Documenten
149 taalbeschouwing aha een zin loze aanpak jan t sas mijn leerlingen weten niet wat een onderwerp is ze kunnen geen persoonsvorm vinden in een zin een bijwoord verwarren ze met een bijvoeglijk naamwoord ik moet heel die basisleerstof er opnieuw inpompen het is opvallend hoeveel taalleerkrachten van het secundair onderwijs elk jaar hetzelfde zeggen en wie krijgt in dit verhaal de schuld de leerkracht van het jaar voordien natuurlijk die op zijn beurt neerkijkt op een andere collega die op zijn beurt het basisonderwijs met de vinger wijst of schort er wat aan het taalbeschouwingsonderwijs als zinsontleding niet goed werkt dringt een zin loze aanpak zich op eerkrachten nederlands u kent allemaal wijs ook nog boeiend kunnen maken voor uw vak niemand heeft er schuld aan dat de leerling waarom dan niet leerlingen zo moeilijk een zin kunnen ontle den of een woord benoemen maar het is wel een feit dat heel wat leer lingen en zelfs studenten eerste licentie germaanse schoolslag afschuwelijk slecht scoren in traditionele opdrachten van taalbeschouwing houdt veel meer in dan zinsont leding het is ook een zinsontleding en woordbenoeming eindter feit dat het woord zinsontleding op zich bij men ontwikkelingsdoelen en ontwikkelaars een aantal leerlingen metaforische beelden van leerplannen zijn het daar alvast unaniem van instortende gebouwen en verzuurde over eens de nadruk ligt op communicatie soep oproept het blijft tenslotte een feit dat natuurlijke situaties waarin men taal han een leerling zijn eigen of een vreemde taal teert de betekenis van taal als medium om niet noodzakelijk beter zal gebruiken als hij een boodschap over te brengen kortom de diverse trucs kent om een onderwerp of centraal staat taalgebruik taalbeschou voorzetselvoorwerp te vinden wingsonderwijs moet er dan ook op gericht zijn leerlingen te leren reflecteren over dat moeten we het traditionele grammaticaon taalgebruik derwijs dan maar meteen opbergen en ver schepen naar een ver continent nee maar maar om dat te kunnen moet de leerling misschien moeten we in het onderwijs maar eerst zijn taal kunnen gebruiken hij moet ze eens doen waar het bij lessen taalbeschou begrijpen hij moet ze kunnen lezen spre wing werkelijk om gaat leerlingen inzicht ken schrijven en ernaar luisteren zonder doen krijgen in de systematiek van taal en taalvaardigheid geen of weinig taalbe als we daarbij het taalbeschouwingsonder schouwing vraag een kind van tien niet te juli 2011 nummer 5 40e jaargang 150 reflecteren over de verschillende schoolslag maken tussen vorm betekenis en situatie bewegingen als het zelf nog nooit in die stijl enerzijds en woord woorddeel en woord heeft gezwommen gebruik komt dus voor combinatie anderzijds en dan nog het is beschouwing niet verwonderlijk dat nog heel wat topics uit de taalbeschouwing uit de eindtermen van de eerste graad zijn geweerd en ver schoven naar hogere jaren kabouter wie taal gebruikt combineert in feite drie domeinen betekenis vorm en situatie ga sarcastisch eerst je handen wassen zegt een moeder tegen haar kind de betekenis van die zin is abstracte lees traditionele woordbenoe duidelijk het kind moet zijn handen gaan ming en zinsontleding leiden tot weinig wassen voor er iets anders kan gebeuren inzicht in de manier waarop taal in elkaar de vorm van de zin is ook duidelijk het is zit als zij niet gekoppeld worden aan de fac een bevel bovendien komt de zin voor in toren betekenis en situatie dat leiden we af een bepaalde situatie het gezin gaat aan uit wat voorafging nog een voorbeeld om tafel en de persoon die het bevel geeft dit te illustreren bekijken we twee zinnen bevindt zich blijkbaar in een positie die hem toelaat zo n bevel te geven 1 uw man werkt 2 uw man werkt goed kinderen hebben niet onmiddellijk door dat taalgebruik een combinatie is van deze drie voor de traditionele grammatica is hier wei factoren het is allemaal een pot nat vraag nig aan de hand de tweede zin is een uit aan een kind van vijf maar eens wat is het breiding van de eerste dat beide zinnen langste woord reus of kabouter het ant echter in een heel andere context worden woord zal bijna onvermijdelijk reus zijn gebruikt zal de traditionele grammatica zo n kind kan namelijk nog niet abstraheren worst wezen en de vorm van een woord los zien van de betekenis reus is voor hem het langste in de eerste zin gaat het om het feit dat woord omdat een reus nu eenmaal veel gro iemand werkt actief bezig is afhankelijk ter is dan een kabouter van de situatie kan de betekenis van die zin merkbaar verschillen misschien heeft de kinderen kunnen ook niet meteen abstractie man pas onlangs een zwaar ongeluk gehad maken van grotere of kleinere taalgehelen en wordt hij nog niet verondersteld weer als het om taal beschouwen gaat zet het aan het werk te zijn of misschien is de zin kind zijn eerste stappen op woordniveau wat sarcastisch bedoeld omdat de man in van daaruit gaat het kleinere delen beschou kwestie de naam heeft de hele dag in zijn wen woorddelen klanken letters en gro zetel te zitten in zin 2 gaat het om de tere delen woordgroepen zinnen teksten manier van werken niet om de activiteit het is een geleidelijk proces dat pas eindigt zelf de toevoeging van het woord goed als het kind twaalf jaar oud is pas dan kan verandert de betekenis van de zin dus aan het abstract denken over taal pas dan kan zienlijk met de toevoeging van goed ont het met andere woorden een onderscheid staat ook een andere situatie 40e jaargang nummer 5 juli 2011 151 de traditionele zinsontleding gaat aan de leerlingen weten waarnaar ze moeten kij concepten betekenis en situatie voorbij ken kan de leerkracht een trucje aanbieden wat het voor leerlingen allemaal een stuk dat de leerlingen helpt om het onderwerp abstracter minder relevant moeilijker en sneller te vinden gooien we het grammati meestal ook vervelender maakt zinsontle caonderwijs dus de boot in nee we stap ding vertrekt dus het best niet van de zins pen enkel af van de inventieve maar bepaald kern of van een trucje en trucjes zijn er abstracte varieteit zinnetjes die leerlingen in genoeg denk maar aan de manieren om stukken moeten hakken en benoemen als een onderwerp te vinden in een zin iets als doel op zich het onderwerp is het zinsdeel dat in getal overeenkomt met de persoonsvorm simpel wil taalbeschouwing een vaardigheid wor toch zeggen leerkrachten maar toch verge den waar leerlingen ook in het vreemdeta ten leerlingen het altijd weer lenonderwijs wat aan hebben dan moeten lessen taalbeschouwing vertrekken vanuit de boodschap de betekenis pleidooi voor een zin loze aanpak die zinvol wordt om zin loos maar even met woorden te spelen en daar is een methode voor meer bepaald een hoe kunnen we het dan echt simpel maken inductieve methode bij wijze van voorbeeld er is maar een oplossing zinsontleding ver krijgt u twee lesjes voorgeschoteld mis trekt van de boodschap die een zin bevat schien zult u niet onmiddellijk door hebben de functie die het onderwerp in die bood waar ze precies over gaan maar dat maakt schap heeft pas later als de betekenis van deel uit van de methode doet u even mee het onderwerp duidelijk is geworden en de uitleg volgt voorbeeld 1 taantafeir stap 1 1 beantwoord de volgende vragen kan jij met je auto rijden als de bjel kapot is wat zou je ervan denken als je een torenwachter zou zijn wat gebeurt er als je de 100 meter loopt op pollevies hoe zou jij reageren als er plots een inkbiegel op je afkwam waarmee kan een mens zoal spaaien is een maalplak een geschikt instrument om frieten te bakken heb je lessen nodig om met een rijtak te kunnen omgaan wat gebeurt er als je een schabelleke in het haardvuur gooit wat zou jij doen als je een auto op de lantoor zag staan 2 problemen om te antwoorden misschien moest je de woorden die je niet kent maar eens opzoeken in een woordenboek 3 wat heb je bij het opzoeken vastgesteld hoe komt dat juli 2011 nummer 5 40e jaargang 152 4 en waren je antwoorden op de vragen gepast 5 hoe zou je de betekenis van al de woorden kunnen te weten komen stap 2 1 lees onderstaand stukje tekst a lees het voor als nieuwslezer voor de radio b vertel het verhaal thuis of aan je vrienden c vertel het ook eens aan de directeur van je school grafgroeten in de amerikaanse stad vermont heeft een man een hartaanval gekregen doordat een vriend hem op zijn schouder tikte dat gebeurde wel in heel speciale omstandigheden op een avond keerde de 40 jarige chris lewis naar huis terug van een verjaardags feestje zoals hij wel vaker deed nam lewis een binnenweg door het plaatselijke kerkhof doordat de man wat veel gedronken had strui kelde hij en kwam hij in een open grafkuil terecht die had men gegraven voor de begrafenis van de volgende dag nog wat versuft door zijn val probeerde lewis weer uit de kuil te geraken maar dat lukte niet meteen plots voelde hij een hand op zijn schouder een stem zei het lukt toch niet jongen dat heb ik ook al geprobeerd het was een vriend van lewis die een uur eerder al naar huis was gegaan en in dezelfde put was getuimeld maar dat had lewis niet onmiddellijk door van schrik kreeg hij een hartaanval 2 welke verschillen zijn je opgevallen in de manier waarop het verhaal werd over gebracht stap 3 1 rollenspel ga met twee vooraan staan en kies een van de volgende rollenspelen uit een deftige dame doet haar inkopen op de markt een groenteman spreekt haar aan in het park ontmoeten twee vriend inn en elkaar terwijl ze hun hond uitlaten twee boeren klagen over de slechte oogst het slechte weer de te lage prijzen voor hun aardappelen tijdens een nieuwsuitzending moeten die twee boeren geinterviewd worden twee voetballiefhebbers praten na de wedstrijd over de slechte scheidsrechter de gemiste kansen 40e jaargang nummer 5 juli 2011 153 2 hoe verliepen deze gesprekken 3 beantwoord de volgende vragenlijst in een wachtzaal van de dokter spreekt een onbekende dame je aan in verzorgd algemeen nederlands je antwoordt in dialect in standaardtaal in een tussentaaltje mengeling van dialect en standaardtaal in een vreemde stad vraag je een voorbijganger de weg naar het station je spreekt in dialect in standaardtaal in een tussentaaltje mengeling van dialect en standaardtaal je bent klasverantwoordelijke en moet bij de directeur toestemming vragen om een actie voor 11 11 11 op touw te zetten je vraagt dat in dialect in standaardtaal in een tussentaaltje mengeling van dialect en standaardtaal je neemt deel aan een jongerenkwis op de televisie je spreekt in dialect in standaardtaal in een tussentaaltje mengeling van dialect en standaardtaal je belt een vriendin op haar moeder neemt de telefoon eerst op je vraagt of je vriendin thuis is in dialect in standaardtaal in een tussentaaltje mengeling van dialect en standaardtaal je bent razend op iemand van je klas tijdens de speeltijd scheld je hem uit in dialect in standaardtaal in een tussentaaltje mengeling van dialect en standaardtaal je praat over koetjes en kalfjes met je beste vriend in in dialect in standaardtaal in een tussentaaltje mengeling van dialect en standaardtaal 4 waarop heb je je gebaseerd om je keuzes te maken juli 2011 nummer 5 40e jaargang 154 5 er staan nu heel wat verschilpunten op het bord tussen standaardtaal en dialect probeer ze eens te groeperen op vier niveaus hieronder vind je alvast vier kolom men om in te vullen samengevat oefening 1 kies een kort bericht uit de krant en lees het voor eerst doe je dat gewoon dan met het accent van jan boskamp jacques vermeire de bakker om de hoek enz 2 welke verschillen merk je op wat gebeurt er in deze les waarover gaat de les over taantafeir wat stap 1 is dat afwachten maar het is essentieel de leerlingen krijgen een aantal vragen dat de leerlingen nooit vooraf vernemen voorgeschoteld ze moeten de vragen be waarover de les zal gaan antwoorden maar ondervinden problemen 40e jaargang nummer 5 juli 2011 155 omdat ze een aantal woorden niet of nau waarin zij het gebruik van dialect stan welijks kennen ook in het woordenboek daardtaal of een tussentaaltje moeten staan ze niet een probleem dus de leerlin beoordelen het derde kenmerk van dialect gen komen erachter dat het om woorden komt boven dialect is eigen aan bepaalde gaat die slechts in bepaalde streken worden situaties gebruikt dialectwoorden dus om ze te ver klaren zouden ze dus overal moeten gaan systematiseren rondvragen daarmee hebben de leerlingen vraag 6 van stap 2 is cruciaal de leerlingen een kenmerk van dialect ontdekt doorlopen de opdrachten die ze hebben gedaan en leggen schriftelijk de systematiek stap 2 vast die ze hebben ontdekt met name de een tekstje een leerling leest het voor als verschillen tussen standaardtaal en dialect nieuwsbericht een ander vertelt het door op het niveau van klank woordenschat aan de schooldirecteur een ander aan zijn zinsvorm en situatie zij systematiseren met vrienden de verschillen komen boven de andere woorden het inzicht dat zij hebben leerlingen ontdekken dat er een verschil is verworven tussen schrijf en spreektaal ze ontdekken een tweede kenmerk van dialect eigen samengevat klanken eigen zinsvorm misschien achter in een grijs kader wordt de theorie geno halen ze ook al dat dialect niet in elke situa teerd hier leren de leerlingen niets nieuws tie kan worden gebruikt anders gebeurt meer het is enkel de definitieve neerslag van dat in stap 3 de leerstof stap 3 oefeningen de leerlingen spelen korte rollenspelen hebben de leerlingen echt inzicht probeer waarin zij zelf hun taalgebruik moeten het even uit met een oefening maar strikt bepalen ze krijgen situaties gepresenteerd genomen is die overbodig voorbeeld 2 kip eet wolf stap 1 1 hieronder vind je wat reclame die moet in het school of sporttijdschrift waaraan je meewerkt kan ze zo je tijdschrift in welke illustraties zou je bijvoegen 2 moet je eigenlijk overal wel iets invullen kan het niet zonder 3 soms staat reclame nogal ongelukkig geplaatst bijvoorbeeld reclame voor diesel auto s naast een artikel over luchtvervuiling welk van onderstaande reclame boodschappen zou jij niet plaatsen bij een artikel over acne een artikel over slapeloosheid een artikel over jeuk juli 2011 nummer 5 40e jaargang 156 4 ken jij nog werkwoorden die zonder zo n aanvulling kunnen maak er eens een zin mee 5 maak een vraag van elke reclameboodschap het woord dat je hebt ingevuld moet het antwoord zijn 6 is er een vraagwoordvraag die je overal kan stellen hij heeft reeds van keelpijn verlost big brother toont je krijgt m n huid verdient tocht het de wejo strip houdt de wind buiten de ho lla nders he b be n sst zo kies je in een sleepy winkel ik hul alleen in streelzachte kleding schilfertjes ik heb gevonden natuurlijk hoef je niet te laten stap 2 luisteroefening voor fijnproevers champignons in knoflookboter benodigdheden 450 gr champignons olie 50 gr boter knoflook 2 eet lepels gehakte kruiden 2 theelepels citroensap 50 gr vers broodkruim bereiding a bak de champignons gedurende 20 seconden lichtjes in de hete olie en laat ze drogen op keukenpapier b schik de champignons met de steeltjes naar boven in een ondiepe ovenschaal 40e jaargang nummer 5 juli 2011 157 c meng boter knoflook kruiden en citroensap en schep die over de champignons strooi er broodkruim over d laat de champignons ongeveer 5 minuten bakken onder de grill tot het broodkruim goudbruin is e giet er eventueel nog wat knoflookboter overheen je kunt de champignons in knoflookboter opdienen met frans brood of geroosterde sneetjes brood 1 goed geluisterd even controleren beantwoord de volgende vragen en gebruik je antwoorden om de onderstaande tekst te verduidelijken wat bak je in hete olie wat laat je drogen op keukenpapier wat meng je om knoflookboter te bereiden wat schep je over de champignons wat strooi je erover wat laat je bakken onder de grill wat kan je opdienen voor je gasten lees nu de volgende tekst champignons in knoflookboter benodigdheden 450 gr champignons olie 50 gr boter knoflook 2 gehakte kruiden 2 theelepels citroensap 50 gr vers broodkruim bereiding a bak ze gedurende 20 seconden lichtjes in de hete olie en laat ze drogen op keukenpapier b schik ze met de steeltjes naar boven in een ondiepe ovenschaal c meng ze en schep ze over de champignons strooi het erover d laat ze ongeveer 5 minuten bakken onder de grill tot het goudbruin is e giet eventueel nog wat ervan overheen je kan ze in knoflookboter opdienen met frans brood of geroosterde sneetjes brood 2 waar staat ze voor in elke zin 3 kan je al die gegevens gewoon weglaten waar wel niet 4 hoe komt dat juli 2011 nummer 5 40e jaargang 158 5 kan je aan de volgende zinnen iets toevoegen zijn er zinnen waar dat eigenlijk moet verandert dit iets aan de betekenis van de zin of krijg je onzin hoe komt dat gert en zijn vrienden eten nooit walter schrijft graag de firma betaalde hem riet komt 6 soms moet je dus iets toevoegen soms niet welk systeem zit daarachter samengevat oefening wat voor effect krijg je als je in de volgende zinnen het lijdend voorwerp weg laat probeer het maar eens jan ruimde zijn spullen op rambo sloeg de inbreker de kamer door toen vielen de gasten de keukenchef aan de betogers riepen hun slogans naar de politici ik vergat mijn cd roms bij een vriend mijn grootmoeder drinkt altijd kruidenthee de gieren verslonden het kreng ten slotte gaf de oude zakenman het bedrijf over wat gebeurt er in deze les een vreemde titel voor een les maar ook sommige boodschappen blijkt dat niet nodig hier geldt zwijg als vermoord over het ware te zijn de leerlingen gissen naar het waar onderwerp kip eet wolf wekt interesse om mogelijk komen ze erachter dat het werkwoord er voor iets tussen zit aan som stap 1 mige werkwoorden moet je wel iets toevoe de leerlingen krijgen reclameboodschappen gen bij andere niet ze ontdekken de vraag die ze in een tijdschrift moeten plaatsen zij woordvraag waarop elke aanvulling een moeten maar uitmaken of de boodschap antwoord kan zijn pen publiceerbaar zijn aanvullen dus bij 40e jaargang nummer 5 juli 2011 159 stap 2 de leerlingen worden geconfronteerd een luisteroefening gevolgd door een vraag met een probleem dat de vorm krijgt antwoordspel om een recept te kunnen van een pedagogische taak dat is het reconstrueren ook hier gaat het om het al kader waarbinnen zij op zoek gaan het of niet moeten toevoegen van woorden in kader is van die aard dat de leerlingen vraag 5 wordt duidelijk wat de implicaties gemotiveerd worden om de taken uit te kunnen zijn voor de betekenis van een zin voeren als er iets wordt toegevoegd de betekenis per twee of in groepen gaan de leerlin van de zin verandert gen op zoek naar een oplossing van het probleem de leerkracht geeft af en toe systematiseren wat feedback en stuurt de leerlingen in de leerlingen zetten alles op een rij in vraag de goede richting maar hij laat niet te 6 bij sommige werkwoorden hoort een toe veel informatie los voeging om een correcte zin te garanderen de opdracht wordt klassikaal bespro bij andere impliceert een toevoeging een ken de vondsten van elk duo of elke verandering van betekenis nog andere groep worden tegen elkaar afgewogen werkwoorden kunnen die toevoeging niet er komen vragen of nieuwe opdrach krijgen de ontdekking van het lijdend voor ten werp de leerlingen zetten zelf de systematie ken die ze hebben ontdekt op een rij samengevat de inzichten die de leerlingen hebben in een grijs kader wordt de theorie geno opgebouwd worden weergegeven in teerd hier leren de leerlingen niets nieuws een theorieblok een samenvatting meer het is enkel de definitieve neerslag van de leerstof de leerlingen denken dus zelf na over taal verschijnselen en gaan zelf op basis van een oefeningen groot aantal voorbeelden op zoek naar de hebben de leerlingen echt inzicht probeer systematiek die achter taal zit dit zoekpro het even uit met een oefening maar strikt ces is essentieel het moet de hoofdbrok van genomen is die overbodig de les uitmaken de leerkracht is de stuur man die lijnen uitzet en met vragen of kleine hints het leerproces in goede banen leidt zonder echter zelf de oplossingen op inductieve taalbeschouwing een schoteltje aan te bieden dit vergt een goede voorbereiding maar het werkt want deze voorbeelden komen uit neejander voor deze methode geldt hetzelfde als voor taal1 een handboek inductieve taalbeschou leren zwemmen of autorijden eens het wing voor de eerste en de tweede graad inzicht verworven altijd verworven voor secundair dat in 1997 door uitgeverij plan sommigen lijkt deze methode wat meer tijd tyn op de markt is gegooid de principes in beslag te nemen maar wat een tijdwinst achter de inductieve methode zijn zelf als de leerkrachten van de verschillende leer ontdekkend en probleemoplossend leren jaren niet meer elk jaar opnieuw hetzelfde en systematiseren samengevat komt het liedje moeten zingen hier op neer juli 2011 nummer 5 40e jaargang 160 uit china is te groot of ze het kind geen bijlessen nederlands kunnen laten volgen de ouders om af te ronden moet mij nog het volgende in paniek naar school tolk erbij wat blijkt verhaal van het hart ik heb het zelf uit de shang lie scoort niet slecht op school voor school waar ik les heb gegeven enkel de nederlands haalt ze zelfs 70 van de pun naam is fictief ten leraar nederlands erbij blijkt dat die nogal veel aandacht heeft besteed aan shang lie is 13 zowat anderhalf jaar gele woordbenoeming en zinsontleding shang den is ze met haar ouders uit china naar ons lie is verstandig ze heeft de logica van de land overgewaaid om er zich te vestigen op traditionele nederlandse grammatica door school speelt vooral een gebrekkige kennis niemand in haar klas die er beter mee over van het nederlands haar parten half okto weg kan dan shang lie alleen ze begrijpt ber krijgen haar ouders een brief van de geen iota van wat al die woorden en zinnen klasleraar shang lie zal het schooljaar niet betekenen met succes beeindigen haar taalachterstand jan t sas specifieke lerarenopleiding universiteit antwerpen jan tsas skynet be noot 1 auteurs neejandertaal jan t sas hilde michielsen etienne uleners viviane van dijck lieve van houtven neejandertaal is niet meer verkrijgbaar in de handel maar werkboek en hand leiding zijn gratis downloadbaar van neejandertaal be 40e jaargang nummer 5 juli 2011
Gerelateerd:
- Fictie in de basisvorming, een leerplan
- Een spiegelcurriculum voor communicatief taalonderwijs: een veldaanvraag nader beschouwd
- Verscheidenheid in eenheid en eenheid verscheidenheid. Twaalf docenten Nederlands over hun literatuuronderwijs in de bovenbouw van havo en vwo.
- Het afleiden van woordbetekenissen uit context: een poging deze vaardigheden te trainen.