Publicatie datum: 1993-05-01
Auteurs: Heidi De Niel, Jos Creusen
Collectie: 22
Volume: 22
Nummer: 5
Pagina’s: 51-56
Documenten
frequente woorden als kapstok in een basiscursus voor volwassenen ook nt2 doelen heiligen middelen heidi de niel jos creusen in onderwijsleerprocessen staan werkvormen in functie van beoogde doelen in een basiscursus nt2 voor nederlands onkundige volwassenen hangen nt2 doelen echter niet af van persoonsgebonden kenmerken niettemin zijn deze persoonsge bonden kenmerken voor een aanzienlijk deel verantwoordelijk voor uiteenlopende beginsituaties en behoeften ten aanzien van laag en hooggeschoolden moeten de verschillen dan ook niet worden gezocht in specifieke nt2 doelen ie gelijkstelling wordt veroor tegen die achtergrond doorlopen hoogge zaakt door een universele schoolden door de band genomen een taalverwervingsvolgorde om identieke basiscursus sneller dan laagge van evidente taalachterstand schoolden maar ondanks uiteenlopende van de t2 leerdar t o v de t1 persoonlijke kenmerken en juist dankzij de gebruiker geen taalachterstelling te universele taalverwervingsvolgorde veran maken dient die taalverwervingsvolgorde te deren die tempoverschillen dus niets aan worden gerespecteerd dan kan het succes de nt2 doelen van een basiscursus waarmee de taal verworven wordt positief worden beinvloed voor laaggeschoolden geldt dit in nog sterkere mate dan voor receptieve taalvaardigheid hooggeschoolden slechts het taalverwervingstempo verschilt wat die universele taalverwervingsvolgorde naargelang persoonsgebonden kenmerken betreft kan worden gesteld dat nt2 onder als studie attitude intrinsieke en extrinsieke wijs in beginsel receptief taalvaardigheids motivatie contacten met nt1 sprekers onderwijs is een receptieve taalvaardig competentie om op basis van hypothese heidscursus legt de fundamenten die een vormingen te kunnen vergelijken binnen en taal hanteerbaar maakt op begripsniveau tussen t1 en t2 enz overigens werkt cor wat receptief niet is verworven kan hooguit relatie tussen sociale herkomst en per reproduktief maar zeker niet communicatief soonsgebonden kenmerken sowieso taal worden gebruikt pas op een stevige recep achterstand in de hand tieve taalvaardigheidsbasis kunnen naarge mei juni 1993 nummer 5 22e jaargang vli lang persoonsgebonden beginsituaties en bedenkingen wel degelijk hun waarde behoeften gaandeweg zinvol produktieve alsmede correctheids of kennis en van de zeer sterk uiteenlopende getallen beschouwingselemerrten worden geent die wij omtrent de gemiddelde receptieve voor de cursusontwikkelaar bestaat de woordenschatbeheersing van volwassen kapstok uit ofwel taalhandelingen ofwel nederlandstalige autochtonen tegenkwa woorden de ontwikkelaar bedt vooraf men betrof de hoogste inschatting onge geselecteerde en dus aanvankelijk los van veer 80 000 woorden zelfs die extreem elkaar staande taalhandelingen of woorden hoge inschatting komt dus neer op niet veel in een voor de cursist zinvolle want begrij meer dan een derde van het totaal aan tref pelijke gevarieerde en talig rijke context in woorden uit het groot woordenboek der nt2 cursussen met woordenschat als kap nederlandse taal de dikke van dale het stok worden als cognitief minder belastend is dus veilig om te stellen dat een taal een getypeerd de mate van cognitieve belas aanzienlijk hoger potentieel aan woorden ting kan echter worden beirnioed door het omvat dan de verwervingscapaciteit van tempo van de cursus dat maakt de keuze haar zelfs t1 gebruikers kan bevatten tussen de twee kapstokken relatief dat gegeven hoeft blijkbaar op zich nog bovendien kan een surplus aan cognitieve geen enkel bezwaar te 4n om maatschap complexiteit van gestelde lesopdrachten pelijk te kunnen functioneren het tempo doen afnemen in directe zin dient dit echter geen nt2 doel tempo en succes aantal woorden het tempo waarin en het succes waarmee iemand effectief een t2 verwerft is aan vele telwoorden illustreren dat het aantal woor factoren onderhevig wat in samenhang den in een taal feitelijk oneindig is nog hiermee een interessant persoonsgebon afgezien daarvan kan worden geboomd den kenmerk is is de te activeren compe over de vraag wanneer iets tot een afzon tentie van t2 teerders om op basis van taal derlijk woord mag worden gedefinieerd aanbod hypotheses te stellen die ze op woordenboeken bieden soelaas voor wat basis van nog meer taalaanbod toetsen en het aantal opgenomen trefwoorden betreft eventueel bijstellen zo omvat de laatste driedelige editie van op lexicaal grammaticaal niveau kan het de dikke van dale er ongeveer 230 000 fenomeen van lemmatisering hier als voor aan het gebruik van dit getal als referentie beeld dienen zo voeren sommige taalleer punt bij de verwervingscapaciteit van taal ders de verschillende varianten van ee gebruikers kleeft meer dan een bezwaar werkwoord als stappen stap stapt stap bovendien is het verre van eenvoudig om in pen stapte stapten gestapt al snel syste te schatten hoeveel woorden taalgebrui matisch terug naar eenzelfde basisbeteke kers receptief beheersen het is ook lang nis waar het voor anderen veel langer niet altijd duidelijk op basis van welke crite afzonderlijk en dus trager te verwerven ria bestaande inschattingen tot stand zijn woorden blijven dat geldt bijvoorbeeld ook gekomen en tenslotte moeten zowel naar voor regelmatig gevormde verkleinwoorden boven als naar beneden enorme individuele meervoudsvormen trappen van vergelij uitschieters worden ingecalculeerd maar ki ng zolang absolute getallen worden geinterpre zulke vaardigheden hangen niet alleen teerd als niet meer of minder dan middelen samen met transfergebruik binnen de t2 om tendensen in die verwervingscapaciteit maar ook met die tussen de t1 en de t2 bloot te leggen bewijzen ze ondanks alle het is te verwachten dat hooggeschoolden mc 22e jaargang nummer 5 mei juni 1993 hierin meer getraind zijn en dus hiervan voldoende om de essentie van een gemid meer gebruik maken dan laaggeschoolden delde schriftelijke nederlandstalige tekst te kunnen doorgronden daarvoor moeten we niettemin moeten cursus ontwikkelaars en boven de 90 uitstijgen wie meent dat daarmee ook lesgevers een maximum stel percentage te moeten aanhouden als crite len aan de input van het gemiddeld aantal rium om maatschappelijk te kunnen functio nieuwe woorden per cursusuur met als doel neren zal zwaar gedesillusioneerd worden om ze effectief te laten verwerven de want dat halen we dus nooit in onze of om onvermijdelijke analytische benadering als het eender welke basiscursus dat komt mede de te zetten didactische stappen van omdat het tussen die 70 en 90 niet meer zo n cursus dwingen tot een maximum van gaat om een de het en is van met of 6 tot 8 dit betekent na 150 cursus uren zelfs man vrouw huis auto maar om 1200 woorden ofwel ongeveer 0 5 van stoomlocomotief fabrieksschoorsteen niet het totaal aan trefwoorden uit het groot tegenstaande woordenboek der nederlandse taal hoeveel woorden taalleerders ook daad een dekkingspercentage van ruim 70 berei werkelijk effectief verwerven is daarmee ken we dus relatief snel maar daar nog niet beantwoord ze kunnen er enerzijds 20 bovenop om de fameuze kaap van niet hebben begrepen of vergeten maar 90 te slechten duurt een eeuwigheid ian anderzijds ook lemmatiseren of buiten de ger hoe minder frequent of breed inzet cursus om verwerven maar in absolute baar de woorden des te onrendabeler getallen blijft het weinig wordt het om ze nog te laten verwerven daarom wordt het bij het bereiken van een dekkingspercentage van rond de 70 ofwel dekkingspercentages 2 bij een receptieve beheersing van de 1000 tot 1500 frequentste woorden langzaam en toch vertegenwoordigen de 1200 fre aan meer rendabel om woorden te selecte quentste woorden uit het nederlands al ren op basis van o a frequentie in min of meer dan 70 van de woorden die in een meer afgebakende maatschappelijke gemiddelde nederlandstalige tekst voorko domeinen waarbinnen cursisten moeten men dat komt omdat de breedst inzetbare kunnen functioneren en die dus nauw aan woorden de hoogste percentages in zowel sluiten bij hun behoeften bijvoorbeeld bin gesproken als geschreven teksten dekken nen universitaire colleges of zelfs colleges met de 4 frequentste woorden uit het economie als cursisten die willen gaan vol nederlands bereiken we bijvoorbeeld al een gen of binnen metaalopleidingen of bedrij dekkingspercentage van 13 4 terwijl ven of zelfs las opleidingen of afdelingen 65 6 staat voor de 375 frequentste woor als cursisten een lascursus willen gaan vol den het zijn voor zowel laag als hoogge gen schoolden exact dezelfde woorden die het frequentst zijn dat maakt woord frequentie ook moeten we ons mondeling en schrifte en of spreiding 3 tot een van de belangrijk lijk taalaanbod afstemmen op de mogelijk ste criteria bij de woordselectie voor een heden van onze cursistenen op de intentie receptieve taalvaardigheidscursus met die we er mee hebben als het bijvoorbeeld woordenschat als kapstok de bedoeling is dat ze de essentie van een tekst doorgronden moet die tekst voor hen maar helaas gelukkig zit onze taal een een dekkingspercentage bezitten van ruim maal zo in elkaar dat we pas bij 23 550 90 schriftelijk of ongeveer 85 mondeling woorden een dekkingspercentage bereiken het feit dat de meeste authentieke teksten van welgeteld 89 84 en zelfs dat is nog niet niet aan dat criterium voldoen betekent wi 7 mei juni 1993 nummer 5 22e jaargang overigens nog niet dat die onbruikbaar zijn ja nee vragen meerkeuze vragen en we kunnen met teksten immers ook nog waar niet waar oefeningen andere doelen nastreven zoals bijvoorbeeld het gericht lezen of luisteren om er bepaal als derde en laatste stap in die semantise de informatie aan te ontlenen ringsfase worden met name de woorden waarvan blijkens de begripscontrole nog onvoldoende een eerste betekenis kon wor didactiek den afgeleid alsnog geexptiateerd in inter actie met de cursisten probeert de leer de geselecteerde woorden kunnen vanuit kracht door het stellen van vragen en taal didactisch oogpunt via een universele opdrachten en door het steeds opnieuw maar flexibele cyclische structuur receptief aanbieden van woorden in verschillende worden verworven successievelijke lesfa contexten te verduidelijken wat die woorden ses semantisering van aanbod via begrips nu precies betekenen de leerkracht leidt controle naar explicitering en consolidering weliswaar het gesprek maar het zijn zoveel van veel naar minder context vormen hier mogelijk de cursisten zelf die de betekenis in een leidraad evenals hergebruik in zinvol elementen van de woorden aanbrengen le contexten daarom gebeurt dit zo weinig mogelijk in een stijl waarbij de leerkracht een definitie of in de semantiseringsfase wordt betekenis een vertaling van die woorden geeft maar gegeven aan enkele receptief te verwerven veeleer in een vorm waarin zoveel mogelijk nieuwe woorden allereerst worden die betekenisonderhandelend wordt gewerkt woorden veelal aangeboden in luister pater ook lees teksten de nieuw te verwerven pas als in de semantiseringsfase de bete woorden krijgen hierin hun eerste beteke kenis van de beoogde woorden afdoende is nisafbakening door ze in te bedden in een afgebakend wordt overgestapt naar de zinvolle talige context van reeds gekende consolideringsfase hierin wordt via bij woorden zo wordt voor de cursisten dui voorbeeld het zoeken naar synoniemen of delijk wat die nieuwe woorden ongeveer antoniemen het ontdekken van categorieen betekenen in woorden uit overeenkomstige en tegen strijdige semantische velden woordkeuzes vervolgens wordt gepeild naar de mate aan de hand van gatenteksten het in de waarin de eerste betekenisafbakening juiste volgorde plaatsen van gradaties of inderdaad als zodanig begrepen is sequenties aangeven welk woord niet in enerzijds kan het zijn dat cursisten nog een gegeven reeks thuishoort enz de geen flauw idee hebben van wat het woord betekenis van de gesemantiseerde woor betekent anderzijds kunnen sommige den in het geheugen vastgezet woorden of contexten zo pregnant zijn dat verdere semantisering overbodig blijkt deze didactische lijn behelst in dubbel afhankelijk van het resultaat van de opzicht een cyclische structuur enerzijds begripscontrole kan dan ook worden beslist wordt steeds opnieuw gebruik gemaakt van in hoeverre het zinvol is om de woorden reeds verworven woorden die dienen als de nog een derde stap in de semantiseringsfa talige context waarin de nieuw te verwerven se te laten zetten zo n begripscontrole is woorden worden ingebed zodoende wordt dus iets geheel anders dan het veel ruimere niet alleen betekenis gegeven aan die nieu en eerder beschouwelijke tekstverklaren we woorden maar moet de betekenis van dan wel de veel engere peiling naar het de reeds gekende woorden voortdurend auditieve geheugen begripscontrole opnieuw uit het geheugen worden opge gebeurt veelal via gesloten vraagvormen als diept anderzijds wordt de didactische lijn 22e jaargang nummer 5 mei juni 1993 met een serie nieuw te verwerven woorden opdrachten van uiteenlopende moeilijk opnieuw opgepikt nadat de laatste consoli heidsgraad moeten uitvoeren vanuit een en deringsoefening is afgerond dezelfde basistekst als vertrekpunt deze differentiatie vorm ook wel task based learning damt de kopieerwoede van som interactie mige lesgevers in die geneigd zijn nog maar eens een nieuwe oefening voor de sterkere ten onrechte wordt wel eens gesuggereerd of zwakkere cursist aan de toch al dikke dat een cursus met receptieve streefdoelen stapel toe te voegen5 ontaardt in passieve bijeenkomsten met uit gezakte achteroverleunende cursisten die het moment waarop cursisten toe zijn aan zwijgplicht en schrijfverbod krijgen opge zelf spreken en of schrijven kan individueel legd hierbij wordt voorbijgegaan aan talrij sterk verschillen zolang cursisten niet aan ke mogelijkheden om in lesmomenten inter communicatieve produktie toe zijn moeten actieve werkvormen te verweven die non interactieve werkvormen waarbij de monde verbaal dan wel communicatief verbaal en linge of schriftelijke produktie uitsluitend van niet reproduktiefl zijn wel moeten we aan de kant van de lesgever komt niet worden zulke werkvormen eisen durven stellen die verwaarloosd een cursist die bijvoorbeeld de interactie in functie van het vooropge in staat blijkt een gestelde opdracht te kun stelde receptieve doel plaatst dus geen nen uitvoeren geeft aan dat hij die interactie om de interactie maar interactie opdracht begrepen heeft in feite is dat in ve werkvormen die sterk gestuurd en dus elke cursus een belangrijk signaal aan de functioneel zijn lesgever interactie is niet voorbehouden aan een deze uitgangspunten vinden we geinte exclusief domein binnen een didactische greerd terug in bijvoorbeeld lesactiviteiten fase wel moeten we ons steeds opnieuw met uitspraken die cursisten op hun waar afvragen wat we in welke fase willen berei heid moeten toetsen of waarbij naar menin ken en in hoeverre het zinvol is om daarbij gen of schattingen van cursisten wordt een interactieve werkvorm te betrekken gevraagd bij gesloten vraagvormen kan want of we nu wel of geen interactie dat worden gerealiseerd door cursisten gebruiken bij een begripscontrole willen we bepaalde gebaren te laten maken of kaart iets anders bewerkstelligen dan bij een jes te laten tonen degenen die zich geroe explicitering of consolidering pen voelen om hun standpunt nader toe te lichten moeten daarvoor de gelegenheid uit recent onderzoek blijkt dat interactie krijgen naarmate de cursus vordert zal die tussen lesgever en cursisten bijvoorbeeld in behoefte bij steeds meer cursisten toene de vorm van al dan niet klassikaal gestelde men opdrachten die individueel moeten worden uitgevoerd bepaalde klassegesprekken en bij uiteenlopende standpunten zal bij de onderwijsleergesprekken ten onrechte vaak cursisten onderling de behoefte ontstaan de overhand heeft vooral de patronen om elkaar te overtuigen ook kan in kleinere waarin gelegenheid is voor interactie tussen groepjes vooraf een standpunt worden cursisten onderling lijken in termen van taal ingenomen dat vervolgens klassikaal verde vaardigheid aanzienlijk meer progressie te digd kan worden ook hier blijft de interac bewerkstelligen4 hieraan kan ook uitste tie gestuurd door de input van bewust dis kend differentiatie worden gekoppeld voor cutabel gemaakte vragen of uitspraken zover cursisten afhankelijk van hun individu daarin spelen de nieuw aangebrachte ele capaciteiten inhoudelijk complementaire woorden steeds een cruciale rol mei juni 1993 nummer 5 22e jaargang wc meer in het algemeen houdt een gamma aan lesmogelijkheden allerlei interactieve lesvormen open die tegemoet kunnen komen aan individueel uiteenlopende korte noten termijnbehoeften in tegenstelling tot non verbale interactie is communicatief verbale interactie daarin veel langer vrijblijvend 1 zie artikel van kris verbeeck kristal de wulf in deze vonk maar ook degene die een langere stilte periode nodig heeft zal langs allerlei non 2 genoemde getallen en percenta verbale interactie vormen moeten laten blij ges zijn ontleend aan hazenberg s ken in hoeverre hij de receptieve doelen h hulstijn woorden op zicht heeft gerealiseerd woordselectie ten behoeve van het nt2 onderwijs in levende talen nr 467 feb 1992 p 2 7 analytische cirkel 3 het steunpunt nt2 heeft onder ook wordt wel eens ten onrechte gesugge meer ten aanzien van het vohvas reerd dat met woordenschat als kapstok senenondeiwijs in vlaanderen een wordt voorbijgegaan aan componenten als woordfrequentie en spreidings uitspraak correct mondeling aanbod analyse gemaakt die in artikelvorm spelling correct schriftelijk aanbod gram wordt gepublrceerd matica of taalhandelingen hoewel geen kapstokken zijn ook deze componenten 4 zie ander maar van avermaet p ingebed in een zinvolle gevarieerde cor effecten van betekenisonderhar recte taalrijke context ontwikkelaar noch delende interactiesirategieen op lesgever moet de taalleerder langs syntheti woordenscha teerwerving sche weg expliciet inleiden in de complexi tilburg kub 1992 teit van deze componenten beiden moeten de taalleerder er juist toe aanzetten om in 5 zie jaspaert k kind en badwa geschikte taalgebruiksituaties een pregnant ter over het verschijnsel van de taalaanbod te analyseren waarlangs deze concentratieklas in samenwijs zich hypotheses stelt ze toetst zonodig feb 1993 p 253 255 herziet opnieuw toetst en uiteindelijk bevestigd ziet dankzij zijn analyse van nieuw pregnant taalaanbod waarlangs hij zich enzovoort heicc de niel jas creusen steunpunt nederlands als tweede taal blijde inkamststraat 7 3000 leuven 22e jaargang nummer 5 mei juni 1993