Publicatie datum: 1980-01-01
Auteur: Willem Mooijman
Collectie: 11
Volume: 11
Nummer: 3
Pagina’s: 34-40
Documenten
willem mooijma n leraren onaangename stellingen over literatuuronderwijs leerlingen de interactie tussen leerkracht en leerlingen krijgt de laatste tijd veel aandacht in moer het derde nummer van de vorige jaargang was er helemaal aan gewijd en in 1980 2 schreef gert rijlaarsdam over leraarsgedrag op de havo in de cursussen van de nascholing nederlands heeft willem mooijman veel gehoord over problemen die met dat leraarsgedrag samenhangen die brengt hij hier in verband met het literatuuronderwijs dit stuk heeft een ingewikkelde geschiedenis wil anders mijn leerlingen zijn niet gemotiveerd een tijd geleden heeft theo rensman me ge voor literatuuronderwijs het eindexamen stelt vraagd om een stuk over de uitgangspunten van eisen de doelstelling van mijn school belemmert de literatuurcursus die ko pop en ik met anderen die en die aanpak enfin noem maar op voor de nascholing nederlands hadden samenge toen ik dat overdacht had wist ik wat ik ging steld onze bevindingen in die cursus en onze de doen een aantal onaangename stellingen formu finitie van wat nou eigenlijk literatuur was leren dat zijn stellingen waarvan ik weet dat ze eerst leek het me het beste om een stuk te schrij de gemiddelde leraar dus ook mij opwinden om ven met zoveel mogelijk praktische aanwijzingen dat ze de positie waarin een leraar moet werken voor wat je nou met literatuur kon doen maar ik ter discussie stellen ik zeg met nadruk dat ze on geloof niet in recept achtige praktische aanwij aangenaam zijn dan ben je gewaarschuwd en zingen wat je als leraar doet heeft zoveel te ma wilt dan misschien toch verder lezen de woede ken met jouw visie op onderwijs jouw visie op die dit stuk bij je oproept zal je misschien literatuuronderwijs jouw leerlingen en jouw inspireren om weer s na te denken over jouw school dat elke praktische aanwijzing van een onderwijs dat onderwijs geldt wat dit artikel ander een bleke theoretische babbel blijft betreft alle leerlingen van twaalf en ouder onderwijs en dus ook literatuuronderwijs komt tot stand in de spanning tussen wat jij wilt wat je als kinderen op school leerden lopen zouden er leerlingen willen en van jou verwachten en wat veel kromme benen hebbe n er mogelijk is op jouw school in de nascholings cursussen over literatuur heb ik dat ook steeds een mens gaat lopen als hij daar behoefte aan gemerkt ik wil wel dit of dat maar mijn sectie heeft de een is er vlotter mee dan de ander 34 maar uiteindelijk loopt bijna iedereen heel rede wijsman die in de jaren dertig met zijn leerlingen lijk zonder daar les in gehad te hebben ouders en hun ouders een grote anti nederlandse school die ongeduldig zijn en hun kind aan een armpje gebouwd had compleet met een voetbalveld het ophijsen om het loopbewegingen te laten maken eerste op sumatra dat aan internationale eisen ma tt en zichzelf af en verpesten de benen van hun voldeed de ins kayu tanam enfin een soort kind kees boeke hij zei me s dat hij zo moest lachen op school gaat het vaak net zo ook bij litera om onderwijskundige boekjes waarin stond dat tuuronderwijs iemand die geen zin heeft in cou de leraren dit moesten doen en dat moesten perus hermans kouwenaar minco vogelaar von doen zo komt er niks van onderwijs terecht zei del is daarom nog niet dom of een cultuurba r hij die leraren doen toch al zoveel mijn ideaal baar hij is er vaak gewoon nog niet aan toe hoe is een school waar de leerlingen alsmaar bezig zijn oud ben je helemaal als je aan je lijst moet gaan en waar de leraren zowat n i ks doen werken een goed argument voor voorlezen is dat de leerlingen die gebruik maken van ui tt reksels en voorlezer in ieder geval onder het voorlezen geen die kiezen voor dunne boekjes hebben groot ge les kan geven maar er zijn meer argumenten bij lijk ze voorkomen dat hun geest krom groeit voorbeeld dat de leerlingen nu echt bezig zijn lopen moet al is het maar tot je auto met litera griffioen haalt frank whitehead aan ik vertaal een klas van elfjarigen die in stille aandacht tuur is dat anders ook zonder literatuur kan je ongelukkig worden luisteren naar de leraar die een verhaal voorleest wil je zorgen dat iemand zo grondig de pest krijgt kan heel actief bezig zijn met het uitbreiden van aan literatuur dat hij er nooit meer aan begint ervaringen als dezelfde leerlingen druk hun dan staat hier dus het recept schriften zi tten vol te pennen met een dictaat wil je het anders doen kijk dan nog eens naar dat over zinsontleding zijn ze misschien in tegenstel kind dat nog niet loopt het ziet dat mensen die ling tot wat je denkt te zien volkomen passief en kunnen lopen zich sneller kunnen verplaatsen sloom voorzover het gaat om groei en ontwikke hogere delen van de wereld kunnen bereiken ling overigens we weten toch zelf allemaal dat spreken en luisteren allebei talige activiteiten kortom veel meer mogelijkheden hebben daar zijn het is niet verboden om die kennis toe te heeft dat kind best zin in en daarom zal het pro passen beren die lopers na te volgen als iemand merkt dat een ander plezier beleeft ik heb eens een hoofd van een lagere school ho aan literatuur zal hij daar misschien ook wel s ren zeggen als we het over luisteren hebben in aan willen snuffelen maar dan moet hij dat ple het onderwijs bedoelen we meestal dat ze hun zier wel merken niemand heeft leren lopen door mond moeten houden bij voorlezen is er in ie een uiteenzetting over het nut ervan gegeven der geval een ander soo rt l uisteren schrik niet door iemand die zit van een zogenaamde ongeinteresseerde houding een goede manier voor een leraar om te laten mensen die ontspannen kijken zien er vaak niet merken dat hij plezier beleeft aan literatuur en intelligent uit sommige luisteraars hebben er be wat voor plezier dat dan wel is is voorlezen on hoefte aan om te tekenen of vul zelf maar een geveer alles wat daarover geschreven is kan je aantal houdingen in die je inneemt als je luistert vinden in het artikel voorlezen van jan grif naar een interessant stuk muziek of een verslag fioen in levende talen en op p 347 349 van op de radio zeggenschap en in de bijbehorende literatuurop ik heb in een nascholingscursus een leraar ont gaven ik sluit daarop aan in de volgende para moet die het vervelend vond dat zijn leerlingen graaf bijna allemaal jongens alleen maar belangstel ling hadden voor ruwe grove verhalen hij gunde een leraar die voorleest houdt in ieder geval zijn hun die belangstelling maar wilde ze ook kennis mond over literatuu r laten maken met wat hij zachte teksten noem de hij had ze dus een keer zo n tekst voorgele een hebbelijkheid van onderwijsgevenden is dat zen het resultaat viel tegen ze vonden er niks ze zo vaak onderwijzen dat komt voort uit aan dat is hun zaak zei die leraar maar ik kom plichtsgevoel maar het is wel vaak knap irritant over een half jaar wel weer met zo n verhaal mohammad sjafei was een indonesische onder want ik geef het niet zo gauw op 35 ik vind dit een leerzaam verhaal een nadeel van leraren is dat ze zoveel wete n hij las zijn leerlingen niet voor wat ze toch al la zen dat heeft geen zin want mensen komen niet een leerzaam boek is het penguinboek dat ed op school om te leren kennen wat ze al weten en ward blishen samenstelde uit inzendingen die het kennen engelse zondagsblad the observer ontvangen hij was het niet eens met wat ze lazen maar wil heeft op de vraag aan scholieren op wat voor de hun die lectuur niet afnemen hij wilde ze al school ze zouden willen zitten het heet the leen iets anders laten horen iets waar hij zelf school that d like en het staat vol opmerkingen meer van hield die houding lijkt me broodnodig als deze van een dertienjarige leerlinge school bij zoiets subjectiefs als literatuur overigens niet was not invented just for the little people to be alleen daar come the same as the big people ik denk dat de hij droeg zijn leerlingen niet op om zachte boe school daar wel voor is bedacht maar dat is geen ken te gaan lezen want dat is vragen om uittrek reden om hem zo te houden sels dunne boekjes en plat bedrog trouwens mijn stelling hierboven wordt geillustreerd door een opdracht om te lezen heeft op zichzelf nog de opmerking van een vijftienjarige jongen niks met onderwijs te maken als je er niet bij young students especially become disheartened zegt hoe de leerling dan wel moet lezen when taught by erudite professors het aardige van voorlezen is dat je door jouw ma dat is natuurlijk onzin het is immers juist fijn nier van voorlezen aangeeft hoe de leerlingen als iemand meer weet dan jij want dan kan je des moeten luisteren jij legt namelijk jouw interpre te meer van hem leren hoe komt het dan dat het tatie van het verhaal in je voorlezen dat kan niet je zo kan ontmoedigen anders maar dat mag ook niet anders want dat laten we de boekbespreking eens bekijken je is voor de leerlingen de enige mogelijkheid om moet als leerling niet alleen een boek kunnen na hun eigen interpretatie als luisteraar te toetsen vertellen dat is geen probleem daar heb je uit aan een andere jouw interpretatie beide inter trekselboeken voor maar je moet er ook de ach pretaties zijn volkomen gelijkwaardig en kunnen tergronden van kennen desgewenst ter discussie staan desgewenst want de achtergronden is een geheimzinnige catego het is nergens voor nodig om steeds een voorgele rie soms horen daar gegevens over de schrijver zen verhaal na te bespreken ik ben het roerend bij maar soms mag dat juist niet soms zijn de eens met jan griffioen die in levende talen zegt achtergronden hetzelfde als wat er in het school dat voorlezen de meest directe methode is om boek over staat soms niet en het wordt nog aan de doelstellingen van het onderwijs in fictio moeilijker als er geen literatuurboek is nele teksten te werken er wordt niet gesproken soms moet je op het boek en op die achtergron over maar er wordt een directe ervaring aangebo den ook je eigen mening toepassen dat is hele den van een ervaring die meer is dan wanneer maal uitkijken want als jouw eigen mening de leerlingen stillezen zelfde is als die van een criticus die je leraar ook tenslotte wat voorlezen betreft de leraar waar gelezen heeft is het meestal geen eigen mening ik het over had had een goede reden voor het en als je zegt dat je het mooi vindt dan is dat voorlezen van zijn zachte verhaal het was niet niet genoeg dan moet je zeggen waarom je het om een lesuur vol te maken niet om de laatste mooi vindt uren voor de vakantie dragelijk te houden niet leraren weten dat soort dingen allemaal die omdat de leerlingen ook wel recht hebben op hebben daar dan ook jaren voor gestudeerd het ontspanning tussen de blijkbaar veel noodzake is wel gek dat ze verwachten dat hun leerlingen lijker andere leerstof door dat zijn allemaal re daar zonder al die jaren studie ook mee uit de denen die niets met literatuuronderwijs te maken voeten kunnen maar het schoolleven kent wel hebben en stuk voor stuk geschikt zijn om de in meer raadselen tegen die achtergrond is het ove druk te vestigen dat literatuur iets is voor even rigens wel duidelijk dat je bijvoorbeeld nooit een tussendoor en niet iets waar je serieus tijd aan 10 kan krijgen voor een boekbespreking dat is besteedt ook niet zo erg want een onvoldoende krijg je er ook niet gauw voor leraren hebben er ook voor gestudeerd om struc turen te herkennen in boeken die zitten du s 36 thuis een boek heel anders te lezen dan een nor noem de eventueel drie vijf enz kenmerken maal mens die volgen een spanningsboog en zien van de waaruit blijkt de ironie in komrijs altijd ook een thema normale mensen vinden voorwoord bij de nederlandse poezie van de 19e dat een weinig spannende manier om met boeken en 20e eeuw in 1000 en enige gedichten om te gaan dus die doen dat alleen maar als het zou je van nek regel 8 ook niet kunnen aanto moet voor een cijfer maar blijkbaar is dat de eni nen dat dit woord is wat het betekent dus dat ge manier om echt te begrijpen waar een boek nek echt als nek dienst doet dit is een echte over gaat nou op die manier wil ik niet knap kijk maar in indringend lezen 1 p 75 worden zegt een leerling dan hoeveel personen komen er in het verhaal voor misschien moeten we wel af van die structurele kun je aangeven hoe de schrijver de moeder van analyses uiteindelijk doe je daarmee toch niet de hoofdpersoon typee rt als een bedilal let op meer dan wijzen op het effect dat bepaalde ele hier mag je natuurlijk niet antwoorden met ja of menten bezitten de aanhaling komt uit literai nee dit is de vraagvorm van de opdracht geef re kunst van lodewick een boek dat net als mo aan hoe de schrijver enz dernere methodes de lezer wil helpen dieper in hoe raar het schoolse vragen is wil ik duidelijk het kunstwerk in te dringen tegenwoordig is maken met een gelukkig denkbeeldige buiten het niet meer sjiek om te denken dat dat lukt schoolse situatie met lodewick ik denk dat het evenmin lukt met a houdt op straat b en c staande drop ik denk ook dat ik weet hoe dat komt a kunt u me de weg naar het station ve rtellen als ik door bepaalde fictionele uitingen word ge b jazeker u neemt hier de eerste straat links en troffen kan het me in principe helemaal niet dan gaat u alsmaar rechtdoor tot u niet verder schelen welke middelen schrijvers kunnen toepas kan daar gaat u linksaf en dan loopt u er als het sen om te proberen zulke effecten te bereiken bij ware recht op aan lezers ja er zijn wel mensen die daar wel over a niet gek dat als het ware vind ik overbo willen praten en er zich nog verder in willen ver dig je loopt er ook niet recht op aan want je diepen maar dat heeft allemaal niks te maken moet eerst nog even om t van vredelooplein met mijn beleving ik kan me heel goed voorstel heen maar goed een acht min ve rvolgens richt len dat iemand erg veel geniet van een voeibal a zich tot c met de vraag kunt u t nu in ten wedstrijd zonder er behoefte aan te hebben zich hoogste vijftien woorden zeggen te verdiepen in de techniek van wat hij ziet zo ze zouden je in elkaar timmeren gaat het ook met lezen ik begrijp best dat er op een school wel s in vraagvorm getoetst moet worden maar dat is leraren vragen het liefst naar de bekende we g geen reden om het steeds zo te doen ik bedacht op een gegeven ogenblik dat ik niet al een verbazingwekkend aspect van het schoolle le boeken hoefde te lezen die mijn leerlingen la ven is dat leraren zulke merkwaardige vragen stel zen want dat ik over die boeken net zo goed van len alles kon vragen ik heb veel moeite moeten doen normale mensen vragen naar dingen die ze niet om mijn leerlingen duidelijk te maken dat dat weten maar bij leraren is dat anders wat voor echt kon om te beginnen wilden ie nauwelijks beelden ik beperk me tot literatuuronderwijs aanvaarden dat een leraar niet alles gelezen ha d hoe heet de hoofdpersoon van karakter welke kenmerken van de romantiek of het wat mij altijd weer ergert is die opdracht vitalisme of de vijftigers dat hangt af van wat om een gedich i in eigen woorden na te ver de leraar en het boek al weten ken je aen deze tellen daar gaat het bij praktisch elke analy vraag zitten nog andere interessante kanten ais je tische benadering om wij moesten dat vroe eerlijk antwoordt welke kenmerken je kent loop ger natuurlijk ook maar nu geven ze er god je het risico dat het er te weinig zijn soms ook betere ook nog een wetenschappelijk tintje teveel en dan is het niet goed er zijn er namelijk aan drie of vijf of meer of minder afhankelijk alweer van wat de leraar en het boek al weten hier gerrit kouwenaar in raster 7 1978 krijgt de vraag ook vaak een opdrachtvorm 37 en ook niet alles kon bijhouden ten tweede sen willen waarschijnlijk best wel s iets op grond zeiden ze dat je toch geen vragen kon stellen over van duidelijk uitgesproken argumenten afkeuren boeken die je niet kende dat beweren ook veel desnoods met het risico van ruzie of een lange leraren maar dat kan natuurlijk heel goed ik discussie maar dan moet het wel gaan om iets noem een paar van dat soo rt vragen wat ze zelf erg belangrijk vinden en de enige die zou dat boek ook iets voor mij zijn een vraag in mijn voorbeeld die gedichten van toon her die leerlingen vaak aan elkaar stellen als ze boe mans belangrijk vond was piet kenlijsten aan het samenstellen zijn de bedoelingen van piet zijn door en door fat ik heb wel s gelezen dat dat zo n tuttig boek is soenlijk dat waren de mijne ook als ik zulke vra wat vind jij daa rv an gen stelde aan leerlingen ik heb met schade en wat heb je nou uit dat boek geleerd schande moeten leren dat ik ze beter niet kon je zegt dat je zo kapot bent van dat boek hoe stellen komt dat dan je kan van alles over een boek vragen als je maar kan dat niet wat positiever voorzichtig bent het vervelende van die term literatuuronderwijs leraren moeten niet van die opvoedende vragen is dat hij zo onduidelijk is hij dekt op zijn minst stellen vier verschillende begrippen onderwijs in de geschiedenis van de letterkun stel dat piet me zegt dat ik die nieuwste bundel de van toon hermans moet lezen goed joh heel het lezen van fantasieteksten en soms kijken gevoelig en toch vaak om te lachen wat je daarmee kan doen nou heb ik wel het een en ander van en over de inleiding tot de literatuur poezie van toon hermans gehoord en ik denk niveau leren onde rscheiden in soorten fictie dat ik niet zo n zin in dat boek heb maar piet is literatuurgeschiedenis is geen literatuuronderwijs een geschikte vent en bovendien had hij die bun voorzover het geschiedenis is oude teksten kun del bij zich en heeft hem me geleend dus ik zit je al dan niet gemoderniseerd voor allerlei doe eraan vast len gebruiken de volgende keer dat ik piet tegenkom zegt hij de term fantasieteksten ontleen ik aan het boek en wat vond je e rvan van josien anker en jan boland ze laten daar nou eigenlijk niks ik heb het ook maar een onder alle teksten vallen die niet zakelijk zijn en beetje plichtmatig door zitten bladeren ik wist die leerlingen lezen voor hun ontspanning let trouwens wel dat ik er niks aan zou vinden want wel dat het hier dus gaat om teksten die leerlin als hij in z n shows zulke liedjes zingt moet ik er gen al lezen in de nascholing nederlands hebben ook niks van hebben dat denk ik maar ik zeg heel veel cursisten hun leerlingen geenqueteerd ja wel aardig tenminste de meeste of zoiets naar hun leesgewoonten het blijkt dat bijna maar daar neemt piet geen genoegen mee wel iedere scholier leest en zeker niet alleen strips je aardig daar kan ik niet mee uit de voeten kom kan ook niet zeggen dat lbo leerlingen minder le s met argumenten en kennelijk zijn er bij die je zen dan vwo leerlingen wel dat brugklassers over niet zo aardig vindt welke zijn dat en waar het algemeen meer lezen dan derdeklassers hoe om wijs je ze af dat komt is niet duidelijk als je ouder wordt ik blijf de boot afhouden maar piet raakt in vuur krijg je meer aan je hoofd verliefdheid toe en zegt dat het in mijn belang is dat hij zo aan komst relatie met je ouders dan heb je minder houdt want nu kan hij me helpen mijn gedach tijd om te lezen en dan zijn andere dingen inte ten beter te formuleren ja de goeierd zegt zelfs ressanter misschien is ook de manier waarop de dat hij me mondig er en weerbaar der wil ma school het lezen aanpakt niet zo handig ken de haakjes worden ingevuld al naar gelang een ding is duidelijk het onderwijs hoeft zich de stand van mijn gezicht niet zo verschrikkelijk in te spannen om leesple wat moet ik doen ik kan nog wat brabbelen van zier bij te brengen je hoeft alleen maar te zorgen zo moeilijk maar een ding is duidelijk als piet dat het niet teloor gaat door het onderwijs wat zo doorgaat zal hij weinig vrienden overhouden leerlingen kunnen doen met de fantasieteksten dat heeft piet dan zichzelf aangedaan want men die ze lezen staat uitvoerig beschreven in jeugd 38 boeken in de klas en niet alleen daar de werk vormen die je kiest worden bepaald door het de algemene conferentie der nederlandse doe van je onderwijs ik noem een voorbeeld letteren acht het wenselijk dat in de hoogste je kan naar aanleiding van assepoester opdrach twee leerjaren van het algemeen vormend en ten geven die het thema van je miskend voelen voorbereidend wetenschappelijk onderwijs eenzaamheid weesje zijn enz uitwerken dan naast het bestaande verplichte onderricht in vind je het kennelijk belangrijk dat de leerlingen de talen gelegenheid geboden wordt tot het met dat soort gevoelens bezig zijn je kan ook volgen van een cursus in de literatuur als opdrachten geven waarin assepoester naar manie keuzevak voor het eindexamen hiermee ren zoekt om zonder assistentie van een fee aan wordt bedoeld dat aan de hand van teksten haar nare lot te ontkomen dan heb je kennelijk de studie van de nederlandse literatuur in de een emancipatorisch doel je kan ze ook nog wat ruime kon tekst van de wereldliteratuur sprookjes laten lezen of horen en ze dan de ken wordt geplaatst deze mogelijkheid van aan merken van het sprookje laten opschrijven dan vullend literatuuronderwijs blijkt thans heb je kennelijk een literairwetenschappelijk doel noodzakelijk en de kans is niet gering dat je leerlingen afhaken in alle drie de gevallen haken je leerlingen af als resolutie van de algemene conferentie der je opdringerig pedagogisch bezig bent nederlandse letteren najaar 1979 wie leerlingen wil inleiden tot de literatuur doet er goed aan enige woorden van gerrit krol ter harte te nemen voor het waarderen van litera dat is volgens mij de enige bruikbare bepaling tuur heb je een tweeledig talent nodig talent om van wat literatuur is je kan het ook een beetje jezelf te leren kennen en talent voor taal dit anders zeggen literatuur dat zijn de teksten soort mensen is er niet veel maar wat geeft dat waar een bepaalde groep mensen met elkaar over hun waarde is er des te groter door en dat is nu redetwisten of ze nou wel of niet bij de literatuur net wat hen zo aan de literatuur bindt ze hebben horen leraren nederlands horen soms bij die van tijd tot tijd zelfs kapsones dat is hun recht groep en vaak zijn ze min of meer geinteresseerd dat is het recht van mensen die zeldzaam zijn in de discussie omdat ze er hun keus door laten dit lijkt allemaal erg exclusief en iets typisch bepalen van wat ze lezen op het gebied van fictie voor de literatuur maar geldt voor wiskunde komen leraren bij dat lezen van aldus als litera niet hetzelfde en voor natuurkunde wat stelt tuur gedefinieerde teksten iets tegen wat hun van het onderwijs in deze vakken voor als je het ver belang lijkt voor hun leerlingen dan moeten ze er gelijkt met het werk van bijvoorbeeld euler en niet die hele discussie van de literaire mandarij gausz wie heeft dat gelezen het mooie van de nen bijhalen ik ben er oprecht van overtuigd dat exacte vakken is dat je ook via minder verfijnde alleen voorlezen helpt als je je leerlingen op de overwegingen al een heleboel begrijpt ook al hoogte wilt brengen van jouw literaire voorkeu snap je maar een fractie het is vaak al voldoende ren als het ze niet bevalt wat je voorleest moe en hetzelfde geldt voor de talen het probleem ten ze dat dan maar zeggen dat kan je ze ook le met literatuur als je erin doceren wilt is dat je je ren wat ze ervan oppikken als het ze wel bevalt beweegt op het niveau van je illustere voorgan daar kun je weinig invloed op uitoefenen gers zelf en dat als je daartoe niet in staat bent in ieder geval is literatuur niet heilig als je the of de leerling is daartoe niet in staat er zo wei matisch werkt zijn alle teksten bruikbaar fictio nig overblijft daarom wordt er zo vaak gezegd neel of referentieel de lezer in dit geval de leer dat je er niets aan hebt aan literatuur in de ling bepaalt wat hij met die teksten aanwil maatschappij en dat is dan nog waar ook zo gebruiken de leeskringen van de christelijke met andere woorden literatuur is niet voor ieder pla tt elandsvrouwen zie het artikel van theo een weggelegd dat heeft in principe niks te ma rensman in dit nummer literatuur omdat die ken met sociale of intellectuele achtergronden ik zich bezighoudt met deze tijd de snel verande ben het eens met maatje geciteerd bij griffioen rende samenleving en vooral de mens van deze damsma als literatuurcritici literatuurhistorici tijd en andere professionele deskundigen een tekst als zo heeft eens een havo klas van mij geestdriftig literair waarderen dan is die tekst ook literair poezie van de vijftigers gelezen en besproken om 39 dat ze van mij wilden aannemen dat dat een goeie iemand asterix beter dan kuifje of omgekeerd oefening was voor werk dat de meesten later zou wat is het verschil tussen de teksten van de zan den doen omgaan met mensen die zich eigenaar geres zonder naam en die van speenhoff de be dig uiten zoals kinderen bejaarden uitgestote geleidsters van de christelijke pla tt elandsvrouwen nen gestoorden maar dit is geen vast recept met zeggen niet dat wolkers beter is dan positief een andere havo groep was t vast anders gegaan christelijke romans ze gaan e rv an uit dat de le als je je leerlingen wilt leren niveau te onder den van hun leeskringen die p c romans toch wel scheiden in soorten fictie zul je er goed aan doen lezen ze willen ze in contact brengen met wat eerst te kijken of ze dat al niet doen het boek anders van murdock en phelps kan je duidelijk maken er is nog een andere manier om met literatuur welke onderscheidingen scholieren maken op het om te gaan leerlingen zelf laten schrijven meest gebied van bijvoorbeeld muziek en kleding daar al hoef je ze niet eens te laten schrijven toen ik kan je ook wel zonder boek achter komen als je eens aan mijn leerlingen vroeg wie er zelf een naar je leerlingen luistert ze vinden het vaak wel dagboek schreef en wie er zelf gedichten schreef moeilijk om hun voorkeuren te beargumenteren was het verbijsterend zoveel als er dat deden dat misschien ook wel omdat ze het niet nodig vin waren havo leerlingen in de vierde klas er waren den misschien heeft het doel leren niveau te on verscheidenen jongens en meisjes die graag hun derscheiden in fictionele teksten wel erg weinig schrijfsels in de klas brachten en erover vertelden met literatuuronderwijs te maken en veel meer als leerlingen graag schrijven moet je ze dan ook met taalvaardigheid nog aan het lezen zetten van mij mag het best maar goed als je niveaus wilt onderscheiden als je dan maar beseft dat elsschot heel weinig moet je niet kasteelromans vergelijken met heuse las en die wist toch wel wat literatuur was literatuur de vergelijking moet gaan over ver schillende soorten kasteelromans waarom vind t noot jan griffioen en harm damsmazeggenschap grondsla gen en een uitwerking van een dida ktiek van het neder 1 toen na de oorlog de nederlandse troepen de schoo l lands in het vo ortgezet o nderwijs tw eede h erzie ne en w il de n bezetten h ebb en leerlin ge n en l erare n h e m i n ve rm eerder d e dr u k wo lt ers n oordhoff g roni ngen 1978 brand gestoken toen de n ederlanders verdwenen jaa p van der h arst litera t uu ro nderwijs en de m od erne w aren h e bben ze h e m weer opgebouwd d eze n oot literatuurwetenschap in raster 1 1 1 979 dit stu k ze gt nie ts ov e r litera tu ur maar wel w at o v er onder k ree g i k pas o nder oge n t oen i k m ijn art ikel al af h ad ik wijs n oem h et omd at i k het in grote l i jnen eens be n met de visie op l iteratuur die erin staat li teratuur gerrit k ro l de literatuur en het plebs in nrc han delsblad 3 4 1 98 0 josien anker en j an boland jeugdboeken in de klas graham murdock en guy phelps mass media and the dcn cahier 7 wo l te rs noordhoff g ro n in g en 197 8 secondary school macmillan basin gstoke london 1 973 ed ward b l i sh en ed the scho ol that 1v li k e p engui n vertaa ld als jeugd en massam edia stafle u leiden 19 7 6 ed u ca t i on s pecia l s pe n gu in h armon d sw o rth 1969 f ra nk w hiteh ead th e disappearing dais a s tu dy of he j g riffioe n v o o rlezen in levende talen 349 fe b r u ari principles and practice of english teaching chatto and 1980 p 89 98 wi ndu s london 1966 40