Pleidooi voor een leerlinggericht curriculum voor literair lezen

Publicatie datum: 1998-03-01
Collectie: 27
Volume: 27
Nummer: 4
Pagina’s: 39-46

Documenten

pleidooi voor een leerlinggericht curriculum voor literair lezen mark van bavel in deze tekst pleiten we voor een leerlinggerichte benadering van literair lezen in het secundair onderwijs we onderbouwen dat pleidooi vanuit de leerplannen en de recente leesdidactiek hoewel we uitgaan van alle leerplannen praten we toch voor al vanuit het leerplan van het wkso vlaams verbond van het katholiek secundair onderwijs gewoon omdat het ons het meest vertrouwd is we stellen in deze tekst dat in een leerlinggericht curriculum voor literair lezen leraren van de eerste graad een sleutelrol spelen zij werken aan de vaardigheid en de bereidheid van jongeren om literaire teksten te smaken en te leren interpreteren hun belezenheid hun wijs heid en hun geduld om de tekst of leeservaring van hun leerlingen ernstig te nemen en dus in het begin niet alles te zeggen is uitermate belangrijk voor ons zijn ze zelfs voorwaarde opdat jongeren later bereid zouden zijn zelf literaire teksten te interpreteren e gaan in dit pleidooi uit van lezen drie gedichten eentje per graad het zijn thematische gedichten die over lezen gaan in het gedicht voor de eerste graad roept ze vertolken een opva tt ing over leendert witvliet de leeservaring van de lezen we gebruiken ze voor de jongere als volgt op gelegenheid als poetica s lezen de kinderen en de grote mensen uit de boeken die je leest ken je soms nog beter dan die uit je eigen straat je leest in de kamer in de winter een paar uur lang i maart april 1998 nummer 4 276 jaargang de kat wil in de sneeuw een mees naar het raam je weet wat beide willen de tijd gaat verder het sneeuwt het dooit al in het boek helden worden oud jaren vliegen om met het omslaan van een blad zo thuis een paar uur lezen over plaatsen ver van deze de wereld van het boek zo bekend als het verlangen van de kat de mezen in de winter en de dingen om je heen leendert witvliet in dit gedicht beschrijft leendert witvliet de dan maakt de je vorm plaats voor beschou wereld van het lezende kind in de eerste wing vanuit de leeservaring van het lezende twee strofen doet hij dat in de je vorm als kind dat leest over plaatsen ver weg jonge lezer die over zijn lezen praat of als tegenover de kamer waarin het zit en over oudere lezer die de jongere aanspreekt de tijd die versnelt de tijd vliegt om sneeuw hoe je al lezend meer vertrouwd geraakt wordt dooi bladzijden slaan om helden met de kinderen en de grote mensen in je worden ouder tegenover de paar uren dat boeken dan met de mensen in je straat je je leest daardoor groeit de vertrouwdheid gee ft ze zelf een gezicht en een karakter zo met de wereld van het boek die wordt even wordt de wereld van het boek je zelfs ver bekend als het verlangen van de kat ze wil trouwder dan je omgeving het wordt je in de sneeuw de mezen in de winter ze eigen ontworpen wereld je leest een paar willen naar het raam en als de mensen en uur in je kamer in de winter je leest alleen de dingen om je heen lezen verplaatst je in en van geen ouders gestoord alleen dieren de wereld van het boek al lezend verken je trekken krijgen nog je aandacht een kat wil de wereld de plaatsen ver weg de helden in de sneeuw een mees naar het raam je die ouder worden de tijd die om vliegt de weet dat je hebt dat nog gezien zo ken je dingen om je heen ze worden je ver hun beider wil trouwd je kent ze je kent hun verlangens n rgi 278 jaargang nummer 4 maart april 1998 dat kennen is een kennen door kijken een bereid te vinden om zelf betekenis toe te intuitief weten een weten door inleving de kennen aan wat zij lezen leerlingen die als leeservaring vanuit jouw belevingswereld jongeren hebben ervaren dat hun beteke nistoekenning er niet toe doet bijvoorbeeld dit gedicht herinnert aan de theorie van lea omdat hun leerkracht van bij het begin al dasberg waar ze spreekt over de verborgen stelt hoe zij teksten moeten lezen zullen plaats het vierde pedagogisch milieu waarin later ook geduldig wachten tot hun verteld jongeren al lezend met zichzelf en de wereld wordt wat en hoe zij hadden moeten in het reine komen het wordt hun eigen ont lezen worpen wereld waarin de wereld van het boek en de wereld van de jongeren samen het is ons dus om een leerlinggericht litera vallen met een eigen tijds en ruimtebeleving tuuronderwijs te doen ook recente literaire zie dasberg 1981 hier gaat het kind op didactieken nemen de lezer als uitgangs ontdekking verkenning en avontuur naar een punt zij gaan uit van de manier waarop de nog niet bekende wereld zo komt het in het lezer op teksten reageert en aan teksten reine met of thematiseert het zijn geheime betekenissen toekent voor het beginnend wensen zijn eerste verliefdheid zijn idealen en later literatuuronderwijs is dat dan aan zijn angsten zijn agressie zijn schaamte zijn dacht hebben voor de wijze waarop leerlin wrok zijn helden beleven die voor hem gen op teksten reageren hoe zij geleidelijk met die helden belee ft hij ze zelf betekenissen leren toekennen aan teksten en aan de wereld die hen als jonge lezers mooi is dat maar hoe ga je nu van die ver omgeeft om zo te komen tot gedeelde borgen plaats naar literatuur onderwijs in de betekenistoekenning tot literaire begrippen klas hoe ziet de leesomgeving van de jon en literaire conventies gere er daar uit waar situeren we de ande ren onder meer de leraren daarin hoe de vlaamse leerplannen zeggen dat de eer gaan die met de leeservaring van jongeren ste stappen daar naartoe gezet worden om leraren horen tot de leesomgeving van vanuit de leeservaring in het leerplan van de jongeren met aidan chambers 1995 het wkso lezen we daarbij volgende vra plaatsen we hen centraal in de leescirkel zij gen zijn daarin samen met ouders bibliotheca rissen boekhandelaars de helpende vol hoe ervaar ik het gelezen of beluisterde wassenen chambers spr eekt zelfs van de verhaal enabling adults zij brengen jongeren in hoe ervaar ik het gelezen of beluisterde contact met boeken zij lezen voor zij vertel gedicht len zij geven ruimte en kansen aan jongeren hoe beleef ik de gebeurtenissen in het om over hun leeservaring te praten in dat verhaal mee praten is de fantasievolle hypothese van de wat vertel ik mijn medeleerlingen over jongere over de betekenis van het boek die beleving uitermate belangrijk hier wordt de basis hoe reageer ik op wat mijn medeleerlin gelegd van de vaardigheid tot en de bereid gen over hun beleving vertellen heid om te interpreteren en om die interpre ervaar ik die gebeurtenissen als echt tatie te toetsen aan die van andere lezers als waarschijnlijk of als verzonnen spelen de gebeurtenissen zich nu en die kansen om over de leeservaring te spre hier af of toen en elders ken vormen de kern van de leerlinggerichte kan ik me in de personages inleven manier van literair lezen in de leerplannen sluit wat ik lees of beluister bij mijn leef voor ons zijn ze zelfs voorwaarde om leer wereld aan of verzet het me in een lingen straks als volwassen lezers nog andere wereld pi r maart april 1998 nummer 4 27 jaargang oop vind ik de tekst aangrijpend ontroerend niet als het om een poetica gaat die spannend humoristisch beschrijft hoe leerlingen lezen immers dan wat denk ik nu van het gelezene of gaan we veel verder dan hun leeservaring beluisterde hoe breng ik dat onder woorden hoe doe ik dat leesplezier let wel deze vragen zijn geen sjabloon dat we elke les langslopen wel kunnen ze lera ren een richting aanwijzen waarin het ge in de tweede graad komen er flinke barsten sprek over lezen kan lopen paradox met in de bereidheid tot lezen nogal wat jonge deze vragen zouden we ook het gedicht lezers haken af ze vinden lezen helemaal van leendert witvliet met de leerlingen kun niet plezierig sommigen spreken van ant nen lezen helaas zeggen we daar analy lezing bart moeyaert ziet het zo seer gedichten in de klas niet kapot zeker leesplezier ik vind ze saai dus boeken karton lijm oud papier en daar wat letters tussen dat heet dan leesplezier ik ga er ook van geeuwen personages en een plot en daar wat woorden tussen dat heet dan leesgenot ik word er heel erg moe van want lezen is zwaar zwoegen zo n boek weegt gauw een kilogram dat heet dan leesgenoegen geef mij maar televisie dat zapt beweegt is kleur alleen maar ondertitels dat heet dan geen gezeur bart moeyaert miti 27e jaargang nummer 4 maart april 1998 it kt 4 de auteur reduceert lezen tot een lastig kar we lezen in het leerplan van het wkso in wei van hooguit ondertitels lang leve de de tweede graad wordt ook plaats gemaakt media en het zappen boeken worden her voor een ruimere literaire reflectie voor leid tot hun uitwendige vorm veel zwaarder beginnende tekstbestudering naast de al in de hand dan de afstandsbediening bestaande tekstervaring dit veronderstelt misschien wat overtrokken hoewel leidt een beperkte hoeveelheid kennis in verband de zachte leerlinggerichte benadering dan met een literatuur en een literair begrippen niet echt tot leesbereidheid zijn er aanwijs apparaat dat in de eerste plaats dient als bare oorzaken feit is dat de leerlingen als hulpmiddel om leeservaringen preciezer 1 4 jarigen steeds minder gericht zijn op onder woorden te brengen en de leerlingen lezen sommigen zeggen de wereld gaat een leesstrategie voor literaire termen aan te voor hen stralend open ze krijgen andere leren de literatuurtheorie mag in de klas interesses dan die saaie boeken anderen slechts fungeren als middel om de leeserva zeggen ze krijgen ook meer schoolwerk ring te intensiveren en te structureren wij geloven dat het ook samengaat met het daarom moeten de literaire termen en leesaanbod voor deze leeftijdsgroep en de begrippen zoveel mogelijk op een inductieve verwerking daarvan in de klas wijze aangebracht worden we pleiten ervoor om de lijn van de eerste graad door te trekken en ruimte te laten voor wie dit leest voor lezen en praten over lezen dat praten zo hebben sommigen al ervaren in de eer in de derde graad krijgt de tekstbestudering ste graad wordt echter moeilijk als je niet een nog sterker accent onder meer met de begrippen hebt om je leeservaring pre een cultuurhistorische situering maar ook cies te benoemen vandaar dat de leerplan dan zo stellen de leerplannen staat het nen van de tweede graad voorschrijven om lezen voorop eerst de tekstervaring en dan leerlingen in te wijden in het literaire begrip de tekststudie immers als leerlingen van in penapparaat voorop staat echter ook in de het begin teksten hebben leren lezen met tweede graad het eigenlijke lezen de tekst kansen op eigen interpretatie zullen ze later ervaring of leeservaring van de eerste graad weten hoe ze woorden moeten wakkerle wordt aangevuld met tekstbestudering zen leo vroman beschrijft het zo voor wie dit leest gedrukte letters laat ik u hier kijken maar met mijn warme mond kan ik niet spreken mijn hete hand uit dit papier niet steken wat kan ik doen ik kan u niet bereiken 0 als ik troosten kon dan kon ik wenen kom leg uw hand op dit papier mijn huid verzacht het vreemde door de druk verstenen van het geschreven woord of spreek het uit maart april 1998 nummer 4 27 jaargang menige verzen heb ik al geschreven ben menigeen een vreemdeling gebleven en wien ik griefde weet ik niet te geven liefde is het enige liefde is het ook geweest die mij het potlood in de hand bewoog tot ik mij slapende voorover boog over de woorden die gij wakkerleest ik zou wel onder deze bladzij willen zijn en door de letters heen van dit gedicht kijken in uw lezende gezicht en hunkeren naar het smelten van uw pijn doe deze woorden niet vergeefs ontwaken zij kunnen zich hun naaktheid niet vergeven en laat uw blik hun innigste niet raken leo vroman in de derde graad is de doelstelling van staat die kennis zo nodig samen met lezen literaire competentie maar hoe doe de biografische kennis van auteurs met je dat voor velen een hooggegrepen doel de formele en inhoudelijke aspecten stelling immers zo zegt het leerplan van van teksten in verband te brengen het wkso hij heeft weet van wat er te lezen is kent zowel de canon als recente literai een literair competente lezer re werken is in staat om een literaire tekst te lezen hij kan met anderen over een literaire en te interpreteren wat enige kennis tekst communiceren en is daartoe van leesstrategieen en van structuur bereid analyse inhoudt hij kan een eigen waardeoordeel onder kan de eigenschappen onderscheiden woorden brengen en dat aan het oor waardoor een literaire van een niet lite deel van anderen relateren en is daar raire tekst verschilt toe ook bereid heeft kennis van literaire conventies hij kan een eigen waardeoordeel onder genres en stijlkenmerken woorden brengen en aan het oordeel hij heeft literair historische kennis en van anderen relateren en is daar ook weet welke conventies een tekst in een toe bereid tenslotte kan en wil hij de bepaalde tijd tot literaire tekst maken gelezen tekst ook op zijn eigen affectivi hij heeft weet van de politieke en socia teit betrekken le context van de tekst en is ertoe in yi t 27e jaargang nummer 4 maart april 1998 het hoeft geen betoog dat deze doelstelling eerste graad niet door alle leerlingen van alle studierich lees tekstervarend lezen tingen gehaald moet worden zelfs voor de leesplezier sterkere studierichtingen en hun leraren praten over de leeservaring blijft het een streefdoel belevingswereld van de leerlingen kinder en jeugdliteratuur kennis en attitudes tegenover literair lezen hier herkennen we de leerlinggerichte lijn tweede graad voor literair lezen van de eerste en de twee lees tekstervarend tekstbestuderend de graad willen leerlingen literair compe literaire begrippen leren tent worden dan moeten zij niet alleen heel belevingswereld van de leerlingen wat kennis opdoen van literaire begrippen jeugdliteratuur van tekst en context cognitief dus maar adolescentenliteratuur dan moeten zij ook bereid zijn hun goed gestoffeerde kennis te koppelen aan hun derde graad leeservaring en ze te betrekken op de eigen lees tekstervarend tekstbestuderend affectiviteit en te toetsen aan andermans lees tekstervarend ervaring voorwaar een ambitieuze doelstel literaire competentie ling voor ons kan die alleen gerealiseerd eigen leeservaring toetsen aan die van worden als de leerlingen op een bepaald expert lezer ogenblik in de eerste graad de kans canonteksten gekregen hebben om zich vrij over hun lees adolescentenliteratuur ervaring te uiten vanuit hun fantasievolle rand van de canon hypotheses tot daar dit kort pleidooi deze opbouw van het curriculum houdt rekening met de leerling lezer aan ons nu conclusie om leerlingen tot eigen interpretatie en lees inzichten te brengen voor ons begint dat al tot slot herhalen we nog even de lijn zoals in de eerste graad daar moeten leerlingen die door de leerplannen over de drie graden kansen krijgen om over hun eigen leeser loopt varing te praten later vullen ze die aan met een literair begrippenkader om hun leser varing preciezer te verwoorden mark van bavel scherpenberg 26 2390 malle bibliografie chambers a de leesomgeving amsterdam querido 1995 dasberg l het kinderboek als opvoeder assen van gorcum 1981 maart april 1998 nummer 4 27 e jaargang 46 file edit view go bookmarks options directory window 18 f 3 9 g v n f 3 x