Opvatting over taalverwerving – In verband met de geschiedschrijving van het Taal-denk-programma

Publicatie datum: 1971-01-01
Collectie: 02
Volume: 02
Nummer: 1
Pagina’s: 105-109

Documenten

opvattingen over taalverwervin g in verba n d met de gesch i edschr ij vi n g va n het taal d e n k programm a a k de vrie s het is een terzijde waarop ik wil reageren verder wil ik wat nader ingaa n op de rol die chomsky s theorieen spelen in het denken over taalverwerving en de daarmee samenhangende didactiek dit naar aanleiding van de veeg uit de pan die dekkers geers en gul die in uitstel van opstel uitdelen aan het taal de n kprogramma van kohnstamm ze schrijven moer 1 97 1 31 in hoeverre chomsky s inzichten al gemeengoed zij n geworden is af te le zen uit de fundamentele kritiek die compensatieprog r amma s a l s dat va n kohnstamm vanuit de hoek van moedertaaldeskundigen krijgen terwij l kohnstamm beweert een taal denkprogramma te brengen wordt hem terecht verweten dat hij slechts een standaard nederlands programma biedt die verwijten zijn terecht omdat kohnstamm geheel tegen de theorieen van chomsky in werkt met voor en nazeggen en dat gedurende ongeveer de helft van zijn programma de zinnen van de leidster worden door de kin deren al of niet getransformeerd nagezegd van uit het principe van de autoproductiviteit gedacht is het onmogelijk het taalbeheersingsniveau van een kleuter te verhogen door middel van aanlere n van taalgebr uik va n an deren kohnstamm verweert zich door erop te wijzen dat kin d eren in het begin van hun taalverwervi n g veel papegaaien toch is dit ve rweer ni et ter zake want dan bootsen kinderen slechts na die geluide n die woorden die ze zelf uitkiezen in pr i ncipe leren kinderen z i chzelf all es of kinderen zichzelf alles leren als de omgev i ng hen niet stim uleert is een grote vraag die we nauwelijks kunnen beantwoorden omdat er geen behoorlijke ervaringsgegevens zijn doorgaans worden dan studien aangehaald over kin de r en die in het wild opgroeiden of in ouderwetse wees en ziekenhuizen of over baby s die koning frederik de grote liet isoleren dergelij ke stu dies hebben wel overtuigingskracht al s voorbeeld maar ze bevatt en toch te veel o ndui del ij k heden om a ls ervaringsmateriaal te gelden ze tasten in ieder geval ni et de opvatting aan dat kinderen de c ul t urele vaardigheden waaronde r het taalge bruik alleen leren tussen mensen die tegen hen spreken en hen stimuleren zelf taal te gaan gebruiken i n het aangehaalde citaat gaat het echter om belangrijker zaken da n om de vraag of kinderen zichzel f al les leren of niet het gaat erom da t wordt veron dersteld dat bij de opzet van het taal denkprogramma geen aandacht b est eed is aan een belangrijke stroming in de taal psychologie te weten de school van chomsky dat is niet juist autoproductief d e vooronderstell ingen van chomslcy o a in syntactic structures over het los taalverwervingspioces bij kinderen zijn een grote ro l gaan spelen door het werk van david mc neill die uitvoerig de taalverwerving bestudeert zijn se rie publikaties is in 1970 gevolgd door het boek the acquisition of language new york zowel c homsky als mc neill veronderstelt dat de spontane verwerving van de moedertaal zoals die bij kinderen plaatsvindt een in hoge mate creatief ge be uren is ter verduidelijking nemen beiden aa n dat in de geest van elk kind een ta al verwe rvingssyst2em is dat gevoed wordt door de taal die het uit de omgevi n g opvangt uit deze taal input leidt het voortdurend hypotheses af over de syntactische structuren die ten grondslag liggen aan de opgevangen t aalu iti ngen dit taalverwervin gssysteem omvat waarschijnlij k twee vermogens het in zicht dat er zinnen bestaan dat zinnen naamwoord en werkwoorddelen hebbe n e n een serie procedures waarmee de gesproke n taal uit de omgeving geanaly seerd kan worden bijvoorbeeld t a v de plaats waar zinsdelen en woordsoor ten i n de zin kun nen verschijnen en t a v de regels die de verschillende transformaties in de zin leiden deze ve rmogens zijn aangeboren eigen aan de soort mens en werken volgens vaste patronen waardoor bijvoorbeeld verschijnselen d i e in alle talen voorko men als onderwerp gezegdeverbindingen werkwoord en lijdend voorwerp al di rect in de eerste tweewoordunnen van het ki nd terug te vinden zijn mc neill zegt hierover vanaf het eerste moment dat kinderen taal gebruiken hebben ze het vermo gen grammaticale relaties zo te ver woorden dat volwassenen het kind kunnen verstaan we kunn en gemakkelijk vergeten ibe verbazingwekkend dat is het betekent dat het meest abstracte deel van het taalgebruik als eerste in de ontwikkeling verschijnt bovenstaand model heeft consequenties gehad voor de opvattingen van chomsky en mc neill over de betekenis die men moet toekennen aan de input van het taal gebruik van de omgeving en over de invloed die die omgeving kan uitoefe n en op de verwerving en uitbreiding van syntactische regels bij het kind beide auteurs veronderstellen dat die invloed minimaal is en il lustreren dat door te vertellen dat een klein japans meisje een bepaalde taal constructie die haar moeder vrij zelden gebruikte correct hanteerde terwijl ze een verwante con structie di e echter n aar betekenis sterk verschilde niet overnam ofschoon haar moe d er die nu j uist wel overvloedig in haar taal gebruikte chomsky en mc neill veronderste llen dat de invloed van de omgeving op het taalverwer vingsproces nihil is dat de taalverwerving autoproductief is men ka n zeggen dat dit deel van chomsky s theorieen de taalpsycho l ogische r esearch zeer gei nspir ee r d heeft ik persoonlijk s ta grotendeels achter dit model om de s p ontan e taa l verwerving en i n het b ijzon der die van de synt axis te be schrij ve n maar zodra we ge c onfronteerd worden met kindere n waarb ij om de 106 een of an dere reden de spontan e taalverwervi ng niet zonder haperen verloopt staan we met deze theorie lelij k in de kou als het kind slechthore n d is kunnen we proberen de gehoorstoornis op te heffen en dan hopen we maar dat de taalverwerving verder normaal gaat verlopen in a l le andere gevallen kan men alleen maar zeggen i it ls ja m me r maar het is dit kind kennelij k ni et ge l ukt of men kan met dekkers teers en gul di e zeggen de competente van het k i nd dient geprikkeld verbreed te worden net zo goed als het zinloos is te zeggen dat je de intelligentie moet prikkelen is het nietszeggend als je zo over de competente spreekt de competente is een construct denkmo del ook in het denken van chomsky als deze competente van performan ce onderscheidt ik snap wel wat dekkers c s bedoelen als ze zeggen dat de competente geprikkeld moet worden alleen weten we niet of we dat wel kunnen i mita tief we weten bijvoorbeeld ook niet of imitatie een functie heeft in het taalver wervingsproces het enige voordeel van het voorzeg nazegprincipe is dat het een duidelijker middel is dan prikkelen en verbreden om de tegenstrijdige meningen over de rol van de imitatie te illustreren het volgende susan frvin geeft in haar studie imitation and structural change in children s language in new directions in the study of language ed e h lenneberg mass 1966 een nauwkeurige analyse van de spontane taal van peuters en van hun spontane imitaties van volwassentaal op grond van haar analyse komt ze tot de conclusie dat imitaties niet grammaticaal progressief zijn dat wil zeggen dat het kind geen imitaties maakt die grammaticaal complexer zijn dan zijn spontane taaluitingen susan frvin voegt daaraan toe spontane imitatie kan niet gezien worden als de motor voor de snelle ont wikkeling die jonge kinderen t a v hun grammaticale vermogens doorma ken maar ik heb niet gezegd dat imitatie nooit belangrijk is voor taalver werving in comprehensie kan onopgemerkte imitatie belangrijk zijn mis schien is imitatie een hulpmiddel bij de verwerving van de woordenschat en waarschijnlijk is imitatie onvermijdelijk in speciale situaties zoals bij voorbeeld de school in de tijd dat zowel mc neill als frasen brown en bellugi in harvard werkten is mc neill nogmaals in zijn mening gesterkt dat imitatie geen enkele functie had in het taalverwervingsproces omdat uit een uitgebreid onderzoek van frasen own en bellugi naar control of grammar in imitation comprehension and production journ of verb learn and verb behaviour 1963 bleek dat de zinnetjes die ze de kleuters vroegen na te zeggen nagefoond werden zonder meer de schrijvers concludeerden dat voor het nazeggen van een zin geen enkel begrip van de inhoud nodig is paula menyuk vond dat een wat voorbarige conclusie omdat zij in haar studie over de relatie tussen imitatie en comprehensie in taalgedrag telkens merkte 107 dat er weinig imitatie plaatsvindt zonder dat het kind begri j pt wat het zegt grammaticaal complexe zinnen worden nogal eens foutief geimiteerd door kleuters maar de veranderingen die ze aanbrengen maken van de gegeven zin zelden een grammaticaal en naar de betekenis onverstaanbaar wanproduct en bovendien kleuters blijken ook grammaticaal vervormde zinnen met fouten te gen de woordvolgorde spontaan als correcte zin terug te geven vooral dit laatste pleit tegen de veronderstelling dat een kind een zin die het nazegt zomaar klakkeloos nafoont maar gezien het feit dat zowel volwassenen als kin deren in staat zijn een zin na te echoen ronder meer zijn de eerder genoem de uitkomsten van fraser c s op zichzelf niet verwonderlijk in zijn studie van 1 970 vermeldt mc neill de vondst van menyuk dat imitatief taalgedrag bij kinderen over het algemeen niet plaatsvindt zonder dat het kind begrijpt wat het zegt het is vooral om deze reden dat in het taal denkpro gramma voorzeg nazegoefeningen zijn opgenomen als men nauwkeurig contro leert wat kinderen uit het milieu der minstgeschoolden oppikken uit gesproken vertellingen is het resultaat bedroevend om nu deze kinderen uit te nodigen bij elk element stil te blijven staan en het ook zelf te produceren zijn de voorzeg nazegverhaaltjes ingevoerd deze dienen als voorbereiding op de dia logische oefeningen die in het programma daarna komen actie research he t taal denkprogramma moet gezie n wo r den als ee n voorlopig antwoord op de vraag of we door systematische aandacht het taalgebruik en verstaan van gro te groepen kinderen uit het milieu der minstgeschoolden kunnen verrijken we kunnen aantonen dat die duidelijke tekorten vertonen als we ze vergelijken met leeftijdgenootjes en we streefden ernaar deze kinderen in hun woordenschat en hun zinsbouw even goed toe te rusten als die leeftijdgenootjes de kleuterschool biedt vele taalstimulerende activiteiten als vertellen versjes leren kringspelletjes en talloze mogelijkheden voor de kinderen om met elkaar te praten toch is deze school niet in staat gebleken grote groepen kinderen met een handicap in hun taalontwikkeling z6 op te vangen en te stimuleren dat deze stoornissen afnamen daardoor ontstond de vraag wat moet er nog meer gebeuren fr zijn taaldeskundigen die antwoordcri niets het taalgebruik van deze kinderen is anders maar net zo rijk en complex als dat van alle andere kinderen alleen willen jullie dat niet erkennen we zouden het graag erkennen als het waar zou zijn alleen spreken onderzoeksgegevens en ervaring deze mening tegen ook de taal die deze kinderen tegen elkaar gebruiken als ze samen aan de zandtafel spelen of als ze vertellen wat er tijdens een filmvertoning te zien was is simpeler van structuur dan de taal van hun leeftijdgenootjes in zulke situaties deze zinnen komen overeen met die van de taal van meer bevoor rechte kinderen die een jaar jonger zijn in het taal denkprogramma van kohnstamm en de vries is een poging ge waagd om het taalverstaan en taalgebruik van deze kinderen te stimuleren en 1 08 hun mogelijkheden op dit gebied zo te vergroten dat ze zich met net zoveel gemak van de taal kunnen bedienen als hun leeftijdgenootjes welke middelen ons ten dienste staan om dat doel te bereiken is nog nauwelijks bekend na veel aarzeling is onder meer voor imitatie gekozen men moet zich realiseren dat het hier om actie research gaat waarop uiteraard kritiek kan worden gele verd van een theorie uit dergelijke kritiek is wel belangrijk maar ze wordt pas interessant als de criticus vanuit zijn theorie een alternatief experiment opzet om de meerwaarde van zijn uitgangspunten aan te tonen deze reactie is vooral geschreven als poging om te voorkomen dat het mode wordt om in artikelen over n importe welk onderwerp het taal denkprogram ma terloops van wat kritiek te voorzien tot nu toe is dit probleem in ons land de enige poging geweest om niet alleen met hulp te komen voor een groep kinderen die in de ontwikkeling van hun taalgebruik en taalverstaan achterlopen maar die tegelijk ook nauwkeurig wilde bepalen op welke punten die hulp nodig was en wilde meten of die hulp wat uithaalde nederlants voor onze gaste n overeenkomstig de beslissing die de vier onderwijsorganizaties op 13 oktober hebben genomen zullen regelmatig teksten in de geamendeerde spelling pee wesselings wor den afgedrukt hierbij de eerste henk hollaa r naar men zegt zijn er op het ogenblik zo n 120 000 buitenlantse werknemers in ons lant dat betekent dat een op de hondert inwoners een andere moeder taal heeft een aantal gastarbijders heeft ook zijn familie laten overkomen en dat heeft tot gevolg dat flink wat kinderen van buitenlanders op onze scholen zitten en of ze daar meer doen dan zitten hangt ervan af of we in staat zijn ze wat van onze taal te leren in deze aankondiging willen we niet meer dan een paar opmerkingen maken bij het taalonderwijs aan deze kinderen later komen we er wellicht uitgebrijder op terug het is algemeen bekent dat jongere kinderen spelenderwijs een vreemde taal kunnen leren terwijl volwassenen daar veel moeite mee hebben de kin deren leren die taal door te luisteren en daarna zelf te spreken dit is een vorm van imitatie kreative imitatie die men in schriftelike toepassingen ook al lang uit de literatuurgeschidenis kent het is uiteraart nonsens te veronder stellen dat imitatie hetzelfde moet zijn als na papegaaien na fonen het spelen met woorden en zinnen dat ben evers voor het voortgezet onderwijs voorstelt dat bij het bazisonderwijs op een verwante manier al behoorlik inge burgert is en dat ook in kompensatieprogramma s voor kleuters wort gebruik t 109