de tekstuele competentie dat in het boek relatief veel aandacht krijgt heeft betrekking op het verwerken van teksten als geheel sijtstra ziet twee manieren om dit domein te specificeren naar formele tekstkenmerken en naar verwerkingsprocessen bij het lezen en schrijven met indelingen naar formele tekstkenmerken zoals structuurschema s leesbaarheidsformules en indelingen in soorten en genres kan sijtstra niet veel beginnen omdat ze onduidelijk onvoldoen de eenduidig of van voorwetenschappelijke aard zijn alleen de indeling in zakelijke teksten en fictionele teksten acht sijtstra voor haar beschrijvingsmodel bruikbaar de meeste ruimte krijgt de bespreking van psycholinguistische modellen van tekstverwerking daarmee legt ze een relatie tussen de onderwijspraktijk de cognitief psychologische processen en de domeinen van het beschrijvingsmodel het technisch lezen zijnde het decoderen en het construeren van proposities behoort tot het domein van de linguistische competentie begrijpend lezen zijnde 81 de constructie van een coherent tekstmodel ligt in het domein van de tekstuele competentie dit construeren van een tekstmodel vindt bij schrijven als het ware in omgekeerde volgorde plaats het plannen formuleren en reviseren van teksten valt dan ook onder de tekstuele competentie wel merkt sijtstra op dat bij spelling en grammatica het domein van de linguistische competentie in het geding is en bij doel en publiekgerichtheid het domein van de functionele competentie studerend lezen met als cognitief psychologische activiteiten herhalen transformeren en elaboreren zal volgens sijtstra altijd bewuste aandacht vereisen en valt daarom in het in het volgende domein in dat vierde domein van de strategische competentie onderscheidt de auteur naast de compensatiestrategieen die in spontaan taalgebruik en in het onderwijs voorkomen en waarvan zij zich afvraagt of die onderwijsbaar zijn metacommuni catieve en metacognitieve strategieen bij de eerste gaat het om monitoring en reflectie van taalvaardigheid die betrekking kan hebben op alle drie eerder genoemde domeinen taalbeschouwing in dienst van taalbeheersing metacogni tieve strategieen omvatten leer studie en informatievaardigheden zoals het leren gebruiken van talige informatiebronnen van informatie in het algemeen leesstra tegieen en de verdiepende activiteiten herhalen transformeren en elaboreren het laatste domein is anders van aard dan de vier vorige waarbij het steeds gaat om het vergroten van de taalvaardigheid of de communicatieve competentie van doelen die in het sociaal culturele domein vallen is niet direct aan te geven wat hun bijdrage daaraan is al zijn ze er wel mee geassocieerd gedoeld wordt op literatuuronderwijs en onderwijs in kennis van land volk en cultuur dit p 131 maar ook taalbeschouwing als culturele vorming valt hieronder in het negende hoofdstuk van de studie geeft sijtstra zoals ik hiervoor al gezegd heb een samenvattend verslag van haar analyses van toetsen uit enige projecten het voert te ver om hier weer te geven in welke domeinen de afzonderlijke toetsitems volgens sijtstra gelokaliseerd kunnen worden behalve het sociaal culturele domein raken alle domeinen min of meer gevuld sijtstra concludeert daaruit dat over de curriculumvaliditeit van het beschrijvingsmodel positief geoordeeld mag worden met de aantekening dat over het laatste domein geen uitspraak gedaan kan worden in het laatste hoofdstuk vat de auteur het een en ander samen en bespreekt ze de bruikbaarheid het theoretisch perspectief en de constructvaliditeit van het model de bruikbaarheid van het model om doelen en inhouden van taalonderwijs te beschrijven is al aan de orde geweest in hoofdstuk 9 vergeleken met het theoreti sche taalwetenschappelijke model van canale swain 1980 vindt sijtstra haar model vanuit meer disciplines ingericht en nader gespecificeerd de auteur meldt hier ook dat met geavanceerde statistische technieken is nagegaan of de toedeling van de diverse ppon toetsvragen aan de domeinen is weer te vinden in de data over dit constructvalideringsonderzoek worden verder geen gegevens verstrekt zodat niet te controleren valt waarop de conclusies eruit zijn gebaseerd 82 waardering van de studie de vraag of schooltaal tot het domein van het vak nederlands behoort en of een zekere dienstbaarheid aan het onderwijs in andere vakken daarmee gegeven is wordt met deze studie voor een deel beantwoord schoolse taalvaardigheden zijn immers te interpreteren als vorm van communicatieve competentie binnen een specifiek domein school zie ook hajer 1993 bij het ontwikkelen van toetsen en van bijvoorbeeld een geintegreerde leergang voor nt2 en nt1 onderwijs kan het op onderdelen aangepaste beschrijvingsmodel van sijtstra gebruikt worden om tot een concretisering van kerndoelen te komen daarmee valt met iets meer zekerheid zeggen dat je bij het concretiserings en keuzeproces geen belangrijke aspecten van taalvaardigheid over het hoofd gezien hebt en dat lijkt me een niet onbelangrijke winst die de studie van sijtstra oplevert in het laatste hoofdstuk had sijtstra dan ook tot de conclusie kunnen komen dat het taalonderwijs met haar beschrijvingsmodel op een volledige samenhangende en zinvolle wijze beschreven kan worden maar een dergelijke stellige zelfverze kerdheid kom je in de studie te weinig tegen ook ontbreekt het mijns inziens teveel aan heldere definities opsommingen en keuzes daardoor hebben veel uitspraken een modaal karakter en is het moeilijk greep te krijgen op de inhoud van de studie daarom ook heb ik hierboven zoveel aandacht gegeven aan de inhoud van het beschrijvingsmodel dat ik op zich zeer de moeite waard vind ik wil nog enkele meer concrete kanttekeningen maken die betrekking hebben op de opzet van de studie de invulling van verschillende domeinen en de kwaliteit van het verslag in de eerste plaats lijkt de studie op een cirkelredenering het model wordt immers ontwikkeld op basis van de bestaande onderwijspraktijk en vervolgens daaraan getoetst dat maakt geen sterke indruk meer in het algemeen valt op te merken dat de domeinen op een inductieve wijze beschreven en ingevuld worden waarbij sijtstra inzichten uit diverse alfa en gamma wetenschappen gebruikt zonder dat ze een meta standpunt inneemt van waaruit ze bepaalde beslissingen kan beargumenteren taal taalgebruik en taalonderwijs kunnen als sociaal verschijnsel als psychologisch proces en als linguistische fenomeen bestudeerd worden en in zo n perspectief kan een gedifferentieerde kijk op taalonderwijs als te onderscheiden in diverse domeinen beargumenteerd worden nu wordt de keuze van het model nauwelijks beargumenteerd maar slechts gepresenteerd zie bijvoorbeeld dit p 66 en vervolgens verdedigd zo ontkom ik niet aan het gevoel dat ik in een cirkel gevangen gehouden word dit defect kan ik illustreren aan de omschrijving van het strategische domein en het socio culturele domein in een poging het traditionele grammatica onderwijs buiten het linguistische domein te houden neemt sijtstra het volgens mij hoogst merkwaardige besluit om expliciete kennis van het taalsysteem grammaticale kennis of anderszins buiten dit domein van taaionderwijsdoelen te sluiten en onder te brengen in het domein van strategische competentie haar argument is 83 dat die expliciete taalkennis op indirecte wijze het vergroten van de taalvaardig heid tot doel zou hebben de scheiding tussen expliciete bewust geleerde kennis en al dan niet bewust geleerde maar impliciet gebruikte kennis acht ik kunstmatig en ze draagt volgens mij niet bij aan de duidelijkheid van het model het is immers vaak niet vast te stellen in hoeverre taalleren via de ontdekking van taalregels plaatsvindt en zeker niet naderhand wanneer de kennis van taal en taalregels geinternaliseerd en geautomatiseerd is sijtstra creeert zo een wankele basis voor het onderscheid tussen het linguistische en het strategische domein voor de toevoeging van een strategisch domein is niettemin veel te zeggen maar waarom blijft dat dan niet beperkt tot strategieen specifieke handelingen van de leerling om zijn taalleren gemakkelijker sneller leuker effectiever beter toepas baar enzovoort te maken de theoretische basis van een te onderscheiden strate gisch domein is door cognitief psychologisch en toegepast taalkundig onderzoek voldoende stevig lijkt me oxford 1990 met name geeft een uitgebreid overzicht van taalleerstrategieen en maakt bijvoorbeeld een onderscheid tussen directe en indirecte strategieen waarin ze cognitieve metacognitieve affectieve sociale compensatie en geheugenstrategieen opneemt de al dan niet reflectief of bewust gebruikte taalkennis en vaardigheden kan sijtstra rustig in het linguistisch domein onderbrengen waarmee ze het gebruiksgemak van haar model bovendien ver hoogt ook de invulling van het socio culturele domein bevredigt me niet de argumen tatie dat zulke doelen voorkomen in de onderwijspraktijk en dat ze met taalver werving geassocieerd worden vind ik zwak en onnodig vaag zo kun je al het onderwijs dat als taalonderwijs gegeven wordt beschrijven ook al is het grote onzin voor de opneming van een socio cultureel domein is echter naar mijn mening wel veel te zeggen in de ontwikkeling van leerplannen voor fries en oetc is mij althans gebleken dat een puur linguistische benadering tekort schiet omdat allerhande historische maatschappelijke en culturele achtergronden het taalgebruik kleuren en de betekenis ervan bepalen wat is de betekenis van het gezongen friese volkslied in het abe lenstra stadion in heerenveen wat draagt het lezen van ince memed van yashar kemal bij aan het begrijpen van de term bergturken die overigens in het boek niet voorkomt voor de verdere ontwikke ling van je taalvaardigheid heb je ook socio culturele kennis en vaardigheden nodig die worden voor een deel buiten school geleerd en voor een deel ook in school maar in andere vakken dan taal het valt daarom goed te verdedigen dat relevante aspecten daarvan onder taalonderwijs vallen en dat je daarbij ook denkt aan literatuur het is eerder vreemd en wellicht aan de verkokering van de weten schappelijke disciplines te wijten dat hierover zo angstvallig gedaan wordt en dat het socio culturele domein bijvoorbeeld niet opgenomen is in de nederlandse kerndoelen voor de basisvorming mijn derde bezwaar is van heel andere aard de macro structuur van het boek is heel inzichtelijk en de inhoud is interessant en van belang maar op microniveau 84 is de tekst moeilijk te lezen dat ligt niet alleen aan de wat vet gedrukte schreef loze cito letter die het lezen onaangenaam maakt maar vooral aan de stijl sijtstra gebruikt vaak de passieve vorm heeft een wat stijf woordgebruik hedentendage dienaangaande behelst en gebruikt ingewikkelde samenstellingen domeinbe schrijvingsproblematiek die in onderwijskundige publikaties veel voorkomen dat leidt tot onmogelijke zinnen als tot een zekere mate van bruikbaarheid voor instrument en curriculumontwikkeling van deze leerdoelconcepties mag wel worden geconcludeerd dit p 23 is die moeizame stijl de oorzaak dat dit werk nog niet de aandacht heeft gekregen die het inhoudelijk verdient misschien kan de auteur een meer journalistiek verhaal in moer levende talen en of spiegel publiceren zodat haar beschrijvingsmodel alsnog zijn plaats krijgt in de discussies over doel en inhoud van het taalonderwijs tenslotte blijkt de waarde van een beschrijvingsmodel van taalonderwijs dat meer omvat dan alleen taal en letterkundige aspecten onder meer uit de discussie over doel en inhoud van het onderwijs nederlands waaraan ik in de inleiding van deze recensie refereer sijtstra gebruikt de termen communicatieve competentie en taalvaardigheid met een gerust hart door elkaar ze spreekt zelfs van competent taalgebruik terwijl lammers drie hoofdstukken gebruikt om die twee begrippen uit elkaar te halen het is jammer dat lammers niet over de grenzen van het moedertaalonderwijs kijkt en dat hij bijvoorbeeld canale swain niet gebruikt hij baseert zijn begrippenscheiding voor een belangrijk deel op het gebruik van strategieen en het verschil tussen verwerven en leren strategieen zouden volgens hem geen rol spelen bij het alledaags taalgebruik en wel in openbare en schoolse situaties strategische competentie is in het beschrijvingsmodel van sijtstra slechts een van de aspecten van communicatieve competentie en het onderscheid tussen leren en verwerven is gebaseerd op het al eerder gekritiseerde onderscheid tussen bewust en onbewust waarvan we te weinig weten in het licht van het beschrij vingsmodel is lammers scheiding dus niet houdbaar de vraag nu op welke taalgebruikssituaties het onderwijs zich behoort te richten is met een beschrij vingsmodel niet te beantwoorden de afweging van het nut van taalonderwijs ter voorbereiding op maatschappelijk functioneren en voor de persoonlijke ontplooi ing blijft actueel bibliografie bonset h honderd meter in elf seconden een bespreking van henk lammers taal in tweevoud in spiegel 11 1 1993 buis thj m n m m b oud de glas de keuze van taalgebruiksdoelen voor het vreemde talenonderwijs verslag van een delphi onderzoek nijmegen its 1984 diss canale m m swain theoretical bases of communicative approaches to second language teaching and testing in applied linguistics 1 1980 1 1 47 85 hajer m onderwijs in schoolse taalvaardigheid in blankenstijn c a scheper red taalvaardigheid symposiumbundel w a p dordrecht icg publications 1993 165 182 kamer albert veel stof tot nadenken maar niet schoolnabij in moer 1992 7 p 259 264 lammers henk taal in tweevoud communicatieve competentie taalvaardigheid en het onderwijs in het nederlands de lier academisch boeken centrum 1991 oxford r language learning strategies what every teacher should icnow new york newbury house publ 1990 manuscript binnengekomen 19 januari 1993 manuscript aanvaard 8 februari 1993 86