Relatie tussen moedertaal en kindertaal

Publicatie datum: 1969-01-01
Auteur: A.T.M. Cools
Collectie: 01
Volume: 01
Nummer: 1
Pagina’s: 102-108

Documenten

hun plannen al vastgelegd zodat de oorspronkelijke delegatie enige wijzi gingen moest ondergaan 4 daar deze voorstellen voo r 1 5 augustus bij de minister moesten zijn was het onmogelijk de leden terzake nog te raadplegen 5 wetenschappelijk wegens de gehanteerde afleidingsregels die voor de gewone taalgebruiker die geen wetenschap heeft van de historische taal ontwikkeling onnavolgbaar zijn 6 moer 1 bl 11 dr van der velde maakte zijn berekeningen over de hoogste drie leerjaren in 1955 56 maar neemt aan dat ze vrij nauwkeu rig overeen komen met de feitelijke situatie 7 volgens gegevens van 1 augustus jl waren er 8155 basisscholen het aantal onderwijze rs was grofweg 45000 naar believe n mag m en mij n 2 5 000 ver l a gen of verhoge n 8 van de 200 240 uur taal wordt 100 150 uur aan werkwoordspelling be steed en 40 60 aan andere spel lingoefeningen de werkwoordspelling zou o i vrijwel kunnen vervallen resteert t z t een 40 uur per jaar 1 uur per week voor gemengde spellingoefeningen dan is dat plm 2 0 pct van de voor taal beschikbare tijd 9 dr i van der velde spellingvereenvoudiging onde rwijskundige en sociale noodzakelijkheid uitg anof s gravenpage 1 968 10 eindvoorstellen van de nederlands b elgische commissie voor de spelling van de bastaardwoorden uitg staatsuitg s gr 1969 11 ze erkent t a p bl 34 de s en f als uitzonderingen 12 sth k in b v bakboord krijgt geen apart teken 13 prob l emen t a v g ch ontsta a n wellicht als de gelijkvorm igheidsregel in het vergeetboek raakt 14 deze toch wel belangrijke woorden zijn in de nota weggevallen dat geldt overigens ook voor delen van de naam van de von relatie tussen moedertaal en kindertaal a t m cools iedereen weet langzamerhand wel dat kinderen uit de sociaal economisch laagste mi l ieus op de basisschool minder presteren dan kinderen ui t de hoge re milieus er gaan ook maar weinig van he n naar een school voo r h avo vwo van verschillende zijden is get r acht dit verschijnsel te verk l aren bloom vooral is gezocht naar de invloed hierop van de opvoeding die kinderen in deze mi l ieus krijgen telkens wor dt bij deze onderzoekingen ge wezen op de taalontwikkeling het is immers heel aannemelijk te veronde r stell en dat het taalgebr u ik van de vo l wassene dat van het kind sterk bei n zie de literatuur lijst aan het eind van dit artikel 1 02 vloedt bovendien wijzen didactici op het verband tussen taalbeheersing en schoolsucces hetgeen begrijpelijk is als men weet hoe taal en denken el kaar beinvloe den als het milieu de taalontwikkel i ng van het kind niet sti muleert zou dat tot geringe schoolprestaties kunnen leiden kohnstamm in verb and hiermee wordt vaak bernstein geciteerd deze heeft het taalge bruik van de verschi ll ende milieus geanalyseerd en vond er kwantitatieve en kwalitatieve verschillen tussen deze verschillen ziet men ook bij de kinderen de taal van het laagste milieu duidt hij aan als de restricted code de ho gere milieus gebruiken de elaborated code de basisschool die de midden klasse vertegenwoordigt hanteert een elaborated code terwijl kinderen uit de lagere milieus zich van de restricted code bedienen dat verschil leidt tot communicat i eproblemen zodra de kinderen op school komen maar ernstiger is dat de lagere school ook de verstandelijke ontwikkeling van deze kinde ren onvoldoende kan stimuleren de basisschool sluit immers aan bij het denken da t in een elaborated code plaatsvindt bernstein karakteriseert eerst beide codes bij de restricted code passen onder a ndere korte enkelvoudige vaak onvo lledige zinnen een beperkt gebruik v an bijvoeglijke naamwoorden en een kleine woordenschat bij de elaborated code horen o a lange samengestelde compleet gefor muleerde zinnen een voort durend goed functioneel gebruik van bijvoeg lijke naamwoorden en een uitgebreide woordenschat men ziet dat de beschrijving van deze codes niet alleen tamelijk oppervlak kig is maar ook vrijwel alleen de vorm betreft wij vonden het minstens even belangrijk te weten hoe inhoudelijk de v erhouding tusse n taalontwikke ling en milieu of schoolprestatie kon worden omschreven welke grammati cale structuren precies moet het kind kunnen verstaan en gebruiken en hoe ver moet net kind daarin gevorderd zijn wil het kans hebben op schoolsuc ces op deze vragen geeft bernstein geen systematische antwoorden ook el ders hebben we niets kunnen vinden in hoeverre beinvloedt het milieu die grammaticale structuren bernstein en velen met hem nemen aan dat de omgeving een directe invloe d heeft op de taalontwikkeling anderen daarentegen achten die invl oe d gering en leg gen de na druk op de fysiologische ontwikkeling van bepaalde hersencentra welke ontwikkeling erfelijk bepaald zou zijn lenneberg wij stelden ons twee vragen kunnen we aantonen dat het beheersen van bepaalde grammaticale struc turen noodzakelijk is voor schoolsucces valt te bewijzen dat deze beheersing door het milieu wordt beinvloed wij hebben een eerste begin gemaakt met het zoeken van een antwoord daarbij beperkten we ons tot milieu i het sociaal economisch laagste om te beginnen hebben wij gesproken taal op de band opgenomen van 1 5 103 kinderen die alle enkele weken later naar de lag ere school zouden gaa n wij lieten alle kinderen verhaaltjes vertellen naar aanleiding van 6 speciaal daarvoor uitgezochte en van te voren op andere kindere n uit dit milie u uit geprobeerde platen de mogelijke reacties van de onderzoeker waren alle zo veel mogelijk gestandaar diseerd wij hebben eerst het taalgebruik van de kinderen onderling vergeleken en gingen vervolgens na of er verband was aan te tonen tussen hun taalgebruik en hun prestaties op enkele tests die nagenoeg gelijktijdig waren afgenomen het mi l ieu werd in dit onde rzoek vertegenwoordigd door de moeders van deze kinderen een bij dergelijke onderzoekingen gebruikelijke procedure hess shipman de gesproken taal van de moeders namen we ook op de band op wij stelden hun een aantal van te vor en geformul eer de vragen over een niet bedreigend onderwerp de recreatiemogelijkheden van hun kinderen in de buurt wij hebben vervolgens te lke n s het taalgebru ik van het kind en zijn moeder vergeleken wegens de overstelpende hoeveelh eid gesproken taal die wij op de ze manier verzamelden hebben wij bij iedere proefpersoon volgens een vaste formule 75 zinnen voor verder onderzoek eruit gelicht een pro bleem was echter wat nu precies een zin was de meeste onderzoekers bij wie wij om criteria hiervoor te rade gingen sloten echter de overgedragen betekenis daarbij in wij vonden dit te subjectief en besloten om de beteke nis in het afgrenzen van de zinnen volledig uit te sluiten wij sloten ons aan bij de definitie van wat hunt een t unit noemt omdat wij geen onderzoek kenden dat in deze samenstelling reeds had plaats gevonden moesten wij zelf bepalen welke facetten van het taalgebruik wij zouden onderzoeken d it is gebeurd op grond van de beschikbare psycholin guistische literatuur chomsky menyuk loban oi donnell e a de facetten die wij onderzochten kan men in drie categorieen indelen 1 de zinsstructuren hierbij werd bekeken a de gemiddelde zinslengte die door veel onderzoekers een betrouwbare maat voor taalontwikkeling wordt geacht b of het kind naast enkelvoudige ook samengestelde zinnen gebruikt c zo ja welke soort bijzinnen en in welke afhankelijkheidsgraad d of het kind de enkelvoudige en samengestelde zinnen correct d we z volledig en met de juiste woordvolgorde hanteert 2 bepaalde structuren binnen de zin zo onderzochten we b v a hoeveel werkwoordstijden het kind kon gebruiken b of de negatie werd gehanteerd c of het de passieve vorm gebruikte d of het bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden in verschillende functies hanteerde enz deze kinderen waren afkomstig uit de gezinnen die deelnamen aan het gezinsbe invloedingsprogramma dat gericht is op de verbetering van de opvoeding taal vorming als in het taal denkprogramma komt daarin niet expliciet aan de ord e 104 3 woordenschat we berekenden hoeveel verschillende woorden van iedere woordsoort in de 75 zinnen voorkwamen we willen afzien van een verdere beschrijving van het experiment en ons beperken tot de resultaten zinsstructuur en schoolsucce s ten aanzien van het eerste deel van onze vraag kunnen wij aantonen dat het beheersen van bepaalde grammaticale structuren noodzakelijk is voor schoolsucces moesten we allereerst vaststellen dat veel van de onderzochte aspecten weinig verband toonden met de testprestaties van de kinderen als voorbeeld hiervan kunnen we noemen de geringe overeenkomst tussen de testprestaties en het gebruik van het bijwoord in zijn verschillende functies het bijwoord kwam in groten getale voor het minimum was 36 het maxi mum 119 per 75 zinnen alle functies waren ook redelijk vertegenwoordigd hierin kan overigens ook de reden van het geringe verband liggen de kinde ren verschilden onderling te weinig de oorzaak kan dus onderzoekstechnisch zijn ook t a v het bijvoeglijk naamwoord moesten we concluderen tot een weinig overtuigend verband de reden daarvan kan zijn dat de kinderen deze woordsoort juist uiterst zelden gebruikten van 3 tot 21 per 75 zinnen en daardoor eveneens weinig verschilden in ieder geval kwamen onze bevindin gen overeen met die van bernstein t a v het veelvuldig gebruik van bij woorden en het geringe gebruik van bijvoeglijke naamwoorden het duidelijkste verband vonden we tussen de testprestaties en het correct kunnen voortbrengen van samengestelde zinnen de kinderen gebruikten over wegend enkelvoudige zinnen de spreiding liep van 59 tot 75 per 75 zinnen ook dit constateerde bernstein van de afhankelijke bijzinnen kwam de lij dendvoorwerpszin het meest voor terwijl de voorwaardelijke bijzin meestal letterlijk als je dit niet doet krijg je op je donder ook redelijk fre quent genoteerd kon worden de overige typen van onderschikking werden sporadisch gebruikt bijzinnen van de tweede of derde graad kwamen in het geheel niet voor het aantal incorrecte zinnen was opmerkelijk groot we noteerden 19 tot 57 incorrecte zinnen op de 75 verg hierbij bernstein toch gaven deze pove re resultaten een duidelijk verband te zien met de overigens eveneens povere testresultaten ons daarop baserend menen we met grote waarschijnlijkheid te mogen concluderen dat de kinderen die de meeste soorten bijzinnen correct weten te hanteren de beste vooruitzichten hebben op goede toekomstige schoolprestaties de taalontwikkeling heeft men vaak besproken in termen van actieve en pas sieve woordenschat uit de gevonden resultaten blijkt dat het met name be langrijk is in hoeverre het kind leert woorden in verschillende hoofd en bijzinsstructuren in te passen tussen de eemnroordzin en de goede volzin ligt een lange weg die het kind in korte tijd moet afleggen ho e beter het kin d los bij he t be treden van de basi s school de gramm aticale regels beheerst die deze hoo fd e n b ijzinsstructuren reguleren des te betere pres taties zal het g aan leveren ee n a nder aspect d at volg e ns de gevonden verb anden met de te stpre s t at i es van b el ang bl eek te zijn wa s he t gemakkelijk kunnen ve rv oegen van het werkwoord het meest kwam de te genwoordige tijd en de onbepaalde wijs voor hi e rbij c1 ent a angetekend te worden dat de onderzoeker alleen in de tegenwoordige tijd o p he t kind reageerde de meeste kinderen beheerst en ook de v e rleden tijd ho ewe l incorrect va n de samengestelde tijden die ov er h et a lgemeen vee l minder va ak gebruikt werden noteerden we met name de voltooid tegen w oordi ge tijd de toekomende tijd werd nagenoeg niet ge h anteerd de kinde r en gebruikten minim aal twee en maxim aal zes v ersch i llende tijden in de 75 onderzochte zinnen tot slot kunnen wij vermelden dat de p assieve vorm spo r a d isch voorkw am maar dat alle kinderen zich bedienden v an de negatie de betek enis van dit all es i s n a ar onze mening de v o lgende wa nneer het kind a lle w erkwoordstijden behee rst en het werkwoord in a l zijn v ormen weet t e gebruiken w anneer het m a w genuanceerd k a n sp reken over a cties in versch illende tijden heeft het betere schoolperspectiev en d a n wanneer di t nog ni et he t ge v a l is m i lieu invl oe d o p k i ndert aa l het tweede de el v a n onze vraag lu i dde valt te b ew ijzen da t de b e heersing van de on derzocht e f ac etten v a n ta alg e bruik do or h et mili eu wordt beinvlo ed nu v ermoed den we da t we bij elk v a n de drie onderzochte categorieen e en duidelijke ove re enkoms t z ouden vinde n tussen de taal van de moeder en haa r kind di t v erm o eden bleek v olg ens de v e rkregen geg e vens niet juis t te zijn we v o nde n vel verb a nden m aa r niet wa ar het de afzonderl ijk e as pecten be tr e ft het v erb and is z eke r nie t van di en aard dat een kind wie ns moe der ee n b epa al d a sp ect duidel ijk en fr equent gebru ikt d at zelf ook zou doen de c onclus ies b ij de h oof d en b ijzinsstructuren die zo n duidelijk verband ve rtoonde n met de testprestaties waren ook hier interessant de gemiddel de zinslengte van de moeders vertoonde geen duidelijk verband met die van de kinderen wel kwam de gemiddelde zinslengte van de kinde r en overeen met de hoe v eelheid bijzinnen en het gedifferentieerd vervoegen v an het werkwoord bij de moeders terwijl er tussen h et gebruik v an verschi ll ende soort en bijzinnen bij de moe ders en hun kinderen geen overtuigend verband w as bleek wel dat de kinde ren du id elijk meer soorten bijzinnen gebruikten n aarmate de moeders meer bijzinnen afgezien van de soort hanteerden er was ook geen verband aan te tonen tussen het correct hanteren van de zin nen bij de moeders en hun kinderen wel w as er een v erband tussen de cor r e ctheid van de zinnen bij de moeders en het gebruiken van verschillende soorten bijzinnen bij de kinderen we m enen dit alles al s volgt te m o eten interpre teren wij schrev en aan het 106 begin van dit artikel dat sommige onderzoekers de invl oe d van het milieu op de taalontwikkel ing ondergesch ikt achten aan het rijpingsproces van de hersenen en de erfelijk vastgelegde mogelijkheden wij kunnen daarover geen uitspraak doen het lijkt er echter wel op dat het ten aanz i en van de hoofd en bijzinsstructuren die he t kind weet te produceren niet zo be langrijk is of het die reeds door zijn moede r heeft horen gebruiken even min lijkt het van direct belang of zijn moeder die hoofd en bijzinsstru ctu ren correct weet te hanteren het kind kan immers al de structuren d ie zijn moeder hanteert toch niet memoreren belangrijker schijnt het te zijn dat de moe der in het algemeen veel en genuanceerd praat dat zij zoveel moge lijk hoofd en bijzinsstructuren in haar spreken gebruikt het kind kan uit die veelheid van gesproken taal op basis van zijn gegeven cerebrale moge lijkheden de verschill ende grammaticale regels ontdekken en interpreteren en deze in zekere mate onafhankelijk van de gehoorde taal met elkaar in verband brengen welke grammaticale hoofd en bijzinsstructuren het kind uiteindelijk zal gebruiken in zijn eigen gesproken taal hangt van dit leer proces af de correctheid van de hoofd en bijzinss tructuren die de moeders hanteerden lijkt in dit proces vooral een hulpmiddel en van ondersteunende waarde te zijn voorzover daardoor de grammaticale regels duidelijker worden aange boden maar in hoeverre het kind zelf de grammaticale regels correct inter preteert en tot correcte structuren in zijn taalgebruik komt is mede afhan kelijk van andere factoren hiermee zijn in het kort onze bevindingen weergegeven het spreekt vanzelf dat deze verschijnselen verder onderzoek behoeven aan andere taalaspecten dan de door onze getoe tste dient aandacht besteed te worden het onderzoek zal moeten worden uitgebreid tot andere milieus er zu llen meer kinderen in het onderzoek betrokken moeten worden uit deze resultaten menen wij niettemin reeds enkele practische conclusies te kunnen trekken met name ten aanzien van kinderen uit de sociaal eco nomisch laagste milieus om hen beter voor te bereiden op de basisschool zodat zij daar meer kans hebben op redelijk succes zal de moe ders van die kinderen bijvoorbeeld geadviseerd moeten worden veel voor te lezen en spelletjes met hen te doen iets wat over het algemeen in deze milieus veel minder voorkomt dan in de andere milieus immers bij het voorlezen han teert de m oe der veel misschien door haarzelf nooit gebruikte structuren bij de spelletjes kunnen zinnen gepro duceerd worden die in de normale om gang met elkaar nauwelij ks voorkomen het advies om ook correct tegen de kinderen te spreken kan nuttig zij n voorzover het dan voor het kind gemak kelijker is het systeem van de taal te ontdekken 107 literatuur 1 bernstein b social class and linguistic development in halsey a h ed edu cation economy and socie ty new york 1963 p 228 30 7 2 bernstein b social structure language and learningo in j l roberts ed sc h ool children in the urban slum new york 1963 p 134 153 3 bloom b s a d avis en r hess compens atory education for cultur al depriv ation based on working paper s contributed by p arti cipants i n the re s earch con f erence on education and cultur a l deprivation new york enz 1965 4 cools t en c v noort macquelin kleut ertaal leren en mi l i eu doktoraalskriptie pedagogi sch instituut rijksuniv e rs ite i t utre c ht 1 970 s chomsky n syntactic structures 2e dr den h a ag 1 962 6 hess r d en v c shipman early experienc e and the s ocializ ation of cognitive modes in childrea in child dev elopment 36 1965 869 886 7 kohnstamm g a taalontwikkeling en milieu am sterdam 1969 lektor a ats re de r u utrech t 8 lenneberg e h biologic al found a tions of langu a ge new york 1967 9 menyuk p sentences ch ildren use cambridge mass 196 9 10 loban w d the language of elementary school children a study of the us e and control of language e ffectiveness in communic ation and the relati ons among speaking reading writing and listening illinois 1963 11 o 1 donne ll e g w j gr iffin en r c norris synt ax of kinderg atten and elementary school chi ldren a transformational a nalysi s illinois 1967 12 ol im e g r d hes s en v c shipman maternal l a nguage s ty l es an d their implications for children s cognitive dev e l op ment chicago 1965 een amerikaans onderzoek naar moeder taa l hess en shipman in 1965 a k de vrie s in 1 965 publ iceer den hess en shipman een art i kel in child develop ment dat tot de klassieken in het veld van de socio linguistiek is gaan behoren het artikel early experience and the socialization of cognitive modes in children beschr ijft enige vorme n van inter actie tussen moeders en hun vier jaar oude kleuters in een experimentele si tu atie 1 08