Publicatie datum: 1982-01-01
Auteurs: Bruno Peeters, Jef Pepermans
Collectie: 12
Volume: 12
Nummer: 1
Pagina’s: 4-14
Documenten
spellingonderwijs 2 verkwoordsvormen afleren om bij te leren 1 problemen bij werkwoordsspelling binnen het hele spellingsysteem neemt de spelling van de werkwoorden een eigen plaats in werkwoorden hebben im mers een zeer hoge frequentie en het blijkt voor de schrijvende taalgebruiker erg lastig om alle regels zoda nig toe te passen dat hij tot de juiste vorm komt in het blok van de werkwoorden kunnen we duidelijk twee groepen onderscheiden 1 werwoordsvormen met een vast woordbeeld wat betekent dat een klankbeeld correspondeert met slechts een schrijfwijze bv kapt kapt 2 werkwoordsvromen met een variabel woordbeeld een klank beeld correspondeert met meer dan een schrijfwijze bv betekent betekent betekend de groep met vast woordbeeld die 90 vertegenwoordigt levert normaal geen moeilijkheden op maar de resterende 10 variabele vormen komt danig roet in het eten strooien en tast zelfs de vaste 90 aan het probleem bij de werkwoordsspellirr kunnen we omschrijven als verwarring tussen oppositieparen deze verwarring is het grootst bij zwakke prefixwerwoorden omdat bepaalde vormen door de schrijver soms foutief worden geassocieerd met het voltooid deelwoord van andere zwakke werkwoorden prefix ge vergelijken we even gebeuren zwak prefix werkwoord met prefix ge en landen de voltooide deelwoorden zij resp gebeurd en geland tot zover is alles betrekkelijk een voudig maar naast deze volt deelwoordvorm bestaat er voor gebeuren een o t t vorm die hetzelfde klinkt maar anders geschreven wordt gebeurt deze vorm wordt gere geld ten onrechte aanzien voor een voltooid deelwoord om dat hij wordt voorafgegaan door het prefix ge cfr ge land men schrijft dus vrij frequent het gebeurd en 4 niet omgekeerd het vliegtuig is gelant 2 classificatie van werkwoorden in de indeling van assink assink 1980 staat de verwar ring centraal hij verdeelt de werkwoorden naargelang van het klankbeeld in drie grote groepen 1 werkwoorden die eindigen op hoorbare t 2 werkwoorden die eindigen op hoorbare de te 3 werkwoorden die hoorbaar eindigen op den ten deze drie groepen worden verder onderverdeeld in oppositie paren d w z dat eenzelfde klankbeeld een verschillende schrijfwijze heeft naargelang van de grammaticale catego rie in dit geval spreken we van reele concurrenten daarnaast zijn er nog een aantal alleenstaande vormen waar bij door foutieve associatie of foutieve regeltoepassing verwarring ontstaat met een vorm die niet bestaat bv ge timmerde naast getimmerdde getinimerdde lijkt sterk op de reeks verbrandde vergrootte enz maar is een onbestaan de vorm in dit geval spreken we van vermeende concur rent de volledige lijst van problemen bij werkwoords vormen zoals door assink onderscheiden geeft fig 1 1 een belangrijke informatie voor de onderzoeker zou zijn of het gaat om een associatiefout of om een foutieve regeltoepassing of om een combinatie van beide of om nog andere kronkels tenslotte weten we niet precies wat zich binnen de schrijver afspeelt welke redeneerstappen hij maakt hoe hij ze maakt zijn het automatismen is het een stap voor stap redenering zelfs de stellingname de schrijver wil juist spellen kunnen we niet zomaar als onbetwistbaar aanvaarden 2 3 het onderzoek de bedoeling van ons onderzoek was eigenlijk een diagnose te controleren die ons zo desastreus leek dat we ze moei lijk konden aanvaarden assink 1980 sinds een kwart 5 eeuw weten we dat het schrijven van werkwoordsvormen een tragedie is van der velde 1956 maar dat de gangbare werkwoordsdidaktiek in die mate faalde leek ons toch nogal kras even assink citeren uit twee experimenten met derde en zesde klas basisschoolleerlingen bleek a dat de gangbare didaktische aanpak niet alleen ineffi cient is omdat men er slechts zeer ten dele in slaagt de leerlingen de moeilijke niet klankzuivere werkwoords vormen correct te leren schrijven dat wil zeggen die gevallen waarin men iets anders schrijft dan men hoort zoals verbrandde wachtten enzovoort maar bovendien b dat deze aanpak een averechts effect heeft omdat zes deklassers na drie jaar werkwoordscnderricht veel fouten gaan maken bij de gemakkelijke klankzuivere con currerende tegenhangers zoals verbrande wachten enzovoort die nauwelijks problemen opleverden voordat met de behandeling van de werkwoordsvormen een aanvang was gemaakt in beide experimenten leverden derdeklas sers zoals verwacht betere prestaties bij de klankzuivere werkwoordsvormen dan de zesdeklassers het onderzoek werd overgedaan door een tweetal studenten als zelfstandig werk tijdens de uren moedertaal en daar buiten het onderzoek bestaat uit twee dictees van elk 16 zinnen in dictee a staan enkel klankzuivere werkwoordsvormen wat wil zeggen dat deze vormen in principe correct geschreven kunnen worden door goed te luisteren vier typen worden opgenomen la 2a en 3a hebben naast zich een reele concurrent in de zin van betekent betekend daarnaast staat een vierde type met een vermeende concur rent 2b bv gelande gelandde om na te gaan of dit type zich door het prefix ge bij het voltooid deelwoord onder scheidt van type 2a elk type komt vier keer voor in dictee b worden de niet klankzuivere vormen ingevoegd la betekent betekend 2a vergrote vergrootte 2b ge lande landde en 3 a antwoorden antwoordden de dictees werden afgenomen in het 3de en 6de leerjaar 6 van de lagere school bij jongens en meisjes in het 2de en 5de jaar humaniora en technisch meisjes 3 de leer lingen kregen een gestencild blad met 16 zinnen in elke zin was voldoende plaats gelaten om de werkwoordsvorm in te vullen de leerkracht las de zinnen voor elke zin werd twee tot drie keer voorgelezen zodat de leerlingen voldoende tijd kregen om de vorm in te vullen de tekst van de dictees zag eruit als volgt de in te vullen woorden staan gecursiveerd a tekst dictee eerste experiment 1 heb je gezien wat dat betekent la 2 na de grote bosbrand werden alle verbrande bomen opge ruimd 2a 3 mijn broertje vergat gisteren op ons te wachten 3a 4 het gelande vliegtuig stond gisteren nog steeds aan de grond 2b 5 de vergrote foto staat op het nachtkastje 2a 6 in nederland verandert het weer bijna elke dag la 7 de politie arresteerde gisteren de gevluchte dieven 2b 8 wat hadden jullie daarop te antwoorden 3a 9 het gebeurt een enkele keer dat mijn oom zijn tent ver huurt la 10 we vonden dat we een goed bestede dag achter de rug had den 2a 11 de mensen gingen aan de politie melden dat de weg door een boom versperd was 3a 12 ik kom morgen bij je als mijn gewonde knie het niet verhindert 2b 13 op slecht verlichte wegen moet je voorzichtig rijden 2a 14 we zijn er zeker van dat niemand je zo herkent la 15 de verleden jaar gestichte voetbalclub heeft al een paar wedstrijden gewonnen 3a b test dictee tweede experiment 1 heb je gezien wat dat betekent la 2 de jongen verbrandde een stuk papier 2a 7 3 de eend landde op het water 2b 4 mijn broertje vergat gisteren op ons te wachten 3a 5 koningin wilhelmina heeft veel voor ons land betekend la 6 na de grote bosbrand werden alle verbrande bomen opge ruimd 2a 7 het gelande vliegtuig stond gisteren nog steeds aan de grond 2b 8 vol spanning wachtten de kinderen tot de voorstelling begon 3a 9 je herkent hem bijna niet zo is hij veranderd la 10 de vergrote foto staat op het nachtkastje 2a 11 de inbreker vluchtte toen hij ontdekt werd 2b 12 waarom antwoordden jullie niet toen ik wat vroeg 3a 13 in nederland verandert het weer bijna elke dag la 14 de wielrenner vergrootte de afstand op zijn achtervol gers 2a 15 de politie arresteerde gisteren de gevluchte dieven 2b 16 wat hadden jullie daarop te antwoorden 3a 4 resultaten interpretatie als we onze cijfers vergelijken met deze van assink 1980 1981 merken we dadelijk op dat er grote verschillen be staan zowel tussen de cijfers van zijn twee onderzoeken onderling als tgo ons onderzoek veel heeft te maken met de optie van het corrigeren van de test wij rekenden net als in zijn eerste onderzoek enkel de echte werkwoords fouten aan maar zelfs dan blijven er nog grote verschil len niettegenstaande dat is de algemene lijn in de cij fers dezelfde we weten niet zeker hoe onze klassen zich twee aan twee verhouden in welke mate zij aan elkaar ge lijk zijn zodat we niet zo n uitgebreide cijferinterpre taties kunnen geven als assink figuur 2 foutenaantallen in absolute getallen en percen tages per groep zie bijgevoegde tabel dadelijk valt op dat in dictee a de derdeklassers beter scoren dan de meeste andere klassen de verklaring hier 8 voor ligt in het feit dat zij nog geen of weinig spel lingregels hebben geleerd en dus volledig steunen op wat zij horen de hoge score bij la betekent heeft te ma ken met de foutieve toepassing van de verlengingsregel deze geldt wel voor zelfstandige naamwoorden maar mag niet zomaar overgeplaatst worden naar de werkwoordsspelling een kanttekening mag hier wel het is opmerkelijk hoe het invoegen van een regel verwarring sticht een derde klasser maakt normaal gezien geen fouten tegen de vormen 2a 2b 3a en zou er ook geen mogen maken tegen la maar het invoegen van een regel die in een totaal andere woor dencategorie thuishoort schopt meteen een deel van het directe kunnen naar de verdoemenis dit wordt nog duide lijker als we 3los vergelijken met 6los 6los heeft al enkele jaren leren spellen volgens de gangbare didaktiek de verschillen zijn groot 6mlos scoort 52 t o v de 10 van 3mlos 6jlos zitten veel lager maar blijven toch 10 boven 3jlos het komt erop neer dat ze vormen die ze kennen fout gaan maken om een aantal andere vormen juist te schrijven men leert bij door af te leren laat ons nu dictee b bekijken 3los scoort rond de 50 wat overeenkomt met de klankzuivere vormen die in dat dic tee opgenomen zijn de fouten die zij in dictee a maakten worden geneutraliseerd door de niet klankzuivere la die zij nu wel goed maken 6los spelt iets beter dan in dictee a maar erg bemoedigend is dit halve niet de resultaten worden nog slechter als je de twee dictees samen neemt 3los maakt in het totaal 33 fout en 6los 39 dat is een achteruitgang van 6 om een beetje optimistisch te blijven assink vond 11 vooruitgang dit doet sterk denken aan de bedenking van van der velde dat de basis school met haar werkwoordsdidaktiek fouten leert maken voor we aan het onderzoek begonnen en bewust een onder scheid maakten tussen jongens en meisjes assink maakt dit onderscheid niet dachten we dat de meisjes veel beter zouden scoren het was een bijna axiomatische ze kerheid die ons langs verschillende kanten ingeblazen werd 9 meisjes spellen beter dan jongens ons onderzoek zette dit axioma toch lichtjes op de helling 3mlos scoort met beide dictees 31 fouten terwijl 3jlos 35 fout maakt d w z dat de meisjes aanvankelijk beter spellen dan de jongens deze voorsprong verdwijnt echter in het niet na 3 jaar spelling 6mlos 43 6jlos 33 waaraan is deze verandering te wijten de verdere evolutie van het spellinggedrag van meisjes wordt duidelijk aan de hand van een grafiek zie fig 3 merk op dat in het 2de jaar de technische en humaniora ver uit elkaar liggen hier werkt duidelijk het selectiesys teem in de humaniora zitten de goede spellers van de basisschool in de technische de grote middengroep het zou interessant zijn om een beroepsschool te testen vol gens onze hypothese zou zij ver boven de technische moeten scoren omdat de slechte spellers daar toevlucht vinden als we de lijnen verder volgen tot het 5de jaar merken we dat zij elkaar erg dicht naderen er ontstaat een ze kere nivellering de oorzaak moet o i gezocht worden in het aflopen van de leerplicht en de keuze van richting die de leerlingen na het derde jaar gemaakt hebben figuur 3 grafiek van de totaalpercentages in hoeverre het feitelijke spellingsonderwijs daarbij nog een rol speelt wil ik in het midden laten wel zijn wij met nielen ervan overtuigd dat spelling bewust of onbewust een zwaar selectieprincipe is in het onderwijs zowel bij overgang van l s naar middelbaar als bij keu ze van studierichting als bij duur van studies conclusie duidelijk is gebleken dat de gangbare werkwoordsdidaktiek niet werkt het aanleren van de moeilijke vormen sticht zoveel verwarring dat het de vormen die aanvankelijk goed gekend zijn aantast dit wil zeggen dat we moeten gaan zoeken naar een nieuwe didaktiek waarvan we hopen dat ie dan wel werkt een mogelijk vervolg op dit artikel 10 zou dus zijn brengt kooreman soelaas dit is een uitdaging wie schrijft het bruno peeters jef pepermans noten 1 in het reeds vermelde artikel van assink vindt men andere classi ficaties o m oudkerk pool en de kritiek van assink daarop 2 over het ontbreken van een theorie over leren spellen zie h van rijnsoever 3 het oorspronkelijk opzet omvatte zowel jongens als meisjes in la ger middelbaar humaniora en technisch en nuho lagere nor maalschool wegens allerlei omstandigheden hebben we ons onder zoek beperkt tot lagere school jongens en meisjes en middel bare school humaniora en technisch enkel meisjes literatuur e m h assink het probleem van het schrijven van werkwoordsvormen bekeken door een onderwijspsychologische bril tijdschrift voor taalbeheersing 1980 2 1 31 45 e m h assink de relatie tussen grammaticale kennis en spelvaardig heid levende talen 1980 355 765 770 e m h assink spellingproblemen bij werkwoordsvormen een onder wijspsychologische analyse ped studien 1981 58 57 69 h j kooreman een analyse naar de mogelijkheid van een algoritmisch oplossingsschema voor de spelling van de werkwoordsvormen ped studieen 1976 53 265 282 c j m van pernis spelling van de werkwoordsvormen ped studien 1976 53 222 229 r van rijnsoever hoe leer je lezen en spellen p 137 158 in b t tervoort red wetenschap en taal iii d coutinho muiderberg 1980 11 groep 1 werkwoordsvormen die eindigen op een hoorbare t a prefixwerkwoorden in de t t enk met suffix t versus volt deelw op d bij zwakke w w met de prefixen be ge her ont en ver voorbeelden gebeurt d verandert d b persoonsvorm in de t t en v t enk bij sterke en zwakke w w behalve die met de stam op t voorbeelden vind t win d t parkeert bestrijdt bestreed c voltooide deelwoorden die eindigen op een hoorbare t bij sterke en zwakke w w voorbeelden getimmerd gekocht gevraagd groep 2 werkwoordsvormen die hoorbaar eindigen op de te a persoonsvorm v t enk versus attributief voltooid deelwoord op e bij zwakke prefixwerkwoorden zie la met stam op t of d voorbeelden vergrootte vergrote verbrandde verbrande b persoonsvorm v t enk versus attributief voltooid deelwoord op e bij de overige zwakke w w met stam op t of d voorbeelden landde gelande vluchtte gevluchte c persoonsvorm v t enk van zwakke w w probleem is hier of de stam wel of niet op t of d eindigt voorbeelden wende wendde miste mistte gistte vergiste lachte wachtte d attributief gebruikte voltooide deelwoorden op e dit is groep ic nu attributief gebruikt voorbeelden getimmerde gekochte gevraagde groep 3 werkwoordsvormen die hoorbaar eindigen op den ten a persoonsvorm t t meerv 6f inifinitief versus persoonsvorm v t meerv bij zwakke w w met stam of d of t voorbeelden antwoorden antwoordden wachten wachtten b voltooide deelwoorden op en bij sterke en zwakke w w voorbeelden gevochten gezouten geweven fig 1 problemen bij de werkwoordsvormen in het nederlands 12 lo ln 0 0 in in o 0 01nr n n 1 4 in e i 4 in i n00 r ii ii z in n d n g to lil r n nnm 0 h lp u 00 1d o ln in d d d n u r idid d e ln el ln i i 01 01dq1 000 4n nnn cb ii z n d r ii b n 00 00 00 cn ln w r 01 ii 0 i rn m 0 o d r1 10 v n ei w o w w n i rn m r al 0 al i ii i j mi n in u1 i n l n f4 a i f 0 n n n n 01 i n 0t o1 m i i d n14 n i 14i n i a rd 0 ln w w n i w ln n i 0 i n a1 01r 010 d n1c 1000 n n n n n 01 g n z ii n i d ii a b w g n010101 1 nnn00 01 a a 1 i 01 rotn 14 u1 4ino1 n 4 u r n r n a d tn d n d 1o 0 a 0 m 0 n z a g a 1 01r d n n ng ii 00r r 1nd 11 h i u g 14 dp 10 r d 00 n d ln h al rti 1d co 00 lo 10 m n 01 r d w 1 h ln lc 00 in 4 00 00 rh r d a u h lc in lc r tn in n r1 r r rf in b 4 o r 0 a m a a i a b 11 z n lc d o n rii z rl d n 10 0 01 a1 a 10 d r 1d r r 10 r d d a 4 a h 4 h co r a r r n d l r 0 d n r h n u1 r i r ii y cn o lo r o lntfi lnln ln o cv c 1 1 a 75 n a 11 h l n 1 o 1 r tf 10 i c m m ui dp 4 n n a cdow ul r 1 u1 co b t3 a1 1 moo 00 1in00ao0 0 4 4 o dp m o dp u1 u1 in d in n 1d a f a al h p0 ii rd 11 k4 n 0 on ii z g cr1 i r o nn a 01 4 i 0 b ro v v a w n n n r0 b a s g a g g c v 4 1 in 4 w b a w x m n u a u h u h 11 l t z a a 3 a 3 w 13 j jongens t technisch m meisjes h humaniora 60 j 50 tit 40 30 20 j 10 i 1 sde sde 2de 5 1e lagere school 71 middelbare school klankzuiver niet klankzuiver figuur 3 grafiek van de totaalpercentages 14