Publicatie datum: 2002-01-01
Auteur: Corinne Sebregts
Collectie: 05
Volume: 05
Nummer: 3
Pagina’s: 8-12
Documenten
uit het veld taal leren en leren hoe je taal leert corinne sebregts stedelijk college eindhoven discussie in de laatste twee nummers van alfa nieuws is een boeiende uitwisseling van meningen en ideeen over de stenvert nt2 bloks woordenschat werkgroep nt2 1995 te lezen carry van de guchte gaat in alfa nieuws nummer 1 2002 na in hoeverre de bloks gebruikt kunnen worden na de eerste fase van het aanvankelijk leesonderwijs als materiaal voor woordenschatonderwijs en als middel om leerlingen zelfstandig te laten werken ze komt tot de conclusie dat het materiaal niet zonder meer is in te zetten en dat je als docent het nodige aan voorwerk moet doen om ervoor te zorgen dat leerlingen leerresultaten bereiken henny jellema reageert hier in hetzelfde nummer van alfa nieuws op door te stellen dat de nt2 bloks in de dagelijkse lespraktijk erg goed werken en zowel de docent als de leerling het gevoel geven zinvol bezig te zijn ze merkt een duidelijk verschil tussen het rendement van lessen waarin leerlingen werken met de stenvert nt2 bloks en bijvoorbeeld lessen waarin een verhaal gelezen wordt ze illustreert dit in het volgende nummer van alfa nieuws nummer 2 2002 door te beschrijven wat er in haar klas gebeurt als ze een verhaal met de leerlingen leest en vervolgens de inhoud met hen wil bespreken uit de reacties van de leerlingen komt duidelijk naar voren dat ze geen greep hebben op de inhoud van het verhaal terwijl het werken met de stenvert nt2 bloks een gesprek tussen de docent en de leerling doet ontstaan gebruik van de nt2 bloks gebruikt in de aanvangsfase krijgen de op de isk van het stedelijk college eindhoven leerlingen 18 lesuren nt2 per week en nog worden de stenvert bloks ook gebruikt de eens twee mentoruren die vaak ingevuld boekjes zijn verknipt en de bladzijden opnieuw worden als nt2 lessen omdat de leerlingen geordend zodat de volgorde waarin woorden nog niet taalvaardig genoeg zijn om over aan de orde komen overeenstemt met de persoonlijke aangelegenheden te praten met woordenschat die in de rest van de nt2 lessen 20 lesuren nt2 in de week is het een wordt aangeboden op die manier kan een verademing voor de leerlingen als ze aan de nt2 docent de bloks inzetten als een manier slag kunnen met een bladzijde waarop zij om woorden nog eens te herhalen en of te woorden schrijven overschrijven en controleren of de leerling de aangeboden letterpuzzels doen alleen al het feit dat ze woorden kent de nt2 bloks woordenschat zijn even niet hoeven luisteren naar al die vreemde niet de enige materialen die zo worden nederlandse klanken is voor de leerlingen een gebruikt ook de woordenschatkamer welkome verandering van activiteit daarbij kooreman 1995 bladzijden uit de methode komt dat het werken met pen en papier beter taal is niet zo moeilijk bulthuis de veer past bij het beeld dat leerlingen hebben van 1988 en zelfgemaakte thema en tpr bladen schools leren dan de tpr iessen veel isk zien er min of meer hetzelfde uit als de leerlingen vinden het dan ook prettig om te stenvert nt2 bloks en worden met name in de schrijven omdat ze dan het gevoel krijgen iets aanvangsfase van het nt2 onderwijs veel gepresteerd te hebben het is zoals jellema 8 ook aangeeft goed voor de motivatie van verschillende oefeningen al signaleert ze net leerlingen als zij ook aan hun woordenschat als jellema dat de vormgeving van bepaalde werken met behulp van bladen zoals die uit de oefeningen niet bevorderlijk is voor stenvert nt2 bloks woordenschat in zoverre woord begrip de discussie gaat dan ook zijn docenten van het stedelijk college voornamelijk over de zinvolheid en het te eindhoven tevreden over de bloks verwachte leerrendement van oefeningen waarbij leerlingen woorden onder plaatjes overwegingen schrijven woorden in zinnen schrijven of onder een plaatje zetten het is echter de vraag of er veelleerresultaat bereikt wordt als de leerlingen woorden invuloefeningen overschrijven invuloefeningen doen of woorden bij plaatjes zoeken zoals van der als het gaat om moeilijk lerenden wordt vaak guchte terecht opmerkt bieden de oefeningen gezegd dat de leerlingen een zwakke immers weinig context en zijn plaatjes taalvaardigheid hebben en moeite hebben met onduidelijk ook de woordkeuze is vaak het uitvoeren van schoolse taken dubieus leerlingen hoeven bepaalde woorden die worden aangeboden niet te leren en de opbouw in moeilijkheidsgraad met betrekking jong en oud tot de complexiteit van de woordstructuur is niet goed maar zolang leerlingen positief op de jong oud bladen reageren en het ook mogelijk is om naar aanleiding van de woorden die in het materiaal voorkomen een dialoog met de leerling te starten lijkt het de moeite waard het materiaal in te zetten het opvallende aan zowel het stuk van van de guchte als het stuk van jellema is 1 schrijf de woorden op echter dat ze ervan uitgaan dat de oefening uit het materiaal door de leerling zo wordt aangepakt als het door de makers is bedoeld gr t van de guchte is kritisch over de aard van de j ng oefeningen maar gaat ervan uit dat leerlingen m n begrijpen wat ze moeten doen bij de d m vr w invuloefeningen kl n rechts stenvert nt2 bloks woordenschat a p 49 rechtsonder woordenschatkamer thema 9 wonen o welke letters onder taal is niet zo moeilijk werkboek 2 medeklinkers p 14 vul de letters in het b d 2 het b h ng maak elk woord af vul de goede klank in 3 het d kb d 4 dr mp 00 ee 00 oe ei ou a e 0 ee uu ie 5 k k n 6 het i k n een l een 1l t het s 7w st f 8 het b k nr k aai ooi oei a e ie 00 00 y oe ui 9 de b dk m ik g ik l ii ik l 31j ik zj l 10 het b r 11 d eh 9 de stenvert nt2 bloks werken goed omdat ze en merkt dat van een aantal klanken de eenvoudig zijn en de oefeningen zonder bijbehorende lettertekens ontbreken hij gaat moeilijke uitleg door de zwakkere leerlingen bij die klanken de lettertekens zoeken die die gemaakt kunnen worden de moeilijk lerende klanken representeren leerlingen hebben echter vaak weinig schoolse het is echter ook mogelijk dat de ervaring en lage cognitieve capaciteiten leerling de structuur van het woord herkent en waardoor er niet zo maar vanuit kan worden zijn fonologische kennis inzet om in ieder geval gegaan dat zij op de juiste manier omgaan met uit te sluiten dat aan het eind van een woord de materialen die zij aangeboden krijgen het een z staat of dat de g klank na de s nooit lastige is dat leerlingen zelf niet door hebben geschreven zal worden als een g en dat er dat ze niet op de juiste manier omgaan met letters zijn die vaak met elkaar gecombineerd een oefening en het leereffect dat beoogd worden zoals kr ts of ge wordt niet bereikt wordt de leerling kan in de veronderstelling zijn een goede aanpak te hoe goed is het goede antwoord hanteren terwijl hij daardoor het doel van de oefening voorbij schiet hoewel in alle drie de gevallen de juiste letters een voorbeeld van een dergelijke ingevuld worden is er een groot verschil in de oefening die overigens in veel materialen manier waarop de leerling aan het antwoord voorkomt is het completeren van woorden komt het waarderen van het goede antwoord waarin door middel van puntjes een streepje of kan dan ook eigenlijk niet zonder na te gaan een lege plek is aangegeven dat er letters weg welke denkprocessen de leerling heeft gestart zijn de leerling moet zelf bedenken welke het natekenen van een patroon is iets anders letters op de lege plek thuishoren of moet die dan letters kiezen op basis van kennis van de letters opzoeken uit een lijstje met losse letters klank ietterkoppeling of op basis van het doel van een dergelijke invuloefening is dat impliciete fonologische kennis voor de de leerling een aspect van zijn woord kennis leerling die letters natekent alsof het een oefent op basis van de letters die gegeven plaatje is is de oefening niet geschikt omdat zijn moet de leerling een woordbeeld hij blijkbaar niet kan schrijven en weinig of oproepen en kan tegelijkertijd ook andere geen letterkennis heeft voor de leerling die kennis van het woord activeren bijvoorbeeld werkt op basis van klank ietterkoppeling kan over de betekenis door het woord zoals het op de oefening geschikt zijn als het gaat om het materiaal is weergegeven te vergelijken klankzuivere woorden de leerling die over met het opgeroepen woordbeeld gaat de zoveel fonologische kennis beschikt dat hij kan leerling na welke letters ontbreken en vult ze reflecteren op bepaalde wetmatigheden in de in nederlandse taal en het inzicht in de structuur van nederlandse woorden kan toepassen om mogelijke strategieen te achterhalen welke letters hij moet invullen ervaart de oefening niet als een uitdaging en er deze oefening kan een leerling echter doen zal al snel ander materiaal moeten worden zonder de woorden te kennen zonder te ingezet om deze leerling te bedienen begrijpen wat het woord betekent en zonder het beoordelen van lesmateriaal op enig inzicht in de spelling van nederlandse basis van het werk van de leerlingen is dus woorden om de opdracht goed uit te voeren maar een aspect van het beoordelingsproces kan een leerling immers allerlei andere en het feit dat leerlingen de goede antwoorden strategieen toepassen hij kan het woord invullen bij opdrachten is onvoldoende bewijs behandelen als een abstracte tekening met dat materiaal geschikt is alleen aan het allerlei lijnen en krullen en in het materiaal op goede antwoord van de leerling is immers zoek gaan naar hetzelfde patroon en kijken moeilijk te zien welke denkprocessen hebben welk puzzelstukje ontbreekt of zelf het geleid tot het gegeven antwoord en er kan dus ontbrekende patroon tekenen of het natekenen ook niet geconstateerd worden dat het uit de lijst materiaal tot het gewenste leerproces heeft de leerling kan de oefening echter ook geleid een fout antwoord is natuurlijk wel een anders aanpakken hij kan constateren dat er indicatie dat de leerling de oefening niet in de oefening incomplete woorden staan die begrepen heeft of de vaardigheden die nodig hij al eens eerder heeft gezien en waarvan hij zijn om de opdrachten uit te voeren niet de betekenis kent hij ziet dat er een paar beheerst letters ontbreken leest het woord voor zichzelf 10 waardering is bevestiging respectievelijk een ui en een eu boven staat terwijl de docent denkt dat de leerlingen bij het hierboven aangegeven oefeningentype proberen in het mondeling aangeboden woord is een goede uitwerking van de opdrachten nog een van de klanken te herkennen kiest de geen antwoord op de vraag in hoeverre de leerling vaak voor een veel kortere route hij leerling een woordbeeld heeft waarmee hij het roept bij het gehoorde woord uit zijn geheugen op het materiaal gepresenteerde woord een woordbeeld op en gaat na of in dat woord vergelijkt en weet hij uberhaupt dat dat de de letters ui of eu staan en zetten vervolgens bedoeling van de oefening is leest hij het een kruisje in de goede kolom de leerling woord voor zichzelf en gaat hij dan op zoek controleert dus de spelling van het woord en naar een woord dat er op lijkt of kijkt hij naar prent niet het klankbeeld in dat hoort bij het woorden elders op de bladzijde en probeert hij tweeletterteken als de docent de antwoorden een aantal antwoorden en kiest dan het beste controleert en vraagt waarom een leerling heeft antwoord het zijn allemaal strategieen en het gekozen voor een bepaalde tweetekenklank kan dat ze alle in meer of mindere mate zegt deze dat hij een fuif of een eu heeft toegepast moeten worden maar de nt2 gehoord leerlingen zijn vaak slim genoeg om docent moet wel weten dat een bepaalde te weten dat de docent dat antwoord wil horen strategie door een leerling gebruikt en de docent denkt op basis van de antwoorden geoefend wordt als de docent de oefening van de leerlingen op een gegeven moment dat nakijkt en de goede antwoorden positief hij voldoende basis heeft gelegd voor luister waardeert wordt de leerling bevestigd in zijn spreek en spellingvaardigheid en gaat verder manier van werken en zal hij volgende keer met het onderwijs om later te constateren dat weer die aanpak kiezen op den duur kan leerlingen bepaalde klanken onjuist spellen ze blijken dat dit niet meer tot goede resultaten zijn bijvoorbeeld onvoldoende in staat om te leidt omdat de oefeningen complexer en spellen volgens de strategie schrijf wat je moeilijker worden of omdat er in hoort of kunnen de fuif en eu niet van elkaar vervolgactiviteiten wordt voortgebouwd op een onderscheiden leerproces dat via het materiaal tot stand had een manier om er achter te komen of moeten worden gebracht de docent een leerling werkelijk de klanken discrimineert constateert dat de leerling niet in staat is een is het werken met nonsenswoorden waarvan voor hem als docent logische vervolgstap te de leerling het woordbeeld niet kan oproepen zetten en vraagt zich misschien af of de of met woorden die zowel met de ene als de leerling aan zijn plafond zit andere klank een bekend woord vormen bijvoorbeeld beuk en buik als de discrimi klankdiscriminatieoefeningen natieoefening nog een keer wordt gedaan of al eens is gedaan met dezelfde klanken in natuurlijk is een eenvoudige invuloefening bestaande voor de leerling bekende woorden zoals hierboven beschreven maar een klein en er is een grote discrepantie tussen de onderdeel van het lesstofaanbod dat een nt2 resultaten op beide oefeningen dan kan er leerling wordt voorgelegd en zal dit type vanuit gegaan worden dat de leerling niet oefeningen er niet toe leiden dat een leerling zuiver bezig is met klankdiscriminatie en dus wordt bestempeld als moeilijk lerend er zijn niet oefent wat de docent beoogt te laten echter meer activiteiten die door leerlingen oefenen anders aangepakt worden dan de docent bedoelt bij klankdiscriminatieoefeningen inzicht in strategieen waarbij leerlingen van een twee of drietal klanken moeten aangeven welke ze horen aan de strategieen die leerlingen toepassen doorlopen de leerlingen maar zelden het wordt in de beginfase van het nt2 onderwijs proces dat de docent beoogt het doel van de vaak weinig aandacht besteed omdat de oefening is dat leerlingen leren wat het verschil taalvaardigheid van de leerling niet op een in klank is tussen een aantal in de oren van de niveau is dat het verwoorden van de reflectie leerlingen op elkaar gelijkende klanken zoals op genomen denkstappen mogelijk is toch bijvoorbeeld fuif en eu de docent stelt de loont het de moeite de denkprocessen van de vraag wat hoor je en leest vervolgens een leerling te onderzoeken en na te gaan wat de serie woorden met een ui of een eu op en leerling nu precies doet als hij een bepaalde laat de leerlingen op een blad een kruisje leeractiviteit uitvoert door met de leerling te zetten in een van twee kolommen waar werken en tijdens het werken te vragen wat 11 doe je of wat denk je kan de leerling leerling uitgenodigd en uitgedaagd wordt eventueel non verbaal aangeven dat hij dezelfde stappen te zetten moeilijk lerende twijfelt naar woorden kijkt antwoorden leerlingen moeten immers niet alleen uitprobeert of niet weet wat hij moet doen ook nederlands leren maar ook strategieen die het observeren van de leerling kan de docent horen bij taalleren op school strategieen die inzicht geven in de strategieen die worden andere leerlingen met meer schoolse ervaring toegepast dat leerlingen tijdens klank of meer schools leervermogen misschien discriminatieoefeningen aan een woordbeeld eerder vanzelf goed doen denken is vaak al te zien als ze het woord in de lucht schrijven of op een andere manier beoordeling van materialen proberen te visualiseren als de docent vraagt wat denk je of wat doe je dan is het als het gaat om de beoordeling van materialen weliswaar beperkt mogelijk een beeld te voor moeilijk lerende leerlingen lijkt juist de krijgen van de denkprocessen van de leerling mogelijkheid om leerlingen te leren wat goed ook bij de oefeningen van de stenvert nt2 aanpakgedrag is een belangrijk criterium om bloks is het verkrijgen van inzicht in de te bepalen of materiaal geschikt is of niet denkstappen van leerlingen mogelijk door met natuurlijk blijven andere criteria gelden zoals de leerling te werken en te zeggen laat eens het bieden van contextuele steun bij woorden zien wat je doet schatoefeningen of het werken met teksten die verder is van belang dat de docent een niet te hoog abstractieniveau hebben het luistert en kijkt en bovendien geduld genoeg is echter opvallend dat leerlingen nog steeds heeft om de denkstappen van de leerling veel materiaal aangeboden krijgen en aandachtig te volgen met name met concreet vervolgens in een soort van trial and error materiaal zoals de woordenschatkamer of de situatie geplaatst te worden om te zien of het stenvert nt2 bloks is het mogelijk om de materiaal werkt de docent denkt nog te vaak denkstappen te onderzoeken de leerlingen over lesmateriaal in termen van mijn leerlingen lijken immers goed met het materiaal uit de kunnen het niet aan in plaats van hiermee voeten te kunnen waardoor ze kunnen laten kan ik mijn leerlingen leren hoe ze moeten zien wat ze doen als ze de oefeningen maken leren het zou goed zijn de stenvert bloks en andere losse lesmaterialen eens vanuit dat goed voorbeeld doet volgen standpunt te bekijken en dan opnieuw te beoordelen in welke mate ze bruikbaar zijn juist met leerlingen die weinig schoolse ervaring hebben loont het de moeite om na te gaan hoe leerlingen omgaan met schoolse literatuur taaltaken de docent zou bovendien voor moeten doen hoe hij omgaat met een taak bulthuis de veer a 1988 taal is niet zo zodat de leerling een voorbeeld heeft dat hij moei ijk groningen wolters kan volgen in veel nt2 lessen is de situatie noordhoff echter zo dat de docent aan het woord is en guchte c van de 2002 stenvert nt2 bloks probeert de leerlingen tot begrip van woorden ideaal in alfa nieuws bulletin voor te brengen door vragen te stellen en op die docenten in de alfabetisering jaargang manier een denkproces bij de leerlingen op 2002 nr 1 p 5 9 gang te brengen de oefeningen die dan jellema h 2002 reactie uit het veld op volgen worden vaak even uitgelegd door te stenvert nt2 bloks ideaal in alfa laten zien hoe het goede antwoord kan worden nieuws bulletin voor docenten in de gevonden de uitleg bestaat meestal niet uit alfabetisering jaargang 2002 nr 1 p het verwoorden en demonstreren van 5 9 denkstappen hoe basaal dan ook die jellema h 2002 interacties met leerlingen moeten zetten als zij de oefening zorgleerlingen in alfa nieuws bulletin doen terwijl leerlingen juist dat voorbeeld voor docenten in de alfabetisering nodig hebben om te weten hoe je schools moet jaargang 2002 nr 1 p 5 9 leren kooreman h 1995 woordenschatkamer leerlingen die moeilijk lerend zijn groningen wolters noordhoff hebben veel baat bij een manier van werken werkgroep nt2 1995 stenvert nt2 blok die er op neer komt dat de docent voordoet woordenschat a b en c baarn hoe een goede aanpak eruit ziet waarna de bekadidact 12
Gerelateerd:
- Fictie in de basisvorming, een leerplan
- Een spiegelcurriculum voor communicatief taalonderwijs: een veldaanvraag nader beschouwd
- Verscheidenheid in eenheid en eenheid verscheidenheid. Twaalf docenten Nederlands over hun literatuuronderwijs in de bovenbouw van havo en vwo.
- Het afleiden van woordbetekenissen uit context: een poging deze vaardigheden te trainen.