Sociolinguïstiek en moedertaalonderwijs – Een discussiebijdrage over de praktijk van de sociolinguïstiek

Publicatie datum: 1977-01-01
Collectie: 08
Volume: 08
Nummer: 2
Pagina’s: 26-33

Documenten

h giesbers s kroon r liebrand sociolinguistiek en moedertaalonderwijs een discussiebijdrage over de praktijk van de sociolinguistiek sociolinguistiek eind vorig jaar verscheen de eerste nederlandstalige inleiding in de sociolinguistiek in boekvorm de aulapocket sociolinguistiek van r appel g hubers en g meijer omdat het belang van de sociolinguistiek voor het moedertaalonder wijs nog steeds meer wordt ingezien besloot de redactie van moer om jan sturm en hans verweij te vragen een bespreking van deze inleiding te maken hun bespreking van en positieve oordeel over het boek met name waar het gaat om de bruikbaarheid ervan voor moedertaaldocen ten kunt u elders in dit nummer lezen een tijdje geleden ontving de redactie een artikel dat eveneens een be spreking van sociolinguistiek bevatte twee besprekingen van hetzelf de boek leek ons wat te veel van het goede maar dat artikel bevatte ook nog enige belangwekkende kritische beschouwingen over een door de auteurs gesignaleerde tendens om de sociolinguistiek zijn praktijk gerichtheid en daarmee zijn directe belang voor het moedertaalonder wijs te ontnemen die beschouwingen wilde de redactie de moer lezers niet onthouden ze heeft daarom in overleg met de auteurs het arti kel omgewerkt tot de tekst die hieronder is afgedrukt 1 inleiding er is in nederland op het ogenblik sprake van een grote en nog steeds toenemende belangstelling voor sociolinguistiek tekenend hiervoor is bijvoorbeeld het onlangs verschenen moer nummer dialekt en school 26 en op meer praktisch niveau de in dat nummer genoemde ontwikke lingen in friesland het sociolinguistisch project kerkrade en de nota school en dialect van de cmm op theoretisch niveau lijkt met de ar tikelen van hagen in levende talen een voorlopig nog niet afgesloten reeks inleidende nederlandstalige publikaties op dit gebied te zijn inge iuid2 bij deze publikaties is er met name een die om verschillende redenen speciale aandacht verdient we doelen hier op r appel g hubers g meijer sociolinguistiek utrecht antwerpen 1976 aula 575 dit boek zal als zijnde de eerste de meeste volledige en best bereikbare nederlandstalige inleiding in de sociolinguistiek waarschijnlijk een grote rol gaan spelen in het toekomstig inleiden in de sociolinguistiek op alle niveau s van het onderwijs waar deze discipline aandacht krijgt zou moeten krijgen klos pedak lerarenopleiding en universiteit ondanks het feit dat deze constatering op zich reden genoeg is voor een gedegen inhoudelijke bespreking van sociolinguistiek ligt de na druk van dit artikel op een ander vlak waar we namelijk vooral moeite mee hebben is het feit dat dit boek zoals we zullen proberen aan te tonen een wellicht onbewuste exponent vormt van een ons in ziens niet bepaald toe te juichen ontwikkeling in de sociolinguistiek van dit moment een ontwikkeling die wordt gekenmerkt door een sterk afnemende praktijkgerichtheid enerzijds en een toenemende ver wetenschappelijking anderzijds3 2 de sociolinguistiek vroeger en nu 4 zoals al in de inleiding werd uiteengezet is er een nog steeds groeiende belangstelling voor de sociolinguistiek ook in het onderwijs deze be langstelling lijkt in grote lijnen nog steeds overeen te komen met het enthousiasme waarmee de snelle opkomst van de sociolinguistiek als taalbarriere theorie gepaard ging bernstein in engeland oevermann in de brd de openbare les van kohnstamm in nederland enzovoort dit enthousiasme houdt verband met de verwachtingen die aan de sociolinguistiek werden en naar onze mening nog steeds worden ge koppeld verwachtingen die grof gezegd uiteenlopen van een her orientering van de structuralistische linguistiek via ideeen over iets doen voor kans arme groepen tot de opheffing van de kapitalistische maatschappij naast dit enthousiasme speelden vooral ook maatschappelijke oorza ken een rol in de snelle opkomst en vooral toepassing van de sociolin guistiek kernprobleem was de in de vs gebleken geringe doorstro ming van kinderen uit minderheidsgroepen naar het hoger onderwijs met daarnaast de levensgrote noodzaak juist alle aanwezige talenten te benutten om de economische groei en de concurrentie met de ussr 27 te kunnen volhouden culturele deprivatie en taalachterstand werden in dit kader beschouwd als hoofdschuldigen die gemakkelijk konden worden aangepakt zonder daarbij veel te hoeven doen aan dieperlig gende oorzaken van deze achterstand taalcompensatie was het gevolg in de brd en nederland werd de taalachterstandstheorie veelal kri tiekloos overgenomen en toegepast op arbeiderskinderen juist toen in de vs voornamelijke bij monde van labov de kritiek op deze opvat ting begon los te komen al zijn de met de sociolinguistiek verbonden verwachtingen in de loop der jaren nauwelijks veranderd de discipline zelf heeft inmiddels een vrij ingrijpende koerswijziging ondergaan de aanvankelijke sociolin gu istiek het taalbarriere onderzoek heeft als zogenaamde deficien tiehypothese plaats moeten maken voor de welbekende differentie hypothese5 het belangrijkste verwijt van de differentiehypothese aan de taalbarriere theorie is dat deze zich door in haar onderzoek aan te sluiten bij de normen en de taal van de hogere lagen laat leiden door een groot vooroordeel de talige en vaak zelfs cognitieve deficientie van niet standaardtaal sprekers de achtergronden van de taalbarriere theorie lijken ons vrij algemeen bekend minder bekend is ons inziens de nu volgende gedachtengang rond de maatschappelijke bepaaldheid en ontwikkeling van de diffe rentiehypothese de differentiehypothese hinkt op twee gedachten enerzijds wordt door mensen die vanuit deze theorie werken benadrukt dat linguisti sche differentie het ontstaan en bestaan van taalproblemen geenszins uitsluit anderzijds staat de differentie opvatting toch meer algemeen bekend als een theorie die geen waarde oordelen uitspreekt over taal varieteiten maar slechts verschillen constateert en tot differentie en ge lijkwaardigheid besluit zolang er empirisch geen deficientie is aange toond wellicht is juist uit deze onterecht eenzijdige beklemtoning van haar vergaande tolerantie en neutraliteitsideaal het succes van de differentie opvatting verklaarbaar als zodanig is ze namelijk inpasbaar in en ondersteunt ze een maatschappijbeeld dat maatschappelijke te genstellingen en ongelijkheid als onschuldig afschildert en zelfs loochent dit laatste vormt een noodzakelijk onderdeel van het in stand houden van het idee van de moderne rechtvaardige kansengelij ke verzorgingsstaat waardoor feitelijke ongelijkheid uit het bewustzijn wordt verdrongen de stelling dat de taal van arbeiders gelijkwaardig is aan die van andere hogere maatschappelijke groepen werkt in hoge mate geruststellend en vormt een belangrijk moment in het helen van de sociale wond die de taalbarriere theorie mede door het mislukken van de taal com pensatie in het openbaar bewustzijn had veroorzaakt6 door de differentietheorie worden met andere woorden bepaald e 28 sociale problemen die anders aanleiding zouden kunnen geven tot be wustwording van de achterliggende maatschappelijke ongelijkheid ge reduceerd tot alleen maar een kwestie van het opheffen van vooroor delen bijvoorbeeld verandering van het denken over bepaalde taal normen zoals spelling of accent deze ontwikkeling brengt met zich mee dat onderzoek in het kader van de differentietheorie zich veelal beperkt tot een zo gedetailleerd mogelijke empirische analyse en des criptie van bestaande sociolinguale toestanden en dat de sociolinguis tiek zo steeds meer in dienst komt te staan van de beschrijvende lin guistiek terwijl haar gerichtheid op een bijvoorbeeld didactische praktijk zeer algemeen blijft de positie van de sociolinguistiek lijkt in toenemende mate overeen te komen met de positie van een toegepaste wetenschap in het algemeen in de tang tussen enerzijds de praktijk waaruit ze is ontstaan en anderzijds de boven haar staande zuivere we tenschap wanneer de praktijk haar belang in de toegepaste wetenschap begint te verliezen cfr het mislukken en bovendien overbodig worden van de taalcompensatie wordt daarmee de legitimatiedruk voor die toege paste wetenschap sterker ze ve rt oont dan veelal de tendens zich te in tegreren in de zuivere wetenschap en daardoor haar relatie tot de prak tijk in verregaande mate te verliezen of zij tracht zich te profileren als de concrete voortzetting van een wetenschapsimmanente ontwikke lingsgeschiedenis het gevolg hiervan is dan vaak een reductie van haar probleemstellingen tot problemen op een afgeleid niveau waardoor haar praktische relevantie sterk afneemt 3 sociolinguistiek van appel c s we willen nu proberen aan te geven hoe de inleiding in de sociolinguis tiek van appel c s samenhangt met de in paragraaf 2 geschetste ont wikkelingen we zijn ons terdege bewust van het speculatieve karakter van de volgende opmerkingen en zullen dan ook niet streven naar een sluitend wetenschappelijk verantwoord betoog wat al opvalt in de opsomming van de hoofdstuktitels is de grote plaats die wordt ingeruimd voor wat in het eerste hoofdstuk wordt be titeld als mikro of interaktionele sociolinguistiek pag 22 de be handeling hiervan in de hoofdstukken 2 tot en met 5 wordt verant woord vanuit het in navolging van hymes centraal stellen van de kennis die een taalgebruiker in staat stelt te handelen als volwaardig lid van zijn taalgemeenschap pag 21 maar dan niet in termen van communicative competence maar in termen van verbaal repertoire een notie die zowel geldt voor de individuele taalgebruiker micro niveau alsook voor de taalgemeenschap macro niveau met name dit laatste terrein door de schrijvers aangeduid als makro 29 of korrelationele sociolinguistiek en behandeld in de hoofdstukken 6 tot en met 9 lijkt ons in een inleiding in de sociolinguistiek zeker wanneer deze discipline wordt gedefinieerd als de studie van taal en taalgebruik in de kontext van maatschappij en kuituur pag 10 cen traal te moeten staan de hoofdstukken 2 tot en met 5 die een over zicht geven van wat op het ogenblik algemeen wordt aangeduid met de term pragmatiek of pragmalinguistiek vormen een ons inziens onte rechte uitbreiding van het object van de sociolinguistiek de theoreti sche noodzaak hiervan komt voor ons onvoldoende uit de verf8 we hebben dan ook de indruk dat de behandeling van de micro of inter actionele sociolinguistiek primair is ingegeven door het streven een zo ruim mogelijk eigen object van de sociolinguistiek af te bakenen en daardoor haar bestaansrecht als aparte discipline te legitimeren we willen hiermee overigens niet bij voorbaat ontkennen dat het mo gelijk is een praktisch zinvolle invulling te geven aan de interactionele sociolinguistiek zoals die door schrijvers gedefinieerd wordt een in houdelijke bespreking van deze hoofdstukken laten we over aan wie er zich wel competent toe acht ondanks hun ruime definitie van de sociolinguistiek als de studie van taal en taalgebruik in de context van maatschappij en cultuur blijken de schrijvers de discipline toch primair op te vatten als een manier om linguistiek te bedrijven pag 9 d w z gericht op taal op het be schrijven en verklaren van taalgebruik pag 11 de sociolinguistiek wordt niet opgevat als een interdisciplinaire wetenschap maar gezien als een vorm of onderdeel van de taalwetenschap en dan met name de descriptieve linguistiek ze wordt als zijnde een toegepaste wetenschap geintegreerd in de boven haar staande linguistiek als zuivere weten schap appel c s presenteren het ontstaan en de achtergronden van de socio linguistiek in voornamelijk linguistische termen de sociolinguistiek als reactie op de discrepantie tussen de abstracte competence be schrijving van de taalkunde en de sociale werkelijkheid van het taalge bruik als voorlopers worden genoemd de antropologische taalkunde de functionalistische benadering van de praagse school en het traditio nele dialectonderzoek als niet linguistische voorlopers het symbo lisch interactionisme en de ethnografie van het spreken al met al een duidelijke poging tot profilering van de sociolinguistiek als de logische voortzetting van een wetenschapsimmanente ontwikkelingsgeschiede nis ook het feit dat de schrijvers bij de bespreking van de achtergronden van de sociolinguistiek een scheiding aanbrengen tussen linguistische antropologische en sociologische achtergronden enerzijds behandeld in hoofdstuk 1 en maatschappelijke achtergronden anderzijds behan deld in hoofdstuk 7 en daardoor de suggestie wekken dat alleen d e 30 macro sociolinguistiek mede voortkomt uit maatschappelijke achter gronden is in dit kader tekenend evenals trouwens de af en toe wel wat erg versimpelde weergave van de denkbeelden van mensen die van uit een emancipatorische visie bezig zijn met taal zie onder meer pag 13 149 en 166 zo wordt de gemakkelijke politieke verklaring de kapitalistische maatschappij heeft belang bij geschoolde arbeiders pag 166 door de vertegenwoordigers van deze visie niet zo gemak kelijk opgevat aandacht verdient ook de manier waarop appel c s de d i fferent i ehy pothese presenteren als een vooral linguistische reactie op de deficien tiehypothese op bas i s van algemeen aanvaarde principes uit de taal wetenschap en onderzoek naar taalvariatie werd tegenover de deficiet opvatting de differentie opvatting geplaatst pag 156 lijkt ons on voldoende recht te doen aan de met name ook maatschappelijke ach tergronden van de differentiehypothese cfr paragraaf 2 wanneer appel c s stellen dat de differentiehypothese aan haa r doel voorbijschiet wanneer ze vanuit haar gelijkwaardigheidsideaal zou sug gereren dat er bijvoorbeeld op school geen taal problemen zouden bestaan pag 158 hebben ze daarin groot gel ijk het is echter nog maar de vraag of deze suggestie in de differentiehypothese overheer send is de differentie opva tting stelt weliswaar dat standaard taal en dialect in hun geschiktheid om daarin log isch te denken volkomen ge lijkwaardig zijn maar verzuimt daarnaast niet te benadrukken dat de verschillen de differentie tussen beide taalvarieteiten een bron kun nen zijn van aanzienlijke taalproblemen zoals hagen c s het uitdruk ken 9 over de maatschappelijke relevantie van de sociolinguistiek zijn de schrijvers kort ze is maatschappelijk relevant omdat ze de taal niet beschouwt als een abstract systeem maar als een maatschappelijk ver schijnsel zo gemakkelijk is dat toepasbaarheid wordt daardoor natuurlijk niet geimpliceerd de schrij vers beschouwen toepasbaarheid dan ook niet als criterium voor maat schappelijke relevantie dat zou men bijvoorbeeld kunnen afle iden u it het negatieve oordeel dat appel c s uitspreken over de praktische waarde van de differentiehypothese omdat er nauwelijks richtlijnen voor het onderwijs uit afgele i d kunnen worden pag 157 een oor deel dat ons een s l ag in de lucht lijkt of in ieder geval een oordeel dat op vermoedens en niet op onderzoeksgegevens berust zeker zolang er nog geen resultaten bekend zijn van op dit moment nog lopende empi rische onderzoeksprojecten zoals bijvoorbeeld het kerkrade project dat het is bekend werkt met de differentie opvatting als linguis tische werkhypothese bovendien is de opmerking dat de te verwach 31 ten resultaten van het kerkrade project niet representatief toepasbaar zijn voor het nederlandse taalgebied volgens ons een vooralsnog onbe wezen stelling die wel zeer illustratief is voor de nogal defaitistische kijk op de differentiehypothese in sociolinguistiek 10 minder defaitistisch zijn appel c s over de sociolinguistiek als weten schap de sociolinguistiek is een empirisch theoretische wetenschap pag 12 empirisch omdat het gaat om een onderdeel van onze alle daagse ervaringswereld met behulp van methodes uit de empirische wetenschappen maar blijkbaar vooral ook theoretisch omdat het verzamelen en ordenen van feiten gericht is op theorievorming op een systematische interpretatie en formulering van die feiten pag 12 kortom de praktijkgerichtheid verdwijnt de wetenschap blijft 5 slot al het bovenstaande is fragmentarisch we zijn ons er nogmaals van bewust de lezer behoudt bij deze globale beschouwing alle vrij heid om meer positieve kanten aan sociolinguistiek te ontdekken dan uit onze bijdrage naar voren komen in ieder geval hopen we met dit stuk een aanzet gegeven te hebben voor een bezinning op en discussie over de ontwikkeling van de socio linguistiek op dit moment wanneer de in het bovenstaande gesignaleerde tendens in de sociolin guistiek gesteund door een waarschijnlijk veel gelezen inleiding in de sociolinguistiek als die van appel hubers en meijer inderdaad voet aan de grond zou krijgen dreigen onderzoekingen als die van het kerk rade project bijgeschreven te gaan worden als laatste stuiptrekking van een op de onderwijs praktijk gerichte sociolinguistiek en dat die ontwikkeling niet alleen denkbeeldig is moge blijken uit bijvoorbeeld de bijzonder lovende aankondiging van sociolinguistiek door m c van den toorn in de nieuwe taalgids 70 1977 pag 82 waarin hij het boek prijst op juist de punten waar onze kritiek zich op richt het volgende citaat uit die bespreking toont dat duidelijk aan het stemt tot voldoening dat de drie auteurs er zo goed in geslaagd zijn een evenals de pragmatiek omstreden discipline zakelijk en onpartijdig aan de orde te stellen hun ruime interpretatie van de so ciolinguistiek brengt met zich mee dat niet alleen pragmatische kwes ties behandeld worden maar dat ook het ruime terrein van de echte sociolinguistiek niet verengd wordt tot dat van taal en sociale klasse veelal uitmondend in politiek weinig genuanceerde verlangens naar e mancipatoir taalonderwijs zeer juist is ook de waarschuwing aan het adres van diegenen die de toepasbaarheid van de bevindingen der sociolinguistiek teleurstellend vinden en die maatschappelijke rele vantie anders geinterpreteerd zouden willen zien 32 nol len 1 vergelijk moer 1976 6 dialekt en school verder kan hier genoemd worden de oprichting van de zogenaamde sociolinguistiekcommissie van de sociaal we tenschappelijke raad van de academie van wetenschappen en het verschijnen van sociolingu istische bijdragen in praktijkbladen als de wereld van het jonge kind april 1976 en februari 1977 en het katholiek schoolblad 5 februari 1977 2 vergelijk a hagen sociolinguistiek en moedertaalonderwijs 1 en ii in le vende talen 318 1976 pag 267 285 en 319 1976 pag 347 363 verder kan nog gewezen worden op l pietersen taalsociologie groningen 1976 3 vergelijk a kraak wetenschapsbeoefening universitaire opleiding en beroeps praktijk in de taalkunde nijmegen 1975 4 in deze paragraaf baseren we ons vooral op analyse aanzetten zoals die werden ontwikkeld in u ammon g simon neueaspekte dersozio inguisiik wein heim und basel 1975 overigens van harte aanbevolen 5 zie voor een uitgebreid overzicht van beide hypotheses n dittmar soziolin guistik exemplarische und kritische darstellung ihrer theorie empirie und anwendung frankfurt a m 1973 6 vergelijk in dit kader de resultaten van kohnstamm s proefkreche volkskrant 27 november 1976 7 dit overbodig worden hangt samen met de veranderde behoefte van de arbeids markt aan hooggekwalificeerde arbeidskrachten deze blijkt minder te zijn dan in de zestiger jaren nog algemeen werd aangenomen het zou te ver voeren deze ingewikkelde problematiek in het kader van dit artikel verder aan de orde te stellen 8 iets meer duidelijkheid biedt r appel g hubers g meijer naar een sociolin guistische theorie van taalgebruik in spektator 1977 5 pag 247 259 we gaan op deze publikatie niet verder in tenslotte wordt het boek gelezen en niet het artikel 9 vergelijk a hagen a vallen j stijven dialekt en onderwijs in moer 1976 6 pag 354 10 de innovatiefase van het kerkrade project is er duidelijk op gericht een prakti sche bijdrage te leveren aan de vernieuwing en verbetering van het standaard taal onderwijs aan dialectsprekende kinderen vergelijk verder a hagen a val len j stijven dialekt en onderwijs in moer 1976 6 pag 353 366 wat betreft de generaliseerbaarheid van de resultaten van het kerkrade project kan gewezen worden op een parallelonderzoek in de noordlimburgse gemeente tiennep dat we met medewerking van de ncdc uitvoeren in het kader van onze doctoraalstudie nederlandse taal en letterkunde aan de ku te nijme gen 33