Publicatie datum: 1985-01-01
Auteurs: Kees ’t Hart, Gerrit van der Meulen
Collectie: 16
Volume: 16
Nummer: 5
Pagina’s: 2-8
Documenten
kees t ha rt gerrit van der meule n historische onderwijs letterkund e in historische teksten de belangstelling voor de historische dimensie is groeiende stellen kees t hart en gerrit van der meulen de auteurs gaan in hun artikel in op manieren om leerlingen voor historische teksten te motiveren wel of niet actualiseren de auteurs vinden van niet zij staan een histo risch socio gische benadering voor wat ze daarmee bedoelen kunt u hieronder zelf lezen inle id i n g nifesteert zich onder andere in pogingen om his torische letterkunde geplaatst in historisch ka volgens velen bestaat er de laatste tijd een her der voor leerlingen toegankelijk te maken we nieuwde belangstelling voor geschieden i s de denken hier aan het bulkboek vensters naar boekhandel en boekenclubs overstelpen ons met vroeger dat zich op de middeleeuwen richt en montaillou de naam van de roos of epigonen aan een drietal werkjes van h pleij e k grootes ervan week en dagbladen ontvangen deze boe en j stouten over respectievelijk literatuur uit de ken met open armen en stel l en pagina na pagina middeleeuwen de zeventiende eeuw en de acht ter beschikking om ze van allerhande commen tiende eeuw vensters naar vroeger doet een po taar te voorzien een verklaring voor dit ver ging bestaande schoolvakken van aardrijkskunde schijnsel proberen we hier niet te geven ieder via b iologie en duits naar wiskunde toe te presen week en dagblad heeft er wel een teren en probeert aan te geven hoe men in de middeleeuwen over deze vakken dacht en hoe nie uw e schoolm e thod es men ze in onderwijs en wetenschap in praktijk probeerde te brengen de uitgaven van pleij zonder dat wij van een noodzakelijk verband met grootes en stouten verschijnen in de nieuwe se de hernieuwde belangstelling voor geschiedenis rie literatuur die onder redactie staat van ma durven spreken lijkt er ook binnen de praktijk rijke barend en jacques vos evenals het bulk van het literatuuronderwijs een hernieuwde be boek lijken ook deze drie boekjes bedoeld voor langstelling voor de historische dimensie te groei de hogere klassen van het voo rtgezet onderwijs en we willen een aantal aspecten hiervan aan de al geven pleij en grootes hun uitgaven ook een orde stellen deze hernieuwde belangstelling ma plaats in het te rt iair onderwijs de uitgaven va n 2 pleij en grootes willen aldus beider moord voor en nog in 1980 schrijft het drietal bohncke olie af inzicht geven in het functioneren van litera en stobbe van de scholengemeenschap snellius tuur in de door hen besproken periode de uitga te amstelveen literatuurgeschiedenis geven is ve van stouten wijkt wat dit betreft af het is een weinig zinvolle bezigheid geworden in vooral een verdienstelijke poging het stof weg te moer 1980 3 p 17 een constatering waar een blazen waarmee de achttiende eeuw en de litera persoonlijke ontboezeming aan vooraf ging na tuur uit die periode nog steeds zijn bedekt een aantal jaren lesgeven toen ik zelf de stof wat stouten benadrukt het traditioneel ondergewaar meer onder de knie had en ik ook wat beter met deerde proza reisverhalen schelmenverhalen leerlingen had leren omgaan kreeg ik door dat ik etc waarmee ze aansluit bij recent onderzoek eigenlijk voornamelijk de officiele en universitai pleij en grootes benadrukken de positie van re literatuurgeschiedenis doceerde en over de schrijvers de functie van literaire teksten en het hoofden van veel van de leerlingen heen werkte gebruik van literaire conventies in de door hen in moer 1980 3 p 17 bernard schut lijkt te besproken periode deze drie uitgaven evenals gengas te geven hij wil wel aandacht voor histo het buikboek bevatten veel informatie die niet risch fictionele teksten in moer 1981 6 p 30 of nauwelijks in de traditionele literatuurschool maar ziet niet in hoe dit te rijmen is met de door boeken is terug te vinden hemzelf voorgestane open leerplan aanpak in moer 1981 p 33 terwijl in 1979 wilco kalb opvattingen over onderwijs fleisch en willem mooijman al opmerkten dat in historische tekste n het onderdeel historische letterkunde veel pro blemen oplevert als men wil werken binnen nor de uitgaven uit de serie literatuur en het bulk maal functionele doelstellingen in moer 1979 boek geven niet duidelijk aan hoe ze in het on 4 p 48 derwijs gebr uikt kunnen worden pleij en grootes spreken over het benu tt en als achtergrond bij ac tua l ise r in g als oploss in g een thematische aanpak van de literatuur in sa menhang met speciale leskaternen over een be uit de vorige paragraaf bleek dat het vakonder paald onderwerp pleij en grootes p vil hoe deel historische letterkunde overigens in de ge en waarom deze uitgaven met een themat i sche noemde a rt ikelen veelal aangeduid en ingevuld als aanpak zijn te verbinden blijft ons onduidelijk literatuurgeschiedenis voor een aantal leraren krijgen we daarover opheldering via een nog te nederlands als problematisch wordt ervaren men verschijnen docentenhandleiding bij de hele se vraagt zich af hoe dit vakonderdeel te verenigen rie er is gelukkig in deze reeks een deel aange is met normaal functionele onderwijsuitgangs kondigd omtrent de didactiek van historische let punten en vooral hoe men dit vakonderdeel zo terkunde we zijn daar nogal benieuwd naar om kan geven dat het de leerlingen aanspreekt dat veel vakliteratuur de didactiek van historische de hierboven genoemde artikelen in moer probe le tt erkunde als probleem signaleert ren voor dit laatste punt oplossingen aan te dra in het afgelopen dece nnium verscheen bijvoor gen de meest radicale oplossing geven de drie beeld ook in moer een aantal artikelen waarin in leerkrachten van de scholengemeenschap snel meer of mindere mate aandacht werd geschonken lius zij laten het vakonderdeel geheel verdwij aan het vakonderdeel historische le tt erkunde in nen op een gegeven moment laten we de eis dat het voortgezet onderwijs de teneur van deze ar er ook boeken van voo r 1900 gelezen moeten tikelen is dat historische le tt erkunde in het voo rt worden vallen in moer 1980 3 p 17 gezet onde r wijs op zijn minst problematisch is veel minder radicaal is de poging historische let zo schreef gerda erne literatuurgeschiedenis terkunde via actualisering naar de leerlingen toe in de havo top voor mij een levensgroot pro te brengen het a rt ikel van gerda erne is hiervan bleem in moer 1973 74 p 238 henk lak een goed voorbeeld zij liet haar leerlingen die ze wijk en theo rensman bouwden verder op dit omschreef als een lakse havo groep aan de slag fundament zoals zovelen zagen wij neerlandi gaan met kroegliederen van bredero op basis ci van het jeroen bosch college in den bosch van deze liederen moesten de leerlingen teksten het eigenlijk niet goed meer zitten met die le tt er schrijven die geschikt zouden zijn voor zangers kundegeschiedenis in moer 1975 76 p 307 en zangeressen van het hedendaagse levenslied 3 we hebben bij deze opzet een aantal vragen zijn leerlingen historische teksten zouden volgens de de gepresenteerde teksten wel kroegliederen ze opvatting thema s beva tten die ook voor het zijn het geen parodieen daarop wij durven daar heden nog reeel relevant en actueel zouden zijn over geen stellige uitspraken te doen en als het deze veronderstelling treffen we in andere ter kroegliederen zijn die daadwerkelijk in de kroe men en algemener geformuleerd vaker aan bij gen werden gezongen is de functie van die liede discussies over literatuur en literatuuronderwijs ren en van de kroeg in de zeventiende eeuw gelijk zij treedt het meest manifest op bij hen die het te stellen met nu deze les lijkt ons veel geschik optreden van eeuwige thema s liefde dood ter binnen het kader van creatief schrijven zonde verzet eenzaamheid onderdrukking ver onder andere door het artikel van erne geinspi driet etc in literatuur benadrukken traditio reerd gingen lakwijk en rensman op deze wijze neel wordt in de literatuuronderwijsboeken de verder waarbij zij het vakonderdeel historische nadruk gelegd op stromingen genres en werken letterkunde inpasten in een vorm van communi waarin deze algemeen menselijke thema s veron catie onderwijs hun bijdrage aan de discussie dersteld worden naar voren te komen veel aan werd door jacques kruithof in het oog van de dacht voor de eeuwige rebel reynae rt en weinig meester heftig neergesabeld maar door wam de voor rederijkersliteratuur te gedateerd veel moor weer in ere hersteld in moer 1980 3 aandacht voor de liefdessonne tt en van hoo ft en p 6 weinig voor diens gelegenheidsgedichten veel erne lakwijk en rensman menen dat letterkun aandacht voor sara burgerhart en weinig voor pa degeschiedenis een plaats moet hebben binnen tr iottengeschriften lessen die gericht zijn op voor de leerling relevan de actualiseringsopvatt ing stoelt op en is verbon te zaken en feiten de laatsten vatten dit als volgt den met de gedachte dat teksten uit het verleden samen wi l je letterkunde onderricht geven laat nog begrijpelijk zijn in het heden het feit dat dan de leerling zelf creatief aan de slag gaan met men begrijpelijkheid veronderstelt leve rt de legi gebruikmaking van gegevens uit zijn eigen wereld timatie voor het gebruik van historische tekste n in moer 1975 76 p 310 leest men hun sug in de onderwijspraktijk men meent dat op basis gesties dan moet men naar ons idee tot de con van die veronderstelde begrijpelijkheid de tekst clusie komen dat in hun lessen niet de h4storische als uitgangspunt voor het verkennen van de eigen tekst centraal staat maar dat de tekst voor leer leefwereld van leerlingen kan dienen daarbij lingen als aanleiding dient om vanuit de eigen we wordt stilzwijgend uitgegaan van continuiteit tus reld van de leerlingen aan het werk te gaan deze sen toen en nu juist d fe thema s liefde dood benadering noemen wij voortaan actualisering zonde etc die deze veronderstelde continuiteit bovengenoemde auteurs gebruiken ons inziens moeten illustreren worden in de praktijk van het actualisering om de motivatieproblematiek op te literatuuronderwijs bij de behandeling van histo lossen in de volgende paragraaf gaan wij uitvoeri rische teksten benadrukt op deze manier wordt ger op deze actualisering in vooral omdat ons uit literatuur gezien als variaties op dezelfde thema s de besproken literatuur niet duidelijk wordt hoe wanneer bijvoorbeeld de hollandsche spectator de relatie tussen het historische en de eigen we van justus van effen wordt behandeld zo dat al reld van leerlingen gezien moet worden deze re gebeu rt wordt de burgervrijage van kobus en latie zou juist in het brandpunt moeten staan bij agnietje met het algemeen menselijke thema lessen in dit vakonderdeel als wam de moor liefde aan de orde gesteld deze tekst wordt dan stelt dat het bij letterkunde onderwijs moet gaan binnen de actualiseringsopvatt ing gebruikt als uit om communicatieve votming in moer 1980 3 gangspunt voor een klassegesprek over eigen erva p 7 dan zouden wij daartegenover de nadruk ringen de leerling moet zich bijvoorbeeld ver willen leggen op de historisch sociologische vor plaatsen in de rollen van kobus of agnietje en ming van leerlingen uit het vervolg zal blijken zich afvragen hoe hij of zij zou reageren en han wat wij hieronder verstaan delen in een dergelijke situatie de tekst functio neert dus als sta rt voor een gesprek over ervarin kritiek op actualiserin g gen en meningen van leerlingen terwijl het histo risch functioneren van de tekst naar de achter actualisering veronderstelt bij historische teksten grond verdwijnt wie de moeite neemt een blik in aanknopingspunten met de leefwereld van de de hollandsche spectator te werpen een kennis 4 making daarmee wordt nu vergemakkelijkt door historische mogelijk door de aanwezig veronder de facsimile uitgave van de eerste jaargang die als stelde algemeen menselijke constanten daarbij nummer 3 in de serie fell is verschenen weet gaat men dan uit van een mogelijke gelijkenis in dat de burgervrijage in het geheel niet typerend is ervaring tussen toen en nu men ontdoet de histo voor dit blad de ho andsche spectator ken rische teksten van hun historiciteit door datgene merkt zich door reageren op en becommentarie te benadrukken waardoor hun historiciteit ont ren van de achttiende eeuwse actuele problema kend wordt het algemeen menselijke tiek die traditioneel in de literatuurschoolboe benjamin beschrijft geschiedenis niet in termen ken wordt verzwegen omdat men haar niet meer van continuiteit en continuum de geschiedenis actueel vindt dat juist deze gedateerde proble wordt door hem niet beschouwd als een homo matiek de blik op het historische van de historie gene zeit die heden en verleden met elkaar ver in stand houdt wordt aldus vergeten en wegge bindt je zou kunnen zeggen doordenkend op de moffeld via de accentuering van een niet kenmer stellingen van benjamin dat verleden en heden kende bijdrage van van effen waarin men door breuken van elkaar worden gescheiden de eeuwige thema s meent te herkennen histori ze breuken maken het onmogelijk historische sche teksten gepresenteerd met nadruk op eeu teksten te begrijpen op bas i s van een continuum wige thema s dreigen het eff ect te weeg te bren van het algemeen menselijke gen dat het historische van die teksten wordt ver we gaan zo uitvoerig in op de actualiseringsopvat geten ting omdat we problemen zien voor de effecten van deze opvatting in het onderwijs leerlingen pleidooi voor het historische van de histori e wordt namelijk binnen deze opvatting geleerd hun eigen ervaringen als onhistorisch te zien hun hierboven hebben we aangegeven dat de actuali wordt aangeleerd dat ervaringen van alle tijden seringsopvatting stoelt op een specifieke mening zijn een constante en dus in principe onveran over geschiedenis geschiedenis zou een conti derbaar hierop doelt mevrouw f wanneer zij in nuum zijn binnen deze visie veronderstelt men lesstof 4 in moer 1984 4 p 51 stelt dat men in de geschiedenis een constante aanwezig het al niet uit moet gaan van de ervaringen van leerlin gemeen menselijke dat verbindt ons met het ver gen bij het onderwijs maar dat men de organisa leden liefde dood zonde eenzaamheid etc de tie van die ervaringen in het brandpunt van de ze constanten zouden zich in alle periodes van lessen moet zett en ervaringen zijn geen verwor de geschiedenis en in ieder mensenleven manifes venheden die leerlingen zelf organiseren maar teren op basis hiervan meent men dat histo zijn grotendeels effecten van maatschappelijke rische teksten begrijpelijk zijn in ueber den be structuren waarbinnen leerlingen functioneren griffder geschichte beter bekend als geschichts juist hoe die effecten georganiseerd zijn is gebon philosophische thesen heeft walter benjamin den aan bepaalde van tijd tot tijd en van groep kritiek uitgeoefend op deze visie benjamin kriti tot groep veranderende maatschappelijke om seert in deze in de vorm van stellingen gepresen standigheden ervaringen zijn historisch door teerde tekst de mening dat het verleden in een denkend voor literatuuronderwijs betekent dit rechte lijn continuum verbonden zou zijn met dat men bij het hanteren van historische teksten het heden hij stelt de illusie aan de kaak dat het het historische de historiciteit van die teksten verleden voor ons direct toegankelijk is deze moet benadrukken en wel die aspecten die het illusie ligt volgens ons wel besloten in de hierbo historische van de teksten uitmaken het geda ven beschreven actualiseringsopvatting benjamin teerde het niet meer actuele dat wat niet direct kritiseert de opvatting dat uitgaande van de ei met de eigentijdse ervaring kan worden begrepen gen levenservaring kunstwerken uit het verleden het verleden moet niet dichterbij gehaald maar begrepen kunnen worden binnen de actualise getoond als veraf ringsopvatting zoals wij die menen te constate bij actualisering gaat men er van uit dat het verle ren in de bovengenoemde artikelen waart het den in feite actueel dichtbij is bredero s kroeg spook van de directe toegankelijkheid wel rond liederen zijn al bijna een levenslied mariken van in deze artikelen waarin men pleit voor wat wij nieumeghen en reclame vallen beide onder het actualisering noemen bagatelliseert men de af thema verleiding multatuli heet voo rtaan stand tot het historische men acht begrip van het brandt corstius 5 wij menen het zal duidelijk zijn dat de ac een lesvoorbeeld tualiseringsopvatting voor onderwijs in histo rische teksten niet adequaat is behandeling van met dit voorbeeld willen we schetsen hoe we een historische teksten moet het historische van die historisch sociologische vorming in de praktijk teksten benadrukken en niet de onhistorische al van het literatuuronderwijs zien als voorbeeld gemeen menselijke constanten historische tek kiezen we floris ende blancefloer dat bekende sten zouden beter niet gebruikt kunnen worden middeleeuwse literaire werk wordt door zijn voor de communicatieve vorming van leerlingen tekstbezorger j j mak omschreven als de ze kunnen ons inziens beter gebruikt worden in boodschap van de soevereiniteit der liefde be de lessen als basis van een historisch sociologische trekkelijk nieuw in s dichters tijd is zoals ze hier vorming dat wil zeggen als middel om het histo wordt gebracht eigenlijk nooit verouderd nooit rische van ervaringen te leren inzien de nadruk achterhaald mak inleiding p 14 15 en even moet binnen onze opvatting gelegd worden op de verder stelt mak in navolging van leendertz dat breuken die het historische van het verleden be een goed deel van de verdiensten van floris ende nadrukken we wijzen in dit verband op lessto f b ancef oer schuilt in het oorspronkelijke ver 1 in moer 1984 4 p 51 waarin mevrouw f haal uitsluitend gebouwd als dit is op het oer directrice van de school er op aandringt dat lera menselijke thema van de liefde mak inleiding ren hun leerlingen moeten teren wat het werke p 18 we treffen hier in de inleiding van mak lijk betekent wanneer de wereld verandert de nadruk op het algemeen menselijke op het we kunnen hier op dit moment onze visie niet eeuwige of het oer menselijke aan deze visie presenteren in een uitgewerkt leerplan we heb bepaalt de visie op floris ende blancefloer en ver ben een mentaliteit willen schetsen die volgens ondersteld wordt dat vanuit het standpunt van ons vruchtbaar zou kunnen zijn voor de discussie het algemeen menselijke thema liefde het verhaal over onderwijs in historische teksten we willen begrepen kan worden bekijkt men het verhaal met onze bijdrage een tegenwicht bieden tegen vanuit dit standpunt dan is het waar dat floris de effecten van actualisering vertaald naar de ende 8 ancef oer een sentimenteel en vooral lang lespraktijk zou onze voorgestelde mentaliteit bij dradig en vervelend verhaaltje is dat aan middel voorbeeld betekenen dat het lezen en analyseren bare scholieren zo niet te verkopen is en dat van historische teksten een hoofdbezigheid moet terwijl floris ende blancefloer toch een uiterma zijn binnen het vakonderdeel historische letter te boeiend verhaal is mits men het maar in zijn kunde aansluitend bij schut i n moer 1981 6 middeleeuwse kaders beschouwt en de liefde in p 33 menen we dat leerlingen bij het werken het verhaal niet als iets algemeen menselijks op met historische teksten ook over het commentaar vat maar als een liefde die voorgesteld wordt en van de filoloog moeten beschikken de bibliogra begrijpelijk is binnen de middeleeuwse voorstel fieen van de uitgaven van pleij grootes en stou ling van de liefde een historisch sociologische le ten noemen een aantal ook voor leerlingen toe zing begint vanuit dit uitgangspunt en zij begint gankelijke tekstedities leraren die terugschrik bij een probleem ken voor de moeilijkheidsgraad van deze edities als beginsituatie gaan we ervan uit dat de leerlin voor de leerlingen uit hun onderwijsgebied zou gen het verhaal kennen ze moeten voor de les den deze edities voor hun gebr uik moeten ver het verhaal voorbereiden aan de hand van een werken en aanpassen de leerkracht zal overi stencil waarop de inhoud van het verhaal wordt gens zelf ook lesmateriaal moeten samenstellen weergegeven men kan als men dit verkiest ook omdat veel lesstof in dit vakonderdeel zoals wij de middeleeuwse tekst met annotaties laten le het zien niet kant en klaar in literatuuronde r zen of de navertelling van alberdingk thijm in wijsboeken wordt aangeboden hieronder volgt karolingische verhalen ter verduidelijking een lesvoorbeeld waarbij het als probleem in floris ende b ancefloer stellen ons gaat om een mentaliteit waarbinnen histori we wat de moderne lezer als ongeloofwaardig in sche teksten niet direct spontaan met heden het verhaal voorkomt de beide moeders zijn op daagse ervaringen worden verbonden dezelfde dag zwanger geworden en de kinderen worden op dezelfde dag geboren vs 224 245 1136 e v en nog gekker de kinderen lijken erg op elkaar beide zijn even mooi vs 285 292 6 328 329 ze hebben alle twee een witte huut die we nog kunnen invoelen maar als een histo vs 3031 3600 hoe kan het dat twee kinderen risch bepaald zeer specifiek stelsel van opvattin de een van een franse slavin de ander van een gen over menselijk gedrag spaans koningsechtpaar zoveel op elkaar lijken en dat ze zoveel van elkaar houden is die grote besluit gelijkenis niet overdreven en ongeloofwaardig het verhaal laat niet na die gelijkenis steeds te be de door ons besproken auteu rs in moer verdedi nadrukken floris op zoek naar blancefloer gen de actualiseringsopva tt ing met een beroep op doet meerdere steden aan waar hij overnacht en de vermeende verhoging van de leermotivatie van steeds begint een waard of waardin over de gelij leerlingen leerlingen zouden eerder bereid zijn kenis met blancefloer vergelijk vs 1669 1687 zich bezig te houden met historische teksten 1879 1891 1987 2000 2264 2330 deze frag wanneer die met hun eigen ervaring verbonden menten of een bijvoorbeeld vs 2264 2330 zouden worden eerlijk gezegd twijfelen we daar worden aan de leerlingen aangeboden de leerlin aan het is veel interessanter om je bezig te hou gen wordt gevraagd een oplossing te bedenken den met gebeu rt enissen verhalen en ervaringen voor het probleem hoe het mogelijk is dat de die contrasteren met die van nu de actualise twee geliefden zoveel op elkaar lijken daarvoor ringsopvatting produceert zoals gezegd bij leer krijgen de leerlingen behalve fragmenten uit flo lingen het effect dat ervaringen eeuwig constant ris ende blancefloer ook een fragment uit van en onveranderbaar zijn der feesten een proper dinc en wel vs 445 496 in het bovenstaande hebben we een mentaliteit dit fragment uit een dialoog over de minne be verdedigd ten opzichte van het vakonderdeel his handelt de temperamentenleer volgens de tem torische letterkunde we hebben gepleit voor his peramentenleer lijken mensen met hetzelfde tem torisch sociologische vorm i ng i n plaats van com perament op elkaar en houden ze van elkaar het municatieve vorming bij dit onderdeel de na probleem in de ene tekst moeten de leerlingen druk zou daarbij gelegd moeten worden op het met behulp van gegevens uit een andere contem histor i sche van historische teksten en niet op de poraine tekst oplossen dit lijkt ons een goede mogelijke actualiserende aanknopingspunten en creatieve leeractiviteit welke door de leerlin onze voorgestelde mentaliteit die wij aan benja gen binnen de les eventueel in groepjes verricht min ontlenen vinden we impliciet dat wil zeggen wordt in onze les wordt de liefde tussen floris niet uitgebreid gethematiseerd verantwoord en en blancefloer besproken vanuit de temperamen niet altijd even sterk terug in de hie rboven ge tenleer het blijkt dan dat de liefde van floris en noemde uitgaven het bulkboek en de boekjes blancefloer niet begrepen kan worden uit noties van pleij grootes en stouten niet ieder boekje als oer menselijk of eeuwig floris en blance toont zich in even grote mate een deelgenoot van floer houden van elkaar en lijken zoveel in uiter onze mentalite it met name in het bulkboek lijk op elkaar omdat ze innerlijk identiek zijn ze staan bijdragen die actualiserend zijn de uitga hebben hetzelfde temperament of complexje ven uit de serie literatuur lijken ons meestal zoals ze in de middeleeuwen zeiden consequent in het benadrukken van h istorisch be het doel van deze les is inzicht te geven in het paalde kaders die van de huidige versch i llen de feit dat wat zogenaamd eeuwig en algemeen ze drie uitgaven geven voor leerl ingen en voor menselijk lijkt dat niet is maar alleen begrepen een breder geinteresseerd publiek tevens een blik kan worden binnen een kader waarin opvattingen op de huidige stand van onderzoek naar histo over liefde circuleren die volledig verschillen van rische teksten de onze de liefde van floris en blancefloer en jammer aan de uitgaven is dat ze geen uitgebrei hun sterke gelijkenis is met algemeen menselijke de prakt ijkvoorbeelden geven van het lezen van noties niet te vatten vanuit de middeleeuwse en omgaan met historische teksten aan de ande temperamentenleer wel in deze les houden we re kant is het een uitdaging voor de leerkracht en de afstand tot het historische in stand we halen zijn klas om zelf te stuiten op de contrasten en floris ende blancefloer niet naar het heden toe breuken met het verleden al lezend en verkla maar laten het zien als een tekst die functioneert rend zouden leerling en leerkracht zich bewust binnen historische kaders we laten in deze les moeten worden van deze contrasten en breuken liefde niet zien als een vanzelfsprekende ervaring met de historie want juist daarin vonkt de h i sto rische kennis 7 noo t lei d e n 1984 pleij h het literaire leven in de middeleeuwen leiden voor h aar s timu lere nd e k rit ie k op een eerd ere versie van 1984 dit arti k el zij n we veel dank versch uldig d aa n e lly stouten j verlichting in de letteren leiden 1984 st raatman w ij zijn ec hter alleen verantwo o rdelij k vo o r vensters naar vroeger eenentwintig schoolvakken in eventuele fo uten middel eeuws pe rspectief samengesteld door een groep van utrechtse neerla n dici amsterdam 1984 bulkboek literatuur jaa rgang 13 nr 143 benja min w ueber den begriff der geschichte in w de histori s che literaire tek s ten waaraan a andacht wordt benjamin gesammelte schriften band 1 2 p 691 704 ge s chonken zijn frankfu rt am main 1980 1974 floris ende blancefloer uitgegeven met een inleiding en bohncke g j olie h stobbe geletterd weerbe aantekeningen doo r j j mak s gravenhalt e 1980 vier richt in moer 1980 3 p 15 2 4 de dru k ern e g zo werken met oudere teksten dat er we r kelij k de hollandsche spectator ui tg ege ven door p j bui j n iets aan is met voorinformatie van s ten brinke in sters deventer 1984 dit is deel 3 uit d e serie fell moer 1973 1974 p 237 243 facsimi l e editi es d er la ge lande n die u itgegeven h art c t lesstof 1 t m 4 i n moer 1984 4 p 51 wo rdt doo r uitgever ij sub ro sa te deventer kalbfleisch w w mooijman literatuur verslag van van der feesten een proper dinc t e mperamentvolle het von congres 1979 in moer 1979 4 p 42 50 vriendsch ap tussen ho f e n h e mel tekstuitgave en inter kruithof j het oog van de meester drie essays over li p re tati e door h vekeman nijmegen 1981 dit i s deel 3 teratuur op school s gravenhalte 1979 uit de serie tekst en tijd een serie voor tekstedities en lakwijk h t rensman de reien van 5 havo in of studies op het ge bied va n historische letterkunde die moer 1975 1976 p 307 324 uitgeg even wordt door uitgever ij alfa te nijmegen moor w de ove ra l kloven h i er e n daar een vlond er niet genoemd m aa r het wa a rd om verm e ld t e worden is in moer 1980 3 p 2 1 4 eyn corte decleringhe deser spere een tek s tedit i e van schut b een visie op literatuuronderwijs en een leer een tek st met betrekkin g tot het middeleeuwse wereld planmodel voor literatuu ro nderwijs in moer 1981 6 p beeld h i e r in wordt een aanzet gegeven die ons gei n s pi 24 35 reerd heeft om floris ende blancefloer te beschouwen vanuit de tempera mente nleer de e dit i e is uitgegeven de in het a rt ikel ko rt besp ro ken nieuwe ui tgaven voor door utrechtse neerlandici u t recht 1983 als n r xv in historisch letterkunde onderwijs zijn de se r ie ruygh bewerp d e ed itie is te b este ll en bij groote s e k het literaire leven in de zeventiende eeuw het in st ituut de vooys va n de rijksuniversiteit utrecht o
Gerelateerd:
- Fictie in de basisvorming, een leerplan
- Een spiegelcurriculum voor communicatief taalonderwijs: een veldaanvraag nader beschouwd
- Verscheidenheid in eenheid en eenheid verscheidenheid. Twaalf docenten Nederlands over hun literatuuronderwijs in de bovenbouw van havo en vwo.
- Het afleiden van woordbetekenissen uit context: een poging deze vaardigheden te trainen.