Taalbeschouwing

Publicatie datum: 1979-01-01
Collectie: 10
Volume: 10
Nummer: 4
Pagina’s: 8-20

Documenten

gerard huber s taalbeschouwin g het hoofdthema van de deelnemers aan de stroom over taalbeschouwing was de span ning tussen theorie en praktijk gerard hubers merkt erover op dat de uitwisseling wetenschap onderwijs noodzakelijkerwijs plaats moet vinden in intensieve contacten van mensen die in de wetenschap werkzaam zijn en mensen uit de onderwijspraktijk mensen in de praktijk ondervinden wel moeilijkheden maar ze komen nauwelijks toe aan de problemen mensen in de wetenschap komen niet toe aan de problemen als ze blijven vastzitten aan de theorie een belangrijk thema het gebrek ook in de von aan een taalvisie bij onderwijs gevenden inlei d i n g doelstelling van de stroom tijdens de conferentie zou worden geprobeerd na het is niet altijd duidelijk wat het onderwerp van te gaan hoe een onderwijsgrammatica er uit ziet taalbeschouwing is in het programma van het wanneer ze een van de navolgende doelen dient von congres leek taalbeschouwing te worden be a leren lezen schrijven spelle n perkt tot onderwijsgrammatica in de voorinfor b kennis van vreemde talen matie bleek ze te zijn uitgebreid met pragmatiek c tekstontledin g omdat de stroom was opgedeeld in substromen d kritiek van een teks t met een praktisch onderwerp speelde dit algeme e taalbeschouwing in het algemeen ne probleem niet zo op grond van deze doelen werden vijf substro als je het onderwerp beschrijft als alles wat talig men voorgesteld waarvan b echter bij gebrek aan is dan ben je enerzijds te ruim omdat er dan belangstelling niet doorging in de praktijk hield ook literatuur bij zou horen en eigenlijk de leer substroom c zich bezig met semantische aspecten stof van alle andere schoolvakken anderzijds te van een tekst d met pragmatische aspecten daar beperkt omdat je suggereert dat je de relatie taal van en werkelijkheid wilt vermijden aan de orde te de onderwijsgrammatica diende zowel de moge stellen lijkheden te bieden om taalgebruik te beschrijven pragmatiek ingebed in sociolinguistiek als on 8 derdeel te zijn van een algemene theorie van taal verdere discussies bleek er een verzameling mis in de voorinformatie werd deze algemene theorie verstanden te bestaan over het verband tussen aangeboden theorie en praktijk dat die misverstanden er zijn is niet verwonderlijk enerzijds hebben onderwijs voorinformatie mensen niet geleerd hoe ze resultaten van weten te komen tot leerplanontwikkeling voor taalbe schap kunnen gebruiken voor hun praktijk heb schouwing vooronderstelt een algemene taal ben ze er soms te hoge verwachtingen van of theorie voor de school een leerpsychologie worden ze geirriteerd door arrogantie van weten didactiek en een doelstelling die voortkomt uit schapsmensen anderzijds zijn wetenschapsmen een bepaalde mening omtrent onderwijs en maat sen vaak onvoldoende op de hoogte van de con schappij een taaltheorie op zich loont niet crete moeilijkheden die zich in het onderwijs voor de afleiding van een leerplan toch sugge voordoen onderschatten ze de praktische en reerde de presentatie van de theoretische voorin ideologische beperkingen van het werk in het formatie dat wel doordat er een hierarchie in het onderwijs en is hun werk te theoretisch om door begrippenapparaat werd aangebracht het bij de onderwijsgevenden in de alledaagse lespraktijk brengen van begrippen aan leerlingen werd niet te kunnen worden vertaald louter afhankelijk gemaakt van het directe onder wijsdoel bijvoorbeeld spellen maar ook van ver een leerplan voor moedertaalonderwijs derliggende onderwijsdoelen bijvoorbeeld vreem bij de ontwikkeling van een leerplan voor moe de talen of tekstontleding hierdoor lijkt het dat dertaalonderwijs doen zich veel problemen voor de taaltheorie en de uiteindelijke doelstelling van afhankelijk van doelstelling en perspectief waar het taalonderwijs een bepaald leerplan dicteert onder het moedertaalonderwijs wordt bezien dat dan nog slechts met behulp van leerpsycholo a zal een leerplan een cursus bieden waarin van gie en didaxologie behoeft te worden doorge fase tot fase is vastgelegd welke begrippen en ter voerd hoewel deze voorstelling van zaken niet men al dan niet expliciet aan de leerlingen wor door de auteurs ervan beoogd werd werd het wel den aangeboden in zo n geval worden vanuit een door veel stroomdeelnemers zo opgevat globale doelstelling directe korte termijn doel deze spanning tussen theorie en praktijk van het stellingen afgeleid bijvoorbeeld willen we dat onderwijs zal het hoofdthema zijn van dit verslag iemand op z n tiende jaar foutloos kan spellen omdat het ook het hoofdthema bleek van vele dan zullen we minutieus moeten nagaan op welke discussies wijze spellinginstructie moet worden gefaseerd moeten we de meervoudsvormen behandelen dit verslag is geen procesverslag maar is een voor de werkwoordsvormen dat wil zeggen weergave van wat er in de discussies bereikt is in moet het ene foutloos gekend worden voor we verhouding tot wat beoogd werd en in verhou aan de volgende moeilijkheid toekomen of zijn ding tot verdere discussie er bepaalde overeenkomsten bij de spelling in de eerste paragraaf ga ik in op de verhouding instructie van meervoudsvormen en werkwoords theorie en praktijk zoals die in de stroom aan de vormen zo kun je je voorstellen dat een gemeen orde is geweest in de twee volgende paragrafen schappelijk begrip hierbij dat van de open letter geef ik weer welke resultaten de verschillende greep is want dat speelt zowel een rol bij meer substromen bereikt hebben de vierde paragraaf voudsvorming van zelfstandige naamwoorden als zal die resultaten samenvatten voor zover ze een van werkwoorden scha pen lopen dan hebben bijdrage zijn voor een algemene taaltheorie voor we een keus gemaakt wat betreft de instructie de school in de vijfde paragraaf kom ik nog te van bepaalde taalbeschouwelijke begrippen of rug op de visie op onderwijs en maatschappij die behandelen we om welke didactische reden dan ten grondslag ligt aan de uitwerking van de the ook eerst de zelfstandige naamwoorden en gaan ma s die in de stroom werden behandeld we daarna pas over tot de werkwoordsvormen kunnen we misschien eerst de infinitiefvorm van de verhouding theorie en praktij k de werkwoorden instrueren lopen daarna let tergreepvormen lo pen waarna we van die ken zowel in de manier waarop de algemene taaltheo nis gebruik kunnen maken bij de instructie van rie in de substromen opgenomen werd als in de meervoudsvormen dus eerst schapen dan 9 schaap in de praktijk zullen de meeste onderwijsgeven een andere mogelijkheid is dat we de eis van den in principe een gesloten leerplan hanteren foutloos spellen niet binden aan een bepaalde het gebruik van schoolboekjes van deel 1 1 tot leeftijd maar dat we uiteraard op basis van een deel 5 2 is vaak zo n gesloten leerplan maar ook elementaire kennis van spellen steeds ad hoc les zullen ze vaak behoefte voelen aan differentiatie sen ontwerpen of in voorraad hebben zo gauw aan enige openheid in het leerplan omdat het zich een bepaalde moeilijkheid blijkt voor te door de schoolboekjes gepresenteerde leerplan doen dat houdt in dat in elke groep en op elke niet helemaal blijkt aan te sluiten aan elke leer leeftijd opnieuw een bepaalde moeilijkheid zich ling voordoet en dat de onderwijsgevende voor de in b er is een andere tweedeling bij het opzetten dividuele leerling of misschien voor de groep als van leerplannen in hoeverre bied je de leerlingen geheel minileerplannen of lessen ontwerpt om een expliciet termen en begrippenapparaat aan die moeilijkheid uit de wereld te helpen en op welk niveau doe je dat en in hoeverre laat het verschil tussen die twee mogelijkheden wordt je dat aansluiten bij verdere doelstellingen het is vaak dat van gesloten respectievelijk open leer mogelijk dat je voor spellinginstructie de leerling plan genoemd in het eerste geval wordt de di het begrip woord moet bijbrengen het lijkt een dactiek gedicteerd door het leerplan ontwikkeld heel simpel begrip en het lijkt alsof leerlingen op basis van bepaalde taalkundige en leerpsycho best wel een intuitief begrip er van hebben maar logische inzichten in het tweede geval wordt de toch ligt het niet zo eenvoudig voor spellen heb didactiek gedicteerd door de moeilijkheden die je aan een min of meer alfabetisch begrip genoeg zich bij leerlingen blijken voor te doen of in het zoiets als een woord is een aantal letters tussen eerste geval worden de leerlingen onderworpen twee spaties wat dan z n parallel zal hebben in aan het regiem van de school in het tweede geval de fonologische kennis die de leerlingen uiteraard wordt de schoolpraktijk aangepast aan de leerlin wel hebben toch blijken zich hier al moeilijkhe gen den voor te doen met het indelen van klanken nu is dat in geval van spellen een voornamelijk reeksen in woorden tkomtvanze f hoe leer je praktische zaak omdat de eindtermen in beide de leerling om het komt vanzelf te schrijven gevallen dezelfde zullen zijn anders ligt dat met voor de leerling die zojuist geleerd heeft dat er bijvoorbeeld tekstverklaring hierbij gaat het verband bestaat tussen letter en klank is het meer om de inhoudelijke aspecten van het moe letter voor letter uitgesproken een nadruksvorm dertaalonderwijs spellen kan gezien worden als voor t en het criterium voor wat een woord is een technische vaardigheid die misschien door dat je het kunt opsplitsen zo kan er tussen taalkundig inzicht van onderwijsgevende en of tkomt en vanzelf niet ingevoegd worden dus zijn leerling effectiever verworven kan worden dat twee woorden gaat niet op voor tkomt tekstverklaring houdt meer in dan een tech misschien moet je daarom ook bij spellinginstruc nische vaardigheid het gaat daarbij om het ver tie al gebruik gaan maken van een min of meer band dat er gelegd wordt tussen de aangeboden semantische definitie van het woord wat je later tekst en de werkelijkheid er achter of er in nodig hebt in een later stadium van spellingin daarbij is een basis bij de leerling niet alleen een structie als je het hebt over verbuiging en vervoe leerpsychologische taalkundige of didactische ging van woorden zaak maar heeft die alles te maken met de wer c een andere indeling doet zich voor als je je kelijkheidservaring van die leerlingen misschien realiseert dat er in het onderwijs sprake is van is in zo n geval een gesloten leerplan een onmo drie doelstellingen die van de onderwijsgevende gelijkheid tenzij natuurlijk ook tekstverklaring die van de leerling die van de ouders en die van louter wordt beschouwd als een technische vaar de maatschappij het is vooral hier dat zich pro digheid het leggen van verbanden tussen voor blemen gaan afspelen als je je als leerkracht niet naamwoorden tussen zinnen tussen alinea s zonder meer conformeert aan de doelstellingen maar het is vanzelfsprekend dat je in de loop van van het onderwijs aan een gesloten leerplan zit tekstverklaring op allerlei andere problemen je vast dat dicteert je lespraktijk indien van bo stuit waarvoor je een beroep zult doen op mini venaf een leerplan wordt opgelegd door welke leerplannen of lessen als leerlingen moeite blij instantie dan ook en in naam waarvan dan ook ken te hebben op technisch niveau bedrijfsleven wetenschap voortgezet onderwijs 10 zijn je mogelijkheden om je eigen doelstelling dat de moeilijkheden met spellinginstructie niet aan bod te laten komen gering misschien zijn die moeten worden gesteld als een probleem van er wel en wel volgens deze overweging spelling leren maar als het probleem van de ge het onderwijs biedt x mogelijkheden brekkige spelling met andere woorden de moei de maatschappelijk bepaalde eindtermen ver lijkheden met de spellinginstructie worden ge eisen y mogelijkheden steld als het probleem van een onleerbare spel waarbij x groter is dan y ling de richting waarin de oplossing dan gezocht benut dan de overgebleven x y mogelijkheden moet worden is een andere dan de gebruikelijke voor je eigen doeleinden dan moeten we de spelling zodanig veranderen een open leerplan biedt daarvoor niet perse meer dat die wel leerbaar is niet langer is dan het spel mogelijkheden zolang de eindtermen vastliggen lingprobleem een didactisch probleem maar een alfabetiseerprobleem hoe ontwerpen wij een integratie van moedertaalactiviteite n betere spelling veel mensen in het onderwijs doen al dingen die op nog een andere wijze zou de spellingmoeilijk niet in de gangbare schoolboekjes staan en een heid kunnen worden aangepakt we kunnen er overzicht van alle stromen die in de loop der ja het probleem van maken dat de spelling voor veel ren op von conferenties zijn ingericht zou daar mensen best wel redelijk te teren valt maar dat een aardige staalkaart van zijn maar het is niet het vooral marginale mo etlijkheidjes zijn waar helemaal duidelijk hoe al die verschillende lesac een groot deel van de tijd in gaat zitten dan zou tiviteiten met elkaar verband houden zodanig den we het probleem zo kunnen stellen mensen dat je kan spreken van moedertaalonderwijs hechten grote waarde aan spelfouten we moeten wat is het verband tussen een lesje drama en een de houding van de mensen tegenover het fout lesje gesloten lettergreep de synthetische me spellen veranderen thode is niet meer dan een optische truc om de we zien hier dus dat de alomtegenwoordige spel indruk te vestigen van een geintegreerd moeder moeilijkheden op drie manieren als probleem taalonderwijs kunnen worden gesteld een leerplan berustend op een samenvattende en a de spellinginstructie deugt niet samenhangende taaltheorie voor de school lijkt b de spelling deugt niet een uitstekende basis om al die verschillende be c de houding van mensen ten opzichte van spel zigheden tot een geheel samen te smeden ling deugt niet de opsplitsing van de conferentie in stromen en nu is het zo dat we niet zomaar willekeurig een van elke stroom in substromen maakt een derge van de drie probleemstellingen kunnen kiezen lijke samenhang ondoorzichtig de probleemstelling wordt maatschappelijk be paald het is nog altijd zo dat onder het spelling van probleem naar theorie en omgekeerd probleem alleen a wordt verstaan slechts onder problemen worden gesteld ze zijn niet gegeven wijsmensen en sommige taalkundigen neigen tot wat zich in de praktijk voordoet bestaat in moei b of c lijkheden knelpunten tekorten afhankelijk van de probleemstelling moet ook dat het zo vaak lijkt alsof problemen gegeven worden gezocht naar een anderssoortige oplos zijn komt omdat we met die moeilijkheden ge sing confronteerd worden als ze al als problemen ge a als de spellinginstructie niet deugt dan dient steld zijn er een nieuwe didactiek voor ontworpen te wor nemen we als voorbeeld het spellingprobleem in den we kunnen dan zeggen de spelling wordt het algemeen worden we in het onderwijs gecon voor een groot deel linguistisch gemotiveerd dan fronteerd met het spellingprobleem en dat is zal de linguistiek middelen moeten aanreiken om dat de meeste kinderen niet foutloos kunnen de spellinginstructie te verbeteren we kunnen spellen als ze van de lagere school af komen ook zeggen de aard van de spelling en hoe die in maar dat is de moeilijkheid zoals die ons gepre mekaar zit interesseert ons niet we ontwerpen senteerd wordt we kunnen het probleem ook an methodes vanuit de leerpsychologie waardoor ders stellen we kunnen zeggen op grond van de kinderen in enkele jaren redelijk kunnen spellen magere spel leersuccessen dat blijkbaar de spel b als de spelling niet deugt dan moet er een an ling van het nederlands moeilijk leerbaar is en dere spelling komen wie het best gekwalificeerd 11 is om een nieuwe spelling te ontwerpen is niet de gelijkheid van alle mensen hooghouden duidelijk het is in elk geval zo dat elke keer als hoe die liberale fictie in de theorie doorwerkt er voorstellen komen om de spelling te verbete zal ik met twee voorbeelden kort aangeven ren er een storm van verontwaardiging in het zo leren de gangbare taaltheorieen dat de regels land opsteekt dat onze taal wordt aangetast van taal afspraken zijn maar dat is perse on blijkbaar is veel mensen de spelling zo dierbaar juist ook al gebruiken sommige dissidenten dat dat ze bereid zijn er voor de instructie enkele argument wel om de betrekkelijkheid van de re honderden miljoenen belastinggeld per jaar voor gels aan te geven afspraak suggereert een gelijk uit te trekken heid alleen gelijken kunnen iets onderling afspre c als de houding van de mensen tegenover spel ken maar in een taalgemeenschap waarin onge ling niet deugt en dat blijkt elke keer weer bij lijkheid heerst is juist die voorwaarde voor het spellingvoorstellen dan moet er een manier wor maken van afspraken niet vervuld ook leren den gevonden om die houding van de mensen te gangbare theorieen dat het taalteken willekeurig veranderen is ook dat is perse onjuist het taalteken is een op grond van die keuzes die we niet willekeu historisch gegeven en voor wie in een bepaalde rig kunnen maken komen we ook tot een ande gemeenschap terechtkomt bij geboorte opvoe re theorie ding is het taalteken een natuurlijk gegeven op a leerpsychologie zal moeten helpen om de dit laatste berust bijvoorbeeld een aanname van spellinginstructie te veranderen de tendens be veel taaltheorieen dat je vormen van taal en hun staat dan de spelling als een onaantastbaar goed betekenissen en functies afzonderlijk kunt onder te beschouwen en de leerlingen te onderwerpen zoeken aan een of ander didactisch regiem om ze de spel ling zo effectief mogelijk bij te brengen spelling de aard van een onderbouwende theori e terzijde gezet van alle ander moedertaalonder in de vorige paragraaf gaf ik al aan dat bestaande wijs taaltheorieen ideologisch beladen zijn in deze b uit nauwkeurig onderzoek naar spelmoeilijk paragraaf geef ik aan dat ze onder andere daar heden en na nauwkeurig afwegen van leerbaar door tekortschieten in veel opzichten heid van spelling tegenover andere eigenschappen de traditionele grammatica zoals die in het ontle die een spelling moet hebben dienen veranderin den als slap aftreksel wordt onderwezen op scho gen te worden voorgesteld en doorgevoerd dat is len dankt zijn ontstaan aan een zeer specifiek werk voor taalplanners in samenwerking met ver probleem dat door taalverandering oude teksten schillende groepen taalgebruikers onleesbaar werden de grammatica had als doel c als de houding van de mensen tegenover spel om oude teksten leesbaar te houden dat wil zeg ling moet veranderen dan dienen er projecten te gen voor een bepaalde elite te meer omdat die worden opgezet om die attitude te beinvloeden oude teksten op zich een ideologische meestal tien voor taal was een stapje in die richting in ook heilige waarde hadden de grammatica werd de sociale psychologie zijn methodes ontworpen daardoor ook norm voor echt goed zuiver voor zulke projecten grieks of latijn toen de klassieke talen voor het bij het probleemstellen als het over taal gaat spe intellectuele verkeer werden vervangen door de len twee factoren een rol volkstalen behield de grammatica die functie nu in de eerste plaats is taal geen waardevrij gegeven moest de grammatica een bepaalde varieteit van taal is zeer ideologisch beladen en ook de opvat de betreffende taal conserveren als de norm de tingen over taal zijn dat standaard voor goed taalgebruik het verschil in de tweede plaats zijn taaltheorieen grotendeels dat er in de middeleeuwen bestond tussen de in gebaseerd op zulke ideologieen en zijn ze daarom tellectuelen die zich van het latijn bedienden en voor de praktijk of beter gezegd onze praktijk het vulgus werd in de moderne tijd gehandhaafd ondeugdelijk zij het dat er nu een standaardtaal ontwikkeld de meeste taaltheorieen gaan uit van taal als be werd op basis van de volkstaal zit van een individu en niet van taal als bezit van het moedertaalonderwijs had dan ook vooral als een gemeenschap op die manier kunnen de doel om de geletterden op te leiden die zich kon meeste theorieen afstand nemen van ongelijkheid den onderscheiden van de ongeletterden de be in de taalgemeenschap en de liberale fictie van schaafden van de onbeschaafden ten dele heef t 12 het dat nog steeds de problemen in het moeder men bezig zijn geweest met het ontwerpen van taalonderwijs liggen voor veel mensen nu heel an leerplannen op kleine schaal uiteraard en lessug ders zij stellen zich ten doel de communicatieve gesties en dat ze daarmee in feite al bezig zijn vaardigheden van de leerlingen te vergroten zo om materiaal aan te dragen voor nieuwe theorie danig dat deze later in staat zullen zijn deel te ne vorming men aan het taalverkeer niet alleen in hun prive in de voorinformatie werd aangegeven da t leven dat is nooit het echte probleem maar a taaluitingen kunnen worden beschreven op vooral in het openbare leven mondigheid wordt verschillende niveaus vanouds bekend als fonolo dat doel ook wel genoemd gisch niveau klanken syntactisch niveau ver omdat de doelstelling van het moedertaalonder binding van de betekenisdragende elementen se wijs is veranderd deugen de oude taaltheorieen mantisch niveau betekenis pragmatisch niveau waarop dat andere moedertaalonderwijs was ge handelingskarakter van uitingen baseerd niet meer ze bevatten zeker allerlei en waardevols omdat elke theorie wel elementen b dat een onderwijsgrammatica uit verschillen bevat die binnen een andere theorie een plaats de delen bestaat een grammatica voor leren le kunnen vinden maar als geheel moeten we zoe zen schrijven en spellen voor vreemde talen ie ken naar nieuwe theorieen op basis waarvan wij ren voor tekstontleding voor taalbeschouwing het moedertaalonderwijs inrichten in een schema kunnen we dat als volgt weer in de volgende paragraaf geef ik aan dat substro geven probleemgebied spelling tekstontleding abn dialect enz vivo alfabetie k fonologi e syntaxis semantie k pragmatiek 13 dit schema moet als volgt gelezen worden ad a als je een bepaald probleem aanpakt bijvoor de vraag kan gesteld worden of spellingonder beeld het spellingprobleem dan heeft dat pro wijs of althans de eis van correct spellen kan bleem aspecten op al de genoemde vijf niveaus worden verschoven naar een later stadium zie van taal als je je wil bezighouden met een be bijvoorbeeld emile nielen in moer 1979 2 paald niveau van taal dan stuit je op problemen daarbij zal een tijd lang afwijkende spelling geac op verschillende gebieden cepteerd moeten worden wat op verzet zal stui in dit schema wil ook aangegeven zijn dat alles ten bij ouders collega s en anderen uiteraard met alles te maken heeft dat je bijvoorbeeld bij zou misschien op grond van gebleken knelpun problemen op het gebied van tekstontleding op ten bij de leerbaarheid van spelling ook kunnen syntactisch niveau raakpunten hebt met andere worden gewerkt aan spellingverbetering maar dat problemen op syntactisch niveau bijvoorbeeld is iets wat je in de onderwijssituatie niet in de spellingproblemen hand hebt spelfouten kunnen nu in elk geval ge zo kom je tot theorievorming op een bepaald bruikt worden bij het vaststellen van het pro taalniveau doordat verschillende mensen zich be gramma een leerling gericht onderwijs de eind zighouden met verschillende problemen die zich term echter staat vast correct spellen op syntactisch niveau bevinden ad b door steeds dit schema in je achterhoofd te hou omdat spelfouten door zoveel mensen hoog wor den voorkom je dat je problemen geisoleerd gaat den geschat in negatieve zin is het noodzakelijk zien van andere problemen waarmee je mis om de leerlingen te brengen tot foutloos spellen schien een stap doet in de richting van een inte daarom ook dient de leerlingen spellingsbewust gratie van moedertaalonderwijs activiteiten en zijn te worden bijgebracht dat betekent dat ze voorkom je dat je zinloos theoretiseert op een of gericht zijn op spelling in nederland heerst de ander niveau van taal en het contact met de aan fictie dat onze spelling logisch is in andere lan vankelijke problemen verliest ook in positieve den is de spelling veel duidelijker niet logisch en zin kan dit schema een steun zijn er is op alle hebben onderwijsgevenden minder de pretentie taalniveaus veel theoretisch werk gedaan dat on de spelling wel aan te leren met behulp van een getwijfeld bruikbaar is als je door bezig te zijn aantal regels vaak trouwens niet meer dan met een bepaald probleem juist op dat niveau te ezelsbruggetjes de spelling van het nederlands rechtkomt is een wirwar van fonetische mor fonologische morfologische etymologische en sociolinguisti h e t we rk in d e s ubs trom en sche regels zo schrijven we bloempje in plaats van bloemtje maar niet ombelangrijk in plaats aan de hand van de rapportages van de substro van onbelangrijk hij wordt maar niet bordtje men geef ik aan wat er praktijkgericht gedaan is verkleinwoord van bord houden in plaats van en welke theoretische consequenties dat kan heb houwen snauw in plaats van spouw of anders ben om we moeten de leerlingen leren dat ze ge bruik moeten maken van spellinglijsten en woor spelling denboeken uitgangspunten bij de werkzaamheden ad c a de eisen die de maatschappij stelt kunnen bij klankzuivere woorden zullen de spelmoeilijk lang niet altijd door ons onderschreven wor heden niet onoverwinnelijk zijn bij min of meer den een dualistische situatie waarmee we da technische instructie de problemen komen voor nig in onze maag zitten al bij niet klankzuivere woorden en bij woorden b spellingonderwijs moet spellingbewustzijn die verbogen of vervoegd kunnen worden daar aanbrengen spelling moet functioneel zijn en naast zullen interferenties met het dialect een rol mensen maatschappelijk weerbaar maken kunnen spelen maar daar is in deze substroom c deelgrammatica s moeten ten dienste staan verder niet op in gegaan van spellingonderwijs maar ook van taalbe het is aan te bevelen om die woorden die moei schouwing in z n geheel ten minste mag het lijkheden vertonen niet geisoleerd te behande een het ander niet in de weg staan len maar in een breder kader of anders gezegd op verschillende niveaus als voorbeeld werd het 14 woord scha pen genomen schapen in lettergrepen scha i pe n moeilijk scha i moeilijk de stomme e a open niet uitgesproken n besef dat klanken worden weergegeven met tekens dat tekens samen een woord vormen betekenis dat woorden samen een zin vormen uiting dat zinnen samen een groter geheel vormen verhaal bijvoorbeeld we bespreken dit woord dan op verschillende ni doel het spellingonderwijs wordt levendig en veaus en niet alleen maar technisch als een reeks daardoor meer motiverend maar ook een theo klanken die op papier door letters worden weer retisch doel het spellingonderwijs sluit aan bij gegeven we sluiten allereerst aan op de ervaring andere delen van het moedertaalonderwijs en kennis die de leerlingen met en van schapen hebben we bespreken de betekenissen ervan se tekstontleding semantiek mantiek de gevoelens die ermee verbonden zijn doel de leerlingen laten ervaren dat het zelf de gebruiksmogelijkheden die het heeft te reali standig naamwoord een verzameling van al of seren in zinnen niet geactualiseerde kenmerken is via de woorden de verwachting is dat door een dergelijke aanpak die daarvoor staan waarbij steeds per gebruikssi het onderwijs in zuiver spellen levendig wordt en tuatie vastgesteld gaat worden welke kenmerken dat zuiver spellen daardoor sneller geleerd wordt wel en welke niet geactualiseerd worden wat maar ook wordt hiermee spellen niet geisoleerd hun gemeenschappelijke draagvlak is en welke van andere moedertaalactiviteiten en is het mo woordbetekenisvariaties vast te stellen zijn gelijk om de leerlingen begrippen misschien niet voor de praktijk betekent dit dat de leerlingen de termen bij te brengen die ze ook nodig heb de volgende kennis vaardigheden en attitudes ben voor andere onderdelen van het moedertaal worden bijgebracht onderwijs zich ervan bewust zijn dat wat het niveau van de alfabetiek betreft maken dingen een naam hebben of opgelegd krijgen we gebruik van de begrippen lettergreep open een naam niet voor elke gebruiker dezelfde in tegenover gesloten lettergreep lang tegenover houd heeft kort de schava e of e plus n de oorzaken van die verschillen vaak kunnen op grammaticaal niveau leren we ze zaken als worden opgespoord klank woord betekenis zin taalgeheel sommige namen een oordeel inhouden vanuit een spellingprobleem kunnen we dus ko in het ene geval andere betekenisfacetten zijn men op andere niveaus van taalbeschouwing we geactualiseerd dan in het andere geval brengen de leerlingen niet alleen een alfabetisch bereid zijn om of misschien fonetisch begrip van het woord bij de oorzaken van die verschillen op te sporen maar ook een semantisch begrip door op de be kritisch het eigen leergedrag op deze punten te tekenissen in te gaan en een pragmatisch begrip bekijken door op gebruiksmogelijkheden in te gaan op de context kunnen gebruiken om verschillen zo n manier dienen we niet alleen een didactisch de gebruiksgevallen te kunnen verklaren 15 de kennis hebben om de verschillen en de oor veld zo zou een woordveld waarin hond past an zaken van die verschillen op te sporen dere woorden kunnen bevatten als bak riem als model voor een minileerplan wordt voorge pantoffels wat kan worden opgevat als de leef steld wereld van de hond of een ander woordveld op grond van een op welke manier dan ook inge dierenarts straatveger kennelhouder wat dan voerde tekst wordt groepsgewijs het woordveld kan worden genoemd zij die van de honden le afgetast op zoek naar het centrale naamwoord ven dan inventariseren de leerlingen de betekenisfa het gaat aldus niet in de eerste plaats om de indi cetten wat meestal in de vorm van zinnen zal ge viduele ervaringen van de leerlingen al kan dat beuren we krijgen aldus een lijst van woorden uitgangspunt zijn maar om een gezamenlijke nu vergelijken we die lijst die dus min of meer opstelling van zo n woordveld in de tekst kan uitputtend moet zijn met de woorden die in de worden nagegaan hoe de zo opgestelde associaties tekst voorkomen we vergelijken de lijst van worden geactualiseerd vandaar ook dat ik een woorden die we zelf opgesteld hebben met de dergelijke opvatting van woordveld contextueel lijst van woorden die uit de tekst te halen is zo associatief noem het is de taak van de onderwijs vergelijken we de betekenisfacetten van het cen gevende om de vorming van een woordveld te trale naamwoord met de betekenisfacetten die in sturen waardoor verschillende woordvelden door de tekst geactualiseerd zijn bijvoorbeeld vinden de leerlingen ontdekt kunnen worden we in een tekst over kernenergie wel vermelding een volgende moeilijkheid is het begrip centraal van luchtvervuiling door gebruik van steenkool naamwoord eigenlijk wordt er gewerkt met een maar niet de water en bodemvervuiling die ge semantisch begrip naamwoord en dat heeft heel volg kan zijn van opslag van radio actief afval wat haken en ogen zo ook de vraag wat je doet dat zegt uiteraard veel over de tekst en daarover met een begrip als betekenisfacetten die je kan dan verder gepraat worden misschien ook niet expliciet aanbiedt als begrip maar die je de komen we op definiering van bepaalde woorden leerlingen laat ervaren aan de hand van woordvel in de tekst die we dan kunnen vergelijken met den waarschijnlijk kun je hier voorlopig niet an die welke het woordenboek geeft ders dan ad hoc oplossingen bedenken afhanke dit model werd voor twee concrete voorbeelden lijk ook van het beginniveau van de leerlingen uitgewerkt het blijkt aanleiding te zijn tot zeer onderbouw of bovenbouw veel verschillende werkvormen wat voor een zo uiteindelijk vergelijken van wat de leerlingen zo danige manier van werken pleit gevonden hebben met wat in het woordenboek staat maakt de leerlingen weer meer vertrouwd theoretisch worden er nogal wat zaken overhoop met het woordenboek je kunt de leerlingen ook gehaald zo is al een probleem hoe je een woord kennis laten maken met een zogenaamde thesau veld moet opvatten in de taalwetenschap wordt rus zoals die van brouwers het juiste woord onder een woordveld verstaan een verzameling wat hier woordveld werd genoemd wordt door woorden die op grond van semantische kenmer anderen ook wel zinveld genoemd in een ander ken systematische samenhang vertoont bijvoor verband waarbij ook de vraag aan de orde komt beeld een woord als hond heeft als semantisch of er in de betekenisfacetten ook oordelen impli kenmerk hui sdie r op grond daarvan hoort het ciet aanwezig zijn de overgang van semantiek thuis in een woordveld met alle andere woorden naar pragmatiek is hier vanzelfsprekend die dat kenmerk hebben zoals kat marmot dus niet met woorden als walvis dierenarts kennel tekstontleding pragmatie k het woord heeft ook als semantisch kenmerk de centrale vraag van pragmatische tekstontle zoogd ie r op grond daarvan hoort het in een ding is welke verandering wil de spreker berei woordveld met woorden als walvis mens en niet ken met zijn uiting of op teksten toegepast met kanarie goudvis om dit soort woordveld wat wil de schrijver van mij de antwoorden gaat het niet hierop zullen ingepast kunnen worden in het vol veeleer moet onder woordveld worden verstaan gende schema een contextueel associatief samenhangende verza meling van woorden zo naderen we al meer een p syc h ologisch en pragm atisch begrip van woord 16 hij zij wil dat ik weet te leggen op iets wat in principe door leerlingen denk hier leerlingen van de eerste twee klassen mavo voel wordt herkend of iemand iets beweert of dat ie wil mand daar ook een oordeel over geeft doe het onderscheid bewering oordeel ligt echter niet zo eenvoudig te snel vervallen mensen in de dit is duidelijk een kwestie van taalbeheersing er valkuil van een subjectief onderscheid alsof het wordt een beroep gedaan op de taalvaardigheid verschil individueel bepaald wordt door de van de lezer de daaraan aansluitende taalbe schrijver als persoon van zo n kranteartikel schouwingsvraag luidt dan hoe weet ik dat in de voorinformatie werd een dergelijk misver waar leid ik dat uit af stand al gesuggereerd bij een bewering doet de om praktische redenen werd deze vraag inge spreker voor de waarheid van zijn mededeling een perkt tot het kunnen onderscheiden van een be beroep op zijn waarneming zijn kennis van zaken wering en een oordeel of op zijn verstand bij een oordeel doet de doelstellingen van een leerplan tekstontleding schrijver een beroep op zijn gevoel op een sub zijn jectieve norm vaardigheid om maar daar begint de moeilijkheid al neem een zelfstandig een tekst te kunnen verwerken in zin uit de krant als de politie moest geweld ge het bijzonder de pragmatische aspecten ervan bruiken dat geldt voor een deel van de krantele aan te geven welke verandering een schrijver zers als een bewering voor een ander deel als een nastreeft en hoe die dat doet oordeel dat is niet een kwestie van individuen beweringen en oordelen te onderscheiden dat is een kwestie van maatschappij opvat t ing controleerbaarheid van beweringen en oorde aan de besliss i ng of deze zin een bewering of een len na te gaan en vooronderstellingen ervan te oordeel uitdrukt ligt een bepaalde opvatting over herkennen law and order ten grondslag binnen de ene op inzicht in vatting is deze zin een bewering binnen de ande het effect van bewering en oordeel op een be re is het een oordeel paald publiek de vaststelling of iets een bewering of een oor heel duidelijk worden taalvaardigheid en taalbe deel is is vaak een uiting van partijdigheid bin schouwing aan elkaar gekoppeld taalbeschou nen het partijkiezen kan iets voor de een oordeel wing is het expliciet maken van wat de leerlingen en voor de ander bewering zijn vandaar ook dat impliciet al blijken te weten in de substroom al getwijfeld werd hoe absoluut in deelleerplannen en lessuggesties werd verder het onderscheid wel beschouwd moest worden gewerkt om die doelstellingen te verwerkelijken waar we hier op stuiten heb ik al genoemd taal daarbij worden de volgende middelen gebruikt theorieen zijn ook ideologisch bepaald het on om leerlingen bewust te maken van het onder derscheid bewering oordeel komt uit de taal scheid bewering en oordeel handelingstheorie die ervan uitgaat dat taa l een stukjes tekst bijvoorbeeld uit de krant wor individueel gegeven is en dat taalhandelingen den op oordeel en bewering onderzocht daarom beschreven kunnen worden vanuit de in stukjes worden herschreven om oordelen eruit dividuele spreker en inderdaad een spreker zal te werken best weten of hij zij een oordeel geeft of een be stukjes worden herschreven vanuit een ander wering doet maar hij weet dat binnen zijn maat standpunt schappijbeschouwing een individualistisch ge aldus herschreven stukjes worden vergeleken richte taaltheorie zal daarom probleemloos het ook met de oorspronkelijke tekst onderscheid kunnen maken omdat het voor de op deze manier leren leerlingen dat teksten niet individuele sp reker geen probleem is voor wie onbevooroordeeld zijn niet uit louter bewerin taal beschouwt als een maatschappelijk verschijn gen bestaan sel echter is een dergelijk onderscheid het pro bleem het is altijd moeilijk om leerlingen te voeren van hoe we het onderscheid bewering oordeel ma een consumptieve leeshouding naar een kritische ken en hoe we dat aan de leerlingen willen aan het lijkt voor de hand liggend om dan de nadruk bieden vraagt dus vooraf een keus welk perspec 17 lief we kiezen voor onze taalbeschouwing onderwijsmensen en wetenschapsmense n het was dan ook onontkoombaar dat de sub de verhouding tussen theorie en praktijk is een stroom op bepaalde moeilijkheden stuitte zo moeilijke in een maatschappij waarin de arbeids werd ontdekt dat bij vooronderstellingen in een deling zo strikt is doorgevoerd als in de onze zo tekst het niet zo zeer ging om de vooronderstelde wel theorie zonder praktijk als praktijk zonder beweringen als wel om vooronderstelde oordelen theorie loopt dood hoe zijn theorie en praktijk je kan je afvragen of dat niet kwam doordat de met elkaar te verbinden maatschappij opvatting van de schrijver van het in de eerste plaats ligt die verbinding er in de op bekeken kranteartikel niet danig verschilde van leiding van onderwijsgevenden de docenten in die van de meeste lezers en zo ook is de conclu die opleidingen zijn wetenschappelijk opgeleid sie te begrijpen dat een kranteartikel als het ware en geven wetenschappelijke inzichten door aan een theorie aan de lezer aanbiedt dan gelden de studenten wie het onderwijs in gaat heeft al binnen het kranteartikel alle uitspraken als bewe heel wat wetenschappelijks in z n bagage mee ge ringen ook al zouden wij als lezers sommige er kregen maar de vraag is dan natuurlijk in hoe van eerder tot oordeel bestempelen verre komt die wetenschap voort uit vragen die er als ander begrip werd ingevoerd nieuwswaarde in het onderwijs leven anders gezegd hoe sluit sommige beweringen bleken alleen herhaling te de opleiding aan aan de onderwijspraktijk hier zijn van vermelde informatie andere beweringen kan ieder uit ervaring spreken voegden aan de al vermelde informatie nieuwe in de tweede plaats houden wetenschapsmensen toe nieuwswaarde zou dan de meest relevante zich bezig met het onderwijs mooi gezegd verandering weergeven in de beweringen in de onderwijs is wetenschapsobject maar hoe en tekst maar ligt dat wel zo eenvoudig wat en voor wie en waarom al eerder gaf ik in een krantezin de uit paramaribo afkomstige aan dagwetenschap doodloopt in dorre specula p trok zijn mes en stak daarmee zijn vriend in de tie als ze geen aansluiting vindt bij de praktijk hartstreek is de nieuwswaarde x stak y dood de aansluiting vindt ideaal plaats in een persoon maar de beoogde verandering is niet om die of in een team in de huidige situatie is dat moei nieuwswaarde te presenteren maar om racis lijk te verwezenlijken daarom zal de uitwisseling tische vooroordelen te bevestigen iemand uit wetenschap onderwijs noodzakelijkerwijs paramaribo afkomstig heeft altijd een mes bij plaats moeten vinden in intensieve contacten van zich en is maar al te steekgraag dat is de veran mensen die in de wetenschap werkzaam zijn en dering die een dergelijk nieuwsbericht wil be mensen uit de onderwijspraktijk werkstelligen vergelijk de uit veenendaal af de verhouding van theorie en praktijk is er niet komstige p trok zijn mes en de uit parama een van uitwisseling van ideeen of van wisselwer ribo afkomstige p trok een mes het gaat dan king die verhouding is een dialectische daarmee al niet meer om de tekst op zich om de nieuws wil ik zeggen dat de theorie de praktijk veronder waarde binnen de tekst maar het gaat om het stelt en de praktijk de theorie mensen in de effect van de tekst binnen een maatschappijbe praktijk ondervinden wel moeilijkheden maar ze schouwing ja van het bestaan van de tekst alleen komen nauwelijks toe aan de problemen mensen al in de wetenschap komen niet toe aan de proble men als ze blijven vastzitten aan de theorie n aa r een a lge m e n e taalth e ori e voor de schoo l de problemen hebben zowel praktische als ideo logische aspecten zoals ik doorlopend heb aan uit de voorgaande paragraaf komt naar voren dat gegeven misschien zijn voor onderwijsmensen de er aan het praktisch werken al zo veel haken en ideologische nog het moeilijkst te herkennen je ogen zitten en dat je bijna niet ontkomt aan zelf komt immers in een onderwijssysteem dat al werkzaam zijn binnen het niet gewenste verbor vanuit de traditie en onder dwang van maatschap gen leerplan dat voortdurend de verhouding pelijke instanties moeilijkheden omgevormd praktijk bezinning op die praktijk aan de orde heeft tot problemen in het moedertaalonderwijs komt daarom zal ik het in deze paragraaf heb zijn vanouds taaltheorieen ingevoerd die niet ben over de betekenis van taaltheorie in het on waardevrij zijn maar binnen de doelstellingen derwijs en over de mensen die daar professioneel van het onderwijssysteem wel die aankleding mee bezig zijn hebben 18 taalbeschouwing voor onderwijsgevenden schappij weer te voorschijn komt von leden zijn haast per definitie onderwijsge venden die zich steeds bezinnen op hun moeder taalbeschouwing voor onderwijsontvangenden taalonderwijsactiviteiten ze ontwikkelen inzich een vraag die voortdurend naar voren kwam was ten vaak tegen de hoofdstroom in maar voor een moeten we de leerlingen termen leren begrippen dergelijke bezinning is het nodig dat je je er goed aanbieden zonder de termen rekenschap van geeft niet alleen van je doelstel de voordelen van een terminologie zijn duidelijk lingen waarover ruimschoots gediscussieerd de leerlingen krijgen een vocabularium over taal wordt maar ook van je taalbegrip misschien is te praten vaak kun je zo korter en sneller weer het belangrijker dat de von een uitspraak doet andere begrippen bijbrengen in het algemeen over haar taal visie dan over haar maatschappij werd er de mening gehuldigd dat je niet te snel visie moet zijn met termen en definities en datje je de taalvisie die in het onderwijs vrijwel algemeen elke keer als je leerlingen een term aanbiedt wordt aangehangen is die van taal als het bezit moet afvragen of het echt niet anders kan voor van een individu vandaaruit wordt het gangbare al ook omdat het gevaar altijd op de loer ligt dat moedertaalonderwijs ontwikkeld of die nu leerlingen termen leren hanteren zonder werke schoolgrammatica een soort pragmatiek of een lijk begrip in de overbelasting die je als onder soort communicatieleer bevat wijsgevende toch vaak voelt herken je niet altijd dat sluit prachtig aan aan de liberale fictie van dat termgebruik zonder begrip onze maatschappij de vrije zelfstandige burger zelfs kan termen leren begrip in de weg staan taalbeschouwing voor onderwijsgevenden zou in bepaalde zaken weet de leerling van taal hij de eerste plaats moeten zijn hoe kunnen we in drukt zich immers uit in taal en geeft er vaak de onderwijspraktijk de consequenties van een blijk van best ook over taal te kunnen praten andere kijk op taal vertalen is het expliciet maken van de al aanwezige ken de voorinformatie bood een taaltheorie aan die nis van taal bij de leerlingen wel mogelijk zonder expliciet dialectisch materialistisch werd ge ze ook termen te leren noemd dat houdt in dat er de pretentie aan ver de vraag is ook of je verdere kennisverwerving bonden is dat ze expliciet een andere taalbe niet in de weg staat door de leerlingen halve leu schouwing voorstaat dan de gangbare taaltheorie gens te vertellen noodzakelijke termen aan te en het is zaak daarop verder door te denken bieden zonder de goede definitie omdat die op een taaltheorie is noodzakelijk naast andere in dat niveau nog te moeilijk is formatie om een moedertaalonderwijs leerplan de nadruk op alle mini deel leer lesplannen viel te ontwikkelen de gangbare taaltheorieen zijn op inzichten en attitudes zo kun je leerlingen ideologisch ingebed in de huidige maatschappij best bijbrengen dat iemand met een tekst een sterker nog bevestigen die en sterker nog zijn verandering bij je teweeg wil brengen zonder voor haar handhaving noodzakelijk het is ook met die term verandering aan te komen omdat bijna onmogelijk om niet steeds weer terug te val het nogal moeilijk is voor een twaalfjarige om te len op die taaltheorieen waarvan wij de uitgangs begrijpen dat het een verandering is als iemand punten verwerpen wil dat je weet dat reykjavik de hoofdstad van als taal wordt beschouwd als bezit van het indi ijsland is maar je kunt hem wel bijbrengen dat vidu als een soort weerspiegeling van de fictie hij zij van je wil dat je voortaan weet dat r de dat de maatschappij een verzameling van vrije hoofdstad van ij is door je dat te zeggen zelfstandige burgers is dan treedt er ook een doorgaand op wat al eerder gezegd is bestaat mis norm op voor taal dan is de juiste taal de taal schien ook taalbeschouwing voor leerlingen er van de vrije zelfstandige burger dan kan er ge vooral in om ze een bepaalde taalvisie bij te sproken worden van correct taalgebruik van be brengen de verschillende moedertaalonderwijs schaafd en onbeschaafd taalgebruik van goed activiteiten en hier ging het alleen om spelling nederlands en slecht nederlands dan kunnen en tekstontleding dienen niet geisoleerd te we mensen gaan vergelijken op hun taalgebruik worden aangeboden maar raakpunten te hebben en wordt de cirkel weer rond dan is taal een wat hiervoor is gepresenteerd kan worden gezien weerspiegeling van de ongelijkheid van mensen als drie onderdelen van moedertaalonderwijs die zodat de liberale werkelijkheid van onze maat in elkaar kunnen overlopen en al in de kiem zo n taalvisie bevat 19 conclu sie taaltheorie voor de school hoe je de verschillen de probleemgebieden elkaar kunt laten overlap de problemen rondom taalbeschouwing op pen en hoe je op verschillende niveaus van taal school zijn velerlei enerzijds verliest de onder de probleemgebieden kunt laten aansluiten wijsgevende zich in de kleine praktische bezighe een dergelijke taaltheorie zou basis kunnen zijn den die van hem haar verlangd nee die hem haar voor een leerplan dat echter steeds voldoende opgelegd worden anderzijds wil hij zij het uit mogelijkheden moet open laten om aan te sluiten zicht op het moedertaalonderwijs als geheel niet op de ervaringen van de leerlingen verliezen bij dit alles is het centrale probleem hoe je je hoewel drie substromen zich zetten aan verschil maatschappijvisie gestalte kunt geven in de les lende onderdelen van het moedertaalonderwijs praktijk misschien is daarbij het belangrijkste dat en daardoor ook wel tot verschillende conclusies je lespraktijk voortkomt uit een taalvisie waarin kwamen kan er wel iets gezamenlijke worden be je tot uiting laat komen dat taal niet een klaar speurd en wel dat iedereen er wel van overtuigd liggend ding is dat je naar individueel vermogen was dat a de verschillende onderdelen op elkaar kunt gebruiken maar dat taal een historisch moeten aansluiten dat de onderdelen niet gei so ontwikkeld sociaal gegeven is dat bestaat in en leerd moeten worden gepresenteerd en dat b er door de mensen dat taal een voortdurende crea behoefte bestaat aan een manier om die aanslui tie is van woorden en waarden en onze ervarin ting als vanzelfsprekend te laten verlopen gen tot gemeenschappelijke maakt daarmee ontstaat de behoefte aan een algemene 20