Documenten
truus van den heuvel wil van der veur onderzoek naar lezen en leesonderwijs in een 4 vwo klas 1 inleiding vanaf 1980 wordt in de afdeling nederlands van het pdi voor de lerarenopleiding te utrecht onderzoek verricht 1 naar het opti maliseren van het onderwijs in het omgaan met teksten 2 in het voortgezet onderwijs sinds enige tijd wordt er bij dit onderzoek samengewerkt met andere afdelingen van het pdi aan optimaliseren gaat het een en ander vooraf het is onder ande re nodig te weten hoe het onderwijs en de beginsituatie van de leerlingen die eraan deelnemen is onze probleemstelling hebben we gericht op deze vragen vooraf we wilden meer te weten komen over het lezen van leerlingen bij het voortgezet onderwijs en het leesonderwijs dat ze ontvangen als een eerste orientatie ten aanzien van deze probleemstelling hebben we een case study gedaan deze had tot doel een beeld te krijgen van het lezen en het leesonderwijs van een bepaalde klas geplaatst binnen de context van de school omdat het hier een eerste orientatie betrof was het vinden van een weg om tot een dergelijk beeld te komen wel zo belangrijk als het krijgen van het beeld zelf het veldwerk van de case study vond in de periode maart 1981 tot en met juli 1982 plaats in een 4 vwo klas het onderzoek omvatte drie samenhangende deelonderzoeken die bij dezelfde case zijn verricht 1 een onderzoek naar het leesonderwijs van de betreffende klas 2 een onderzoek naar de schoolcontext 3 een onderzoek naar het lezen van de leerlingen in dit eerste artikel wordt gerapporteerd over deelonderzoek 1 in een volgend nummer van spiegel rapporteren we over de deelon derzoeken 2 en 3 dan worden ook de resultaten van de drie deelon derzoeken met elkaar in verband gebracht en worden conclusies ten aanzien van het geheel getrokken 33 spiegel 1 1983 nr 3 33 56 2 deelonderzoek 1 het leesonderwijs van de onderzochte klas 2 1 globale opzet in relatie gebracht met de globale opzet van een vergelijkbaar engels onderzoek het doel van dit onderzoek was na te gaan wat het karakter van het leesonderwijs aan de onderzochte klas was zoals dat plaats vond bij die lessen waarin lezen waarschijnlijk een belangrijke rol speelt door ook andere leraren dan de leraar nederlands in dit deelonderzoek te betrekken brengen wij tot uitdrukking dat volgens ons leraren in veel vakken een bijdrage kunnen leveren aan de taalontwikkeling van de leerling daarmee sluiten we aan bij ideeen die vanaf de oprichting in de von leven zie bonset en sturm 1980 en die in het bullock report zie des 1975 krachtig verdedigd worden de dataverzamelingstechnieken die we gebruikten waren de volgende interview met de leraar nederlands over doelen en programma van diens leesonderwijs in de betreffende klas observatie door telkens twee observatoren die elk werkten met een bandrecorder aanvankelijk zonder geprecodeerde obser vatiecategorieen later met lijsten met voorgedrukte aandachts punten voorleggen van de resultaten aan leraren en leerlingen waarbij gebruik gemaakt werd van vragenlijsten individuele interviews en groepsbesprekingen nadat we het veldwerk van het onderzoek verricht hadden en we de observatiegegevens verwerkt hadden stuitten we op lunzer en gardner 1981 een voor ons onderzoek belangrijk werk zij rappor teren over het schools council project the effective use of reading 1973 1976 in dat project werd een uitvoerig deelonder zoek verricht naar lezen in de klas dit deelonderzoek vertoont belangrijke overeenkomsten met ons eerste deelonderzoek het ging om lezen er werd gebruik gemaakt van observatie er werd niet alleen bij de moedertaalleraar geob serveerd maar ook bij andere leraren er waren ook belangrijke verschillen nog afgezien van de verschillen in pretentie het schools council observatie onderzoek was puur kwantitatief en werd op een groot aantal scholen in een groot aantal klassen uitgevoerd ons observatie onderzoek was kwalitatief en werd op een school en in een klas uitgevoerd was het schools council onderzoek een nederlands onderzoek geweest dan hadden de resultaten een prima kwantitatieve achtergrond geboden waartegen we de kwalitatieve gegevens van ons onderzoek hadden kunnen afzetten nu er sprake is van engelse gegevens heeft het met elkaar in verband brengen van beide onderzoeken zeker nog zin alleen moeten we iets specu latiever zijn over de betekenis van overeenkomsten en verschillen hieronder worden eerst de opzet en resultaten van het engelse ob servatie onderzoek beschreven paragraaf 2 2 daarna beschrijven we de opzet en resultaten van ons onderzoek paragraaf 2 3 ver 34 volgens vergelijken we de resultaten paragraaf 2 4 tenslotte wordt de vraag behandeld wat een en ander voor vervolgonderzoek dient te betekenen 2 5 2 2 het engelse onderzoek doelstelling omdat men weinig informatie had omtrent de leestaken die een leer ling in feite gedurende een schooldag onderneemt zette men een grootschalig observatie onderzoek op waarin de volgende vragen centraal stonden hoeveel leest een leerling hoe past dat lezen in de context van andere activiteiten wat is het relatieve belang van lezen in de verschillende leer plangebieden observatie instrument om deze vragen te beantwoorden ontwikkelde men een eigen observa tie instrument de rbi reading behaviour inventory en oefen de ermee tot er een hoge mate van overeenstemming was tussen de diverse observatoren in de rbi wordt als een conventie die een betrouwbare dataverzameling mogelijk moet maken lezen gedefi nieerd als het fixeren van een geschreven of gedrukte bron met de rbi werd de geobserveerde les als volgt in kaart gebracht er werd vastgelegd hoe het werk in de klas georganiseerd was individueel werken werken in kleine groepen allemaal het zelfde doen per minuut werd geregistreerd welke van een aantal tevoren om schreven activiteiten voorkwamen bij een leerling en bij de leraar de activiteiten waren als volgt omschreven de leerling a administreren en regelen b wachten op aandacht c niet betrokken zijn d luisteren e observeren f praktisch be zig zijn g discussieren met de leraar h discussieren met een leerling i overdenken j schrijven hoeveel k le zen hoeveel 1 rekenen de leraar a administreren en regelen b toezicht houden c plenair informatie geven d discussieren e individueel begeleiden f lezen g schrijven per minuut werd op een vierpuntsschaal geregistreerd gedurende een hoe groot gedeelte van de minuut er gelezen werd 1 15 sec 16 30 sec 31 45 sec 46 60 sec en in welk soort tekst deze registratie was bedoeld als operationalisering van het zogenaamd short burst vervus het continuous reading als een leerling een groot deel van zijn leestijd steeds gedurende de hele geobserveerde minuut leest dan kan men aannemen dat hij zonder onderbreking een langere passage leest continuous reading 35 de differentiatie van het lezen naar tekstsoort telde zes ca tegorieen respectievelijk leerboek naslagwerk bibliotheek boek oefenboek bord ander gedrukt materiaal eveneens op een vierpuntsschaal werd vastgelegd hoeveel er ge schreven werd en aan welke van de vier onderscheiden schrijf taken overschrijven notities bij een naslagwerk maken voor zichzelf schrijven antwoorden noteren opzet selectie van scholen bij de observatie stonden geselecteerde scholen voor voortgezet onderwijs centraal het voortgezet onderwijs begint in engeland een jaar eerder dan in nederland vier hoofdonderdelen van het leerplan werden onderscheiden engels wiskunde natuurweten schappen sociale vakken om het noodzakelijke vergelijkingsma teriaal te krijgen deed men gelijksoortige observaties in de toe leverende basisscholen nadelen van deze aanpak waren dat de ba sisscholen mogelijk een minder representatieve steekproef vormden dan de speciaal op representativiteit geselecteerde scholen voor voortgezet onderwijs en dat door de observatie van lesuren en vakken de basisscholen een onnatuurlijk stramien opgedrukt kre gen om deze bezwaren te ondervangen werd bovendien in een nieuwe speciaal geselecteerde groep basisscholen geobserveerd gedurende de hele schooldag het hoofdobservatieonderzoek dus het gedeelte waarbij de extra basisscholen nog niet betrokken waren vond plaats in zestien scholen in nottinghamshire en derbyshire zeven scholen voor voortgezet onderwijs er waren er acht benaderd en negen toe leverende basisscholen er waren er tien benaderd de scholen voor voortgezet onderwijs waren vier scholen die als comprehensive schools een soort middenschool gebouwd waren een comprehensive school die recentelijk nog grammar school een soort avo vwo school was een gemengde grammar school en een secondary modern school een soort brede scholengemeen schap voor meisjes de basisscholen waren door de betreffende scholen voor voortgezet onderwijs genoemd als hun grootste toe leveringsscholen gedurende de observatieperiode werden de lessen van honderd lera ren geobserveerd en er was maar een leraar die in geen van zijn lessen geobserveerd wilde worden opzet de populatie de observaties werden uitgevoerd in de hoogste klassen van de ba sisschool de eerste klassen van het voortgezet onderwijs 3 en de vierde klassen van het voortgezet onderwijs 3 de geobserveerde leerlingen waren volgens hun docenten leerlin gen met een middelmatige of meer dan middelmatige leesvaardigheid het verzamelen van de data tussen september 1974 en april 1975 verzamelde een team van vier 36 personen data over 202 zittingen die voor het merendeel blokuren waren de totale tijd bedroeg 9990 minuten die redelijk gelijk verdeeld was over elke jaargroep en elk leerplangebied de resultaten in het verband met ons onderzoek is vooral van belang wat er voor de vierde klas voortgezet onderwijs gevonden werd we geven hier onder drie tabellen tabel a het percentage leraarstijd dat in de vierde klas voort gezet onderwijs besteed wordt aan verschillende activi teiten admin toe info disc ind lezen schrijven zicht begel engels 14 16 11 22 19 19 2 wisk 13 14 17 15 35 2 8 natuurw 13 9 37 14 23 2 8 soc vak 18 17 23 17 13 8 3 alle les 15 14 23 17 22 tabel b het percentage leerlingentijd dat in de vierde klas voortgezet onderwijs besteed wordt aan verschillende activiteiten v a q ro p q v y o o q a o 1 iv engels 14 42 5 0 3 5 13 29 0 wisk 17 18 7 5 3 10 11 8 23 natuurw 10 31 8 11 4 7 20 10 3 soc vak 11 24 3 9 4 8 21 16 0 alle les 13 29 8 17 15 37 tabel c patronen van leescontinuiteit voor de vierde klas voortgezet onderwijs voor elk leerplangebied gepre senteerd als een percentage van de totale leestijd die voor lezen in de vierde klas voortgezet onderwijs werd genoteerd type 1 type 2 type 3 type 4 engels 34 25 14 27 wiskunde 72 24 4 0 natuurw 57 36 4 3 soc vak 44 42 9 5 type 1 totale duur van het lezen gedurende de observatie interval van een minuut was 1 15 seconden type 2 totale duur van het lezen gedurende de observatie interval van een minuut was 16 30 seconden type 3 totale duur van het lezen gedurende de observatie interval van een minuut was 46 60 seconden type 4 totale duur van het lezen gedurende de observatie interval van een minuut was 46 60 seconden dus alleen type 4 vertegenwoordigt continu lezen het gedeelte uit hoofdstuk 11 suramary and conclusions dat lunzer en gardner wijden aan het observatie onderzoek vertalen we hierna in zijn geheel daarna gaan we nog nader in op een aan tal gegevens die met name op de vierde klas voortgezet onderwijs betrekking hebben dit onderzoeksgedeelte was ontwikkeld om gegevens te verkrijgen omtrent activiteiten in de klas in die leerplangebieden waarvan verwacht mag worden dat lezen om te leren er een belangrijke rol speelt het was de bedoeling dat dergelijke gegevens enige objec tieve bewijskracht zouden hebben aangaande de huidige praktijk van het onderwijs in de klas een belangrijke bevinding was dat er duidelijke verschillen in lespatroon waren tussen de hoogste klassen van het basisonderwijs en de eerste klassen van het voortgezet onderwijs symptomatisch voor deze verschillen waren 1 een afname van de individuele begeleiding en een toename van informatie door de leraar in de eerste klas van het voortgezet onderwijs 2 een significante toename van de tijd die leerlingen aan luiste ren besteden in de eerste klas van het voortgezet onderwijs 3 een markante toename van het gebruik van leerboeken in alle vakken behalve wiskunde in de eerste klas van het voortgezet onderwijs 38 omdat dergelijke verschillen niet onverwacht optraden waren we in staat aan te geven in hoeverre het gebruik van taal in de klas verandert bij de overgang van het basisonderwijs naar het voort gezet onderwijs kortweg zijn lezen schrijven en luisteren ta melijk gelijk verdeeld op de basisschool maar bij het voortgezet onderwijs overweegt luisteren dit kan op zich niet als een direct bewijs voor discontinuiteit in het leesproces beschouwd worden maar het biedt wel een onder bouwing voor de aanbevelingen van het bullock report dat er een grotere mate van samenwerking dient te zijn tussen de basisscholen en de scholen voor het voortgezet onderwijs voor het moment lijkt het duidelijk dat er ruime verschillen zijn zowel in onderwijs stijlen als in het gebruik dat gemaakt wordt van geschreven tek sten bovendien ligt het voor de hand dat lezen gemakkelijk een erg on dergeschikte rol krijgt waar informatie door de leraar het be langrijkste onderwijsmiddel is onze observaties lieten met zeker heid zien dat een leerling in de basisschool meer gelegenheid heeft tot lezen voor zichzelf dan zijn collega leerling in het voortgezet onderwijs lezen zal dus vermoedelijk in de eerste ja ren van het voortgezet onderwijs door de leerling niet gezien wor den als iets dat een belangrijke rol speelt en dit zal wel zijn consequenties hebben voor zijn bereidheid om te reflecteren over wat hij leest 4 het lijkt daarom mogelijk dat terwijl de leerling met een geringe leesvaardigheid zich steeds meer bewust wordt van zijn onvermogen de middelmatige en meer dan middelmatige leerling minder het nut van zijn lezen inziet en het lezen een minder belangrijke plaats toewijst lezen voor huiswerk wordt op die manier een ge makkelijke klus geen uitdaging het voorkomen van het zogenaamde short burst lezen in de klas was een ander belangrijk onderzoeksresultaat en enkele implicaties ervan zijn al besproken 5 in het verband van dit betoog dient echter nog met een aantal extra punten rekening gehouden te wor den ten eerste het feit dat meer dan 50 procent van al het lezen bij alle vakken maar 1 tot 15 seconden duurt is een duidelijke aanwijzing voor de mate waarin geschreven teksten gebruikt worden om het gedrag in de klas te sturen leerlingen lezen een serie instructies in een studieboek van het bord of van een opdrach tenkaart en gaan dan aan het werk dit is waarschijnlijk het be langrijkste doel van lezen in veel schoolklassen gedurende veel lessen ten tweede wat ook het doel van het zogenaamde short burst lezen is het is moeilijk te verdedigen dat het zo n aan zienlijk deel van het lezen in de klas in beslag moet nemen in dien de ontwikkeling van het lezen een serieuze doelstelling is het lijkt er daarom op dat het patroon van veel bestaande lessen weinig gelegenheid biedt voor het verbeteren van lezen om te leren leraren geven hun onderwijs zodanig vorm dat leerlingen informa tie krijgen processen toepassen en problemen oplossen we gelo 39 ven dat we hebben kunnen aantonen dat het gedrukte woord als een stimulans gebruikt kan worden voor reflecterend en kritisch denken hoofdstuk 9 leerlingen kunnen leren om het materiaal te benade ren als ondervragers en discussianten in plaats van als passieve ontvangers van informatie lezen om te leren wordt dan een conver satie met de tekst waarin de student zijn eigen vragen stelt de antwoorden vindt en zijn eigen commentaar geeft maar zo n benade ring ontstaat niet gemakkelijk zij moet aangeleerd worden via begeleide ervaring en oefening de mate waarin een leerling die benadering verworven heeft in die mate heeft hij kan men wel stellen geleerd hoe hij moet leren en dit is wel degelijk een waardevollere verworvenheid dan pure feitelijke kennis om een metafoor vanuit de economie te gebruiken leesonderwijs is een hoogst belangrijke investering die het opofferen van enige con sumptiegoederen waard is tot zover dit lange vertaalde citaat voor nadere gegevens om trent de vierde klas voortgezet onderwijs verwijzen wij naar de tabellen a b en c en naar de volgende mede aan deze tabellen ont leende gegevens de belangrijkste taalactiviteiten in de vierde klas zijn luis teren 29 schrijven 17 en lezen 15 over de aard van het lezen werd in de samenvatting hiervoor al opgemerkt dat een groot gedeelte van de leestijd gebruikt wordt voor het zogenaamde short burst reading even gauw iets lezen om te weten wat je doen moet en dat er voor continu le zen een voorwaarde voor het aangaan van een dialoog met de tekst weinig plaats is tabel a laat de volgende cijfers voor continu lezen in de vier de klas voortgezet onderwijs zien engels 27 wiskunde 0 na tuurwetenschappen 3 en sociale vakken 5 over de cijfers voor engels en sociale vakken wordt op pagina 121 opgemerkt dat ze geflatteerd zijn in het voortgezet onder wijs komt het vooral bij deze vakken veel voor dat iemand de leraar bijvoorbeeld zie tabel b hardop voorleest en dat de rest van de klas dan in de eigen tekst meeleest dit is dan weliswaar continu lezen maar waarschijnlijk niet reflecterend 2 3 ons onderzoek naar het leesonderwijs 6 doelstelling in par 2 1 gaven wij aan geinteresseerd te zijn in de vraag naar het karakter van het leesonderwijs bij de diverse vakken deze vraag werkten wij uit in drie subvragen 1 wat doen de geobserveerde leraren om hun leerlingen in die klas te leren lezen 2 wat doen de geobserveerde leraren met betrekking tot de doelen die de leraar nederlands in een interview noemt als zijnde be langrijk voor zijn leeslessen in de onderzochte klas 40 3 wat gebeurt er in de betreffende les met betrekking tot het in de didactiek van het nederlands belangrijke principe van de normale functionaliteit uit deze uitwerking blijkt dat wij de problematiek primair vanuit het vak nederlands benaderden de overige leraren interviewden wij tevoren niet naar belangrijke principes in de andere vakdi dactieken zijn wij niet op zoek gegaan technieken van data verzamelen de leraar nederlands werd tweemaal geinterviewd volgens een metho de die sterke trekken van het vrije attitude interview had zie vrolijk e a 1978 maar waarbij de interviewer niet alleen gein teresseerd was in attitudes maar ook in feiten doel van het interview was zicht te krijgen op de doelen en het programma van het leesonderwijs van de leraar nederlands de startvraag van het eerste interview de leraar had zich hierop kunnen voorbereiden luidde kun je me zo duidelijk mogelijk een beeld geven van wat jij belangrijk vindt in je onderwijs en dan vooral toegespitst op onderwijs in lezen tijdens het tweede interview werden zaken die tijdens het eerste interview onduidelijk gebleven waren nader besproken de observatie werd een enkele les uitgezonderd telkens door twee observanten verricht 7 ze werkten in de eerste observatieweek elk met een cassetterecorder en schrijfmateriaal en zonder gepre codeerde observatiecategorieen de drie doelstellingsvragen zie hiervoor waren hun richtsnoer ze maakten daarnaast gebruik van de routine die ze in hun werk 8 hadden opgedaan met observatie tussen de eerste en tweede observatieweek werd als extra hulpmid del een formulier opgesteld waarop genoteerd kon worden bij welke tellerstand een bepaald trefwoord aan de orde was die trefwoorden stonden alle in verband met de drie observatievragen door de invoe ring van het formulier werd het karakter van de observatie niet wezenlijk veranderd het formulier was slechts bedoeld als hulp middel bij het uitwerken van de banden en niet als betrouwbaar instrument om tot een objectieve scoring van de lessen te komen hieronder wordt kort en schematisch weergegeven welke trefwoorden gebruikt werden en hoe ze zich tot de drie observatievragen ver houden 9 41 3 observatie 1 lezen 2 doelen 3 normale vragen neerlandicus functiona liteit trefwoorden lezen zelfstandigheid evaluatie eginsituatie differen tiatie interactie figuur 1 relatie observatievragen aandachtspunten de resultaten van de observaties werden aan de docenten voorge legd en in twee rondes werden ze erover geraadpleegd eerst ont ving elke docent de beschrijving plus karakterisering van een van zijn lessen voorafgegaan door een uiteenzetting over de observa tie en analyse aanpak hem haar werd in een tevoren geagendeerd gesprek antwoord gevraagd op de volgende vragen a in hoeverre herkent u de les die u gegeven heeft in beschrij ving en analyse en b is het voor de vervollediging van het beeld van uw onderwijs in de 4 vwo klas nodig dat meer lessen beschreven worden later ontving ieder een samenvatting van de acht beschrijvingen vergezeld van de volgende vragen 1 wat is uw belangrijkste reactie op de samenvatting 2 bent u het eens met de wijze waarop uw les vertegenwoordigd is in het eindverslag 3 als uw antwoord op de vorige vraag nee is wat is dan uw kri tiek 4 vindt u dat de conclusies die getrokken worden voldoende onder bouwd worden in de samenvatting 5 heeft u verder nog vragen of opmerkingen over deze vragen werd iedereen telefonisch geraadpleegd daarna vond een groepsgesprek plaats de resultaten werden ook aan de leerlingen voorgelegd voor hen werd een verkorte samenvattende beschrijving van acht lessen in 4 vwo a 11 geschreven met een daarbij behorende vragenlijst deze bestond uit vijf vragen waarin met een zevenpuntsschaal een oordeel werd gevraagd over de juistheid en representativiteit van de vijf onderdelen van de samenvatting daarbij werd telkens ook met een zevenpuntsschaal de zekerheid van het antwoord gepeild tenslotte was er ruimte voor toelichtingen bij de antwoorden de ex leerlingen van die klas werden voorzover mogelijk op school benaderd om deel te nemen aan een reactieronde veertien ex leer lingen waren bereid en in staat om te reageren de klas zelf had 42 29 leerlingen geteld het reactiepercentage van 50 had vooral te maken met het feit dat de consultatie aan het eind van het school jaar plaatsvond en dat de leerlingen inmiddels naar verschillende groepen waren uitgezwermd het consulteren vond plaats in zes zittingen met respectievelijk een vier drie drie een en twee leerlingen van ruim een half uur die zittingen waren als volgt opgezet lezen van de samenvat ting circa vijf minuten invullen van de vragenlijst circa twaalf minuten groepsgesprek circa vijftien minuten de selectie van school en klas in onze case study stond de vierde vwo klas van een regionaal christelijk lyceum in het oosten van het land centraal de keus viel op deze specifieke school omdat hij te bereizen was omdat we via een van onze schoolpracticumdocenten daar de medewerking van schoolleiding docenten en leerlingen konden verkrijgen en omdat deze schoolpracticumdocent voldeed aan onze criteria dat zijn onderwijs zonder al te grote problemen verliep en dat hij tijd en belangstelling voor het onderzoek had de overwegingen bij de klassekeuze waren liefst een klas in het avo vwo ons doelgebied waar de hetero geniteit relatief groot is brugklas en 4 havo komen dan sterk in aanmerking het gymnasium valt dan af liefst een klas waar de eindexamendruk niet groot is eindexa menklassen vallen af liefst een klas waarvan de leerlingen zonder al teveel proble men als proefpersoon kunnen worden gebruikt de brugklas wordt dan minder aantrekkelijk liefst een klas die in zijn totaliteit bij veel vakken aanwezig is 4 havo wordt dan minder aantrekkelijk in ieder geval een klas waaraan de gekozen leraar lesgeeft de vakken van de geobserveerde niet neerlandici zijn onder te brengen in de volgende vijf hoofdonderdelen van het leerplan nederlands moderne vreemde talen duits en engels maatschappij vakken economie en geschiedenis wiskunde en natuurwetenschappen biologie en scheikunde in totaal werden de lessen van acht le raren geobserveerd een negende leraar trok zich bij nader inzien terug na enige ervaring met de observatie de werving van de niet neerlandici vond via de neerlandicus plaats de eerste geobserveerde les in een bepaald vak was tevens de eerste ontmoeting tussen leraar en onderzoekers het verzamelen van de data de interviews met de leraar nederlands vonden gedurende tweemaal een uur plaats in februari 1981 in de eerste en laatste week van maart 1981 verzamelde een team van drie personen data over tweemaal zestien lessen de lessen van de leraar die zich terugtrok niet meegerekend alle lessen stonden in het rooster als lessen van vijftig minuten en duurden 43 ook ongeveer zo lang de data van acht lessen per docent een werden omgewerkt tot acht beschrijvingen en karakteriseringen van die lessen plus een samenvatting van die beschrijving de eerste ronde gesprekken waarin de docenten geraadpleegd werden over de observatieresultaten vond plaats in juli 1981 de tweede in mei juni 1982 het afsluitende gesprek met de betrokken docen ten vond in juli 1982 plaats tussen beide rondes werd van de af zonderlijke beschrijvingen een samenvattende beschrijving gemaakt dat kostte meer tijd dan we verwacht hadden en er was weinig tijd vandaar dat tussen beide gespreksrondes een jaar verstreken is het raadplegen van de leerlingen vond plaats in juni 1982 verwerking van de data het interview met de leraar nederlands werd uitgetypt er werd een samenvatting van gemaakt waaruit weer een serie doelen gedestil leerd werd die bij de observatie een rol zouden spelen dit alles werd ter goedkeuring aan de leraar nederlands voorgelegd het observatiemateriaal werd als volgt bewerkt van elke leraar werd een les gekozen die in de tweede observatieweek had plaatsge vonden en waarvan de observatoren meenden dat hij een goed beeld gaf van de lessen die zij gedurende twee weken in dat vak in 4 vwo a geobserveerd hadden van deze acht lessen werden er eerst drie in concept beschreven en gekarakteriseerd door elke observa tor een deze drie concepten werden in een bijeenkomst van de drie observatoren intensief doorgepraat uit dat gesprek resul teerden richtlijnen voor een herschrijving van de concepten en voor het beschrijven van de overige lessen de observator die bij alle lessen aanwezig was geweest bewerkte volgens deze richtlij nen de resterende vijf lessen in concept hij maakte daarbij ge bruik van de notities van de andere observatoren deze nieuwe vijf concepten werden nog eens doorgelezen en van commentaar voorzien de acht beschrijvingen en karateriseringen die zo ontstonden wa ren als volgt opgebouwd a titel vak datum uur b chronologische beschrijving van de les op twee of drie a 4 kantjes enkele regelafstand in die beschrijving wordt regel matig geciteerd maar er vindt ook tijdsverdichting plaats bijvoorbeeld hij tekent de grafiek en laat zien dat de gra fiek bevestigt wat hij berekend heeft ook lichte interpreta tie vindt plaats bijvoorbeeld de leraar ongeduldig of de leerling aarzelend in de kantlijn wordt steeds de tellerstand weergegeven c bespreking van de les op twee a drie a 4 kantjes algemeen en volgens de aandachtspunten van het observatieformulier d een korte beantwoording van de drie onderzoeksvragen bij d wordt terugverwezen naar c bij c naar b van de aldus ontstane acht lesbeschrijvingen en karakteriseringen werd een samenvatting van 18 pagina s plus bijlagen 12 gemaakt de telefonische reacties van de leraren op de verslagen en de 44 samenvatting werden schriftelijk vastgelegd en samengevat en waar nodig verwerkt hun mondeling commentaar tijdens de slotbijeenkomst werd op de band opgenomen en uitgewerkt de schriftelijke reacties van de leerlingen werden ingezameld en samengevat hun mondeling commentaar werd op de band opgenomen en uitgewerkt de resultaten bij de presentatie van de resultaten gaan we als volgt te werk we nemen hieronder het stuk over dat voor de leerlingen bedoeld was samenvattende beschrijving van acht lessen in 4 vwo a als bijlage daarbij zijn de doelen van de leraar nederlands opgenomen aan die beschrijving koppelen we het commentaar van de leerlingen tenslotte vatten we het commentaar samen dat de leraren tijdens hun tweede reactieronde op de uitgebreide samenvatting 18 pagi na s plus bijlagen gegeven hebben het commentaar uit de eerste reactieronde van de leraren waarin het per docent om een beschreven en gekarakteriseerde les ging is dan nog niet besproken we kunnen er kort over zijn er werd enige detailkritiek gegeven deze werd in de lesbeschrijvingen verwerkt het verdere commentaar kwam neer op de beschrijving klopt het is niet nodig ook de andere lessen op dezelfde manier te bewerken een samenvatting van het leesonderwijs aan deze 4 vwo klas kan gemaakt worden op basis van het uitgewerkte materiaal dat nu voorhanden is samenvattende beschrijving van acht lessen in 4 vwo a a globale algemene beschrijving a 1 lespatronen we hebben van de acht lessen drie groepen gemaakt naargelang het gesignaleerde lespatroon de les biologie economie scheikunde en wiskunde het patroon van deze vier lessen komt op het volgende neer de leerlingen hadden tevoren de opdracht gehad thuis iets te lezen en te trachten de daarbij behorende sommen te maken in de les werd het huiswerk behandeld behalve bij economie werkten de leerlingen aan het eind van de les vijf a twintig minuten alleen of met hun bu u r en aan de nieuwe opgaven horend bij het nieuwe huiswerk de les duits en engels in deze lessen werd een kort literair verhaal zeer gedetailleerd geanalyseerd bij duits was het patroon eerst helemaal voorlezen met korte onderbrekingen en daarna behandelen bij engels werd 45 het voorlezen van onderdelen afgewisseld met een behandeling van die onderdelen de les nederlands en geschiedenis het patroon van de les nederlands is een leerling houdt een spreekbeurt die wordt door de klas be oordeeld theorie over de opbouw van zakelijke teksten wordt behandeld die theorie wordt op teksten toegepast was huiswerk het patroon van de les geschiedenis is een rekensom met betrekking tot de kiesdeler wordt behandeld stof uit het boek wordt besproken de leerlingen hierover de scores zijn scores op een zevenpuntsschaal waarbij 1 staat voor helemaal mee eens en 7 voor helemaal mee oneens stelling de patronen die hier beschreven worden komen overeen met die van de gemiddelde les zoals die in 4 vwo a in de genoemde vakken gegeven werd gemiddelde score 2 57 zekerheidsscore 2 07 commentaar de patronen van biologie economie scheikunde en wis kunde kloppen ongeveer nuancering er werd tijdens de lessen na tuurlijk ook nieuwe stof behandeld de lessen duits engels nederlands en geschiedenis zijn qua inhoud niet representatief voor alle lessen in die vakken duits kent bijvoorbeeld ook de grammaticales een rekensom bij geschiedenis is maar een of twee keer voorgekomen een spreekbeurt was er bij nederlands wel vaak maar lang niet altijd a 2 het globale beeld het globale beeld van de acht lessen is als volgt de leerstof zoals die in het leermateriaal staat is centraal die leerstof wordt meestal behandeld zonder dat gecontroleerd wordt of de be handeling ervan nodig is de leraar doet vooral het werk hij zij legt uit stelt vragen beantwoordt vragen de leerlingen zijn vooral bezig met luisteren en het kort vaak aarzelend beantwoor den van deelvragen van de leraar zij stellen in een aantal lessen ook vragen waarop dan bijna altijd de leraar antwoordt meestal zijn maar een beperkt aantal leerlingen in actie soms zijn er stukjes les waarin leerlingen alleen of met hun bu u ren aan opga ven werken de leerlingen hierover stelling het globale beeld dat van de acht lessen gegeven wordt komt overeen met het beeld dat ik heb van de lessen in de genoemde vakken in 4 vwo a gemiddelde score 2 43 zekerheidsscore 1 86 in het vele commentaar mondeling en schriftelijk dat dit punt oproept wordt het beeld van de samenvatting bevestigd het com 46 mentaar is goed over de leerlingen gespreid enkele voorbeelden vinden jullie het nodig dat ik dit behandel dan is het ant woord meestal ja je zit het hele uur te luisteren naar iemand die zit te vertel len wat in het boek staat dan bereid je je niet meer voor om dat andere leerlingen het niet gedaan hebben daarom moet de leraar het ook vertellen b de observatievragen bij het observeren van de acht lessen hadden we drie vragen in het hoofd we beantwoorden ze in de paragrafen 1 tot en met 3 hieronder b l wat doen de leraren om hun leerlingen te leren lezen de talenleraren duits engels en nederlands leren hun leerlingen hoe teksten zijn opgebouwd daarbij moet grondig en tussen de re gels gelezen worden dit soort lezen wordt bij nederlands toege past op een zakelijke tekst en bij de andere twee talen op lite raire teksten omdat de leraren vooral zelf het werk doen leren de leerlingen waarschijnlijk niet dit soort lezen zelfstandig toe te passen in buitenschoolse situaties het enige wat de andere leraren aan leesonderwijs doen is het goede voorbeeld geven moei lijke abstracte taal vertalen in gemakkelijker concretere taal de leerlingen hierover stelling wat er in b l over het leesonderwijs gezegd wordt klopt voor het leesonderwijs in de betreffende vakken 4 vwo a gemiddelde score 2 07 zekerheidsscore 2 07 het commentaar geeft wat aanvullingen enkele voorbeelden dit geeft inderdaad een erg goed beeld tekstopbouw leren gebeurt vooral bij nederlands er worden ver schillende teksten gebruikt meestal wel saaie de les bestaat niet uit alleen teksten behandelen ook theorie wordt behandeld b 2 wat doen de leraren aan de doelen die de leraar nederlands belangrijk vindt er is wat die doelen betreft alleen sprake van kleine stapjes in de goede richting en van overwegend activiteit van de leraar en veel minder van de leerlingen met dit voorbehoud kunnen de vol gende doelen genoemd wordeh in groepen werken wiskunde scheikunde er wordt in tweetallen gewerkt rond een thema werken duits biologie geschiedenis kennis van de structuur van een tekst toepassen op andere tek sten duits engels nederlands samenvattingen maken duits engels nederlands kritisch en waakzaam lezen duits engels nederlands 47 de juiste woordbetekenis leren vaststellen engels de opbouw van een tekst in alinea s herkennen nederlands de leerlingen hierover stelling wat er in b 2 over de doelen van de leraar nederlands gezegd wordt komt overeen met het beeld dat ik heb van de lessen in de genoemde vakken in 4 vwo a gemiddelde score 3 5 zekerheidsscore 2 57 deze vraag leverde uitgebreide toelichtingen op die aangaven waarom het beeld niet geheel klopte in het antwoord vatte men de in de samenvatting als kleine stapjes aangeduide zaken vrij ab soluut op enkele voorbeelden het in groepen werken lukt normaal niet er wordt meer geleu terd dan gewerkt scheikunde wiskunde dan is dat uit luiig heid want als de ander het al weet hoef je niet meer na te denken rond een thema werken wordt eigenlijk alleen bij geschiedenis gedaan bij biologie en duits vrijwel niet b 3 leren de leerlingen iets wat ze interessant vinden of waarvan ze weten dat het al snel door hen gebruikt kan worden in de prak tijk deze vraag kun je niet beantwoorden door alleen maar lessen te observeren de leerlingen zelf kunnen er veel meer over vertellen we kregen de indruk dat het praktische nut op korte termijn er meestal niet was of niet erg zichtbaar was en dat de stof evenmin erg boeiend gevonden werd die indruk hebben we onder andere omdat de leraren allerlei maatregelen niet namen die vaak bij interes sante en nuttige lessen horen vermelden waar de les goed voor is nagaan wat de leerlingen al weten en kunnen nagaan wat de leerlingen willen waarin ze geinteresseerd zijn leerlingen verschillend behandelen naar gelang hun voorkennis en interessen nagaan hoe de les bevallen is en wat ervan is blijven hangen de leerlingen hierover stelling wat er in b 3 gezegd wordt over interessant en nuttig komt overeen met het beeld dat ik heb van de lessen in de genoemde vakken in 4 vwo a gemiddelde score 2 07 gemiddelde zekerheidsscore 2 29 in het vele commentaar dat dit punt oproept wordt het beeld van de samenvatting bevestigd het commentaar is goed over de leerlin gen gespreid enkele voorbeelden praktijk is heel ver weg dingen waarvan je denkt dat je ze nodig hebt tuurlijk last van als je er niets aan vindt het hele uur als je vraagt wat voor nut het heeft is dat haast een beledi 48 ging sommige leraren zeggen wat leuk is klopt je komt op school omdat het moet samenvatting van het leerlingencommentaar samenvattend kan ten aanzien van het commentaar van de leerlingen gesteld worden dat ze het geschetste beeld redelijk representatief vonden voor het onderwijs in de beschreven vakken in 4 vwo a een gemiddelde score van 2 53 op een zevenpuntsschaal ondanks het feit dat ze anderhalf jaar na het veldwerk om commentaar gevraagd werden bleek dat ze ook nog aardig zeker waren van hun scores een gemiddelde score van 2 17 in hun commentaar vechten de leerlingen de hoofdstrekking van de beschrijving niet aan ze ge ven wel nuanceringen correcties op details verklaringen voor hoe het komt dat zaken gaan zoals ze gaan en ze laten hun emoties bij een en ander goed blijken het commentaar van de leraren de leraren waren unaniem van mening dat de samenvatting van de lessen juist was het geleverde commentaar had betrekking op de representativiteit van een les voor het onderwijs in die klas op de betekenis van het onderzoek voor het eigen onderwijs en op de onduidelijkheid van het doel en het nut van het onderzoek en van het begrip normale functionaliteit daarin de kwestie van de representativiteit stelde vooral de leraar bio logie aan de orde in de vier lessen die we van hem gezien hadden waren ook practicumlessen en die verliepen inderdaad heel anders dan de uitgewerkte les de leraar engels tilde iets minder zwaar aan de representativiteit maar vond het feit dat hij in de uitge werkte les had moeten improviseren de leerlingen hadden hun boek niet bij zich toch wel een factor die maakte dat de les enigszins afweek van zijn doorsneelessen de betekenis van het onderzoek voor het eigen onderwijs werd op twee manieren aan de orde gesteld de leraren wiskunde en biologie meenden dat die betekenis gering was omdat geobserveerd was vanuit de doelen van de leraar nederlands terwijl de optiek van de ande ren buiten beschouwing was gelaten onze notities over opmerkingen van de leraar wiskunde het onderzoek spreekt me weinig aan wat heeft het met mijn vak te maken ik zie mijn les er niet in terug vanuit mijn visie alles is voor jullie rekening betrokken op jullie doelen het voorbeeldgedrag dat ik vertoon vind in zinvol kinderen vinden wiskunde moeilijk dus moet je voordoen de leraar biologie alleen de leraar nederlands is grondig geinterviewd over zijn ideeen programma leerstof en dergelijke jammer dat er niet gewerkt is met leerstofanalyse en interviews bij de andere vakken voor anderen had het onderzoek kennelijk meer betekenis met name de leraren scheikunde en economie gaven aan dat zij aan het denken gezet waren de leraar scheikunde vroeg zich af of hij niet teveel van zijn leerlingen vroeg en teveel op zijn boek vertrouwde de 49 leraar economie nam zich naar aanleiding van het onderzoek een aantal nieuwe dingen voor werken met kranteteksten meer zelf werkzaamheid van de leerlingen er werden wat globale plannen tot samenwerking gemaakt de onderzoekers kregen vragen naar litera tuur over leesonderwijs over de onduidelijkheden in het onderzoek lieten verschillende leraren zich uit de docenten duits en geschiedenis wilden nog wel eens een uiteenzetting over normale functionaliteit de docen ten engels duits biologie en economie vermeldden dat ze zich tevoren niet goed gerealiseerd hadden wat het doel en de opzet van het onderzoek was ook tijdens de plenaire slotbijeenkomst bestonden bij enkelen van hen daarover nog onduidelijkheden drie van hen wisten niet of ze wel zouden hebben meegedaan als ze gewe ten hadden wat het onderzoek zou inhouden 2 4 vergelijking van de resultaten van beide onderzoeken de belangrijkste overeenkomsten zijn tussen ons onderzoek en dat van lunzer en gardner a dat luisteren ook in de door ons geobserveerde vierde klas voortgezet onderwijs de belangrijkste taalactiviteit van de leerlingen is b dat lezen voor een belangrijk deel gebruikt wordt als middel om het gedrag van de leerlingen te sturen opdrachten uit het boek van het bord etc lezen en daarmee aan het werk gaan c dat er bij de talen in plaats van engels moedertaalonder wijs bij lunzer en gardner nemen wij nu alle talen samen meer continu gelezen wordt dan bij andere vakken maar dat die con tinuiteit niet altijd gelijk gesteld mag worden met reflecte rend lezen bij de talen is continu lezen ook vaak in de eigen tekst meelezen wat de leraar hardop voorleest het belangrijkste verschil is dat de leraren in het onderzoek van lunzer en gardner 22 van hun tijd besteedden aan individuele be geleiding in de eerste klas was dat 35 en in de hoogste klas van het basisonderwijs 51 terwijl er in de door ons geobser veerde lessen maar enkele keren sprake van individuele begeleiding was dit verschil kan op een aantal manieren geinterpreteerd worden a in het engelse onderwijs wordt meer aan individuele begeleiding gedaan dan in het nederlandse b het verschil is vooral toe te schrijven aan het verschil in schooltypen die in de beide onderzoeken betrokken waren een gevarieerd geheel aan schooltypen in engeland tegenover een schooltype vwo in nederland c het verschil is toe te schrijven aan het speciale karakter van de onderzochte school d het verschil in leeftijd van de onderzochte leerlingen de engelse leerlingen waren een jaar jonger is verantwoordelijk 50 voor het resultaat verklaring b lijkt ons het meest plausibel 2 5 consequenties voor vervolgonderzoek belangrijke kenmerken van ons eerste deelonderzoek die m m ook voor ons onderzoek in zijn totaliteit gelden zijn 1 het vond plaats in het kader van onderzoek naar het optimalise ren van leesonderwijs 2 het behandelde een vraag die aan optimaliseren voorafgaat namelijk de vraag naar het karakter van leesonderwijs bij di verse vakken 3 die voorafvraag werd losgekoppeld van de optimalisering met andere woorden bij de docenten wier onderwijs werd beschreven vonden niet ook nog eens activiteiten ter verbetering van hun onderwijs plaats 4 het werd uitgevoerd in het kader van een case study 5 de vraag naar het karakter van het leesonderwijs werd primair benaderd vanuit het vak nederlands bij deze kenmerken staan we hieronder nader stil en geven aan in hoeverre we 13 ze in vervolgonderzoek denken te handhaven ver volgens bespreken we kort eveneens in het perspectief van de voortzetting van ons onderzoek de door lunzer en gardner en door ons gebruikte technieken van dataverzameling het loskoppelen van de voorafvraag van de optimaliseringsvraag de kenmerken 1 2 en 3 heeft een aantal nadelen zie ook vak groep natuurkundedidactiek 1981 waaronder de volgende de docenten hebben weinig belang bij het onderzoek en daarom kan een langdu rige en intensieve medewerking aan het project niet van hen ge vraagd worden de informatie die aldus verkregen wordt zal daar door noodgedwongen buitenkant informatie zijn die een statisch karakter heeft we willen met het voorafgaande allerminst aangeven dat het zinloos is in onderzoek vast te stellen hoe de situatie van het veld op een bepaald terrein is het onderzoek van lunzer en gardner is een voorbeeld van zo n onderzoek en in het voorafgaande is naar wij hopen voldoende duidelijk geworden dat wij het een belangrijk onderzoek vinden 14 wel willen we aangeven dat dergelijke kwan titatieve verkenningen naast het grote voordeel van hun objecti viteit en generaliseerbaarheid het nadeel hebben dat ze meestal oppervlakkig moeten blijven omdat de onderzoekers aan de buiten kant van het gebeuren blijven staan wil de erop volgende optima lisering kans van slagen hebben dan zal men alsnog zicht moeten krijgen op en rekening moeten houden met minder oppervlakkige gegevens omtrent de situatie van het veld waarin de optimalisering plaatsvindt deze overwegingen in acht nemend kiezen we voor ver volgonderzoek waarin onderzoek en hulp bij optimalisering gekop peld zijn een case study het vierde kenmerk kan als belangrijk voordeel 51 hebben dat hij op exemplarische en aansprekende wijze informatie omtrent de werkelijkheid geeft een case study kan echter in de lucht hangen in ons onderzoek hebben we dit probleem proberen op te vangen door een schoolbeeld te schetsen en door de resul taten af te zetten tegen die van lunzer en gardner voor de toe komst overwegen we om daarnaast een inbedding in een nederlands kwantitatief kader te verzorgen door gebruik te maken van cbs cij fers en door op grotere schaal dan in de case zelf het rbi obser vatie instrument van lunzer en gardner te gebruiken door de vraag naar het karakter van het leesonderwijs te benaderen vanuit het vak nederlands ons vijfde kenmerk definieerden we in feite de groep waarvoor de resultaten primair bruikbaar zouden zijn neerlandici in hun reactie op ons werk gaven een aantal docenten van andere vakken duidelijk aan geen boodschap aan ons werk te hebben als we de doelgroep in de toekomst willen uitbrei den we sluiten dat op dit moment nog niet uit dan zal ook het perspectief van andere vakken in het onderzoek betrokken moeten worden ons onderzoek was een eerste orientatie waarbij we evenzeer gein teresseerd waren in het vinden van een weg om tot resultaten te komen als in de resultaten zelf tot de bovenstaande overwegingen en beslissingen heeft het onderzoek ons in ieder geval geleid ten aanzien van de technieken van dataverzameling trekken wij voorlopig de volgende conclusies de twee observatoren hebben niet eerst ieder voor zich een weer gave gemaakt en die beide weergaven dan op een verantwoorde manier met elkaar in verband gebracht maar de een deed het werk en maak te daarbij gebruik van de gegevens van de ander die manier van werken is door tijdnood ingegeven het raadplegen van leraren en leerlingen en hun overwegend instem mende reacties verhoogden de deugdelijkheid van de data enigs zins toch moet een dergelijke consultatie van betrokkenen niet overschat worden hen werd namelijk geen onafhankelijk oordeel gevraagd over de lessen maar hen werd gevraagd al of niet in te stemmen met een oordeel van ons pas bij een onafhankelijk oordeel is sprake van triangulatie een techniek die zoekt naar verstevi ging van de verschillende onderzoeksgegevens triangulatie vindt plaats via het combineren van gegevens uit verschillende bronnen research methoden en theoretische schema s zodat de verschijnse len met verschillende methoden vanuit verschillende standpunten worden waargenomen zie vakgroep natuurkundedidactiek 1981 pag 36 in de toekomst kan voor triangulatie gezorgd worden door kwalita tieve observatie te combineren met kwantitatieve observatie met de rbi en door het onafhankelijke leraarsoordeel dat de onder wijssituatie van binnenuit bekijkt zie smith en geoffrey 1968 in het onderzoek te betrekken met deze laatste aanpak voert theo rensman momenteel al een verkenning uit utrecht voorjaar 1983 52 noten 1 aan het onderzoek werkten behalve wijzelf ook de volgende bijvakstudenten mee marten eikerbout marianne ter laak bert thobokholt en henk de winter zij werden begeleid door miep geensen en ons hans puper een ex collega assisteerde in een piekperiode van het project ieders bijdrage zal daar waar dat aan de orde is nader vermeld worden 2 omwille van de leesbaarheid zal hieronder steeds de term lezen in plaats van de omslachtiger term omgaan met teks ten gebruikt worden ze zijn als synoniemen bedoeld op welke aspecten van lezen het onderzoek betrekking heeft wordt duidelijk wanneer de operationalisering in de deel onderzoeken aan de orde is 3 het voortgezet onderwijs begint zoals gezegd in engeland een jaar vroeger dan in nederland 4 nodt van v d h en v d v in lunzer en gardner speelt het begrip reflecterend lezen een centrale rol de belangrijkste conclusie die zij trekken uit hun inleidende studie naar het begrip tekstbegrip luidt pag 300 from this it seemed reasonable to conclude that individual differences in reading comprehension should be thought of as differences in the willingness and ability to reflect on what is being read this of course is not a simple characteristic nor is it innate it is the outcome of many factors including reading fluency intelligence and interest also it can be enhanced by appropriate reading strategies 5 noot van v d h en v d v die bespreking op pag 136 kwam op het volgende neer men zou kunnen betogen dat door de methodologische beperkingen van het observatie instrument de term short burst lezen wordt toegepast op iets wat in feite continu reflectief lezen is een leerling bestudeert bijvoorbeeld een lange passage en stopt om na te denken op dat moment noteert de observator dat hij 30 seconden van de geobserveerde minuut leest de schrijvers ontkrachten dit betoog door te stellen dat de categorie overdenken in het observatieschema veel sterker vertegenwoordigd zou moeten zijn dan nu het geval is 2 indien dit soort incidenten systematisch voor zouden komen 6 bij het uitvoeren van dit deelonderzoek werden we geassis teerd door hans puper hij participeerde in de observatie en henk de winter hij legde de resultaten voor aan de leer lingen 7 wil van der veur plus truus van den heuvel en wil van der veur plus hans puper 8 wil van der veur als schoolpracticumdocent en vakdidacticus truus van den heuvel als vakdidacticus hans puper als stu dent in een stage nieuwe stijl bij een schoolpracticumdo cent 53 9 nadere informatie is te vinden in het projectstuk de manier waarop de lessen geobserveerd en gekarakteriseerd werden dit stuk kan bij de auteurs worden opgevraagd 10 de uitvoering van deze taak berustte voor een belangrijk deel bij henk de winter een uitvoerige beschrijving van opzet en resultaten van de leerlingenconsultatie kan bij de auteurs worden besteld 11 dit stuk is hieronder in de paragraaf resultaten opgenomen 12 deze samenvatting kan bij de auteurs worden besteld 13 het vervolgonderzoek wordt uitgevoerd door truus van den heuvel en theo rensman 14 onze relatief uitvoerige beschrijving ervan heeft naar wij hopen mede tot resultaat dat anderen in nederland die als onderzoeker of anderszins werkzaam zijn op het gebied van leerlingen taal en school kennis maken met het onzes inziens belangrijke werk van lunzer en gardner in de bi bliografie van vier recente engels georienteerde publikaties op terrein van leerlingen taal en school van aalsvoort en van der leeuw 1982 eimers van der leeuw en sturm 1982 bonset kusters en sturm 198 en bonset en sturm z j heb ben we lunzer en gardner 1981 niet teruggevonden bibliografie aalsvoort n van der en b van der leeuw leerlingen taal en school de rol van taal in elke onderwijsleersituatie enschede slo 1982 bonset h t kusters en j sturm taalgedrag in de klas dcn cahier 9 groningen wolters noordhoff 1980 bonset h en j sturm moedertaalonderwijs en andere vakken dcn cahier 10 groningen wolters noordhoff z j des a language for life the bullock report london h m s 0 1975 eimers j b van der leeuw en j sturm onderzoek naar moeder taalonderwijs in groter verband de rol van taal bij leren en onderwijzen in leidse werkgroep 1982 pag 111 165 leidse werkgroep moedertaaldidactiek moedertaalonderwijs in ont wikkeling een overzicht van onderzoek tot 1981 muiderberg coutinho 1982 lunzer e en k gardner the effective use of reading ondon etc heinemann educational books ltd 1981 54 smith l m en w geoffrey the complexities of an urban classroom an analysis toward a general theory of teaching new york etc holt rinehart and winston inc 1968 vakgroep natuurkunde didactiek het project begeleiding beginnende leraren projectopzet onderzoeksmethoden en resulta ten utrecht vakgroep natuurkunde didactiek 1981 vrolijk a e a gespreksmodellen alphen a d rijn samson 1978 55 bijlage doelen van de leraar nederlands uit de interviews met de leraar nederlands kan een serie doelen gedestilleerd worden bij de observatie van lessen ook van ande ren dan de leraar nederlands kan nagegaan worden in hoeverre aan dacht aan die doelen besteed wordt en in hoeverre die doelen be reikt zijn a fictie 1 a de leerlingen zijn zich bewust van eigen maatschappij op vattingen de leerlingen kunnen achter de maatschappij op vattingen van anderen onder andere auteurs komen b de leerlingen kunnen verschillende maatschappij opvattin gen waaronder die van henzelf met elkaar vergelijken en confronteren leerlingen kunnen hun maatschappij opvattin gen op basis van nieuwe informatie herzien 2 a leerlingen kunnen in groepen werken b leerlingen kunnen thematisch werken 3 leerlingen kunnen kennis van structuuranalytische begrippen toepassen in nieuwe situaties 4 leerlingen hebben een summier overzicht van de literatuur tot en met de achttiende eeuw 5 leerlingen zien het verband tussen wat in de eigen tijd leeft en wat in literatuurhistorische stromingen tot uiting komt b factie 1 de leerlingen kunnen samenvattingen maken 2 de leerlingen lezen taal niet onbevangen kritisch waakzaam en op een afstand 3 a de leerlingen kunnen de juiste woordbetekenis vaststellen b de leerlingen kunnen de gevoelswaarde beeldspraak en ironie van een tekst vaak uitingen van het standpunt van de schrijver herkennen c de leerlingen kunnen verwijzingen buiten en binnen een tekst herkennen en toepassen buiten men dingen werkne mer eufemisme binnen mijn buurman is gek op muziek elke avond draait hij platen d de leerlingen kunnen de opbouw van een tekst zoals die tot uiting komt in alineaverbanden herkennen 56
Gerelateerd:
- Fictie in de basisvorming, een leerplan
- Een spiegelcurriculum voor communicatief taalonderwijs: een veldaanvraag nader beschouwd
- Verscheidenheid in eenheid en eenheid verscheidenheid. Twaalf docenten Nederlands over hun literatuuronderwijs in de bovenbouw van havo en vwo.
- Het afleiden van woordbetekenissen uit context: een poging deze vaardigheden te trainen.