Parade der paradigmata: een korte beginselverklaring over moedertaalonderwijs

Publicatie datum: 1984-11-01
Collectie: 14
Volume: 14
Nummer: 5
Pagina’s: 57-60

Documenten

parade der paradigmata een korte beginselverklaring over moedertaalonderwijs herman meddens is docent aan de lerarenopleiding d witte leli in am sterdam wij vroegen hem om een reactie op het artikel van hugo de jonghe over lezen en luisteren onze leerlingen wel genoeg in vonk 1984 3 omdat hij door a11er1ei publicaties en cursussen nogal gespecialiseerd is geraakt in praat en luisteronderwijs in zijn lezen en luisteren onze leerlingen wel genoeg vonk 84 3 beschrijft hugo de jonghe drie paradigmata die zijns inziens gelden en gegolden hebben binnen het onderwijs in de moderne vreemde talen en hetmoedertaalon derwijs het komt niet veel voor dat er in een adem gespro ken of geschreven wordt over deze beide vakgebieden in mijn reactie beperk ik me tot het moedertaalonderwijs omdat ik mij nooit vakmatig heb verdiept in de idealen en didaktieken van het vreemde talen onderwijs om nog een andere reden is het artikel van de jonghe bij zonder het gaat niet over de didaktiek van een of ander vakonderdeel maar over het onderwijsdoel wat je met vto en mto kunt hebben en in zijn uitkomst is hij onalledaags tekstinterpretatie ofwel nadruk op lezen en luisteren als traditioneel paradigma ziet hij nadruk op grammatica en literatuur een grote aandacht voor het schriftelijke lezen en schrijven als reactie daarop schetst hij het taalbeheersingsparadigma nadruk op het vergroten van taalvaardigheid en meer in het bijzonder spreken en luisteren onder invloed van nieuwe technische ontwikkelin gen en de functie van het gesproken woord in de moderne samenleving hijzelf stelt het tekstparadigma voor nadruk op de receptieve taalvaardigheid lezen en luisteren omdat het taalbeheersingsparadigma weinig resultaat af wierp omdat produktieve taalvaardigheid gebaseerd is op langdurige incubatie op grond van receptieve taalbe heersing en omdat het didaktisch aantrekkelijk is ik kan mij niet vinden in de verleidelijke historische schets van hugo de jonghe hoezeer ik het toejuich dat je idealen verankert in het verleden en niet telkens op nieuw het wiel tracht uit te vinden je kunt de geschiede nis van het onderwijs wel beschrijven aan de hand van vak veranderingen maar daar moet het niet bij blijven de onderliggende motieven moeten ook beschreven worden daarom is het beter onderwijsgeschiedenis te beschrijven vonk 1984 14de jg nr 5 57 aan de hand van de functie die het onderwijs of bepaalde vormen daarbinnen hebben gehad in de samenleving onderwijs wordt door de staat georganiseerd en leerkrachten worden door de staat gesalarieerd om kinderen op te voeden tot goede staatsburgers blijkens de schoolstrijd en de handhaving van de uitkomsten daarvan leeft dit besef in de politiek maar leeft het ook bij de leerkrachten velen van hen denken meer vanuit hun vak en wat zij daarvan kwijt kunnen aan hun leerlingen als ik de nadruk leg op de politieke of maatschappelijke functie van het onderwijs dan kom ik tot een andere historische schets dan hugo de jonghe in de latijnse school hoefde niet veel aandacht aan de moedertaal besteed te worden slechts de onderdelen gramma tica en literatuur waren van belang grammatica was een steun bij vreemde talen en kon behulpzaam zijn in geschre ven vooral juridische taal en literatuur gold als een visitiekaartje voor de happy few dit beeld gecompleteerd door de toespraak en het schooldrama werd doorgegeven aan de latere gymnasia en athenea maar na de eerste en vooral na de tweede wereldoorlog veranderde de populatie van deze schooltypen bredere lagen der bevolking namen deel aan dit onderwijs en dat betekende dat het beginniveau van de leerlingen veranderde het waren niet allen a b n sprekers meer en de functie van de school inwijding in de elite veranderde in selectiemiddel voor de betere en hogere functies deze beide factoren stonden aan de wieg van veel geween en gezucht het vak was het vak niet meer leerlingen spraken niet langer beschaafd of hoog hollands ze spelden niet meer van nature feilloos en de woordenschat ach meneer op de lagere schooltypes van het voortgezet of secundair onderwijs was het allemaal nog droeviger de onderwijsin houd was een afgeleide van de hogere types b v geen grammatica die taalbeschouwelijk en filosofisch van aard was maar de kunstgrepen van het ontleden geen interes sante essays waarin begrippen aan de orde kwamen maar schoolse woordenlijsten geen analyse van historische teksten maar saaie overzichten literatuurgeschiedenis waarbij leerlingen het onderscheid tussen een exempel een hagiografie en een legende konden verwoorden zonder ooit een exempel hagiografie of legende gelezen te hebben vakinhoudelijk zou je kunnen spreken van een verwatering van een kwaliteitsverlies indien je de oude vakinhoud als norm aanvaardt maar er zijn ook altijd alternatieven geweest goede collega s die vruchtbaar bezig zijn geweest met het zoeken van nieuwe vakinhouden al dan niet geent op een duidelijk pedagogisch ideaal denk maar aan creativiteit gespreks training en vergader techniek een herlevend en inlevend poezie onderwijs drama nieuwe zakelijkheid in moedertaal onderwijs en toch geen nederlands 58 er is veel geschreven en gediskusseerd over de doelen van moedertaalonderwijs emancipatorisch normaal functio neel maatschappijkritisch en waarin verschillen hugo de jonghe en ik dan natuurlijk niet alleen in onze interpretatie van onderwijs geschiedenis de jonghe ontleent zijn onderwijsdoelen aan het vak waar ik mijn onderwijsdoelen zou ontlenen aan de funktie die dat vak heeft of kan hebben in de samenleving verbetering van de taalvaardigheid zegt mij niet zo veel ik zou liever willen kijken hoe taalvaardigheid in onze maatschappij functioneert en daaruit wil ik onderwijsdoe len afleiden kort gezegd komt dit op het volgende neer ik wil mijn best doen leerlingen op te voeden tot mondig weerbare en sociale burgers burgeressen daarbij is het vak nederlands alleen maar middel niet meer maar vooral ook niet minder want taal is toevallig wel naast eten en warmte een levensvoorwaarde hoe ziet dan de concrete vakinhoud er uit we krijgen mondeling radio tv en schriftelijk bladen veel informatie manipulatie op ons af hoofdvraag hoe functioneert die manipulatie subvragen hoe gaan de informatiestromen welke belangen zitten er achter welk deel krijgen wij hoe kunnen we zeif deelnemen welke vooronderstellingen liggen onder welke stromen wat ontbreekt etc wat betekent taal voor mij persoonlijk wat is mijn taal hoe wordt mijn taal gewaardeerd hoe kan ik via taal mijzelf ontplooien mezelf confronteren aan anderen taalonderwijs kan dus enerzijds leiden tot verkenning en functioneren in de buitenwereld anderzijds tot verrij king en verkenning van jezelf beiden moeten in beginsel kun je je binnen moedertaalonderwijs dus bezig houden met het springerconcern en gunther walraf als ver slaggever van bild de buitenwereld dus maar ook met het angstbegrip in bepaalde poezie of bij bepaalde grote schrijvers in hun worsteling om innerlijke vrede binnen wereld beide aspecten kunnen niet zonder elkaar dus alles kan ja als het maar met ons echte leven buiten in de samenleving of binnen in ons hart te maken heeft het middel en vak is taal dit moedertaalonderwijs legt sterk de nadruk op het normaal functionele en het taalbeschouwelijke en wat kan niet het vak om het vak het schoolse dat is de dood in ons onderwijs en er is al zo veel dood als het gaat om de beginselen van moedertaalonderwijs kies ik voor een filosofisch ideaal en niet voor een vakma tig ingekleurd paradigma en misschien ziet mijn ideale moedertaalonderwijs er dan wel erg tekstmatig uit maar dat is eerder uitvloeisel dan beginsel 59 onderwijs met hart en ziel dat laatste woord mag ook in zijn duitse betekenis begrepen worden herman meddens klein brabant 152 nl 5262 rs vught nl 60