Over de zinsgrens

Publicatie datum: 2004-01-01
Collectie: 35
Volume: 35
Nummer: 2
Pagina’s: 49-57

Documenten

jannemieke van de gei n maar geeft hij toch ruim honderd regels o c p 345 burger en de jong stellen er zijn een paar harde voorschriften zo eindigen alle zinnen met een leesteken maar veel wordt over de zinsgren s overgelaten aan de smaak van de schrijver o c p 378 de schaarse interpunctieregels die er zijn verheugen zich overigens in een grote de relatie tu ss en zinsopbouwonderwijs en bekendheid iedereen die semi professioneel in leren interpungere n het nederlands schrijft weet bijvoorbeeld wanneer er tussen twee persoonsvormen een komma komt dat de uitbreidende betrekkelijke leren interpungeren lijkt onlosmakelijk verbonden bijzin en de bijstelling tussen komma s geplaatst met leren spellen maar de twee vaardigheden hebben worden en dat een zin begint met een weinig raakvlakken daarom en gezien de beroerde hoofdletter en eindigt met een punt eventueel resultaten van de huidige aanpak ligt een benadering met een vraag of uitroepteken i s interpunctie vanuit zinsopbouwperspectief meer voor de hand wie gewoon minder goed geregeld dan spelling of is zo zinnen leert bouwen en beschouwen vraagt zich er meer aan de hand dat wordt duidelijk bij namelijk toch al voortdurend af wat woorden met toepassing van de interpunctieregel die stelt dat elkaar te maken hebben een zin begint met een hoofdletter en eindigt met een punt dat is wellicht de bekendste interpunctieregel in ieder geval de eerste die leestekens en interpunctieregel s taalgebruikers op school leren twee voor de spelling van de woordvormen in het beelden volstaan toegepast op een tekstfragment standaardnederlands is gebaseerd op drie bestaand uit zeven zinsconstructies en een los beginselen en twee regels daarnaast kent het woord systeem nog tal van uitzonderingen meer dan honderd problemen spellingwijzer onze taal a 1998 en enkele speciale kwesties woordenlijst de jongens en meisjes zitten binnen achter glas ze nederlandse taal 1995 zoals de tussenletter in bewegen sloom soms doet er een zijn mond open en samenstellingen desondanks is de schrijfwijze weer dicht pepijn blut even staan kijken dan springt van woorden leerbaar en onderwijsbaar wie hij op zijn fiets en racet er vandoor nu kan het nog onzeker is over de spelling van een woord kan hilti bovendien handboeken raadplegen dat de tekenset van een speller bestaat uit zesentwintig b letters drie accenttekens een apostrof een de jongens en meisjes zitten binnen achter glas ze liggend streepje en een trema zal ook niemand bewegen sloom soms doet er een zijn mond open en betwisten met de leestekens tussen en binnen weer dicht pepijn blijft even staan kijken dan de zinnen in het standaardnederlands is het heel springt hij op zijn fiets en racet er vandoor nu kan anders gesteld er bestaat om te beginnen geen het nog hihi duidelijkheid over de omvang van de tekenset van dale s groot woordenboek onderscheidt in de dat deze regel op ten minste twee manieren elfde en twaalfde druk 1984 1995 bijvoor toepasbaar is op een tekst geeft te denken als de beeld negen leestekens burger en de jong regel eenduidig was zou het fragment immers 1997 onderscheiden er tien en van dale s groot uit een voorspelbaar aantal zinnen bestaan zoals woordenboek hedendaags nederlands somt er in zijn ook maar een manier is om de 37 verschi llende derde druk 2002 bij het lemma leestekens elf woordvormen in het fragment te spe llen de a op renkema 2002 behandelt er ook elf maar versie van het fragment bestaat echter uit zes niet die van van dal e s hedendaags zinnen de b versie uit negen en beide zijn ook in de regelgeving is onduidelijkheid troef goed en daarmee zijn niet alleen de zo meldt renkema dat een sluitend systeem mogelijkheden nog niet uitgeput evenmin is dit voor het gebruik van de leestekens niet bestaat het enige tekstfragment waarin naar believe n 200 2 moer 49 met zinsgrenzen geexperimenteerd kan worden beginnen en met een punt te eindigen als die dat kan in allerlei teksten in allerlei fragmenten conclusie klopt en voorlopig wijst niets erop tegenover het gesloten spellingsysteem met zijn dat hij niet klopt is het gerechtvaardigd om te scherpe onderscheid tussen goed en fout staat constateren dat de zin niet bestaat bovendien dus het veel opener systeem van de interpunctie blijkt nu dat die ene zogenaamde harde inter dat weinig regels kent en des te meer punctie regel geen voorschrift is maar een mogelijkheden criterium immers alles wat semantisch syntac merk in dat verband trouwens op dat in de a tisch en melodisch kortweg grammaticaal versie de grens tussen tussen pepijn blijft even staan een eenheid vormt met een hoofdletter begint kijken en dan springt hij op zijn fiets met een en met een punt eindigt verdient gewoon het komma gemarkeerd is terwijl daar in de etiket zin dat interpunctie minder goed b versie een punt staat bovendien zijn in de b geregeld is dan spelling laat zich dan ook versie prominent zinsgrenzen ingelast achterglas verklaren uit het gegeven dat van woorden wel en en weer dicht zijn als zin gecodeerd en dat is vaststaat wat het zijn en welke vormen ze niet zomaar gebeurd samen met de grens tussen kunnen aannemen maar van zinnen niet dat pepijn blijft even staan kijken en dan springt hij op maakt ook de systemen wezenlijk onvergelijk zijn fiets bewerkstelligen die twee extra grenzen baar er zijn geen raakvlakken een pittige opeenvolging van impressies wat maakt dat het geheel kort als het is levendiger hoe basis schoolleerlingen interpungeren aandoet dan de a versie misschien ook meer tot wie interpungeert codeert semantische de verbeelding spreekt het is een stilistisch syntactische en melodische relaties tussen effect meer niet maar het is een effect dat er woordgehelen door de gehelen die op zichzelf wezen mag merk ook op dat kennelijk niet kunnen of moeten staan te beginnen met een vaststaat wat eigenlijk een zin is immers en weer hoofdletter en af te sluiten met een punt een dicht kan met evenveel recht een zin genoemd vraagteken of een uitroepteken dat klinkt niet worden als pepijn blijft even staan kijken dan alleen ingewikkeld dat is ingewikkeld springt hij op zijn fiets en racet er vandoor een ingewikkelder dan correct spellen of foutloos algemeen bevredigende definitie van de zin is formuleren zoals af te leiden is uit een moeilijk te geven aldus de a n s maar hij verzameling van 244 fantasieverhalen en brieven vormt in ieder geval conceptueel en formeel aan leeftijdgenootjes of juf geschreven door een op zichzelf staand geheel dat uit een of meer leerlingen halverwege en aan het einde van de woorden bestaat ans p 1086 de grote van basisschool schrijfwerk dat de citogroep tussen dale citeert onder meer de taalkundigen 1993 en 2000 verzameld heeft ten behoeve van reichling en de groot die de zin of zinnen de periodieke peilingen van het onder respectievelijk definieren als het door een wijsniveau zoals tabel 1 laat zien staat in acht voltooide muzische melodie gekenmerkte van de tien teksten van zowel leerlingen woord of woordcomplex en als zelfstandige halverwege de basisschool groep 5 als leerlingen eenheden van klankvorm met groepskarakter aan het einde van de basisschool groep 8 ten die een woord of een combinatie van woorden minste een zinsbouwfout in meer teksten in het omvatten van dale 1995 p 3684 van dale s geval van vijfdegroepers in zelfs veel meer hedendaags volgt de ans van recenter datum is teksten staat ten minste een spelfout evenveel kloosters opmerking dat omdat het begrip moeite hebben vijfdegroepers met het correct grammaticale relatie een cruciale rol speelt coderen van zinnen interpunctie fouten en eigenlijk de hele grammatica de definitie hoewel achtstegroepers daarmee minder moeite van het begrip zin vormt klooster 2001 p hebben vormt het voor hen wel het grootste 106 7 kort en goed komt het erop neer dat struikelblok het coderen van semantisch woordgehelen die semantisch syntactisch en syntactisch en melodisch samen hangende melodisch op zichzelf kunnen staan zinnen woordgehelen die op zichzelf kunnen staan genoemd kunnen worden en dat dergelijke vormt daarmee de grootste bron van fouten in woordgehelen zich in hun geschreven vorm beide groepen in slechts negentien van de 244 manifesteren door met een hoofdletter te teksten 8 zijn dergelijke woordgehelen me t 2004 2 moe r 50 tabel 1 taalverzorgingsfouten in schrijfwerk op de basisschool percentages teksten waarin een fout ten minste een keer werd aangetroffen groep 5 groep 8 totaal totaal aantal teksten 112 132 244 een of meer interpunctiefouten 95 90 92 een of meer spelfouten 95 82 88 een of meer zinsbouwfouten 7 9 80 79 interpun ctie betreft hier alleen het correct aangeven van zinsgrenzen de juiste leestekens als zin gecodeerd zes van hangende woordgehelen de groep van die teksten zijn geschreven door vijfdegroepers samenhangende tekstgehelen en een restgroep dertien door achtstegroepers leerlingen die het principe van de samen hangende tekstgehelen hanteren beginnen niet wat lijkt op de basisschool het belangrijkste een zin maar een compleet stuk tekst met een struikelblok te zijn bij het aangeven van hoofdletter en sluiten ook niet een zin maar een zinsgrenzen voor alle duidelijkheid onderscheid compleet stuk tekst af met een punt er staan ik het toepassen van codeerprincipes van het dan ook meestal veel te weinig leestekens in hun gebruiken van verkeerde tekens teksten hun zinnen zijn veel te lang leerlingen die het principe van de samenhangende codeerprindpes woordgehelen hanteren plaatsen veel meer codeerprincipes van leerlingen laten zich punten omdat zij de veel kleinere woordgehelen onderverdelen in de groep van de samen coderen het verschil tussen de codeerprincipe s tabel 2 toegepaste codeerprincipes bij het aangeven van zinsgrenzen in schrijfwerk op de basisschool percentages teksten onderscheiden naar gehanteerd princip e groep 5 groep 8 totaal totaal aantal tekste n 112 132 244 principe van de samenhangende woordgehelen 26 40 34 semantisch syntactisch en melodisch principe 22 34 29 semantisch en syntactisch principe 4 6 5 principe van de samenhangende tekstgehelen 44 54 49 episodisch principe 38 48 43 holistisch princip e 6 6 6 anders andere principes 6 0 3 geen principe s 15 4 9 niet in de beoordeling betrokken 9 2 5 niet in de beoordeling betrokken zijn zes ultrakorte niet geinterpungeerde teksten en zes teksten waarin leestekens en letters onvoldoende van elkaar te onderscheiden waren 200 2 moer 5 1 is soms dan ook in een oogopslag te zien aan het dierentuin waren zagen ze de papagaaien tot het werk van de leerlingen de restgroep houdt er eind van het verhaal toen de laatsen beneden geen of andere principes op na voor waren gingen ze terug naar de kast met de andere voorbeelden zie hierna uit tabel 2 blijkt dat schoenen bovendien gebruikt de schrijver een het principe van de samenhangende woord maal een verduidelijkende toevoeging achteraf gehelen door ruim eenderde van alle leerlingen die ze ook als zin codeert zie d ook dat wijst toegepast wordt het principe van de erop dat zij de zinsmelodie niet als samenhangende tekstgehelen door bijna de codeerprincipe gebruikt helft royaal tien procent van alle leerlingen past ook andere of helemaal geen principes toe de d aard van het werk lijkt bij het toepassen van een toen hij naar boven ging waren de laatsen weg bepaald principe geen rol te spelen halverwege meneer pappe je en mevrouw tuttelum ze waren noch aan het einde van de basisschool een brief naar beneden gevallen van de flat aan juf een brief aan een leeftijdgenootje een fantasieverhaal op de zinsgrenzen heeft het werk van leerlingen die dit principe hanteren geen effect het mag dan te ver voeren om op telt dus stelselmatig te veel zinnen maar op een grond hiervan vast te stellen dat de zin inderdaad aanzienlijke portie daarvan is niets aan te niet bestaat de constatering dat het een merken hoewel het wel opvalt dat ze allemaal onnatuurlijk taalbouwsel is lijkt niet overdreven ongeveer even lang zijn in teksten voor beginnende lezers wordt dit codeerprincipe principe van de samenhangende woordgehele n overigens ook wel eens toegepast waarschijnlijk in ruim eenvijfde van het schrijfwerk van ten gevolge van de avi terreur zie hiervoorvan leerlingen in groep 5 en in eenderde van het de gein 2002 werk van leerlingen in groep 8 resulteert de toepassing van het principe van de samen principe van de samenhangende tekstgehelen hangende woordgehelen in zinsgrenzen op de om en nabij de helft van alle leerlingen semantisch syntactisch en melodisch geeigende groep 5 44 groep 8 54 hanteert bij het plaatsen en verder nergens maar van de coderen van zinnen het principe van de leerlingen die dit principe toepassen laat ook samenhangende tekstgehelen een minderheid bijna eenzevende het melodisch principe niet van zes procent van de leerlingen uit beide meewegen iets wat pas opvalt als er bijvoorbeeld groepen gaat daarbij holistisch te werk zij afhankelijke bijzinnen in het werk voorkomen beginnen hun werk met een hoofdletter en zoals het fragment bij c laat zien het sluiten het af met een in veel gevallen fors fragment is afkomstig uit een fantasieverhaal uitgevallen of uitbundig versierde punt maar over twee regenlaarzen die uit wandelen gingen verreweg de meesten gebruiken hoofdletter of geschreven door maaike uit groep 6z de punt soms beide zoals xavier uit groep 7 het regelval is die van de schrijver de woorden er doet in e hierna ze bakenen er geen zinnen waren eens zijn in de schrijfopdracht gegeven mee af maar grotere gehelen die ik in navolging van kress 19 94 tekst episodes noem h et c verhaal van xavier bestaat uit zeven van zulke er waren eens twee regenlaarsen episodes die elk als waren het alinea s op een die gingen een bezoekje brengen aan de nieuwe regel beginnen dierentuin in obbelekom die dierentuin heten ober wan wegen de pinguin toen ze e bij de kassa waren was er een hele rij er waren eens twee regenlaarzen die lagen op de met mensen afathoop die waren nog heel heel mooi ze kosten in ieregeval dat dit geen vergissing is maar een consequent nog 50 gulden van waarden toegepast codeerprincipe blijkt uit de rest van toen op een dag kwam er een armenvan die had alleen het werk waarin precies dezelfde fout nog vijf maar een jas een overhemd en een broek die verschurd maal herhaald wordt van toen ze eindelijk in de waren 200 2 moe r 52 en die arme man zag ze liggen hij rende en rende gebruikt het middengedeelte van zijn verhaal opde afalhoop af en pakte ze meteen toen trok hij waarin de laarzen besluiten een uitgebroken ze razendravend snel aan wand hij vonds ze stier te vangen is kortheidshalve komen zomooi vervallen hij riep joepie en rende weg het leeken wet toverlaarzen want hij rende 150 km f per uur en dat was ook zo de laarzen lage wast eikar in de kas t toen hij in austraie was zag hij een heel toen zij de een laars tegen de andere laars heel mooi groot huis voor zich staan en daar zullen we gaan wandelen ja dat doen we woonde hij voortaan hij werd rijk en hij ze ginen door het schuur raampje naar levden nog lang en geluikig buiten en daar liepen ze maar z e de populariteit van het episodisch codeer ze geritzel in de bosjes ze keeleen tusen principe is opvallend en interessant er blijkt de bladeren ja er zat een stier in de immers uit dat veel leerlingen als zij schrijven bosjes ze pakten de grooten doe k wel betekenisvolle relaties en samenhangen wat meer een laken leek toen gooden doek ja ze tussen en binnen de kleinere gehelen van een heben een toen ginen ze naar het sircus en toen groter geheel onderscheiden en goed ook maar naar huis niet op syntactisch niveau ze coderen de structuur van de tekst in plaats van die van de taal beduidend meer vijfde dan achtstegroepers overigens zijn de afzonderlijke tekstepisodes die 15 versus 4 produceren werk zoals bij f leerlingen onderscheiden niet altijd groter dan als de schrijvers ervan al iets weten van semantisch syntactisch en melodisch samen interpunctie laten ze dat niet b lij ken leerli ngen hangende woordgehelen de eerste derde vijfde die in dergelijke tekstblokken elke regel en de enigszins krakkemikkige zesde episode in beginnen met een hoofdletter en die eventueel e zijn daar voorbeelden van in zo n geval lijkt ook afsluiten met een punt geven er wel blijk een schrijver het codeerprincipe voor de zin van iets te weten van interpunctie maar feilloos te hanteren het episodisch principe hanteren een verkeerd principe net als garandeert namelijk dat gecodeerde grenzen leerli ngen die een grens coderen midden in een altijd op een semantisch syntactisch en woordgroep in de door de citogroep melodisch daarvoor geeigende plaats vallen het verzamelde brieven en verhalen zijn aldus garandeert alleen niet dat er ook voldoende gecodeerde teksten all emaal van de hand van grenzen gecodeerd worden wellicht geeft vijfdegroepers 3 van het totaal en was het tabel 2 dan ook een geflatteerd beeld van het regel zinprincipe het meest frequent erik uit percentage teksten dat volgens het principe van groep 6 hanteert dat principe ook het fragment de semantisch syntactisch en melodisch bij g is van zijn hand samenhangende woordgehelen gecodeerd is vormt de hantering van het episodisch g codeerprincipe een noodzakelijke tussenstap van er waren eens drie regenlaarzen een holistisch interpungeren naar het interpun een gemeene schoen de regen laar geren van semantisch syntactisch en melodisch zen gingen zwemmen en de schoen samenhangende woordgehelen op die vraag was in de buurt en het is gevaar geven deze gegevens geen antwoord lijk en de schoen pakte een va n uitgesloten is het louter speculatief natuur lijk niet ik besluit deze bespreking van de codeer geen of andere principes principes met de constatering dat veel geen principes hanteren de leerlingen die een basisschoolleerlingen hun schrijfwerk wel in blok tekst produceren zoals bij f hierna een zinnen willen opdelen maar dat ze niet weten tekst van frans uit groep 6 de in de opdracht hoe ze dat moeten doen zelfs niet in groep 8 gegeven woorden er waren eens heeft hij niet dat hangt zonder enige twijfel samen met he t 200 2 moer 53 gegeven dat in taalmethodes het leren inter grammaticale relaties spellingonderwijs biedt pungeren gereduceerd is tot het schrijven van hier dus geen soelaas en traditioneel een hoofdletter aan het begin van een zin en het grammaticaonderwijs ook niet dat onderwijs plaatsen van een leesteken aan het eind en dat of wat daar nog van rest heeft immers als doel die vaardigheid over het algemeen deel uitmaakt dat leerlingen leren ontleden en benoemen van het leren spellen door gebrek aan kennis daardoor krijgen ze amper inzicht in de over waar zich zo n zinseinde zoal voor zou taalstructurele rollen van de onderscheiden kunnen doen lijken leerlingen dan ook vooral woorden en zinsdelen laat staan in hun intuitief te werk te gaan en zo gezien brengen onderinge samenhang zodat de basis voor ze het er dan niet eens zo heel slecht vanaf instructie in interpunctieprincipes ontbreekt een benadering vanuit zinsopbouwperspectief leestekens ligt meer voor de hand in de taalmethode zin dat brengt me bij het punt dat in taal maakt het leren hanteren van inter basisschoolleerlingen die het codeerprincipe punctieprincipes deel uit van de leerlijn voor de zin wel onder de knie hebben er nog zinsbouw de lessen zijn gebaseerd op niet zijn ze moeten namelijk ook de juiste ervaringen met de leergang zinnen bouwen leestekens gebruiken de juistheid van zo n die een positief effect had op schrijfwerk van teken is natuurlijk alleen maar te beoordelen als leerlingen zie van de gein 1991 1992a 1992b het staat waar het hoort te staan dat is in 161 het taalstructurele houvast verwerven de van de 244 door de girogroep verzamelde leerlingen in een langlopende lessenreeks teksten het geval in negentien daarvan 12 waarin ingebed in een betekenisvolle zijn alle tekens ook correct zes van die verhalende context allerlei woordgehelen negentien zijn geschreven door leerlingen centraal staan de hele reeks is losjes halverwege de basisschool dertien door opgehangen aan de zogenaamde grammaticale leerlingen aan het einde i n bijna de helft van de hoofdklassen van zelfstandig naamwoorden 142 andere teksten 68 48 ontbreekt ten werkwoorden en bijvoeglijk naamwoorden minste een keer een hoofdletter aan het begin losjes omdat de woordgehelen die de van de zin in ruim een kwart 39 27 staat ten leerlingen leren kennen niet louter woord minste een keer een ongebruikelijk teken zoals soortelijk gedefinieerd zijn onder woorden een streepje aan het eind of het begin van een voor mensen dieren of dingen de grammaticale zin of begint elke nieuwe zin op een nieuwe hoofdklasse der zelfstandigheden worden in zin regel ook in een kwart 36 25 ontbreekt ten in taal bijvoorbeeld zelfstandig naamwoorden minste een keer een zinseindeteken en in ruim met alles erop en eraan gerekend woordgehelen eenvijfde 30 21 wordt ten minste een zin zoals pepfin de meisjes de kat van softe twee door het verkeerde zinseindeteken afgesloten pasgeboren visjes het boek lelieijes of de kwaadheid meestal door een punt terwijl er een vraagteken zijn dus allemaal woorden voor mensen dieren had moeten staan en dat al die procenten samen of dingen losjes bovendien omdat zin in taal sommeren tot 121 komt natuurlijk doordat in ook woorden kent voor waar iets gebeurt thuis een en dezelfde tekst meer dan een soort fout bijvoorbeeld en voor wanneer iets gebeurt gemaakt kan worden zoals onder het strijken taal en redekunde lopen hier bewust dooreen in drie leerjaren de eerste leren interpungeren vanuit les in deze reeks staat op pagina 8 van het eerste zin sopbo uwperspe ctief taalboek voor groep 4 a1 de laatste op pagina alles samengenomen is het niet overdreven om 123 van het tweede taalboek voor groep 6 c2 te constateren dat nederlandse basisschool ontwikkelen de leerlingen niet alleen het besef leerlingen zwak interpungeren en dan blijft het dat er voor van alles en nog wat een beperkte gebruik van de komma de dubbele punt en de dus overzichtelijke hoeveelheid van dergelijke aanhalingstekens nog buiten beschouwing woordgehelen bestaat ze leren ook dat en hoe gerichte instructie is geen overbodige luxe woorden voor bijvoorbeeld mensen dieren of liefst wordt die instructie gekoppeld aan dingen jet de mug de gordijnen en de woorden onderwijs waarin het toch al draait om voor wat die doen uit bed komen zoemen zacht 20 04 2 moer 54 jes waaien aaneen te smeden zijn jet komt uit bed het ook mogelijk om te praten over de gekozen de mug zoemt de gordijnen waaien zadi jes grenzen niet alleen over wat doodgewoon fout dergelijke zinnen staan in het onderwijs is ook over wat gegeven de context stilistisch bekend als hele zinnen in de taalkunde als effectiever is dat niet alle leerlingen het enkelvoudige hoofdzinsconstructies met als daarover met elkaar eens zullen of hoeven zijn wezenskenmerk de persoonsvorm van een spreekt vanzelf wezenlijk is bovendien dat de werkwoord de spil waarom het draait vraag waar de leerlingen voor komen staan zie hiervoor onder meer den hertog 1973 waar zet ik een punt dezelfde is als de vraag p 15 e v balk smit duyzentkunst 1994 p 145 waarmee ze geconfronteerd kunnen worden als e v er zijn ook wel leerkrachten die menen dat ze teksten schrijven deze lessenreeks bereidt het in deze lessenreeks primair om de hen daarop nog verder voor met schrijf persoonsvorm van het werkwoord gaat opdrachten die uiteraard niet op afgeronde hoofdletters en zinseindetekens waarnaar in tekstgehelen gericht zijn maar uitsluitend op deze lessen overigens geen expliciete aandacht afgeronde woordgehelen in zulke opdrachten uitgaat zijn in de serie niet aan deze hele brengen leerlingen bijvoorbeeld hun gedachten zinnen voorbehouden ook de juist in de over een bepaald onderwerp familie knuffels verhalende context betekenisvolle zelfstandige een wereld zonder mensen uitlachen gedaante woordgehelen zoals de maat slaan en lachen en verwisselingen onder woorden op acht steeds met de muziek meedeinen woorden voor wat langer wordende schrijfregels door op de eerste mensen doen of wereldberoemd en hartstikke regel een kernachtig woord te schrijven op de goed en lekker op dreef woorden om iets te tweede een geheel van twee woorden op de beschrijven beginnen gewoon met een derde een geheel van drie en zo maar door er hoofdletter en eindigen gewoon met een zijn ook wel leerkrachten die menen dat het in zinseindeteken het voortschrijdende inzicht in deze lessenreeks primair om leren formuleren grammaticale relaties ondersteunt leerlingen als gaat i n dezelfde lessenreeks leren de leerlingen zij in een tweede lessenreeks het semantisch welgeteld tien leestekens kennen van punt en syntactisch en melodisch codeerprincipe leren vraagteken en hoofdletter in groep 5 tot en toepassen ook dit is een langlopende reeks de met de gedachtestreep en het beletselteken in eerste les staat op pagina 26 van het eerste groep 8 met de meest gebruikte oefenen ze taalboek voor groep 5 b1 de laatste op pagina vaak van de minder alledaagse zien en proberen 108 van het tweede taalboek voor groep 8 e2 ze de mogelijkheden bij alle lessen veertig in totaal hoort een werkblad een pagina in een werkboek waarop be s luit leerlingen niet alleen kunnen zien dat alle in de elfde en twaalfde druk van de grote van soorten woordgehelen die ze kennen met een dale staat dat men het juiste gebruik der hoofdletter kunnen beginnen en met een punt leestekens behalve door bij zijn eigen oor te kunnen eindigen maar waarop ze te beginnen rade te gaan het best kan leren door het lezen in groep 6 ook zelf experimenteren met het van goede schrijvers die aandacht tonen te leggen en verleggen van de grenzen tussen hebben voor dit stijlmiddel groot woordenboek woordgehelen experimenteren alleen of in een 1984 p xxxviii 1995 p xlv mij is het een groepje met elkaar praten over de resultaten en raadsel hoe iemand die het interpungeren nog ontdekken dat alles wat je maakt zich laat niet onder de knie heeft toch vaststellen kan beschouwen en veranderen is essentieel in deze welke goede schrijvers die aandacht voor essenreeks essentieel is ook dat het op de leestekens dan tonen te hebben maar er zijn werkbladen gegeven taalmateriaal in een verhaal ongetwijfeld taalgebruikers die zich het ingebed is en dus ook altijd ergens over gaat achterliggende principe zelfstandig eigen zie ter illustratie hiervan ook de noot bij de a maken ook de gegevens van de girogroep lijken en de b versie van het pepijnfragment de in die richting te wijzen zie tabel 2 maar veel betekenisvolle context geeft mede sturing bij taalgebruikers en jongere zeker kunnen het zoeken naar de semantisch syntactisch en gerichte instructie goed gebruiken zowel in het melodisch meest geeigende grenzen en maakt onderscheiden van semantische syntactische e n 200 2 moe r 55 melodische woordgehelen als in het coderen van vanuit het oogpunt van eenvoud bijvoor de relaties tussen die woordgehelen en dat alles beeld wel verdedigbaar maar het is toch vooral voor de hoofdletter en de punt want zoals de in inconsequent en de hele zin verdient de de eerste eeuw van onze jaartelling optredende nodige aandacht maar misschien niet zoveel advocaat en hoogleraar quintilianus al zei de als hij nu krijgt vaardigheid tot interpungeren moge dan geen grote deugd zijn als je die niet bezit kun je algemene nederlandse spraakkunst groningen tijdens je optreden de rest wel vergeten deurne martinus nijhoff uitgevers wolters quintilianus 2001 p 588 planlijn 1997 tweede geheel herziene druk balk smit duyzentkunst de woorden en hun zin literatuur en note n amsterdam nijgh van ditmar 1994 burger p j de jong handboek stijl advieze n 1 het tekstfragment is afkomstig uit een voor aantrekkelijk schrijven groningen martinus zinsbouwles in het werkboek bij het zin in nijhoff uitgevers 1997 taal deel bestemd voor groep 8 van de gein j van de de zin centraal een basisschool p 2 de les heet guppy s en het experimentele studie naar het effect van geciteerde fragment beschrijft wat pepijn een grammatica onderwijs in tijdschrift voor achtstegroeper op zijn vrije woensdagmiddag taalbeheersing 13 nr 4 1991 p 241 263 ziet als hij langs het ichthuscollege rijdt een gein j van de zinnen leren bouwen in moer school voor voortgezet onderwijs voor de nr 3 4 1992a p 91 98 volledigheid hierna de zeven zinsconstructies gein j van de de bijdrage aan tussen vierkante haken en tussen punthaken zinsopbouwonderwijs aan stelvaardigheid het voornaamwoord waarin de vijfde en de analyse van een leergang in spiegel 10 nr 2 zesde zinsconstructie samengetrokken zijn 1992b p 13 25 het losse woord hihi een klanknabootsend gein j van de zinnen en woorden wat maakt tussenwerpsel staat apart de jongens en meisjes ze moeilijk wat maakt ze makkelijk wat maakt zitten binnen achter glas ze bewegen sloom ze mooi in j kurvers p mooren red soms doet er een zijn mond open en weer dicht moeilijk lezen makkelijk maken de veelzijdige pepijn blijft even staan kijken dan springt hij zwakke lezer leidschendam biblion op zin fiets en racet er vandoor nu kan uitgeverij 2002 p 35 48 het nog hih i groot woordenboek der nederlandse taal utrecht antwerpen van dale lexicografie 2 de citogroep is terughoudend in het 1984 elfde druk 1995 twaalfde druk openbaar maken van werk van leerlingen groot woordenboek hedendaags nederlands daarom illustreer ik de fouten met utrecht antwerpen van dale lexicografie voorbeelden uit ander werk van andere leer 2002 derde druk lingen en wel van leerlingen uit de groepen 6 hertog c h den nederlandse spraakkunst eerste en 7 van scholen uit heel nederland die stuk de leer van de enkelvoudige zin amsterdam allemaal een fantasieverhaal geschreven versluys 1973 vierde druk ingeleid en hebben over regenlaarzen die uit wandelen bewerkt door h halshof gingen teksten uit mijn eigen tekst klooster w grammatica van het hedendaags verzameling nederlands den haag sdu uitgevers 2001 kress g learning to write london newyork 3 van de zin in taal gebruikers is bij mijn weten routledge 1994 tweede editie bijna driekwart tevreden tot zeer tevreden quintilianus de opleiding tot redenaar over de zinsbouwlessen tien procent niet vertaald ingeleid en van aantekeningen maar ook zonder die wetenschap zou ik voorzien door piet gebrandy groningen mocht ik het nog eens over kunnen doen historische uitgeverij 2001 overwegen om het hier en daar anders aan te renkema j schrijfwijzer den haag sdu pakken dat niet all e woordgehelen in de uitgevers 2002 lessen voor groep 4 geinterpungeerd zijn is spellingwijzer onze taal een samenwerkings 200 2 m oer 56 project van de letterenfaculteit van de ku brabant en het genootsc h ap onze taal amsterdam antwerpen groningen contact wolters n oordhoff 1998 woordenlijst nede rlandse taal samengesteld door het i nstituut voor nederlandse lexicologie in opdracht van de nederlandse taalunie den haag antwerpen sdu u itgevers standaard uitgeverij 1995 zin in taal taalmethode voor de basisschool bestaande uit een taaldeel en een spellingdeel tilburg zwijnen 1996 2001 200 2 moer 57