Taalbeschouwing zonder drempels

Publicatie datum: 1983-01-01
Collectie: 14
Volume: 14
Nummer: 3-5
Pagina’s: 135-141

Documenten

peter dekkers geurt van hierde n doorlopende vakinhoude n voor mto taalbeschouwing zonder drempels 15 leerlingen zijn niet alleen actieve taalgebruikers zij zijn ook prima taalbeschouwers van deze vaardigheid kunnen we gebruik maken bij het uitzetten van een leerlijn voor taalbeschouwingsonderwijs vanaf de kleuterschool tot en met het voortgezet onderwijs peter dekkers docent aan de pa st jozef in zeist en geurt van hierden docent aan de vl vu in amsterdam geven een invulling aan zo n longitudinale aanpak zolang de von bestaat is het haar streven ge kundige terminologie in leesbare taal wanneer weest om een moedertaalonderwijs te propageren we een tekst voor ouders moeten schrijven dat een zinvol aaneensluitend geheel vormt van kinderen blijken van jongs af aan al geboren kleuterschool tot universiteit bij alle discussies taalbeschouwers te zijn al op tweeeneenhalfjari over taalbeschouwing is nog maar weinig gezegd ge leeftijd kunnen we bij hen waarnemen dat ze over de longitudinale planning voor deze proble bepaalde grammaticale regels zonder uitzonde matiek willen wij aandacht vragen ringen toepassen overregularisatie en het bekij ken van taal op meta linguistisch niveau uit zich v66rschoolse taalb esc houwin g ook in allerlei taalspelletjes rond klankvorming woordvorming woordbetekenis en zinsstructuur onder taalbeschouwing verstaan we alle vormen niet voor niets herhalen jonge kinderen eindeloos van reflectie over taal en taalgedrag dat is niet woordgrappen rijmen en raadsels schaerlaekens alleen een schoolse aangelegenheid maar een alle 1977 constateert in de voorschoolse periode daagse bezigheid van zowel volwassenen als kin zelfs al reflectie over sociale taalverschillen opa deren praat altijd zo aardig tegen die boze meneer in mondelinge communicatiesituaties gebeurt dat meestal zonder dat de taalgebruikers zich dat taalbeschouwing in het basisonderwij s bewust zijn bijvoorbeeld ik zal het u nog dui delijker zeggen nee laat u maar uw on aan het begin van de schoolcarrie re wordt op de duidelijkheid is me al duidelijk genoeg ook bij ze ontwikkeling op sommige kleuterscholen inge het schriftelijk communiceren vindt regelmatig speeld rudy beern i nk en hans van wessel taalbeschouwing plaats we kennen allemaal de 1983 geven daa rv an voorbeelden in een artikel ervaring van het moeten vertalen van onderwijs in de wereld van het jonge kind 135 zo is een kleuterleidster die de vraag stelt wie basisschool zal een glijdende lijn moeten komen kent een ander woord voor autoped bezig van verbazen over en spelen met taal naar be met taalbeschouwing ze is bezig met het ver wust kijken naar interpreteren en maatregelen schijnsel synoniemen en ze stelt in dit geval een nemen aspect van de taal namelijk de betekenis cen veel is al bereikt wanneer jonge kinderen erva traal vanzelfsprekend gebeurt dit met behulp ren van concrete voorwerpen en ervaringen van de dat woorden niet alles zeggen dat woorden kleuters en uiteraard zal zij geen college geven niet de werkelijkheid zijn over woordbetekenissen en synoniemen maar dat je met taal kunt spelen maar er ook ande door de kleuters er van bewust te maken dat er re doelen mee kunt bereiken andere woorden zijn die hetzelfde betekenen als dat nadenken over taal en taalgebruik kan lei een genoemd woord behandelt ze de taal als een den tot verbetering van het taalgedrag te beschouwen object in de taalkunde spreekt men wel van het meta linguistisch niveau wat met het bovenstaande is misschien al duidelijk ge wil zeggen dat men zich op een niveau boven het worden dat wij een taalbeschouwing voorstaan taalgebruik plaatst om die taal te beschouwen die in dienst staat van de taalvaardigheid met boettcher aangehaald in lentz van tuijl in het kleuteronderwijs was het begrip taalbe 1979 bepleiten we situatiegericht onderwijs dat schouwing tot voor kort zo goed als onbekend gericht is op het taalgebruik van de leerlingen veel kleuterleidsters zullen aan taalbeschouwing zelf de analyse ervan en de bestudering van de doen zonder dat zij zich ervan bewust zijn hun maatschappelijke voorwaarden waaronder dit ge bedoelingen kunnen nogal verschillend zijn beurt onderwijs in taalbeschouwing is dan geen we noemen er enkele afzonderlijk leergebied het kennen moet het het bevorderen van de bewustwording van kunnen ondersteunen taalgebruik kan de taalontwikkeling van kinderen leo lentz en hans van tuijl 1982 zeggen het ten goede komen de woordenschat kan uitge zo het is niet voldoende de kinderen maar te a breid worden en verbalisme kan worden bestre ten praten schrijven en lezen om ze tot een goe den de taalvaardigheid te brengen het is wel een het regelmatig aandacht schenken aan taalver voorwaarde datze veel praten schrijven en lezen schillen kan een bijdrage leveren aan het schep maar er is meer nodig in taalbeschouwingsonder pen van een klimaat waarin die verschillen wor wijs vindt een noodzakelijke zelfselectie op taal den geaccepteerd de taal van dialectsprekers en gebruik plaats kinderen uit culturele minderheden zal minder waarom is dit woord beter op zijn plaats dan het normatief bekeken worden begrip voor taaluitin andere hoe kun je die zin ook anders zeggen gen van anderen leidt tot tolerantie wat verandert er met de nieuwe zin taalbe de natuurlijke belangstelling voor taal bij kin schouwen kan erg zinvol zijn bij het bespreken deren wordt serieus genomen er wordt aangeslo van problemen in de klas praten over scheld ten bij de belangstelling van kinderen die belang woorden over beledigen over complimenteuze stelling voor faal kan eventuele weerzin tegen woorden en over taalnormen geeft inzicht in wat taal a s schon vak die dikwijls later ontstaat ver je teweeg brengt met je eigen taalgebruik minderen of voorkomen zo gezien heeft taalbeschouwing op school geen daarnaast wordt er langzamerhand steeds meer andere inhoud dan de alledaagse taalbeschou taalbeschouwing in het kleuteronderwijs inge wing in beide situaties gaat het om inzicht in voerd in het kader van het voorbereidend en aan taal en taalgedrag vankelijk lezen wie taal gebruik t als het blijft bij taalbeschouwing in dienst van in wat voor omstandigheden het lezen en schrijven dan zou dit in het kader waaro m van de integratie van lagere school en kleuter en hoe school een verarming zijn de school moet blijven op school vindt taalbeschouwing alleen meer uit inspelen op de behoeften aan reflectie over taal gelokt en minder toevallig plaats en taalgebruik uit de voorschoolse periode voor al door met taal te blijven spelen in de nieuwe in werkplan taal 3 taalbeschouwing heeft een 136 van ons voorbeelden opgenomen van taalbe beurde er precies hoe kwam het zover waarom schouwingsonderwijs voor de hoogste klassen van gaan de mensen tegen elkaar schelden waarom de basisschool dekkers 1981 daaruit citeren wordt hier iemand uitgescholden wij om een indruk te geven van de mogelijkhe het gesprek kan in tweede instan tie naar eigen den het gaat over woordenstrijd eerst staan er scheldervaringen van de kinderen worden geleid maatregelen vermeld die leerkrachten kunnen ne a s een opstapje voor zo n tweede gespre ksdeel men met betrekking tot de rol van taal in alle on kan dienen het liedje de eindeloze scheldpartij derwijsleersituaties ve rv olgens wordt de taalbe dat op de plaat van j j de bom voorheen de schouwing directer op de leerlingen toegesneden kindervriend staar z we zouden de interactie in de klas expliciet in een gesprek aan de orde kunnen stellen of be de eindeloze scheldpartij ginnen met een rollenspel in de vier delen van het kringgesprek 1 staan heel concrete voorbeel gisteren op het schoolplein den van kringgesprekken over conflicten en het toen was het weer eens raak oplossen daarvan de auteurs raden aan om aller toen riep jochem vuurtoren eerst conflicten te bespreken die de kinderen wel dat doet die rotzak vaak hebben meegemaakt maar waarbij ze niet waren betrokken dit om te leren objectief te oordelen daarna zag ik een neger aanleidingen en gevolgen te onde rscheiden enz met een pikzwarte huid gesprekken over conflicten waarbij de kinderen en omdat ik zo de pest in had zelf deelnemer waren volgen pas daarna bij de schold ik die toen uit startgesprekken kunnen we de zaak aanjagen door vragen als heb je wel eens mensen ruzie een zwart gezicht of juist een wit zien maken vertel er eens over maar noem geen of sproeten op de wang namen vertel alleen maar hoe het begon en wat de scheldpartij is eindeloos er verder gebeurde en duurt al eeuwen lang wanneer een kind zijn verhaal heeft ve rteld vra gen we naar de oplossing of de mogelijke oplos vandaag heb ik gelachen sing en we ronden af met reflecterende vragen want een meisje schold me uit wat denk je er nu van hoe kunnen mensen het ging weer eens een keertje woorden twisten oplossen over mijn zwarte huid in het kringgesprek staan uitwerkingen voor de latere gesprekken over situaties waarbij zijzelf toen ik werd uitgescholden waren betrokken die keer toen iemand iets toen schoot ik in de lach van mij afnam als ik groter was geweest dan dat meisje had het roodste haar was er niets aan de hand geweest ik kreeg de dat ik van mijn leven zag schuld maar ik had het niet gedaan enz de reeks eindigt met gesprekken waarbij de kinderen meestal roep ik kaaskop een minder goede pol van zichzelf durven op te of bleekscheet of zoiets biechten en te analyseren maar tegen zo n rooie vuurtoren het kan best zijn dat u een dergelijke situatie niet riep ik gewoon maar niets aandurft te bedreiged vindt of als onoverzichte lijk inschat dan we hebben het al eerder ge als een kind maar iets bijzonders heeft zien is het raadzaam jeugdliteratuur te gebrui een bril een moedervlek ken in de avonturen van achmed en de kinde dan begint de scheldpartij ren om de hoek 1 van het schrijverscollectief en dat is toch te gek treft u een hoofdstuk over schelden aan en ook bij guus kuijer vindt u startmateriaal bijvoor als de merel nou zou lachen beeld in met de poppen gooien en het verhaal om de lijster of de spreeuw van willem is brutaal of de regen zou gaan schelden ook wanneer we uitgaan van jeugdliteratuur star op de hagel of de sneeuw ten we meieen gesprek over de situatie wat ge 137 nee zo gek is de merel niet die teksten categoriseren in soorten als verha maar jij jij bent het wel len verslagen gedichten reclameboodschap als jij op de molukkers scheldt pen brieven etc vanwege hun bniine vel de eigenschappen van die soorten samen met de kinderen vaststellen eerst per groep elke dus ga je nou maar schamen groep een tekst vervolgens plenair in enkele met een rooie kop zinnen en dat verdomde schelden de resultaten worden door de kinderen inge hou daar nou eens mee op vuld op een stencil met de volgende indeling een zwart gezicht of juist een wit e tekstsoort eigenschappen door wi sit waarom hoe of sproeten op de wang in welke de scheldpartij is eindeloos en duurt al eeuwen lang door de beginfase en het gedicht is er voldoende materiaal om te praten over zaken als vervolgens bespreken wedoor wie en in wel heb je zelf wel eens zoiets meegemaakt dan ke situatie die tekstsoort gelezen wordt ook vertellen de kinderen meestal hoe ze ooit eens het waarom en hoe zijn uitgescholden alle gegevens worden ingevuld heb je zelf wel eens iemand uitgescholden dan beginnen we natuurlijk weer bij onszelf taalbeschouwing in het voortgezet onderwij s wat is het verschil tussen een taalgrapje en een scheldpartij in het voortgezet onderwijs is de geschetste lijn waarom worden mensen meestal uitgeschol door te trekken in de praktijk zal een en ander den uiterlijk verschillen met het gangbare neerkomen op wanneer schelden we zelf als we niet anders oefeningen in het waarnemen van taalver kunnen of durven schijnselen en taalgebruiksverschijnsele n tegen wie schelden we tegen een sterkere of oefeningen in het interpreteren van zulke ver zwakkere schijnsele n zit er verschil in de scheldwoorden enz oefeningen in het maatregelen nemen voor hierna is het verstandig om het liedje van j j de de taalvaardigheidspraktijk bom aan te leren een volgende keer kunnen we ook in het voortgezet onderwijs zal de taalbe dan weer met het liedje beginnen en kunnen we schouwing geen eigen leven moeten leiden niet oprakelen wat we al hebben besproken de tus het medium taal maar taalgebruik in de context sentijdse scheld ervaringen worden uitgewisseld van de werkelijkheid is het studie object voor zowel in de slachiofferrol als in de rol van uit veel collega s zal dit een enorme stap zijn je scheldpartij dan kan een van de cases worden ge kunt niet meer terugvallen op een boek je kunt speeld die bespreken we wat uitvoeriger na wat je taalkundige kennis niet meer spuien en je er gebeurde er precies vaart gemakkelijk een gevoel van hulpeloosheid we kunnen ook een afspraak maken niet eenzij hoe creeer ik in de klas taalgebruikssituaties die dig als de kinderen niet willen dan gaat de rest zich lenen tot het bestuderen van taalgebruik in van de opzet niet meer door gedurende een be de context van de werkelijkheid paalde periode een of twee weken schelden we we zullen hieronder illustreren hoe we bij taalbe zelf niet meer maar we houden wel bij hoe we schouwing voorzichtig inhoud kunnen geven aan zelf worden uitgescholden de overstap van een cursorische naar een meer thematische aanpak het vertrekpunt zal daarbij ook op het gebied van de schriftelijke communi de traditionele ontleding zijn catie liggen de ideeen voor het oprapen bijvoor voor we dit doen staan we aan de hand van on beeld met betrekking tot lezen derstaand schema even stil bij de vragen welke kinderen allerlei teksten laten meenemen en aspecten van z n moedertaal beheerst een twaalf op school verzamelen jarige leerling en in welke opzichten is er no g 138 sprake van lacunes het schema hebben we daarom beide zowel in de binnen als in de buitencirkel opgenomen de problematiek van de spelling laten we hier verder buiten beschouwing zoals bekend komt de beheersing van de zins semantisc h bouw niet tot stand door structuuranalyse of tra ditonele ontleding toch betekent dit niet dat we in navolging van het aclo m advies voor het ba sisonderwijs ook in het voortgezet onderwijs het isch morfologisc h analyseren van zinnen maar moeten afschaffen nee juist de analyse van zinnen kan een spring plank zijn van een cursorische naar een meer the matische aanpak voorwaarde is dan wel dat we o de structuuranalyse in verband brengen met de semantische en pragmatische aspecten van de zin c y yp 5 l c daaraan besteedt de spreker schrijver bewust s cti aandacht en hij zal dat als de koppeling lukt ver volgens ook doen aan de syntactische aspecten we zullen dit toelichten aan de hand van het on pragmatisc h derscheid tussen de bedrijvende en lijdende vorm schrik niet we gaan hier geen pleidooi voeren voor die eindeloze omzettingsoefeningen we wil in het schema staat de taaluiting t centraal in len alleen het kind niet met het badwater weg de binnencirkel hebben we die aspecten van taal gooien en we hebben daarvoor als motto in de uitingen vermeld die door een volwassen taalge taal bestaat er niets voor niets ook de lijdende bruiker niet bewust worden gestuurd ze zijn ge vorm niet automatiseerd op dezelfde wijze als lopen zwerm kinderen kennen het alledaagse begrip onder men en fietsen de spreker is zich gewoonlijk niet werp van gesprek onderwerp van een televisie bewust van de fonische en morfologische proces uitzending etc het is datgene waarover gespro sen en zolang de geproduceerde taaluiting maar ken wordt en of waarvan beelden worden ge voortzetbaar is ook niet van de syntactische pro toond een zin heeft op dezelfde wijze een on cessen zie kempen 1981 tijdens het spreken derwerp bijvoorbeeld die avond en dat boek in kunnen we dus alle aandacht besteden aan de se de zinnen mantische en pragmatische aspecten verwoord ik die avond bleven we thuis goed wat ik denk voel of ervaar en wat is het ef dat boek heb ik nooit gelezen fect van m n spreken heel vaak staat dat onderwerp op de eerste plaats voor kinderen in het basisonderwijs geldt dit nog van de zin we moeten elkaar immers duidelijk niet ze zijn volop bezig met de verwerving van de maken waarover we het hebben drie in de vorige alinea genoemde aspecten en helaas betekent onderwerp in de taalkunde iets daarop kan de onderwijzer es prima aansluiten anders dan in de omgangstaal het onderwerp van in de vorm van spel en observatie opdrachten de zin is niet datgene waar de zin over gaat maar zoals we hierboven uiteengezet hebben minder het zinsdeel dat in getal en persoon overeenkomt duidelijk is de situatie in de eerste klas van het met de persoonsvorm in de twee voorbeeldzinnen voortgezet onderwijs de niveauverschillen zijn we en ik wat is nu de semantische pragmatische ondertussen erg groot geworden wat weerspie functie van het taalkundig onderwerp laten we geld wordt in de structuur van ons voortgezet ons voorstellen dat we gisteren een boek gekocht onderwijs van lto t m gymnasium hebben die situatie kunnen we op verschillende we gaan ervan uit dat de meeste leerlingen de fo manieren vertellen nische en morfologische aspecten van hun moe gisteren kochten we een boek dertaal beheersen bij het schrijven komen echter gisteren verkocht de boekhandelaar ons een onmiddellijk karakteristieke lacunes naar voren boek zowel wat betreft de spelling als de zinsbouw in gisteren werd door ons een boek gekocht 139 alle drie de zinnen doen mededeling over iets dat nederlands is niet zo gemakkelijk je bent gisteren plaats vond ze verschillen niet inhou hier wel vlugger door de lessen heen het delijk maar wel in perspectief in de eerste zin be naamwoordelijk gezegde en het lijdend voor kijken we de situatie vanuit ons standpunt in de werp hadden wij nog nooit gehad die ande tweede ligt het perspectief bij de boekhandelaar ren uit onze klas wel en in de derde is er sprake van afwezigheid van een bepaald perspectief het grammaticaal onder werp legt dus het perspectief van de zin vast de spreker verklapt door de keuze van het onder nen knippen in het basisonderwijs bij het knip werp z n standpunt dit werpt een nieuw licht op pen ging het om het herkennen van en spelen met de actief passief kwestie immers het belangrijk eenheden in de zin nu gaat het om het inzicht ste van de omzetting van een bedrijvende zin in dat de structuur van de zin een belangrijk gege een lijdende zin is niet dat het etiketje lijd ven is voor de luisteraar en de lezer een mini voores gewijzigd wordt in onderwerp etc maar mum aan etiketjes wordt daarbij functioneel ge juist deze perspectiefwisseling in de zinnen bruikt niet langer staat de vraag hoe vind ik het eendl verslaat connors en connors wordt door onderwerp centraal maar de vraag wat is de eendl verslagen ligt het perspectief precies an communicatieve functie van dat onderwerp zie dersom blijkbaar hebben we er als taalgebruikers ook van hierden 1983 voor een uitwerking in de behoefte aan om partij te kiezen we belichten vorm van een lessenserie het gespreksonderwerp vanuit een bepaalde hoek ook van die taalbeschouwing die gericht is op het vergelijk ook de volgende zinsparen taalgebruik van de leerlingen zelf zie het voor ajax wint van feyenoord ajax verslaat feyen beeld van het schelden de analyse ervan en de oord bestudering van de maatschappelijke voorwaar feyenoord verliest van ajax feyenoord wordt den waaronder dit taalgebruik tot stand komt door ajax verslagen willen we hier weer aan de hand van een voor het verschil in perspectief dat in de linkerzinnen beeld aangeven hoe we de lijnen kunnen door mede uitgedrukt wordt door verschil in werk trekken kinderen uit de onderscheiden milieus woord wordt rechts uitgedrukt door de omzet verschillen niet in niveau van hun eigen morfolo ting van bedrijvend naar lijdend aan een zo be gisch en syntactisch apparaat maar er zijn wel langrijk communicatief gegeven kunnen en mo duidelijke verschillen in de functies die dat appa gen we in het moedertaalonderwijs niet voorbij raat moet vervullen en in de attitudes die met die gaan bovendien kunnen we rondom dit thema functies zijn verbonden op zeer zinnige wijze een lessenserie taalbeschou een van de belangrijkste functies is die van de wing geven waarin het waarnemen en interprete meta talige communicatie die vaak een informele ren van taalverschijnselen rechtstreeks te maken vorm van taalbeschouwing inhoudt het lijkt niet hebben met het maatregelen nemen voor de taal al te gewaagd dat kinderen uit bepaalde milieus vaardigheidspraktijk als voorbeelden noemen minder gemotiveerd zijn tot meta talige commu we analyse van krantekoppen en krapte artike nicatie dan kinderen uit andere milieus dit is len een onderzoekje naar de stijl van het aard geen waardeoordeel maar meer een logisch gevolg rijkskunde en het geschiedenisboek herschrijf van het verschil tussen de functies van taal in de opdrachten in verband met perspectiefwisseling diverse milieus in hun tien lessen over taalvaria etc tie geven sjaak kroon en rudi liebrand een goe als illustratie nemen we hier een alinea uit een de uitwerking van een aspect het verschil tussen geschiedenisboek op waarin we de passieve en dialect en standaardtaal een tweede thema geven perspectief loze woorden gecursiveerd hebben we hieronder aan op veel plaatsen in europa zijn enorme stenen te zoals ons ik slechts bestaat in contrast met de zien die daar heel vroeger door mensen zijn neer ander vormen individuen groepen of groepjes gezet men schat dat er in europa in totaal meer die we als we ertoe behoren met we aanduiden dan 40 000 van deze reuzenstenen zijn opgericht maar met ze als dat niet het geval is al die groe sommige stenen zijn over een afstand van meer pen en groepjes gebruiken bepaalde middelen om dan 200 km vervoerd hun positie te handhaven en zo mogelijk te verbe het bovenstaande is een logisch vervolg op het zin teren tot deze middelen behoort de wijze waar 140 op de communicatie plaatsvindt binnen en tussen sprake komen griffioen geeft daar op pagina 42 zulke groepen al communicerend leggen mensen in tegenspraak een leuk voorbeeld van een zich vast en worden ook vastgelegd op bepaalde week later nadat de leerlingen voor zichzelf een vooronde rs tellingen die min of meer als vanzelf lijst aangelegd hebben van begroetingen die ze op sprekend worden aangenomen het is niet moei de televisie gezien hebben het thema groeten en lijk om daar voorbeelden van te geven de brug begroeten ook de situatie zelf kan centraal piepers tegenover de leerlingen uit de hogere klas staan waarbij de volgende vragen gesteld wor sen de kakkers tegenover de punkers autocht o den nen tegenover allochtonen werknemers tegen wie begon te spreken over werkgevers etc wij vinden het belangrijk dat wie hield ermee op de leerlingen inzicht verwe rv en in de wijze waar heb je t recht of de plicht om te spreken of te op groepen met elkaar communiceren de voor zwijgen onderstellingen die daarbij een rol spelen boven waren er onderwerpen die ter sprake moesten tafel krijgen en controleren of die kloppen met komen de werkelijkheid legio uitwerkingen van dit the waren er onderwerpen die niet ter sprake ma zijn mogelijk ter illustratie de volgende alle mochten komen leerlingen maken een lijst van gesprekssituaties wat gebeurde er als je je niet aan bovenstaande waarin ze gedurende een dag achtereenvolgens regels hield verkeren ze noteren daarbij in een hogere klas kunnen we de gespreksonder de plaat s werpen centraal stellen door na te gaan of deze het onderwer p in de genoteerde situaties wel of niet mogelijk de gesprekspartner of de groe p zijn onderwerpen die zich daartoe lenen zijn de rol familielid vriend onbekende etc sterven religieuze overtuigingen financiele pro dit ove rz icht is een ware fundgrube van commu blemen seksualiteit en dit dan in relatie tot ie nicatieve situaties en kan uitgebuit worden z o zelf je gesprekspartner of iemand anders al lang de klas er plezier in heeft onderwerpen die doende krijgen de leerlingen zicht op de rollen aan de orde kunnen komen zijn kennismaken waarmee ze geconfronteerd worden of die ze zelf groeten aanspreekvormen rolpatronen enz o spelen statusrollen positierollen en situatierol voort len en de verschillen daartussen het is beslist niet de bedoeling dat daarbij einde we willen hier benadrukken dat hoewel het doen loos gepraat wordt over het praten vele situaties primair is het nadenken over het doen geen vrij lenen zich uitstekend voor discussies kringge bi ijvende zaak mag worden heel vaak schiet de sprekken en rollenspelen de specifieke kenmer reflectie erbij in we hebben er geen tijd meer ken van de situaties kunnen tijdens de reflectie voor of we weten niet goed hoe we het aan moe geanalyseerd en geinventariseerd worden ten pakken zie griffioen 1982 hoofdstuk 3 3 de docent kan beginnen met het ve rt ellen van z n dat is bijzonder jammer want uitsluitend de eigen aarzelingen in het gebruik van u en jij de koppeling tussen het doen en het nadenken over leerlingen noteren voor zichzelf op hun lijst tegen het doen de combinatie van taalgebruik en taal wie ze u en jij gebruikt hebben en wisselen die ge beschouwing kan naar onze overtuiging de leer gevens in groepjes met elkaar uit de ene leerling ling taalvaardig maken spreekt z n ouders met u aan de andere met ji etc daarna bereiden de groepjes een klein rollen spel voor waarbij het onderwerp vrij is maar het gebruik van u en jij vastligt bijvoorbeel d twee deelnemers beide gebruiken u twee deelnemers beide gebruiken jij noten twee deelneme rs de een gebruikt u de ander ij een van beiden wisselt van aanspreekvorm 1 zie h bessel e a het kringgesp re k 4 delen rotter d am 1977 daar moet dus een reden voor zijn 2 de eindeloze scheldp artij is een tekst van hans dor drie of vier deelnemers met ingewikkelder pa resteijn en willem witmink muziek van har ry ban tronen nink uitgebracht door polydor nr 2441087 musi een volgende les kan het thema kennismaken ter ca ssette n r 3234087 141