De toets omvat in een A-deel de domeinen lezen + argumentatieve vaardigheden (20%) en in een B-deel schrijven + argumentatieve vaardigheden + en literatuur (80%)
Onderscheidend: De schrijfopdracht (B) over lezen door jongeren / literatuuronderwijs / de betekenis van literatuur voor jongeren, voorbereid door zeer goed gekozen teksten over het nut van literatuuronderwijs, en gelezen werken van de literatuurlijst, met in de beoordeling nadruk op globale beoordeling op drie aspecten. Niet een al te voorgeschreven sjabloon van de te schrijven tekst, geen voor of tegen: leerlingen mogen het ook gedeeltelijk eens zijn met twee stellingen van de auteur van een brontekst.
Onderscheidend: De schrijfopdracht (B) over lezen door jongeren / literatuuronderwijs / de betekenis van literatuur voor jongeren, voorbereid door zeer goed gekozen teksten over het nut van literatuuronderwijs, en gelezen werken van de literatuurlijst, met in de beoordeling nadruk op globale beoordeling op drie aspecten. Niet een al te voorgeschreven sjabloon van de te schrijven tekst, geen voor of tegen: leerlingen mogen het ook gedeeltelijk eens zijn met twee stellingen van de auteur van een brontekst.