Publicatie datum: 1986-01-01
Auteur: Theo Rensman
Collectie: 04
Volume: 04
Nummer: 2
Pagina’s: 43-66
Documenten
theo rensman omgaan met teksten in de les nederlands interim verslag van een case study op het gebied van onderwijsinnovatie vervolg o l z 1 4 analyse van de data in het voorafgaande deel van dit artikel ben ik vooral ingegaan op methodologische aspecten van mijn onderzoek spiegel 4 1986 nr 1 pag 7 30 dit vervolg handelt over de bevindingen zoals die gedestilleerd kunnen worden uit de concrete data om niet in herhalingen te vervallen verwijs ik voor een overzicht daarvan naar de eerste paragraaf van het vorige artikel mijn werkwijze is als volgt in 4 1 schets ik de praktijk zoals ik die heb waargenomen en zoals die door de docenten als problematisch is ervaren in 4 2 beschrijf ik de discussie over innovatie van die praktijk en de concrete uitwerkingen van die beoogde veranderingen in 4 3 tenslotte wordt de gehele gang van zaken gehouden tegen het licht van theorieen over innovatie in het onderwijs zoals al in de preambule van mijn eerste artikel aangegeven ben ik me er van bewust dat veel van wat ik ga vertellen al lang bekend is in de theoretische canons van de onderwijsresearch de waarde van dit verslag zal daarom vooral kunnen liggen in de ontmoeting van theorie en praktijk want juist dat op elkaar betrekken kom je niet op overdadige wijze tegen praktijkverslagen bijvoorbeeld op het gebied van innovatieonderzoek in het moedertaalonderwijs liggen niet voor het oprapen en juist in het onderzoeken van de praktijk blijkt dat theoretische noties een betrekkelijke waarde hebben met een vaak nauwelijks voorspellend karakter maar ook dat is natuurlijk al lang bekend zodat ook dit artikel kan starten met de geruststellende opmerking dat er eigenlijk in het geheel niets nieuws onder de zon is de lezer es heeft echt niets gemist desondanks voorwaarts 43 spiegel 4 1986 nr 2 43 66 4 1 schets van de praktijk omgaan met teksten omvat het lezen ve n literaire en van zakelijke teksten voor de overzichtelijkheid behandel ik deze apart en sta daarna nog even stil bij de rol var de sectie a literatuuronderwijs aan de ingang van alles staat ontevredenheid over de te geringe motivatie van leerlingen over dit onderdeel zij ondergaan het onderwijs al te passief voorzover za het niet verstoren wordt me verteld en om daar scherper zicht op te krijgen woon ik een serie lessen bij van een van de docenten in 4 havo daarin zie ik haar twee maal de volgende procedure hanteren uitgangspunt is een literaire tekst in een klassikaal beschikbaar schoolboek de tekst wordt kort ingeleid plaatsing in literatuurgeschiedenis recente publikatie s van de auteur korte aanbeveling de tekst wordt door de lerares voorgelezen de klas leest mee daarna volgt een leergesprek over de gelezen tekst gericht op het vervaardigen van een uittreksel voor de boekenlijst met de volgende componenten explicatie door de lerares van essentiele elementen uit het verhaal stap voor stap langslopen van het hele verhaal met voortdurende invulvragen voor leerlingen en stukjes uittreksel dictaat informatie over de biografie en andere werken van de auteur de ontvangst van deze procedure door de klas is als volgt aandacht is er voor de korte inleiding en het voorlezen van de tekst de twee laatste onderdelen die te zamen steeds enkele lessen in beslag nemen roepen vrijwel alleen belangstelling op als het aankomt op de precieze tekst van wat moet worden genoteerd en een aantal momenten waarin sprake is van human interest de informatie over de auteur en zijn verdere werk gaat zo ongeveer over alle hoofden heen een fragment uit de lesobservaties als illustratie 11 54 a koppelt het voorafgaande vervolgens aan het schoolonderzoek je moet daar kunnen verwoorden waarover het gaat niet alleen de feitjes maar je moet er over kunnen spreken tevoren daarover iets opschrijven is daarvoor een enorme hulp bijna in dezelfde zin volgt er echter een koerswijziging waarbij a zegt dat het uiteindelijk er om gaat dat je iets beleeft aan een boek dat je gelezen hebt dus niet om het schoolonderzoek dat wordt direct toegepast op het gelezen verhaal wat zou je kunnen beleven aan zo n wonderlijk verhaal wat vond je er van wat zegt het je er volgt geen directe reactie marjan krijgt de beurt laat de term 44 mysterieus vallen ron merkt iets op over een voor hem duister stuk in het verhaal over die pausen en zo a blijkt die vraag min of meer verwacht te hebben en haalt uit haar tas het boek in contact met moderne auteurs harry mulisch en citeert daaruit een uitspraak van de auteur zelf daaromtrent 11 56 zo te zien verheldert deze passage het probleem niet het is redelijk stil maar de boodschap gaat over de hoofden heen ik noteer voor mezelf 2 werelden die van de leerlingen en die van mulisch a waar te nemen aan zeer ongeinteresseerde houdingen en commentaar als a hij had beelden van ridders die met stukken vlees in hun mond op een paard reden leerling dan moet ie maar naar een psychiater gaan a haakt hier onmiddellijk op in vu kun je zeggen die man is rijp voor een psychiater maar hij is schrijver dus hij zet het in een verhaal waarna ze voor mijn gevoel enigszins defensief verder gaat met het in de hoogte steken van mulisch heel knap gecomponeerde verhalen en boeken het blijft redelijk stil het bandje bevat niet veel geroezemoes ik constateer als observator echter nog steeds een kloof tussen wat a brengt en de interesse van de klas dit exempel van een werkwijze die te typeren valt onder grote noemers als nadruk op cultuuroverdracht volledig teacher centered onderwijs nadruk op cognitieve doelen belevingsvragen bijvoorbeeld ontbreken of zijn slechts marginaal nadruk op schoolse doelen de boekenlijst wordt door anderen in de sectie herkend als in grote lijnen verwant aan de eigen praktijk maar er is natuurlijk een grote kloof tussen de gang van zaken in de klas en wat eigenlijk beoogd wordt door met name de jongere docenten zowel de lerares als die jongere collega s zweeft in het begin van dit onderzoek een ideaalbeeld voor ogen waarin gemikt gaat worden op aansluiting bij de leef en leeswereld van de leerlingen sterke verhoging van de leerlingactiviteiten naast cognitieve doelen ook affectieve doelen niet voor de school maar voor het leven dus leesplezier centraal b het lezen van zakelijke teksten mijn indruk is dat dit onderdeel nog een flink stuk problematischer en ook uitzichtlozer is dan het literatuuronderwijs tijdens de hiervoor besproken lessenreeks zie ik het twee maal aan bod komen een gedeelte van een les wordt besteed aan de klassikale behandeling van thuis gemaakte havo eindexamenteksten de belangstelling voor deze langgerekte 45 besprekingen waarbij steeds een vraag naar een leerling wordt toegespeeld beantwoord door de lerares gewogen en tenslotte geconfronteerd met varianten uit de klas is vrijwel beperkt tot de precieze redactie van het antwoord en de bijbehorende puntenwaardering het onderliggende probleem is vertelt de lerares dat de leerlingen uiteindelijk niet het idee hebben dat ze er iets van leren en dat daarnaast de methode zo saai en vrijblijvend is dat beeld geldt ook wordt me duidelijk gemaakt voor de behandeling van zakelijke teksten in andere dan eindexamenklassen het boek schrijvenderwijs wordt daar nummer voor nummer vraag voor vraag doorgewerkt nog veel duidelijker dan bij de behandeling van literaire teksten geldt dus dat alle activiteiten bedoeld zijn als eindexamentraining niemand koestert naar mijn indruk de illusie dat de leerlingen er al doende ook anderszins erg veel wijzer van worden en zelfs het nut met het oog op het examen zelf wordt ernstig betwijfeld in de tweede fase van het onderzoek woon ik een lessenreeks bij die het gebrek aan motivatie hiervoor van de kant van de leerlingen in alle scherpte demonstreert een van het groepje jongere docenten stelt een cyclus samen rond structuren van teksten en de typologie van vragen in eindexamenteksten zijn bedoeling is de leerlingen een tekst onafhankelijk instrument te leren waarvoor de relatering aan het eindexamen voldoende motivatie zal doen ontstaan dat mislukt echter compleet 4 havo haakt snel af de puur cognitieve en voor de leerlingen kennelijk ook rijkelijk abstracte lessenreeks eindigt in een fiasco de betrokken docent wil niet bij de pakken neer zitten maar heeft er evenals zijn collega s eigenlijk geen zicht op in welke richting gezocht moet worden om tot bevredigende alternatieven te komen de probleemsituatie komt helder naar voren in het volgende fragment 09 04 een evaluatief intermezzo v at is het nut van dit gepriegel f s vraag wordt negatief beantwoord als je nou een proefwerk maakt heb je er toch niets aan je gaat er toch niet bij stilstaan wat voor vraag het is je maakt toch gewoon de vragen f geeft zijn versie van de zaak we hebben tot nu toe misschien wel 25 teksten uit schrijvenderwijs gedaan en het bezwaar blijkens jullie mening uit die enquete was dat het verband tussen die teksten zoek was jullie dachten weer een nieuwe tekst weer een nieuwe tekst nu wil ik proberen om gewoon eens even twee eindexamens na te gaan en te kijken wat voor soort vragen zijn er nu kunnen we van de vragen uitgaan niet van de verschillende teksten maar van de vragen uitgaan als er nu steeds vragen terugkomen met bepaalde moeilijkheden dan kunnen we daar wat training in zoeken dan kun je daarmee aan de gang op een eindexamen robertina maar dat zie je zo ook wel f als je leert robertina wat voor soort vragen 46 kunnen voorkomen en hoe je daar op moet reageren heb je misschien een hulpmiddel om die nieuwe tekst die je op je eindexamen krijgt te lijf te gaan robertine als ik een vraag zie ga ik eerst niet kijken wat voor vraag het is 09 05 f s aandacht wordt nu echter in beslag genomen door frank vooraan in de middelste rij wiens maat kennelijk vol is hij wordt door f eruit gestuurd wegens totaal gebrek aan interesse frank reageert boos het is ook altijd hetzelfde he als u iemand kan pakken pakt u mij maar verlaat echter het lokaal f gaat terug naar de dialoog met robertina jij wou nog reageren robertina waarop het gesprek van zoeven zich ongeveer herhaalt robertina ik zei als ik zo n tekst heb en ik ga de vragen zitten maken dan ga ik niet eerst bij mezelf zeggen wat voor vraag is dat f dat hoef je ook niet per se op het eindexamen te doen voor mij ik wil alleen proberen nu een beetje verder daarmee te komen en dat te trainen dan krijg je misschien toch meer overzicht nu gevraagd wordt hoe een vraag in elkaar kan zitten en wat je daar mee moet doen misschien dat er iets van blijft hangen en als vaker een relativerende draai er aan gevend maar dat is altijd de vraag bij onderwijs of er iets van blijft hangen maar g o e d c de sectie elke beginnende en jonge docent e ondergaat sterke invloed van de sectie waarbinnen hij zij werkt wat merkbaar is tot in allerlei onderdelen van de lespraktijk die opmerking is uiteraard een dooddoener de loop van mijn onderzoek voert me echter tot dicht bij de kern van die invloed en de machtsverhoudingen die er onder liggen zodat het beeld ook concrete scherpte krijgt over de hele lijn kan gezegd worden dat binnen de tradities van de sectie geen sporen van meer leerlinggerichte werkwijzen merkbaar zijn groepswerk bijvoorbeeld komt niet voor trouwens ook nauwelijks in de school als geheel eigen inbreng van leerlingen lijkt onbekend frontale instructie annex bij literaire teksten het boeiend vertellen schemert door als de enige werkvorm bij het literatuuronderwijs in de bovenbouw staat de canon centraal vergezeld van een te lezen boekenlijst van 30 of 40 nummers verspreid over de diverse periodes volgens de geluiden die ik daarover opvang is het tentamen over die lijst sterk cognitief gericht ter sprake komen de inhoud en de plaatsing in een bepaalde periode affectieve kanten van het lezen worden niet aangeroerd het lezen van zakelijke teksten verloopt volkomen traditioneel in de bovenbouw dient ongeveer de helft van de lessen hieraan besteed te worden waarin dan de aloude formule van de tekst met vragen moet worden gevolgd tijdens een van de vergaderingen met 47 de hela seccie wordt de achtergrond van deze werkwijze besproken er komt da ratio achter deze aanpak helder naar voren volgens de ouderen in de sectie is deze cursorische aanpak feitelijk de enige die een voldoende niveau van leesvaardigheid oplevert het normatieve karakter van de hiervoor geschetste tradities wordt ten voile duidelijk op het moment dat jongere docenten in de sectie er verandering in willen brengen wanneer zich in de tweede fase van het onderzoek een sub groepje van vijf man heeft geformeerd kriigt die groep van de anderen formeel het recht om alternatieven uit te zoeken en uit te proberen maar moet strikt binnen bepaalde bestaande kaders blijven als de regeling van het schoolonderzoek dat beperkt de mogelijkheden natuurlijk aanzienlijk er wordt echter nog een andere psychologische barriere opgeworpen elk veranderingsvoorstel is welkom mits goed onderbouwd wordt aan de jongeren verteld ma enige tijd dringt bij enkelen van hen het besef door dat hier een ongelijke machtsverhouding onder schuil gaat de bestaande aanpakken staan namelijk nooit echt ter discussie wanneer er kritische aantekeningen bij gemaakt worden door jonge leraren worden deze door de oudere min of meer weggewuifd met het argument van de lange ervaring wat je als jong docent e nu nog niet beheerst is zo ongeveer de redenering komt later wel als je er lang genoeg voor staat door aan veranderingen de eis van expliciete onderbouwing te verbinden werpen de bewakers van de traditie in de sectie een extra dam op tegen eventuele ingrijpende wijzigingen zoals een van de jongere docenten het op een gegeven moment formuleert g het lijkt er een beetje op als wij af en toe met een voorstel komen en dat wordt dan ter goedkeuring of aanwijzing aan b en c voorgelegd dat zij uiteindelijk het laatste woord hebben dat hoeft natuurlijk helemaal niet wij leggen ons daar vrij snel bij neer wij kunnen natuurlijk best eens met een beetje meer klem zeggen hoor eens wij vinden dat gewoon heel erg belangrijk dat het aantal werken van de boekenlijst aan de orde wordt gesteld het is natuurlijk niet gezegd dat omdat zij toevallig de twee oudsten zijn zij ons ook allemaal kunnen voorschrijven wat er moet gebeuren 4 2 veranderingen in de praktijk en de discussie daarover het verslag van de veranderingspogingen in de praktijk valt uiteen in drie chronologisch elkaar opvolgende gedeeltes i tweede fase van het onderzoek maart 1983 juni 1984 de marges zijn dus smal en dat blijkt ten volle uit de analyse van wat er in feite gebeurt als de jongere docenten uit de sectie bij elkaar komen om te praten over veranderingen in de 2e fase 48 van dit onderzoek hun bijeenkomsten hebben het karakter van een voorzichtige eigen plaatsbepaling en daarnaast een bescheiden zoektocht naar alternatieve werkwijzen het spanningsveld tussen oud en nieuw is permanent aanwezig en houdt al te grote stappen in andere richtingen tegen de bestaande praktijk met bijvoorbeeld de verplichte canon boekenlijst het boek schrijvenderwijs draait op volle sterkte door de nieuwe lesideeen komen naar voren in de marge daarvan hoewel dit geheel volgens het boekje der innovatietheorieen is heeft het de belangrijkste consequentie dat het verschil met vroeger ook voor de leerlingen maar miniem is reden waarom het verhoopte enthousiasme bij hen zeer veel kleiner is dan waarop gerekend wordt maar nu eerst een wat preciezer beschrijving van de kleine stappen die gezet worden op het gebied van literatuuronderwijs is de wens om door te gaan met het behandelen van de literatuur ondanks zekere scepsis over de ontvangst daarvan collectief aanwezig bepaalde verschuivingen lijken echter zeer gewenst minder oude teksten en liever enkele werken uitdiepen dan het langslopen van de hele geschiedenis daardoor zal er ook meer tijd vrij komen voor moderne literatuur en daar moet eigenlijk een veel zwaarder accent op komen te vallen vindt men verder dient de omvang en spreiding van de boekenlijst te veranderen in de richting van beperking respectievelijk minder sturing wat betreft de manier van werken in de klas komt als absoluut desideratum naar voren een sterke vergroting van de activiteit van de leerling diverse mogelijkheden worden besproken in plaats van hem haar overladen met theorie uitgebreid stilstaan bij de directe ervaring van de tekst activeren van voorkennis het binnen brengen van nieuwe aansprekende achtergrondliteratuur en uiteraard ook het geven van interessante ze1fwerkzaamheidsopdrachten centraal in de discussie hierover staat natuurlijk de rol van de docent is hij zij degene die bepaalt en leidt of meer de begeleider van leerprocessen van leerlingen die ook een stevige inbreng hebben bij de inhoud en verwerkingswijze van de stof voortdurend keert deze onderliggende vraag terug want een eventuele verschuiving naar dat laatste perspectief zal ingrijpende gevolgen hebben zoals een van de deelnemers het formuleert wat wij nu doen is proberen ons idee van wat belangrijk is aan de leerling op te leggen maar ja als je uitgaat van wat zij leuk vinden kom je misschien niet verder dan herenstraat 10 het voorafgaande is min of meer de samenvatting van de discussie op theoretisch vlak op het gebied van de lespraktijk zelf worden in de loop van deze periode vier onderwerpen uit de literatuur van middeleeuwen en renaissance gezamenlijk doorgelicht nieuwe achtergrondliteratuur wordt uitgewisseld algemene aanwijzingen voor de behandeling in de klas worden opgesteld bijvoorbeeld hoe 49 voorkennis te activeren en ook worden specifieke schrijfopdrachten ontworpen zoals het maken van een verhaal met middeleeuwse notievan het schrijven van een beschouwing over een middeleeuws thema die v er onderwerpen nemen elk een aantal lessen in beslag zodat op de rest van de literatuurgeschiedenis flink gekort moet worden hetgeen ook gebeurt ma deze zeer beknopte schets ben ik toe aan eer beschrijving van de ontvangst van de nieuwe ideeen en het effect daarvan op het overlag de eerste twee keren aan het begin van het nieuwe schooljaar overweegt het enthousiasme bij de docenten zelf hun ondarling overleggen werkt stimulerend zeggen ze in de klas ontmoeten ze op verschillende momenten de dcor hen gewenste grotere betrokkenheid van de leerlingen velen van deze gaan grif in op onderdelen als de voorkennisactivering bijvoorbeeld een brainstorm over de vraag waar denk je aan als je het woord middeleeuwen hoort en het schrijven van verhalen maar inmiddels is het oktober en steeds zichtbaarder wordt dat de tijd de druk van het schooljaar dit eerste enthousiasme aan gaat tasten niet allen komen er nu ook tegenvallende reacties op de nieuwe lesideeen met schrik constateren sommige docenten ook dat veel andere stof tussen de wal en het schip gaat vallen en dat de scores van de proefwerken literatuurgeschiedenis onder de maat van het vorig jaar blijken te liggen de traditie herneemt daarom zijn rechten de planningen van de laatste twee onderwerpen uit de literatuurgeschiedenis na de herfstvakantie verlopen in een veel somberder en soms al half cynische atmosfeer en de uitvoering van gemaakte planningen komt er maar zeer ten dele van geruisloos verzandt het onderling overleg als zodanig en het kost flink moeite om iedereen aan het eind van het schooljaar bij elkaar te krijgen om de hele zaak nog eens op een rijtje te zetten de analyse die ik van het hele verloop en de slot evaluaties maak levert tenslotte zicht op de voornaamste factoren die bij dit eerste stukje van het proces een rol hebben gespeeld positief 1 het onderling overleg tot het eind van de rit wordt de stimulerende werking hiervan geprezen 2 het toenemen van persoonlijke beroepsbevrediging dit gebeurt zij het mondjesmaat en niet bij iedereen doordat het zicht op het vak verscherpt en verbreed wordt 3 de positieve ontvangst van bepaalde lesideeen in de klas ook hier geldt dat niet iedereen dergelijke ervaringen krijgt en ook is het natuurlijk van groot gewicht dat deze feedback maar een incidenteel karakter heeft negatief 1 de sectieverhoudingen in de beginperiode van het overleg lijkt de expliciete en impliciete druk van de kant van de 50 senioren in de sectie even vergeten iets later keert het punt echter als een fundamentele barriere terug 2 de leerlingen ondanks bepaalde kleine successen worden zij over de hele linie ervaren en benoemd als moeilijk te motiveren voor elke activiteit op school inclusief voor een aantal van hen de nieuwe lesideeen 3 de leerstof het vak nederlands heeft toch al de bijklank van een zekere vrijblijvendheid wordt opgemerkt wat binnen het schoolsysteem gemakkelijk tot gebrek aan inzet leidt dit lot bedreigt de nieuwe minder schoolse onderdelen in nog heviger mate dan de oude vertrouwde 4 de leraar lerares zelf naast in wisselende mate persoonlijke onzekerheid annex ordeproblematiek spreken alle betrokkenen herhaaldelijk over hun niet van frustraties vrije beleving van het leraarschap als zodanig hun permanent aangeknaagde enthousiasme etc 5 de context van de klas het sterk traditionele schoolse karakter van de eigen school remt experimenten stilzwijgend af en de afbraakpolitiek ten aanzien van het onderwijs als geheel grotere klassen verhoging weektaak enz doet daar nog een schepje boven op vertellen de betrokken docenten uit het groepje waarmee ik in deze periode contact heb de laatste set factoren blijkt gezien de uiteindelijke afloop van het overleg veel zwaarder te wegen dan de positieve factoren ter illustratie enkele fragmenten uit de gesprekken over de factor leerlingen d ik moet zeggen dat ik niet vind dat de leerlingen nu vreselijk anders gereageerd hebben dan andere jaren als ik toch niet erg veel zaken zou hebben aangegeven zou het toch heel snel zijn doodgebloed ik had gehoopt op grotere respons uit de klas inhaken er op en het bleef allemaal zeer afwachtend uiteindelijk kwam het er op neer dat ik bepaalde dingen moest aanreiken zelfs de meest eenvoudige e nou ik heb nog niet zoveel aan het thema heksen gedaan ik ben het ook niet van plan en de band van mariken zelf dat gaat gewoon niet het zal wel aan mij liggen maar bij de band moet ik corjstant stoppen omdat mensen dat zijn dan zittenblijvers die het allemaal al gedaan hebben de zaak duidelijk ondergraven ze weten het allemaal al ik ben zeker niet van plan om in die ene klas die me helemaal uit de hand loopt van die leuke opdrachten te gaan doen het gaat gewoon van koppen dicht en verder niets en die andere klas dat is toch wel een leuke klas daar kan wel wat maar als je die opdrachten opgeeft en er staat geen beoordeling op dan wordt het prut ze maken er niets van 51 over de factor ce leraar lerares zelf f je moet het zelf ook kunnen ik zit te denken aan wat a allemaal uit haar eerste en soms tweede klassen krijgt dat hangt dan in hst lokaal nederlands dat zijn erg leuke werkstukjes als ik eens wat probeer in een brugklas dan krijg je van die half verkreukelde vunzige velletjes met wat krabbeltjes er op en dan snap ik niet waar dat aan ligt ik ben zelf toch niet zo 3lordig ik denk dat je dat soort dingen alleen maar kunt onderwijzen als je er inspirerend voor staat en het ook zelf kunt ik kan bijvoorbeeld ook geen toneelstukken uit die leerlingen krijgen echt goede leuke toneelstukjes want ik ben zelf niet zo n toneelfan ik geloof niet dat ik ze zo ver kan brengen ik heb over mijn eigen creatieve vermogens veel twijfels dan is het de vraag of je dat wel over kunt brengen a waar wij mee bezig zijn is alles onder dwang laten doen alles in welke klas dan ook alles moet steeds onder dwang gebeuren e maar hoe wil je het anders fl dat kan niet anders maar dat maakt me gewoon ontzettend moe dat ik alles steeds van boven af moet opleggen het is logisch maar ik heb heel veel moeite met steeds die dwang dan is het wel fijn als ze het gewoon doen maar constant die weerstand ik merk dat ik daar ontzettend moe van word g dat is natuurlijk inherent aan het vak a het zal waarschijnlijk niet anders kunnen ik wil altijd graag dat ze zelf geinteresseerd zijn e soms heb je wel leerlingen die met boeken naar je toe komen een jongen in 4 havo kwam met een heel oud uittrekselboek van zijn moeder die ooit nederlands had gedaan hij vroeg of hij dat mocht gebruiken en had een hele hoop boeken opgeschreven met de vraag of hij ze mocht lezen dan denk ik die gaat naar huis en is toch nog bezig met de vraag wat hij kan lezen dat is leuk maar dat is er een uit een klas van 28 voor de volledigheid stip ik nog aan dat het onderdeel zakelijke teksten in de discussies veel beknopter wordt behandeld er komen geen nieuwe ideeen op dit gebied naar voren vrijwel het enige dat te vermelden is lijkt me het feit dat de uitzichtloosheid van de praktijk nu diverse keren wordt beklemtoond concrete nieuwe lesopzetten ontbreken ii derde fase van het onderzoek augustus 1984 maart 1985 in het eerste artikel van dit tweeluik heb ik verteld dat ik na het inzakken van het overleg het initiatief in handen neem concreet betekent dit dat ik de betrokken docenten expliciet uitnodig tot hernieuwd overleg en zelf een half uitgewerkt idee voor een nieuwe lessenreeks aandraag deze keer rond een onderwerp uit de moderne literatuur mijn intentie daarachter is dat mogelijke positieve ervaringen daarmee het beeld van de 52 concrete veranderingsmogelijkheden sullen verscherpen en zo doorwerken op de hele discussia rond de innovatie het voordeel van eer exempel uit da moderne literatuur is dat er bij dit gebied meer sprake lijkr van vrije ruimte vergeleken met het keurslijf van de behandeling van de canon van de vijf deelnemers en neemsters uit de vorige fase valt er een definitief af de overgebleven vier hebben voldoende interesse over om het nog een kaer via een andere invalshoek te proberan en gaan met mij weer rond de tafel zitten het tableau van onderwijskundig actie onderzoek herhaalt zich met accentverschillen de begeleider geeft een concrete aanzet levert er zijns inziens passende achtergrondliteratuur bij onder andere het dcn cahier over jeugdliteratuur en neemt vervolgens waar hoe dat voorstel in een aantal zittingen wordt omgesmeed tot een in deze situatie passend lesplan tot mijn tevredenheid en naar ik hoop ook die van de docenten blijven twee voorname pijlers van mijn constructie volledig intact een zwaar accent zal komen te liggen op de eigen activiteit van de leerling en ook zal uitgebreid ingegaan worden op de beleving van de tekst tot zover lijkt dit onderwerp een nieuwe logische stap voorwaarts maar de context waarin het wordt ontworpen is nog steeds die van het marginale ik woon de eerste uitvoering bij in een 4 atheneum klas gegeven door dezelfde lerares wier lessen ik in de eerste fase bijwoonde het profiel van de lessenreeks blijkt er als volgt uit te zien eerst lezen alle leerlingen de tekst het gevaar van jos vandeloo deels in de les deels thuis vervolgens vullen ze voor zichzelf de belevingslijstjes uit het dcn cahier over jeugdliteratuur in in een gemeenschappelijke les leidt de lerares de uitwisseling van en discussie over deze individuele reacties wat soms strakke leiding vereist maar van voor haar bevredigende betrokkenheid van de leerlingen blijk geeft daarna maken de leerlingen een keuze uit een kleine waaier van opdrachten van zowel analytisch als verhalend karakter en gaan daarmee enkele lessen aan de slag tenslotte leveren zij hun produkt in bij de lerares die het nakijkt en in een slotles alles terugspeelt leerlingen stukjes uit hun werk laat voorlezen en dergelijke in haar evaluatie toont de lerares zich tevreden over deze resultaten en noemt een dergelijke lessenreeks een goede afwisseling op de gebruikelijke luister en leeslessen bij de observatie valt mij op dat zij haar rol van bewaakster en uitlegster van het cultureel erfgoed van twee jaar geleden met een zeker gemak heeft afgelegd met souplesse leidt ze de discussie over de tekst ook wanneer bepaalde oordelen uit de klas negatief zijn en het is voor de observator duidelijk dat ze welbewust haar eigen visie op de tekst niet als centraal uitgangspunt hanteert is hiermee het beloofde land althans voor een stukje in zicht 53 gekomen de grillige loop van de gebeurtenissen laat zien hoe bedrieglijk een dergelijke indruk is de lerares in kwestie verlaat namelijk onmiddellijk na deze lessenreeks het onderwijs ar is sprake van nog meer mutaties in de sectie de voorzitter gaat met langdurig ziekteverlof in afwachting van de vut en de drie andere docenten van het vernieuwde overleg laten de zaak wederom verlopen ontmoediging over de wisselingen en de druk van het weer verder opgerukte schooljaar lijken daar debet aan zo blijft de uitvoering van het nieuwe experiment eenmalig en gaat alles weer op de oude vertrouwde hoewel onbehaaglijke manier zijn gangetje iii vierde fase van het onderzoek april 1985 heden verandering begint langzamerhand een heroisch ideaal te worden een utopie zo men wil wat mij nog rest is het contact met leraar f wiens voor hem teleurstellende lessenreeks ik in de tweede fase heb geobserveerd hij stelt doorgaan nu als enige nog op prijs en in de loop van een jaar na zijn vorige reeks voer ik een serie gesprekken met hem waarin gezamenlijk zo diep mogelijk wordt gekeken om de oorzaken van de mislukking op te sporen en nieuwe wegen te ontdekken met name op het gebied van het lezen van zakelijke teksten de analyse van die gesprekken levert het volgende op de betrokken docent wordt zich geleidelijk bewust van het harnas van schoolse eisen waarin zich het door hem gegeven leesonderwijs bevindt op de achtergrond van zijn lessen bevindt zich voortdurend de angst dat de leerlingen te weinig training voor het examen krijgen wanneer hij de systematische gang door alle teksten met vragen zou afschaffen of zelfs verminderen dit niettegenstaande zijn voortdurende indruk in de klas zelf dat hij en de leerlingen bezig zijn met een vrijwel zinloos ritueel dat leerlingen niet inspireert en hen ook nauwelijks iets leert om hem bij die bewustwording te helpen te sturen zo men wil vraag ik hem een hoeveelheid gerichte vakliteratuur te lezen losse artikelen alsmede hoofdstukken uit didactische handboeken en geef hem een concreet leerlingprodukt mee van een alternatieve opzet van een lessenreeks om aan te geven hoe simpel de wetenschap feitelijk is het werkstuk is van de hand van mijn dochter tijdens de gesprekken passeren allerlei aangrenzende onderwerpen de revue zoals de verwarring in de sectie de machtsverhoudingen daarbinnen het eigen leesgedrag van de leraar maar centraal staat steeds zijn onderliggende visie op het leesonderwijs daarin lijkt inderdaad verandering te komen met behulp van alle aangereikte materiaal reflecteert hij intensief op zijn praktijk tot nu toe en neemt het besluit een experiment te doen in alternatieve richting het zal gaan om een lessenreeks met extensieve lesdoelen in de geest van gericht schrijven en f 54 kiest er voor het uit te voeren in een 4 havo klas min of meer als vuurproef ma het in het ijle verdwenen stukje vernieuwing van het literatuuronderwijs komt dus nu een experiment met de andere poot van omgaan met teksten aan bod en de parallel tussen beide is dat ook hierbij de leerlingactiviteit centraal staat ik woon de lessen van f in de periode september oktober 1985 bij en neem de volgende gang van zaken waar in de eerste les kiezen de leerlingen getweeen een onderwerp uit met een bediscussieerbaar karakter en stellen daarover enkele onderzoeksvragen op daarna gaan ze een tijdje op zoek naar geschikte literatuur en brengen die wanneer de lessenreeks verder gaat mee naar school dan volgen enkele lessen verwerking van de informatie uitgaande van de tevoren opgestelde vragen het werk mondt uit in een werkstuk waarvoor tamelijk precieze richtlijnen gegeven zijn zoals de verplichting tot het formuleren van een eigen mening over het onderwerp tenslotte kijkt de leraar het werk na geeft dit terug en laat de leerlingen voor de klas wat over hun onderwerp en werkwijze vertellen tijdens de uitvoering verdwijnt de laatste vrees van de leraar dat het een kleine chaos zal worden de leerlingen starten wat traag maar slaan na korte tijd collectief aan het werk uiteraard ook onder invloed van de eisen die aan hen gesteld worden ook het niveau van hun produkten is voor de leraar geen teleurstelling al is het op bepaalde aspecten als het formuleren van een eigen mening onder de verwachting gebleven in zijn evaluatie onderkent f expliciet dat het hier ook gaat om het leerproces van de leerlingen en dat eventuele vervolgen nodig zijn om de resultaten te verbeteren het voornaamste en verheugendste voor hem is dat er gemiddeld met werkelijke interesse gezocht en geschreven is mijn observatie van de leraar vertoont overeenkomst met die van de lerares in de vorige fase waar ik ook nu weer een op het oog soepele verschuiving in de richting van begeleider in plaats van solistisch leider gestalte zie krijgen als laatste fragment uit de concrete data een stukje lesobservatie van het moment waarop de leerlingen aan het werk slaan 09 40 mijn eerste notitie betreffende het duo voor me er liggen enkele boekjes op de bank open en ik zie in een ervan een vriendelijk ogende oom agent duidelijk is dus dat er informatie vergaard is met het verwerken ervan maken ze echter nog geen haast er wordt wat gebladerd maar het tweetal is snel weer afgeleid daarin wijken ze echter af van de anderen want ik neem nu waar dat het door f beoogde doel van zelfwerkzaamheid inderdaad op brede schaal eruit gaat komen en ik noteer dat zijn tevredenheid groot moet zijn 55 ec s een nieuwe leerlinge in de groep en f poogt haar eerst bij te izen schuiven lij een al gevorderd duo dat lukt niet en hij z iar op een beer door haar enkele onderwerpen en vragen te s gei eren en haar op te dragen deze les een eigen keuze te ma e n f arriveert bij de twee in de politie geinteresseerden en vc jgt ze cf ze nu informatie hebben of ze aan het lezen zijn en hc ast loopt alles gaat goed wordt hem geantwoord hij spoedt z h seer verder en met mijn infiltrantenoor vang ik de opmerking wat zit je haar leuk maar daarna gaan ook zij aan de slag zie ik de eerste regels op het papier verschijnen 09 48 ze werken verschijnt ten tweede male in mijn schriftje gedurende een aantal minuten valt daar geen nieuws aan toe te voegen 09 52 een klein intermezzo iemand van de administratie komt absentenbriefjes ophalen en vraagt daarover enkele leerlingen om nadere informatie het werk wordt uiteraard even onderbroken maar het valt me cp hoe snel de draad weer wordt opgepakt enzovoort enzovoort 09 55 even geeft f een algemene opmerking houd er rekening mee dat je schrijft voor een publiek van leeftijdgenoten dus je moet niet allerlei dure ingewikkelde zinnen opschrijven uit je artikel of boek maar je moet het zelf een beetje vertellen waarna hij zijn tocht weer voortzet langs de werkende tweetallen 09 59 f legt bij me aan zijn voldaanheid over wat hij onderweg ziet gebeuren stuwt hem nu tot dichterlijke hoogte glimlachend vertelt hij me ik voel me als een boer die over zijn akker loopt en overal om hem heen de gewassen ziet groeien deze vlucht der verbeelding legt hij vervolgens uit is gebaseerd op het feit dat er inderdaad overal gewerkt wordt en dat hijzelf heel wat minder intensief hoeft te trekken en te duwen aan de oogst dan de vorige keer nog moest met wie weet nog andere mooie in hem opborrelende metaforen in zijn hoofd verlaat hij me ik spied weer rond en zie nu dat de twee meisjes vlak voor me al flink wat regels gevuld hebben op een bepaald moment roepen ze zelfs f te hulp om uit te leggen wat het woord sinecure betekent f s akkertje mag nu dus wel in zijn geheel als bloeiend betiteld worden werkelijk een verrassing voor de onderzoeker is dat de vier andere docenten van 4 havo onder wie ook een van de ouderen uit de sectie het lesplan van f aantrekkelijk genoeg vinden om het ook zelf uit te voeren het lijkt er op of er iets verandert aan het marginale karakter van de innovatie maar of dat werkelijk zo is valt nu nog niet te zeggen een gemeenschappelijke evaluatiezitting van alle vijf docenten en mij in december 1985 56 brengt in elk geval naar voren dat positieve ervaringen overheersen interessant is ook dat de inherente rolwisseling van docent e naar die van begeleider of begeleidster eerljk wordt besproken en met alle innerlijke conflicten die daar bij horen over de hele lijn positief wordt ervaren er bestaat op mijn navraag bij deze docenten behoefte aan meer van dergelijke lesopzetten zodat ik een aantal bronnen van lesideeen verzamel en die aan de betrokkenen ter hand stel als onderzoeker begeleider trek ik me nu echter weer terug in de coulissen alleen vasthoudend door blijven zoeken van de docenten zelf kan immers de basis vormen waarop de innovatie van het vak werkelijk gestalte krijgt aan werk is dus voorlopig geen gebrek aan de kant van de docenten ik blijf op afroep beschikbaar en wacht onder andere op het moment dat de discussie over literatuuronderwijs hervat wordt want de terugval in de praktijk zoals die was blijft hier en daar knagen intussen echter is er ook aan mijn kant voldoende werk aan de winkel namelijk het beschrijven van dit exemplarische praktijkonderzoek zodat ook de tweede linie o a het spiegelpubliek er wat van hoort 4 3 enkele theoretische aantekeningen volgens een van de classics op het gebied van onderwijsinnovatie het artikel van fullan pomfret uit 1977 was het innovatieonderzoek tot dat moment vrijwel beperkt gebleven tot het bestuderen van de inhoud van de vernieuwing en het meten van de uitkomst er van de theoretici waagden zich met andere woorden niet aan het bezoeken van het schouwtoneel zelf waar de vernieuwing gestalte moest krijgen de klas de aanname hieronder van behavioristische aard was dat een eenmaal door de leraar geaccepteerde verandering min of meer probleemloos en ongewijzigd zou worden uitgevoerd dit laatste nu blijkt er volstrekt naast te zijn talloze innovatie inhouden ook als de docenten er bewust mee ingestemd hebben blijken bij evaluatie onderzoek verdwenen of onherkenbaar veranderd constateren fullan en pomfret daarom stellen zij voor de focus van innovatie onderzoek te verleggen naar de praktijk om te zien wat daar precies gebeurt respectievelijk fout gaat die aanwezigheid in de klas brengt overigens zijn eigen problematiek weer mee waarover ik in het vorige artikel het nodige verteld heb gezien de aard van de symbiose onderzoeker docent komt de vorm actie onderzoek voor dit contact naar mijn idee het meest in aanmerking omdat beide partijen op die manier gediend worden men kan trouwens ook nog een wat opportunistischer redenering volgen actie onderzoek verschaft de grootste kans op de gewenste langdurigheid en indringendheid van observeren en het is nu eenmaal zonneklaar dat innovatieprocessen zich niet in een vloek of zucht voltrekken wil men dus van nabij innovatieprocessen bestuderen dan is alleen om die reden al participatie middels 57 actie onderzoek zeer gewenst zo niet onontkoombaar zie ook waraekker 1971 er 1931 janneer ik nu het totaal van mijn onderzoeksgegevens tot op dit moment overzie vind ik dat ik niet te klagen heb over het praktijkgehalte ervan eer groot gedeelte bestaat immers uit lesobservaties en de gesprekken met docenten die er ook toe behoren hebben rechtstreeks verbindingslijnen naar de praktijk zelf die geobserveerd wordt de vraag die ik me in cese laatste paragraaf stel is of dit alles nu iets oplevert voor theorievorming op het gebied van innovatie in het onderwijs uiteraard moet ik nu eerst weer even wijzen op de beperkingen van een case study het is volstrekt onmogelijk alleen fysiek al om onderzoeken als het mijne te verrichten op representatieve schaal het gevolg daarvan is dat elke eventuele theorie uitsluitend een theorie in de context kan zijn men kan dit betreuren en daarom kiezen voor grootschaligheid bijvoorbeeld door het afnemen van enquetes bij een volgens de spelregels van een bepaalde wetenschapsleer representatieve populatie men kan ook deze leer de leer laten en zich welgemoed verdiepen in de complexiteit van deze ene situatie uitgaande van het stilzwijgende vertrouwen dat het algemene zetelt in het specifieke cf denzin 1971 175 dat is mijn weg en ongeacht de kritische noot die de spiegel redactie hier misschien in het voorwoord bij zal plaatsen ben ik zo vrij aan deze aanpak ook enige waarde toe te kennen de complexiteit van de verschijnselen ook in een situatie is immers in principe buitengewoon groot en al verschillen veel aspecten in een of andere mate van die in andere situaties het gemeenschappelijke is op zijn minst juist de complexiteit zelf blootleggen en bestuderen daarvan in een context wekt op zijn minst dus begrip voor de ingewikkeldheid van alle andere belendende werksituaties waardoor men bijvoorbeeld beter begrijpt wat fullan in the meaning of educational change 1982 84 bedoelt als hij stelt dat het gemakkelijker is om iemand op de maan te zetten dan om het niveau van leesonderwijs te verhogen vanwege de onnoemelijke spreiding en complexiteit van factoren die het leesonderwijs bepalen al met al lijkt het me beter af te zien van het expliciet opstellen van theorieen over de bewegingen die op school x te y te registreren vallen en me in het vervolg uitsluitend te richten op het leggen van relaties met in enkele relevante achtergrondstudies voorkomende stellingen en uitspraken eerst iets over algemeen gebruikelijke termen inzake innovatie de meest gebruikelijke driedeling van het verloop van het innovatieproces is deze 58 initiatiefase implementatiefase incorporatiefase het introduceren de daadwerkelijke de stabilisatie van en adopteren van invoering in de de verandering een bepaalde in praktijk novatie inhoud cf lagerwey 1981 515 het kost lijkt me weinig moeite om de hele hiervoor vertelde geschiedenis te beschouwen als een klein stukje van de implementatiefase met herhaalde terugval naar de initiatiefase moeten we er uberhaupt wel aan beginnen de verandering speelt zich af op drie met elkaar in dynamische interrelatie verkerende vlakken het vlak van het materiaal het vlak van de werkwijzen approaches het vlak van de onderliggende aannames beliefs cf fullan 1982 er is daarbij sprake van een steeds toenemende moeilijkheidsgraad het invoeren van nieuw materiaal zonder dat er op den duur iets verandert in de laag van de approaches en zeker in die van de beliefs lijkt daarom vrijwel kansloos mijn overzicht in 4 2 laat daar het een en ander van zien de invoering van kleine hoeveelheden nieuw materiaal in i 2e fase bij vrijwel gelijkblijvende approaches en beliefs over de hele lijn eindigt in het niets pas in ii 3e fase en ii 4e fase komen die onderliggende lagen heel expliciet in discussie en met name de gesprekken met docent f voorafgaande aan zijn tweede lessenreeks laten de dynamische interrelatie ten volle zien als hij ander inzicht gewonnen heeft verloopt de uitvoering van lessen met andere werkwijzen en inhouden zonder problemen kan men nu op grond van het bovenstaande poneren dat het voor een begeleider ongewenst is om veranderingen op het vlak van het materiaal te introduceren wanneer er nog geen verandering op de andere vlakken te melden valt nee natuurlijk want het concrete nieuwe materiaal vormt het prisma waardoorheen de eigen werkwijzen en aannames zichtbaar worden en bediscussieerd kunnen worden alles komt echter op zijn eigen tijd de begeleider moet zich continu bewust zijn dat hij niet met het regisseren van een marionettenvoorstelling bezig is dat hij de mensen aan de andere kant het recht op een eigen geestelijk proces in eigen tempo niet mag ontzeggen geduld is niet slechts een schone zaak maar in innovatieonderzoek ook een onmisbare in diverse publikaties worden uitgebreide opsommingen gegeven van factoren die een mogelijke rol spelen bij innovaties in het onderwijs nu streven dergelijke opsommingen naar volledigheid en omvatten ze bijvoorbeeld ook factoren op macrogebied ter mogelijke verheldering heb ik met mijn onderzoeksgegevens in het achterhoofd een zo n lijst eens 59 precies doorgenomen ik heb eer keuze gemaakt oor die van van de grift in zijn op weg naar een innovatietheorie voor het nederlandse schoolwezen1 1531 var de grift onderscheidt vier clusters factoren die ik r u achtereenvolgens in kort bestek behandel a de maatschappelijks omgeving dit cluster omvat een tiental factoren overwegend van macro aard het gaat om zaken als het onderwijsbeleid van de overheid de verzorgingsstructuur politieke stabiliteit en dergelijke als relevant voor dit onderzoek zie ik uitsluitend de herkomst van de vernieuwingsinpuls die kan drieledig zijn namelijk de bestuurlijke praktijk de wetenschappelijke praktijk of de praktijk van de betrokkenen zelf deze laatste geldt als de sterkste zodat ik theoretisch wel goed zit maar zie de voorafgaande paragrafen plaatselijke invloeden hiervan is een aspect van directe invloed te weten de eigen geschiedenis van de school die in het voorafgaande achter alles doorschemert voor het overige dient dus gezegd te worden dat de innovatie op school x te y zich in de schaduw van het maatschappelijke gebeuren voltrekt hetgeen wel niemand zal verbazen b de kenmerken van de innoverende eenheid onder dit cluster brengt van de grift vier factoren samen die overigens nogal veelomvattend zijn drie daarvan lijken me van toepassing de aard van het adoptieproces wanneer de innovatie niet uit opportunisme voortkomt maar uit reele behoeftes van de docent en is er meer kafis op succes een dooddoener natuurlijk waardoor je behoefte die geen stand houdt vervolgens tot opportunisme kunt bestempelen het ligt vast ingewikkelder het lijkt er in elk geval in de aanvang van mijn onderzoek op of het innovatieproces voortkomt uit reele behoeftes het organisatorisch klimaat hieronder valt een hele set sub factoren als de moraal van de docenten hun betrokkenheid bij de besluitvorming de onderlinge commmunicatie naar mijn indruk is de informele wijze van met elkaar omgaan van de innovatiebereide docenten onderling vrij van competitie elementen het klimaat is dus gunstig hoe hoog de moraal van de docenten afzonderlijk is kan men misschien aflezen aan hun mate van participatie wisselend demografische factoren onder dit kopje valt volgens van de grift een sociologische factor als stad of platteland maar ook individuele stafkarakteristieken onder dit laatste worden verstaan de vaardigheden waardenorientaties ervaringen van de betrokken docenten 60 de samenvoeging onder een kopje betekent voor mij niet dat de complexiteit daarmee verdwenen is natuurlijk gaat het bij de factor de docent om zeer ingewikkelde en uitgebreide werelden waarvan de onderzoeker slechts een heel klein stukje in beeld krijgt c innovatiestrategieen hiervan doen diverse indelingen de ronde definitieve vaststelling welke strategie nu precies de meest effectieve is noemt van de grift onmogelijk alles lijkt uiteindelijk van de situatie af te hangen wel wijst veel er op dat aan de oudste strategie de rdd benadering research development diffusion van alles mankeert het besef dringt dus door dat door experts vastgestelde inhouden niet simpelweg in het onderwijs kunnen worden geintroduceerd cf de opmerkingen van fullan pomfret aan het begin van deze paragraaf de door mij gevolgde innovatiestrategie valt te benoemen als een problem solving benadering de vraag behoefte van de gebruiker staat centraal de externe deskundige helpt op non directieve wijze verhelderen en antwoorden vinden op vragen voor het overige somt van de grift een handvol factoren op die als mogelijk bevorderend gelden binnen een eenmaal gekozen strategie de eigen inbreng van de docent afstemming op realistische doelen voorzichtige planning enz het zijn alle elementen die naar mijn idee tot hun recht komen in deugdelijk uitgevoerd actie onderzoek d de innovatie inhoud dit laatste cluster omvat vier factoren waarvan er drie van toepassing zijn op mijn concrete onderzoek het relatieve voordeel welke waarde heeft de beoogde verandering uiteindelijk voor de docent e deze cruciale factor speelt een grote rol bij de innovatiepogingen op school x te y de afwezigheid van groot enthousiasme bij de leerlingen maakt het voordeel gering zodat alleen vertrouwen op voordeel op lange termijn afhaken kan voorkomen de verenigbaarheid van de innovatie inhoud met bestaande waarden de voornaamste frictie ligt niet binnen het kleine kringetje van innovatiewillige docenten maar in hun verhouding met de traditiebewakers daarbuiten al worden er marges vrijgemaakt voor experimenten op de achtergrond blijft de normatieve kracht van de bestaande waarden altijd aanwezig pas in de laatste fase lijkt daar enige verandering in te komen een van de ouderen in de sectie voert de lessenreeks van docent f ook uit en toont zich tevreden met het resultaat de complexiteit een simpele gedachte hoe groter de complexiteit van de beoogde vernieuwing is hoe meer kans bestaat op verschillende maten van implementatie dat komt 61 natuurlijk duidelijk naar voren in de data van dit onderzoek de conclusie daaruit moet dan ook luiden dat wat het groepje van school x te y wil feitelijk een zeer complexe verandering betekent wat is nu de oogst van een screening als hier ondernomen wat mij betreft is het voornaamste effect ervan het definitieve gevoel van relativiteit met betrekking tot wetenschappelijke theorieen ma mijn eigen analyse van de data levert een omvangrijke lijst als de bovenstaande immers niet meer op dan enige benamingen voor toch reeds gesignaleerde verschijnselen en ondanks zijn uitgebreidheid is de complexiteit van de werkelijkheid zelf nog vele maten groter wat bijvoorbeeld achter de sub factor individuele stafkarakteristieken schuil gaat is toch niet minder dan een wereld op zichzelf daarenboven kan een verzameling theorieen als die van van de grift hooguit enige lijnen achteraf aanbrengen het is een trivialiteit maar nimmer mag vergeten worden dat algemene theorieen niet voorspellend kunnen zijn voor een situatie ik kan me diverse varianten van de gang van zaken op school x te y voorstellen met een andere uitkomst bijvoorbeeld een veel langduriger gezamenlijk overleg en veel meer positieve resultaten terwijl de scoring op bovenstaande lijst nauwelijks afwijkt de consequentie van de conclusie hiervoor is dat de onderzoeker begeleider het moet stellen zonder gedetailleerde richtlijnen voor zijn handelen misschien is het trouwens maar gelukkig dat er geen volledig uitgewerkt draaiboek voor begeleiding mogelijk is met zo min als de leraar zich namelijk behandeld wil zien als puur de uitvoerder van elders opgestelde recepten het rdd model kan de begeleider uit de voeten met een tot in alle uithoeken uitgewicheld instructieboek zoiets schakelt juist als bij de docent de eigen inventiviteit en betrokkenheid in grote mate uit een dergelijke mechanistische gang van zaken zou verhinderen dat de onderzoeker een wezenlijke ervaring opdoet en wel via eigen ervaringen navoelen in welke vergelijkbare positie de leraar in het innovatieproces zich bevindt ook bij deze gaat het er om hoe hij aan de theorieen en ideeen die op hem afkomen persoonlijke betekenis kan hechten een lijst als die van van de grift omvat de variabele factoren van het innovatieproces hoewel omvatten voor een evenwichtig begrip is het goed ook stil te staan bij wat te beschouwen valt als de in variabele kant van alles de karakteristieken van het leraarschap als zodanig de literatuur hieromtrent is natuurlijk een mer a boire ik beperk me tot enkele noties eruit speciaal betrekking hebbend op het verschijnsel innovatie 62 fullan 1982 27 neemt van marris 1974 als essentiele omschrijving van innovatie de term dynamisch conservatisme over het zowel vooruit willen als stil blijven staan ter adstructie hiervan wijst fullan op de door huberman geformuleerde karakteristieken van het lesgeven multidimensionaliteit de leraar vervult allerlei rollen als de ordebewaker de helper de uitlegger simultaneisme die rollen worden door hem haar bovendien gelijktijdig en door elkaar heen vervuld terwijl hij zij iets doet aan de orde bereidt hij alweer de volgende vraag voor etc etc onvoorspelbaarheid beide voorafgaande karakteristieken worden dan nog bekroond door het feit dat zo ongeveer alles kan gebeuren een goed geplande les valt in elkaar een klas op hetzelfde niveau heeft een totaal andere motivatie dan die van het vorig jaar etc etc is het verwonderlijk concludeert fullan dat rationele aannames van een nieuw curriculum in deze grillige wereld van de leraar niet aanslaan wanneer ik in mijn onderzoeksgegevens naar de sporen van deze drie karakteristieken zoek dan kan ik mijn verslagen bijna willekeurig openslaan als sprekend voorbeeld zie ik de lessenreeks van docent f in de tweede fase van mijn onderzoek waarvan de uitkomst voor hem met recht onvoorspelbaar genoemd mag worden maar de lijn van het innovatiestreven als zodanig heeft ook zeer grillige en onvoorspelbare kanten zoals duidelijk zal zijn geworden uit mijn beschrijving hiervoor op meerdere plaatsen in zijn omvangrijke en diepgravende studie voert fullan verdere adstructies ter beter begrip van de leraar in innovatieprocessen aan ik wijs met name op een tweede lijst van karakteristieken op pagina 109 en verder die nog uitgebreider belicht waar leraren zich bevinden en waarin thema s aan bod komen als de eenzaamheid van het lesgeven die de honger naar overleg met collega s ten zeerste stimuleert het gebrek aan hulp van buitenaf het incidentele karakter van positieve feedback van de zijde van de leerlingen de voortdurende onzekerheid of de docent alle leerlingen wel iets kan leren het gebrek aan tijd de jacht op door het systeem gevraagde toetsen en cijfers aan deze indringende gegevens voegt sarasons boek the culture of the school and the problem of change 1982 nog de belangrijke dimensie toe van de tijd vrijwel zonder uitzondering vertelden alle leraren met vijf of meer jaren ervaring hem dat ze er wel eens over gedacht hadden te stoppen met lesgeven hun oorspronkelijke sense of mission was verdwenen ze ervoeren zelden meer een gevoel van 63 persoonlijke of intellectuele groei 1982 197 die periode van vijf jaar komt zo ongeveer overeen met de lengte van de carriere van de leraren met wie ik in contact ben en sarasons bevinding correleert met diverse uitspraken van hen in de door mij verzamelde data wanneer lesgeven dus noch vreselijk interessant noch opwindend meer is schrijft sarason kun je dan nog wel verwachten dat de leraar het leren interessant an opwindend maakt voor zijn leerlingen op zoek naar de reden voor het afbreken van deze groei komt sarason uit bij het element geven in het begrip lesgeven op dat geven op hoog niveau vol te kunnen blijven houden is vereist dat de leraar ook ervaart dat er sprake is van ontvangen welnu schrijft sarason de bronnen voor dat ontvangen wellen verrassend infrequent en indirect van wie kan de leraar immers positieve ontvangstgeluiden verwachten de leerlingen dat doen ze zelden direct collega s komt zeer weinig voor zichzelf tieestal is dat geluid niet sterk om nu aan de starke vraag naar dat ontvangen te ontkomen stelt sarason ontwikkelt de leraar routines waarachter hij zich veilig kan terugtrekken maar die veiligheid is een zeer betrekkelijke want de te geringe motivatie van de leerlingen wordt er niet door vergroot zodat er een onophoudelijke prikkel blijft om aan het vak te sleutelen zeg maar het pad der innovatie op te gaan als er genoeg moed beleid en standvastigheid aanwezig is de indruk die studies als die van fullan en sarason wekken is bijna die van de onmogelijkheid van alle innovatie zo zit het gelukkig ook weer niet er is altijd de mogelijkheid om de hand aan de ploeg te slaan maar het bestuderen van de achtergrond zet dergelijke pogingen in het juiste licht er is inderdaad moed en standvastigheid vereist om tot werkelijke verandering te komen misschien mag hier een stukje uit het leven als illustratie dienen wat volgt is een klein fragment uit een van de gesprekken in de tweede fase van het onderzoek e een gevoel van teleurstelling heb ik op dit moment zeker ik denk toch weer ik glijd weer af in de vakantieperiode heb je nog ergens tijd voor nu heb je weer je volledige baan je zit in je ritme wil je alles bijhouden dan wordt het weekend werken ik weet niet of het komt doordat je ouder wordt maar op een gegeven moment denk ik ook wel eens zijn er geen andere leuke banen je bent nooit klaar je kunt altijd voor school bezig zijn als je het leuk wilt doen kost het ongelooflijk veel tijd want je moet steeds lezen en zoeken en kopieren en dingen bedenken dat is vermoeiend r op zich vind ik dat niet zo erg op zich vind ik dat best leuk om te doen e maar het wordt niet gehonoreerd 64 a dat is het punt op zich ben ik er vaak met heel veel plezier aan bezig en krijg daar weer veel energie van maar mij kost het enorm veel energie als er spanningen in de klas zitten als ik dat niet aan kan dat nekt me zijn er nu conclusies te trekken uit een onderzoek dat geen nieuwe theorieen pretendeert op te leveren en misschien het best getypeerd kan worden als exemplarisch praktijkonderzoek zeer zeker lijkt me en al zullen die volgens sommigen volstrekt overbodig zijn vanwege het in hun ogen cliche achtige karakter ervan uit het onderzoek heb ik veel scherper dan tevoren begrepen dat de zo zeer gewenste vernieuwing van het vak een voor de docent bijna heroische taak is er mogen vele verschillen aan te wijzen vallen tussen de omstandigheden en docenten van school x te y en andere scholen overeenkomsten zijn er uiteraard ook in overvloed in plaats dus van de staf te breken over het gebrek aan moraal en moed dat op diverse momenten zichtbaar lijkt te zijn in de opstelling van deze docenten prefereer ik een houding van acceptatie gebaseerd op de wens de docenten tegenover mij te respecteren in hun proces van zoeken en ook mistasten het besef wordt daardoor helder dat de positie van de innoverende leraar inderdaad een zeer complexe en moeilijke is en de impliciete vraag van de onderzoeker of innovatie niet eigenlijk de opdracht van elke docent e is hetgeen een negatief brevet uitdeelt aan degenen die zich afzijdig houden wordt vervangen door het idee dat de deskundige van buiten zich beter kan richten op het verbeteren van de condities waarbinnen de innovatie gedijt vandaar dat dit verslag al bestrijkt het slechts een innovatiesituatie moet uitmonden in het benadrukken van de voor innovatie noodzakelijke verlichting van de taak van de leraar hoe somber de perspectieven van dit moment ook mogen zijn de voornaamste conclusie van mijn overwegingen kan slechts zijn dat alleen verlichting van die taak vermindering van het aantal lesuren kleinere klassen de invoering van educatief verlof en dergelijke een voldoende basis kan vormen voor de gewenste vernieuwing een cliche dus en ongetwijfeld een bijna zinloze opmerking in de stroomversnelling van de gebeurtenissen in het onderwijs als geheel maar zelfs al is het slechts roepen in de woestijn de belangen van de leraar en aangezien deze de enige toegangspoort voor goed onderwijs ook die van de leerlingen vragen er mijns inziens om dat dit geluid hoe dan ook wordt gehoord werkhoven januari 1986 65 bibliograf ie oenzin n k the logic of naturalistic inquiry social forces 50 1971 fullan michael alan pomfret research cn curriculum and instcuction implementacion review of educational research 1977 335 397 fullan michael the meaning of educaticnal change new york london 1982 grift w van de op weg naar een innovatietheorie voor het nederlandse schoolwezen interne publikatie otg onderwijsvernieuwingen amsterdam 1981 lagerwey n a j de veranderbaarheid van onderwijs in onderwijs bestel en beleid groningen 1981 502 570 marris peter loss and change london 1974 sarason seymour b the culture of the school and the problem of change boston 19821 wardekker w opvattingen over wetenschappelijk werken in het onderwijs kennis en methode jrg 1 1977 72 87 wardekker w onderwijskunde en onderwijsinnovatie pedagogische studien 1981 459 471 en 487 500 66