Taalbeschouwingsonderwijs

Publicatie datum: 1991-01-01
Collectie: 22
Volume: 22
Nummer: 7-8
Pagina’s: 283-284

Documenten

foru m onderwijs in de taalbeschouwing veel taal kundigen kwamen daardoor in de oppositie terecht omdat zij waarde hechtten aan tradi tionele grammatica als onderdeel van hun vak marten elkerbout ook het sco rapport van van gelderen gaat uit van die tegenstelling het rapport beschrijft taalbeschouwings alternatieven voor het traditionele grammatica onderwijs daarbij komt nog dat het begrip onderwijs traditioneel grammatica onderwijs verwar rend is het kan betekenen onderwijs in de tra ditionele grammatica of traditioneel onder wijs in de grammatica ik denk dat voorstan het werkoverleg onderzoek von levende ders van taalbeschouwing hun pijlen vaak talen organiseerde op t9 september i99i een richten op traditioneel grammatica onderwijs conferentiemiddag over taalbeschouwing in de tweede betekenis en dat taalkundigen uitgenodigd waren taalkundigen lerarenop vervolgens denken dat het traditionele gram leiders aan hogescholen en universiteiten matica onderwijs in de eerste betekenis be centraal stond de wat weidse vraag hoe zou dreigd wordt misschien is er dus wel helemaal taalbeschouwingsonderwijs voor de leeftijds geen tegenstelling tussen taalbeschouwing en groep van to tot t5 jaar eruit kunnen zien traditionele grammatica en kan de traditionele de middag bestond uit twee gedeelten een grammatica gewoon deel uitmaken van taalbe inleiding door amos van gelderen en daarna schouwing anderzijds is het natuurlijk ook een discussie onder voorzitterschap van ton heel goed mogelijk dat men inderdaad hele brouns in het inleidende gedeelte gaf van maal geen aandacht aan traditionele gramma gelderen een samenvatting van zijn onderzoek tica wil besteden maar dat moet dan wel dui van gelderen 1988 hij heeft daarin neder delijk zijn en dat kan alleen als er onderscheid landse en buitenlandse methoden op het ge gemaakt wordt tussen traditionele grammatica bied van taalbeschouwing geinventariseerd als onderdeel van de taalkunde en traditioneel hij verdeelde de leerstof in een zestal kennis grammatica onderwijs gebieden en selecteerde vervolgens met die het tweede cruciale probleem is de relatie classificatie als leidraad negen methoden tussen taalbeschouwing en taalvaardigheid waarin de gekozen kennisgebieden aan bod veel theoretici op het gebied van de taalbe kwamen ook de doelen en de didactische schouwing zijn van mening dat de taal slechts werkwijzen werden bij de inventarisatie be beschouwd mag worden ter ondersteuning trokken hoewel het onderzoek nuttige infor van de taalvaardigheid van gelderen noemt matie biedt voor wie geinteresseerd is in een dat het aanbieden van strategische kennis dat zeer globale orientatie op taalbeschouwing zou betekenen dat het onderwijs in de taal bleek het helaas geen antwoord op de ham vaardigheid bepaalt wat er bij taalbeschou vraag te geven wing aan bod mag komen veel van de kern na van gelderens inleiding vond er een dis doelen voor taalbeschouwing in de basisvor cussie plaats ook die discussie leidde niet tot ming lijken ook daardoor ingegeven het is een beantwoording van de eerder genoemde voor taalkundigen denk ik een te benauwde vraag dat lag niet alleen aan het onderzoek benadering van hun vak zoals bij voorbeeld te van van gelderen of aan de leiding van de dis lezen viel in bennis tgqi cussie er moet namelijk mijns inziens eerst hoewel er niet veel uit is gekomen hoop ik duidelijkheid komen over een tweetal smeu toch dat de conferentie een vervolg heeft ik lende kwesties voordat er gedacht kan wor zou er een voorstander van zijn om ons bij die den aan een opbouwende gedachtenwisseling gelegenheid af te vragen wat de taalweten binnen de kring van taalkundedocenten schap voor de basisvorming en de bovenbouw in de eerste plaats is door het nclo nt advies te bieden heeft en die discussie niet a priori te van 1978 een tegenstelling gecreeerd tussen het belasten met de vraag of we nu wel of niet traditionele grammatica onderwijs en het strategische kennis aan moeten bieden verder 1991 7 8 moer 2 83 l ijkt het me beter om discussies over termino foru m logie zoveel mogel ijk te vermijden h et l ijkt me veel zinvoller om te proberen doelstellingen voor taalbeschouwingsonderwijs te formule ren die te legitimeren zijn vanuit een gemeen koos hawinkels schappelijke visie op moedertaalonderwijs stichting promotie lite ratuu r literatuuronderwijs aclo m advies over het grammatica onderwijs in de lagere school s gravenhage 1978 bennis h taalkunde in de bovenbouw in le vende talen 461 1991 p 235 242 bij notariele acte van zr december 1991 is de geldeten a van taalbeschouwing wat is dat deel stichting promotie literatuuronderwijs spl i een internationale inventarisatie en systema opgericht de zoveelste stichting maar om tische beschrijving van alternatieven voor het tradi met onze grote volksschrijver te spreken de tionele grammaticaonderwijs amsterdam 1988 stichting die alle andere stichtingen overbodig sco rapport 173 maakt voordat ik uiteen zet hoe we dat waar willen maken geef ik eerst de overwegingen die tot de oprichting hebben geleid b en ar d sc h oo l bes taa n de literatuur leidt in het onderwijs een benard bestaan bij iedere nascholingscursus klagen de docenten luidkeels over het gebrek aan be langstelling van de leerlingen hun onwil of onvermogen om een boek te lezen laat staan een literair boek of zelfs gedichten en als je een aantal didactische technieken met hen hebt doorgenomen zoals laatst nog tijdens de con ferentie het schoolvak nederlands waardoor leerlingen leren adequater met literaire teksten om te springen stijgt de noodkreet op uit de zaal maar de hamvraag blijft hoe krijg je ze aan het lezen de nood is dus hoog gestegen de schuldigen zijn ook aangewezen de t v en de vertrossing volgens mij is er meer en iets fundamentelers aan de hand traditioneel is vooral de leraar nederlands verantwoordelijk voor het door geven van de literaire cultuur dat blijkt bij voorbeeld uit het feit dat hij een centrale rol speelt bij de leesbevorderende activiteiten in vooral de onderbouw vo en bij de literair theoretische vorming van de leerlingen het wordt voor de leraar nederlands echter steeds moeilijker om deze opdracht uit te voeren en kele oorzaken daarvoor noem ik hieronder taalvaardigheid de traditionele inhoud van het vak taalkunde en letterkunde is te 2 8 moer 1991 7 8