Taaldidaktiek en dialekt

Publicatie datum: 1983-09-01
Collectie: 13
Volume: 13
Nummer: 4
Pagina’s: 43-47

Documenten

in fragment 7 gaat het om de bespreking van een tekst die de leerlingen vooraf hadden gelezen de lk stuurt ze bewust op een verkeerd spoor en beeindigt het grapje door van kode te wisselen in 13 en 14 in fragment 8 zien we hoe de lk kennelijk onder invloed van de aard van de inte raktie tussen de leerlingen naar de thuistaal overgaat het maken van grapjes en de aard van de interaktie zijn echter niet de enige momenten waarop de lk de thuistaal hanteert het veruit meest suksesrijke en effektvolle dia lektgebruik grijpt plaats bij terechtwijzigingen of als de lk zijn ongenoegen over leerlingengedrag wil uiten de volgende vier passages gelicht uit diverse lessen zijn hiervan de illustratie tijdens de tekenles heeft een 11 het papier besmeurd de reaktie van de lk volgt prompt 1 ik och da s proper e joenge de ik is over een belangrijk punt aan het praten als hij een 11 opmerkt die in zijn boekentas zit te friemelen 2 ik zeg joenge tis de moment nie e oem de vuile was te doen tijdens een les breuken zit patricia iets heel anders te doen een snelle kodewisseling is het gevolg 3 lk dat hier dat is een heel en patricia mokt me nie zenuwachtig e een ander onaandachtig meisje krijgt dit te horen 4 lk juffrouw bostiels wa ze don toen uw hangmat ont ophange of zo opmerkelijk hierbij is dat de kodewiseling vaak slechts gedeeltelijk wordt uitgevoerd bij 2 en 4 zien we een vermenging van dialekt en standaardtaalkenmerken die ik heb onderstreept samenvattend kunnen we stellen dat ook de leerkrachten het dialekt hanteren afhankelijk van de kommunikatieve situatie meestal wordt de thuistaal gebruikt bij grapjes onder invloed van de aard van de interaktie en als bestraf fend register taaldidaktiek en dialekt zoveel is duidelijk als in andere vlaamse scholen dezelfde trends kunnen warden vastgesteld dan betekent dit dat de door sommigen als kontroversieel aangeziene vraag rondom 43 het al dan niet invoeren van de thuistaal in de klas een volstrekt irrelevant karakter krijgt de thuistaal maakt al onmiskenbaar deel uit van de dagelijkse verbale interak tieprocessen in de klas en op school hierin onderscheidt zich de antwerpse toestand van bijvoor beeld de kerkraadse een van de konklusies van stijnen vallens dissertatie luidt immers dat in de kerkraadse onderwijsleersituatie zowel leerkrachten als leerlingen bijzonder weinig dialekt gebruiken verder stellen ze vast dat in de weinige gevallen waarin dialect door de leerkrachten tijdens de lessen wordt gebruikt vervult deze varieteit het meest frequent de functie van didactisch hulpmiddel deze functie is conform de uitspraken van de leerkrachten zelf over de reden waarom ze dialect in de klas gebruiken stijnen vallen 1981 243 4 in de kerkraadse scholen heeft de thuistaal kennelijk een didakti sche funktie in de antwerpse scholen is de thuistaal een situationele variant waarvan de didaktische funktie volslagen wordt genegeerd de vraag die nu rijst ligt voor de hand zijn er argumen ten om in vlaanderen de thuistaal van een situationele variant in de klas en op school om te buigen naar een va riant met een didaktische funktie het antwoord hierop is afhankelijk van de manier waarop we tegen taalonderwijs aankijken kortom wat willen we met de leerlingen bereiken ik ben van mening dat de basisschool moet streven naar een zo breed mogelijke taalvaardigheidsontwikkeling d w z dat de opleiding erop gericht moet zijn een atmosfeer te scheppen waarin de taalhandelende en taalbeschouwende ont plooiing van de leerlingen optimaal wordt bevorderd ik stel vast dat deze atmosfeer vandaag op school niet wordt gekreeerd de drie paradoxen die ik in de inleiding van deze bijdrage besprak toont de krampachtige manier aan waarop over taalvaardigheid wordt gedacht bijgevolg wordt het doel voorbijgeschoten met name iedere leerling een vlotte hanteerbare kennis van de standaardtaal bij te brengen om dit te bereiken moeten we echter meer funk ties aan de thuistaal toekennen moeten we de thuistaal betrekken bij het taalonderwijs en moeten we ophouden te doen alsof het dialekt niet bestaat kortom we moeten ge bruik maken van het aanwezige taalpotentieel om de taalvaar digheid van de leerlingen te bevorderen er zijn minstens vier argumenten voor deze visie te beden ken 1 argumenten van psychologische aard de afgelopen tien jaar beseffen we dat taal en attitudes tegenover de taal nauw met elkaar zijn verbonden hoe ik over een taal denk beinvloedt in ruime mate hoe ik me in die taal beweeg of niet beweeg ook de attitude van de omgeving speelt een grote rol in de meeste vlaamse scholen wordt officieel een negatieve houding ten overstaan van het 44 dialekt geuit de werkelijkheid is echter dat iedereen de als negatief gemerkte variant hanteert dit leidt tot een soort van taalschizofrenie die allerminst bevor derlijk werkt ten overstaan van andere taalvarianten in casu het standaardnederlands we zouden er daarom goed aan doen elke hypokrisie omtrent de thuistaal te bannen een open positieve houding ten overstaan van het dialekt zal ook tot een positieve houding ten over staan van de standaardtaal leiden overigens hoeft het taalonderwijs zich niet tot twee varianten te beperken ook andere varianten kunnen in de klas worden binnenge haald vgl bijvoorbeeld kroon liebrand 1982 onder het motto dat tolerantie toegankelijkheid kweekt 2 argumenten van pedagogische aard het optimisme dat uit diverse leerplannen straalt aangaande de vanzelfsprekend heid waarmee de standaardtaal wordt verworven blijkt in de praktijk niet te worden gekonkretiseerd de taal vaardigheid van de leerlingen in de standaardtaal is vaak ronduit slecht te noemen het wordt tijd om inderdaad uit te gaan van het kind het wordt tijd om het taalge bruik van het kind au serieux te nemen en via de leerling aan de opbouw van een taalvaardigheidsdidaktiek te denken 3 argumenten van sociale aard het lijdt geen twijfel dat kennis van het dialekt alleen en of een gebrekkige kennis van de standaardtaal steeds meer een sociale barriere zal gaan betekenen die de individuele ontplooiing in de weg zal staan het taalonderwijs heeft hiermee een belangrijke sociale funktie te vervullen en kan niet langer blind blijven voor het falen van het tot nu toe gevoerde beleid het streven naar bidialektale sprekers die zich behoorlijk in de standaardtaal kunnen uitdrukken moet bijgevolg een andere basis krijgen dan de huidige die erin bestaat het dialekt als werkinstrument te nege ren een voor de hand liggende stap is het bewerkstellin gen van een meer open integratie van elementen die toch al deel uitmaken van de dagelijkse klaspraktijk zoals we hebben gezien 4 argumenten van taalkundige aard recente inzichten uit de sociolinguistiek schragen bovenstaande argumenten op frappante wijze de canadese onderzoekers cummins 1979 en swain 1981 bespreken het onderscheid en de wisselwerking tussen taalhandelend en taalbeschouwend taalgebruik ieder normaal kind dat op school komt drukt zich verbaal uit het is het taalgebruik dat het van huis uit heeft meegenomen schoolse aktiviteiten zoals lezen en schrijven verlopen echter vaak in een andere taalvariant dan deze waarover de leerlingen beschikken cummins en swain stellen nu dat hoe groter de verschil len tussen de schoolse variant en de thuisvariant des te moeilijker zal het onderwijsleerproces verlopen 45 de thuisvariant of het dagelijkse taalhandelende optreden noemen ze bics basic interpersonal communicative skills het vermogen waarop de school een beroep doet en dat ook ten dele op school wordt ontwikkeld noemen ze calp cognitive academic language proficiencies bics is bijgevolg een voorwaarde om suksesvol calp te verwerven ontwikkelen m a w swain en cummins stellen ten eerste dat je moeilijker kan leren en schrijven in een taal die je niet vlot spreekt en ten tweede dat er een ver band bestaat tussen de kwaliteit van bics en de suksesvol le manier waarop calp wordt verworven als we deze zienswijze toepassen op de vlaamse onderwijs leersituatie dan zien we dat het taalhandelend vermogen van de leerlingen niet aansluit bij de calp eisen van de school de taalbeschouwende eisen van de school in de stan daardtaal die de leerlingen niet of onvoldoende beheersen gaan voorbij aan het taalhandelend potentieel van de thuis taal bijgevolg bestaat een grote kans dat het calp niveau van een dialektspreker minder goed ontwikkelt dan bij een standaardtaalspreker want bij deze laatste sluit de calp wel degelijk bij de bics aan deze overwegingen verwijzen naar een taalonderwijsopvatting die stelt dat het inkorpore ren van het dialekt of de thuistaal van het kind in het normale kurrikulum een noodzakelijke stap is op weg naar een betere beheersing van de standaardtaal voor meer over bics en calp o a in verband met gastarbeiderskinderen zie langenakens van de craen 1982 besluit de gangbare officiele gedachten over de wenselijkheid het dialekt de thuistaal een didaktische funktie in de onderwijspraktijk toe te kennen zijn hierover bijzonder terughoudend dit leidt tot een aantal paradoxen en onhoud bare toestanden die een remmende invloed uitoefenen op nieuwe taalonderwijskundige inzichten deze toestand is niet bevorderlijk voor de taalvaardigheidsontwikkeling van de leerlingen uit deze bijdrage blijkt dat het dialekt al in de klas aanwezig is in een eerste fase moeten we dit erkennen en elke hypokrisie hieromtrent weren in een tweede fase moeten we ons buigen over de mogelijkheden dit taalpotentieel nuttig in het kurrikulum in te schakelen betekent dit nu dat leerkrachten altijd en in elke situatie de thuistaal van de leerlingen moeten hanteren in geen geval dit betekent wel dat de thuistaal van de leerlingen een kans moet krijgen in de klas omdat de voordelen van psychologische pedagogische sociale en taalkundige aard de vermeende nadelen verre overtreffen we moeten beseffen dat het hanteren van taal oneindig veel meer is dan het uiten van klanken en woorden we moeten beseffen dat het hanteren van taal in bijna alle gevallen kommuniceren bete kent hoe de mens zich gedraagt hoe hij door anderen wordt 46 gezien en hoe hij zichzelf voelt in deze wereld hangt in ruime mate af van de manier waarop hij zich kan uitdruk ken de manier waarop tot nu toe in vlaanderen over taalon derwijs werd gedacht remt dit uitdrukkingsvermogen ik stel voor aan deze ongewenste toestand een einde te maken piet van de craen brederodestraat 23 2000 antwerpen noot 1 het ging om het stedelijk instituut voor lager onderwijs nr 10 aan de lange ridderstraat te antwerpen de fragmenten werden in de loop van het schooljaar 1979 80 verzameld ik dank de heer r leysen direkteur en de heren m lambotte en e de saeger voor hun stimulerende medewerking bibliografie dambre j dialect en het aanleren van de standaardtaal in vlaanderen feiten en bedenkingen in p van de craen r willemyns red 1983 kroon s r liebrand tien lessen over taalvariatie molenhoek box meer 1982 langenakens a p van de craen de noodzaak van een efficient tweeta lig onderwijs aan migrantenkinderen in nederlandstalige basisscholen te brussel enkele taalsociologische en sociolinguistische beschouwin gen taal en sociale integratie 3 3 30 1982 stijnen s t vallen dialect als onderwijsprobleem den haag stichting voor onderzoek van het onderwijs 1981 van de craen p r willemyns red standaardnederlands en dialect op school thuis en elders akta van de derde sociolinguistendagen brussel vub 4 5 maart 1982 brussel studiereeks van het tijdschrift van de vub 1983 47