Publicatie datum: 1992-01-01
Auteur: Xander Noë
Collectie: 23
Volume: 23
Nummer: 3-4
Pagina’s: 131-133
Documenten
xander noe zie je ik wou graag zijn jou maar het kan niet zijn het licht is om je je bent nu toch wat je eenmaal bent poezie voor beginner s o ja ik hou van je ik hou vreeslijk van je ik wou het helemaal zeggen maar ik kan het toch niet zeggen leerlingen hebben over het algemeen weinig belang stelling voor poezie gedichten horen niet tot de alle h gorter verzen 1 9 16 daagse werkelijkheid en het is niet zinnig om je gevoelens op een dergelijke manier onder woorden te dracula brengen het is dus belangrijk om leerlingen over de drempel te tillen en te laten ervaren dat gedichten reeds bloedt de keel leuk kunnen zijn dat eigen gedichten mooi kunnen die zich bedreigd weet zijn en dat het soms fijn is als jegevoelens op een an elk hart wordt hee t dere manier onder woorden kunt brengen xander als ik het besteel noe beschrijft twee inleidende lessen poezie voor 4 havo mijn gebit bonst in de mond want mijn hart is uitgedroogd dat maakt mijn roofgegrond veel leerlingen hebben een hekel aan literatuur een vreemde god die dit gedoogt en poezie in het bijzonder althans dat zeggen ze toch blijken jaar in jaar uit de poezielessen nacht moet het wel zijn een ware vreugde met eenvoudige trucjes dan word ik door de prooi te laat herkend worden kennismakingslessen een festijn ik zal en ziet niemand mijn en hungelaat hier twee lessen poezie beschrijven die ik ge verkrampen van dezelfde pijn geven heb aan 4 xnvo klassen het doel van de lessen is tweeledig enerzijds om de leerlin j t hooft poezebeest 1978 gen te laten ervaren dat bezig zijn met poezie leuk kan zijn en anderzijds om te laten merken het eerste gedicht wordt hardop gelezen ik dat gedichten tot de alledaagse werkelijkheid probeer mijn leerlingen aan te zetten tot enige behoren dramatiek ik probeer de beelden te vertalen naar hedendaagse uitingen ik probeer duide liefdesge d icht en lijk te maken dat een dergelijke vertedering een alledaagse gebeurtenis is de leerlingen deze les is een bewerking van een les over het weten niet van wie het gedicht is en uit welk lyrische ik van van assche 1989 als de leer jaar het komt lingen binnenkomen staan er twee gedichten daarna lezen we het gedicht van t hooft op het bord het zijn gedichten van gorter en t wederom vertaal ik de passie het verlangen dat hooft de gedichten zijn zonder auteur en jaar in dit gedicht doorklinkt ik kies voor de inter talovergeschreven pretatie dat het een liefdesgedicht is dan wil ik van de klas weten welk gedicht het oudste is zie je ik hou van je het merendeel van de leerlingen denkt dat ik vin jezoliefenzolicht dracula eerder is geschreven we praten over jeogen zijn zo vol licht de ik en de jij in het gedicht wie is de an ik hou van je ik hou van je der wat weet je er van waar maak je dat uit op enzovoorts en je neus en je mond en je haar een groot gedeelte van de les besteed ik aan en je ogen en je hals waa r het praten over de gevoelens die liefdesgedich je kraagje zit en je oor ten oproepen welk gedicht vind jij het mooist met je haar er voor 1992 3 4 moer 131 waarom als jouw vriend of vriendin een ge de verscheidenheid is groot modern klassiek dicht voor jou schreef zou je dan een gedicht experimenteel traditioneel een van de ge wi l len ontvangen zoals dat van gort er of zoals dichten is van een oud leerling dat van t hooft waarom hoe zou je zelf de ik laat de klas de gedichten op allerlei manie man of vrouw van jouw dromen bezingen ren voorlezen geinspireerd door de film gepassioneerd of juist ingehouden dead poets society laat ik de leerlingen op de de leerlingen neigen naar een gedic ht waar stoelen staan verdeel ik vier leerlingen die vooral veel te derheid uit spreekt zachtheid toevallig dezelfde kleur trui dragen over het l ieflij kheid respect zijn belangrijke begrip lokaal en laat ik n gedicht fluisteren en vervol pen de verscheurende hartstocht de nauwe gens moeten ze langzaam het geluid aan laten l ijks te beheersen drift komt niet naar voren zwellen muzikale leerlingen rappen een ge raymond van het groenewoudt wordt niet dicht bij het klassieke acrostichon brabancia gevolgd te ksten van clouseau blijken popu laat ik een leerling de latijnse termen roepen lairder terwijl twee anderen met zoete stemmen de omschrijving leveren als we onder woorden hebben gebracht hoe een waar liefdesgedicht er uit moet zien haal beata da sgezeid gelukkig metgenoegen ik een verfrommeld briefje te voorschijn ik regalis koninklijk heerlijk staaflijk en rijk vertel dat ik dat op straat gevonden heb ik lees antigua oud gezet gestapeld diesgelijk het voor lieve koen ik zou je graag nog eens bona goedig oprecht zoethertig vrind van vrede zien kom vanmiddag om drie uur naar het audax stout onversaagd kloeken grootmoedig mede pumpke lisa nobilis edel vrij eerbaar hoofsen beleefd er klinken allerlei reacties lisa en koen zijn caritatiua die elkeen hulpe en troost geeft voorkomende namen men probeert te raden iusta doend elkeen recht zonder gunste off afgunste in welke klas ze zitten ik vraag of het mogelijk amabilis vrindlijk beleefd vol deugd en kunste is dat wij lisa en koen kennen wat we van hen kunnen vertellen wat voor relatie er tus jan van der noot lofsang van bra band 1578 sen deze twee bestaat en waarop we al deze kennis baseren waarom is het geen afspraakje het gedicht f c den bosch van ef leonard om te gaan voetballen leent zich uitstekend om door de jongens en de we praten tot slot over de verschillen tussen meisjes per regel te worden voorgelezen ik de gedichten en het briefje over de verschillen laat de jongens beginnen alle jongens staan op tussen de ik en jij over wie wel eens een ge en scanderen de eerste versregel en gaan weer dichtje schrijft ik vertel over mijn gedichten zitten hierop antwoorden de meisjes enzo schriftjes van de middelbare school waarin ik voorts elke vlam bezong fc den b osch de huiswerkopdracht is een liefdesgedicht te schrijven na al dat gepraat is het tijd dat we ze vallen steeds in golven aan zelf onze creativiteit tonen de volgende les maar zoals ze die bal toch aaien worden deze gedichten voorgelezen ik zal ook ik zit me vreselijk op te naaien een gedichtje voorlezen dat ik nog bewaard heieen zegt stel je niet zo aa n heb uit mijn xnvo tijd daarna hangen we de gedichten van diegenen die dat willen op in de een tegenstander krijgt ruim baan klas weet in mijn hart paniek te zaaien ik zie de bal het doel indraaien r eg io nale p oezie terwijl de keeper stom blijft staa n een andere moge l ij k heid om een lessenree k s ik smijt een asbak naar de buis poezie te o p enen is de volgende l es i n onze zij zegt driftkikker net je vader reader voor nederlands zijn elf gedichten op ik stap naar binnen door hefgrui s genomen die min of meer over brabant gaan een scherf doorsnijdt mijn halsslagade r 132 moer 1992 3 4 maar hoe ik ook bloed mijn hemd zit onder wij kennen elkander en spreken van jan ikgeef die keeper op zijn donde r van piet en van mieke wij noemen geen van en vader zijn voornaam zal duiden de zoon een aantal gedichten laat ik eerst gewoon wij minnen ons liempde wij vinden het schoon voorlezen en dan vraag ik om het gedicht nog maals te lezen maar dan in het dialect ik pro de kronk lende dommel de beemden bevrucht beer verschillende dialecten aan bod te laten en talrijk zijn d oudjes gezond is de lucht komen de modernere gedichten laat ik met de kinderen zijn speelziek en blozend hun koon dynamische accenten voorlezen ik laat andere wij minnen ons liempde wij vinden het schoon leerlingen invallen bij bepaalde zinsneden alle leerlingen komen vroeg of laat aan de wij minnen elkander en hangen aaneen beurt de schroom om voor de klas een ge wie vroeg is vertrokken komt oud weer hierheen dicht voor te dragen vervalt al vlug ik laat de de klomp is in ere de ploeggeeft haar loon leerling en ook net zo lang het gedicht voor wij minnen ons liempde wij vinden het schoon lezen tot ik het goed vind ik probeer over te brengen dat gedichten pas leven als je ze uit literatuu r spreekt dat ogenschijnlijk saaie niet interes sante gedichten heel mooi kunnen klinken a van assche red karakters en personages in de dat sommige gedichten beelden opleveren die literatuur leuven amersfoort acco 1 9 8 9 jij heel erg mooi kunt vinden terwijl jouw buurman je voor gek verklaart de leerlingen krijgen de twee volgende op drachten als huiswerk kies van bovenstaande gedichten over brabant en den bosch het gedicht dat je het meeste aanspreekt bespreek in ts regels waarom het gedicht je aanspreekt je mag ook elders een ander gedicht over brabant of den bosch zoe ken en dat bespreken neem het gedicht wel over schrijf een gedicht over je woonplaats of ge boorteplaats of schrijf een gedicht over je geboorteprovincie of over de provincie waar je nu woont je hebt allerlei mogelijkheden bepaald gebouw ouderlijk huis natuur histo rische gebeurtenis festiviteiten zoals carnaval uitgaan een bepaalde plek enzovoorts de eigen gedichten worden voorgelezen en soms kiezen we er een voor in de reader zoals deze van annemarie van de biggelaar liempd e laat amsterdam roemen op schoonheid en pracht op straten en pleinen op brug en opgracht wij minnen ons dorpke daar hebben we onz woon wij minnen ons liempde wij vinden het schoon zijn akker en velden verrukken het oog en canada s rijzen als nergens zo hoog laat anderen maar spreken van liempde met hoon wij minnen ons liempde wij vinden het schoon 1992 3i4 moer 133
Gerelateerd:
- Fictie in de basisvorming, een leerplan
- Een spiegelcurriculum voor communicatief taalonderwijs: een veldaanvraag nader beschouwd
- Verscheidenheid in eenheid en eenheid verscheidenheid. Twaalf docenten Nederlands over hun literatuuronderwijs in de bovenbouw van havo en vwo.
- Het afleiden van woordbetekenissen uit context: een poging deze vaardigheden te trainen.