Taalonderwijs (instru-)mentaal benaderd

Publicatie datum: 1986-01-01
Auteur: Kees Sluis
Collectie: 04
Volume: 04
Nummer: 2
Pagina’s: 77-96
kees sluis taalonderwijs instru mentaal benaderd io bespreking van willie van peer jos tielemans instrumentaal fundamenten en modellen voor moedertaalonderwijs 2 delen acco leuven amersfoort 1984 prijs 74 25 0 inleiding enkele maanden geleden kreeg ik het vijfde moedertaaldidactiekboek herziene versies buiten beschouwing gelaten uit het nederlandse taalgebied in handen sinds ik vanaf 1976 op een lerarenopleiding werk in het eerste jaar van die baan lieten mijn collega s en ik de studenten zeggenschap van griffioen aanschaffen in 1981 vervingen we die dooi een nieuwe bijbel moedertaaldidactiek van de leidse werkgroep vorig jaar discussieerden we over de invoering van de wegwijzer voor het onderwijs in het tweede en derdegraads gebied van vos wierdsma inmiddels had ook een antwerpse groep zich geworpen op het schrijven van een moedertaaldidactiek leren leven in taal een boek dat in 1982 verscheen en in 1984 zag een opnieuw door van afkomst vlaamse auteurs geschreven boek met fundamenten en modellen voor moedertaalonderwijs het levenslicht instrumentaal 1 aandacht voor mentale en handelingsprocessen bij het verschijnen van tegenspraak 1982 waarschuwde jan griffioen in zijn woord vooraf al voor het gevaar van meer van hetzelfde is hiervan bij het boek instrumentaal sprake gaat men af op de titel dan lijkt dit inderdaad het geval we wisten immers al lang dat onze moedertaal een instrument voor de communicatie is vergl van dis 1969 opvallend is echter dat de lettergreep men op de boekomslag schuin gedrukt is legt men hier de klemtoon op dan leest men in het laatste deel van de titel mentaal het is waarschijnlijk dat de auteurs 77 spiegel 4 1986 nr 2 77 96 willie van psec en jos tielemans door middel van dit r ypografisch trucje de aandacht hebban willen vestigen op een belangrijk uitgangspunt van dit boek de keuze voor een ontwikkelingspsychologisch model pag 19 de auteurs rechtvaardigen deze keus met ae aanname dat de taalvaardigheid van ae leerlingen zich ontwikkelt volgens de ontwikkelingspsychologische principes van differentiatie en integratie deze ontwikkeling vindt plaats als resultaat van het handelen pag 19 in de laatst geciteerde zin raken we aan de kern van van peer tielemans theorie het beschouwen van onderwijsleerprocessen als specifieke vorm van menselijk handelen van peer tielemans hebben deze keuze gemaakt omdat het nandelen van mensen een bepaalde wetmatigheid vertoont en dat deze vrij algemeen toepasbaar is op verschillende soorten van handelen fysisch interactioneei vernaai en mentaal wat is die wetmatigheid in het handelen in een kortgeleden verschenen publikatie van van peer 1985 brengt hij deze als volgt onder woorden vrijwel alle handelen komt op gang vanuit bepaalde behoeften die worden gevoeld en tot een motivatieproces leiden om aan deze behoefte n tegemoet te komen daarbij maakt iemand zich een bepaalde voorstelling van een doel en van een plan om dat doel te kunnen bereiken hij ontwerpt een strategie en middelen om dat plan te kunnen uitvoeren en controleert en evalueert deze uitvoering na afloop kan een nieuw handelingsproces inzetten of kan opnieuw gestreefd worden naar de vervulling van de nog steeds niet vervulde behoefte doordat nieuwe behoeften of oude zich aankondigen of worden ervaren leren wordt in deze theorie als een produkt van het handelen gezien al handelend trekken mensen conclusies uit ervaringen en houden met deze conclusies weer rekening bij toekomstige handelingen de auteurs zien een handelingstheoretisch model als een noodzakelijke aanvulling op dit ontwikkelingspsychologisch uitgangspunt deze beide uitgangspunten maken duidelijk dat de auteurs van instrumentaal zich vooral richten op de mentale processen bij het lerende individu 2 afstand als centraal begrip van peer tielemans betrekken nog een uitgangspunt bij hun theoretische fundament het ontwikkelingsproces dient te worden bestudeerd als een proces van socialisatie de ontwikkeling van het individu is direct verweven met het complexe netwerk van sociale structuren denkbeelden waarden en doelen pag 19 dit uitgangspunt speelt in de theoretische achtergronden van zeggenschap nauwelijks een rol 78 in dit socialisatieproces speelt taal een belangrijke rol het is vanuit de genoemde theoretische invalshoeken dat van peer tielemans een coherente theoretische verhandeling willen geven daarbij hanteren zij afstand als indicator van de graad van abstractie pag 19 beide begrippen worden vervolgens toegelicht deze graad van abstractie oefent een dwingende invloed uit op het taalgebruik onder afstand wordt verstaan afstand tussen de deelnemers aan talige interactie zowel in ruimtelijke en temporele als in psychosociale zin ook de afstand van de deelnemers tot het onderwerp beinvloedt het taalgebruik en wel in de vorm van vier vormen van mentale operaties die een toenemende abstractiegraad kunnen bewerkstelligen waarneming geheugenactiviteit categorisering en abstrahering het is mogelijk om talige interacties naar verschillende graden van afstand in te delen pag 20 deze laatste stelling zal door de auteurs waargemaakt moeten worden zij baseren hierop immers hun aanwijzingen voor de moedertaalleerkracht uit de beschrijving van de afstand die in het taalgebruik een rol speelt kan een leerprogramma voor moedertaal worden afgeleid pag 20 zijn zij hiertoe in staat dan kan men mijns inziens van een nieuwe bijdrage aan de moedertaaldidactiek spreken zie voor het begrip afstand ook onder doelstellingen par 7 3 opzet van dit moedertaaldidactiekboek de theoretische uitgangspunten van deze moedertaaldidactiek en de centrale plaats van het begrip afstand bij het taalgebruik hebben de volgende consequenties voor de structuur van dit boek de auteurs schrijven eerst een hoofdstuk over didactisch handelen waarin zij van het handelingstheoretisch model voor het beschrijven van leerprocessen uitgaan de hoofdstukken ii en iii gaan in op verschillende aspecten van de beginsituatie deze krijgen ruime aandacht in verband met het ontwikkelingspsychologische uitgangspunt van deze moedertaaldidactiek vanuit het handelingstheoretisch model besteden de auteurs in de hoofdstukken iv en v aandacht aan de behoeften van leerlingen en beeldvorming bij leerkrachten waarbij het begrip motivatie uit de doeken wordt gedaan pas hierna hoofdstuk vi vii en viii komt aan de orde wat en waarom er tijdens het leerproces moet worden geleerd de doelstellingen de middelen om bij leerlingen het bedoelde leerproces op gang te brengen komen aan de orde in hoofdstuk ix over de concrete leerinhouden hoofdstuk x de specifieke onderwijsleeractiviteiten en hoofdstuk xi de hulpmiddelen die men wil inschakelen 79 hoofdstuk xii bevat een beschrijving van verschillende ispecten van de evaluatie uit ieze opsomming sou het beeld van een louter theoretisch boek kunnen ontstaan de auteurs heoben echter ook gedacht aan de behoefte van veel aanstaande leerkrachten aan didactische hulp op zeer kcrte termijn pag 18 zij hebben daarom een tweede deel aan deze moedertaaldidactiek toegevoegd dat bestaat uit een 30 tal concrete lesmodellen opvallend is dat dit moedertaaldidactiekboek niet het traditionele onderscheid van de vier taalvaardigheden luisteren spreken lezen schrijven volgt van peer tielemans geven als reden daarvoor op dat een dergelijke scheiding in afzonderlijke vaardigheden het vernieuwende denken over een geintegreerde taalvaardigheid juist belemmert pag 20 van peer tielemans onderscheiden de leeractiviteiten liever op grond van het principe van de afstand in intern taalgebruik interactie tekst en kritiek dit blijken vier vormen met toenemende afstandgraad te zijn wil een leerkracht bijvoorbeeld de leerlingen iets leren over een onderwerp literair produkt of thema dan zal hij eerst moeten beginnen met het oproepen van associaties bij leerlingen intern taalgebruik vervolgens spreken leerlingen onderling en de leerkracht over deze associaties en ordenen deze interactie pas daarna brengt de leerkracht tekst en van anderen in waarna tenslotte een fase van rationeel argumentatie vraagstelling kritiek volgt ook het literatuuronderwijs wordt niet als een losstaand vakonderdeel beschouwd literatuur is volgens de auteurs een bijzondere vorm van taalgebruik die specifiek individuele en maatschappelijke functies vervult het leren omgaan met deze functies en met de daartoe ontwikkelde vormen is een integraal onderdeel van het moedertaalonderwijs pag 20 ik kom hierop onder de paragraaf doelstellingen nog terug 4 een didactisch model voor het moedertaalonderwijs al eerder duidde ik aan dat de auteurs van instrumentaal uitgaan van een handelingsmodel voor het beschrijven van leerprocessen hoe dit zou kunnen uitwerken beschrijven van peer tielemans in een voorbeeld uit het spellingsonderwijs 1 eerst zal de leerkracht duidelijk moeten vaststellen wat de beginsituatie is welke leerlingen hebben moeite met spelling welke moeilijkheden hebben zij in welke situaties maken ze fouten wat voor voorkennis hebben ze al omtrent spellingsregels 80 2 de leerkracht dient vervolgens eer tehoeftenanalyse te maken die sou ertoe eiden dat niet alleen kennis van de spellingsregels wordt nagestreefd maar ook een positievere houding van de leerlingen tegenover spelling en dat ze weten in welke omstandigheden spelling belangrijk is 3 vervolgers zal de leerkracht de leerlingen moeten zien te motiveren op dit onderwerp kom ik straks terug 4 na voorgaande analyses kunnen de doelstellingen voor het spellingsonderwijs worden afgeleid daarbij spelen vragen als streef ik een of enkele doelen na moet ik verschillende doelen nastreven bij verschillende leerlingen op welke termijn moet het doel bereikt zijn 5 om de bepaalde doelstellingen te realiseren zal de leerkracht een plan maken in de vorm van een les sen voorbereiding onderdeel van die voorbereiding is de keuze van de strategie die men wil gebruiken hierbij spelen vragen als vertrek ik vanuit de herhaling van spellingsregels of laat ik de leerlingen meteen oefeningen maken worden de oefeningen individueel of in groepjes gemaakt wanneer wordt door de leerlingen gepraat over de oefening etc 6 tenslotte volgt een evaluatie hierbij komt onder meer aan de orde wil ik de spellingvastheid oefenen op welke wijze hoeveel tijd geef ik daarvoor het hiervoor beschreven stappen model voor didactisch handelen doet enigszins denken aan het didactische model van de corte 1976 een belangrijk verschilpunt is echter de cruciale rol die aan de analyse van de beginsituatie wordt toegedacht van peer tielemans kritiseren de leidse werkgroep 1980 op dit punt zij behandelt de beginsituatie slechts zijdelings en zonder dat de analyse ervan past in een duidelijk model pag 38 hoewel ik dit commentaar in feite juist vind wil ik hierbij toch wijzen op een moeilijkheid die samenhangt met de beoogde doelgroep van dit moedertaaldidactiekboek als voornaamste lezersgroep duiden van peer tielemans toekomstige leerkrachten aan mijn ervaring is dat deze doelgroep het juist heel moeilijk heeft met het schatten van de beginsituatie in instrumentaal komt deze tegenstrijdigheid niet aan de orde ik vrees dat de twee theoretische hoofdstukken over de beginsituatie in het boek die ik nu zal bespreken en zelfs de uitgewerkte modellen de studenten te weinig verder zullen helpen 5 de beginsituatie van peer tielemans kiezen twee invalshoeken voor het beschouwen van de beginsituatie a de ontwikkeling van de domeinen van de menselijke persoonlijkheid het motorische het affectieve en het cognitieve de auteurs komen tot de conclusie dat deze 81 terreinen onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn een gelijktijdig proces van differentiatie en integratie kan deze ontwikkeling stimuleren voor moedertaalonderwijs zou dit volgens de auteurs betekenen dat de leerprocessen zo ingericht rnceten worden dat de leerling zijn taalvaardigheid verder kan differentieren en dat hij de nieuw geleerde kennis kan integreren in zijn totale taalvaardigheid en persoonlijkheid pag 61 kijken we naar het lesmodel dat van peer tielemans hierbij geven een verwerking van een fragment uit een jeugdboek dan betekent het voorgaande dat de leerkracht keuzemogelijkheden in de les creeert telkens een probleemgerichte vraagstelling aan de leerlingen voorlegt en vervolgens de opgedane kennis laat toepassen in een nieuw gecreeerde probleemsituatie b de ontwikkeling van het taalvermogen en van taalvarianten bij de leerlingen positief te waarderen in instrumentaal is dat de auteurs niet alleen de taalontwikkeling tot het zevende levensjaar beschrijven maar ook bij elkaar hebben gezet wat uit onderzoek bekend is voor de taalontwikkeling van leerlingen in het middelbaar onderwijs zij baseren zich hierbij vooral op publikaties van gardner 1974 1975 het meest interessant vind ik de opsomming van nieuwe taalgebruiksvormen die binnen het bereik van een leerling op die leeftijd komen een vraagstelling die meer over de leerling zelf gaat meer mogelijkheden voor talige kritiek met name in discussies gesprekken die vooral zullen gaan over ontboezemingen troost vriendschap het uitwisselen van gevoelens en inzichten belangstelling voor teksten als dagboeken gedichten en brieven popteksten teksten met leeftijdgenoten in de hoofdrol op dit gebied van de taalvarianten pleiten van peer tielemans voor maximale taalvariant tolerantie anders kan volgens hen het leren van de standaardtaal niet plaatsvinden zij volgen hierin griffioen en damsma 1978 het beheersen van de standaardtaal is vooral nodig voor wat de auteurs noemen de uitbouw van de schriftelijkheid in combinatie met deze tolerantie vinden de auteurs dat er wel de verstaanbaarheidsplicht en de sociale regels van tact dienen te gelden in de klas 6 motivatie voor het behandelen van het begrip motivatie vallen van peer tielemans in eerste instantie terug op de principes normaal functioneel ten brinke 1977 en autonomie griffioen 1978 volgens de auteurs van instrumentaal zijn deze principes 82 geen tegengestelden van elkaar iraar dienen ze juist te worden gecombineerd zij baseren dit op hun stelling dat leermotivatie een combinatie is van het korte afstandprincipe van normale functionaliteit en het lange afstandprincipe van de autonomie pag 103 als kritiek op beide principes voeren van peer tielemans aan dat deze ervan uit blijken te gaan dat de motivatie van alle leerlingen op gelijke wijze kan worden verhoogd om hun kritiek te onderbouwen halen zij het faalangstonderzoek van hermans 1975 aan op basis hiervan beweren van peer tielemans dat de onderwijsleersituatie moet worden aangepast aan de individuele motivatiestructuren van elke leerling pag 107 de belangrijkste rol hierbij kennen zij toe aan de leerkracht deze dient a duidelijk leiding te geven en b vertrouwen te schenken en dit ook uit te stralen pag 110 in het daaropvolgende hoofdstuk verduidelijken de auteurs wat hen hierbij voor ogen staat een democratische leiderschapsstijl morrison mclntyre 1975 leren in vrijheid rogers 1971 goede interactionele vaardigheden onder andere op het gebied van het verdelen van de spreektijd het gebruik van vaktaal en het beheersen van het vraag en antwoordspel een positieve verwachting ten opzichte van de leerling creeren ter vermijding van het pygmalioneffect zie koblitz 1981 opvallend is dat van peer tielemans zelf hier de vraag stellen naar de uitvoerbaarheid van de aanbevelingen zij beantwoorden deze vraag positief en dragen een onderzoeksvoorbeeld aan ik vrees echter dat zulke opgaven voor leerkrachten in steeds grotere en zeer heterogene klassen wel te zwaar zijn 7 doelstellingen de auteurs kiezen voor een in zoomende benadering van de doelstellingen voor het vak nederlands hun start ligt bij de problematiek van de algemene doelstellingen van het onderwijs van hieruit worden de leerdoelen voor de verschillende vakken geconcretiseerd van peer tielemans pleiten voor een niet te concrete formulering van doelstellingen dat werkt systeemscheidend de geformuleerde doelstellingen voor een vak komen tegenwoordig steeds meer in een zogenaamd curriculum terecht de auteurs van instrumentaal pleiten in dit verband voor een half open leerplan voor het vak nederlands hun argumentatie daarvoor is dat zo n leerplan rekening houdt met maatschappelijke eisen ten aanzien van het onderwijs en tevens een reeks differentiele leerdoelen als keuzemogelijkheden in zich kan opnemen 83 van peer tielemans komen hierna tot de verdere uitwerking van het pri cxpe van de afstand voer de moedertaaldidactiek daarbij maken zij gebruik van de ideeen van moffet 1968 die afstand tussen 3preker hoorder onderv erp verbindt met het begrip aostracriegraad naar zijn mening verloopt de taalontwikkeling via twee wegen enerzijds is er een geleidelijke groei naar toenemende abstrectiegraad in verband met de steeds groter woedende afstand tot de andere gespreksdeelnemers anderzijds eer voortdurend groeiend bewustzijn van de abstractiegraad die men lantaert met als gevolg een grotere flexibiliteit in het hantsren van verschillende gesprekstechnieken hieruit vloeit voo z dat van peer tielemans de doelstellingen van het vak nederlands willen richten op het volgende de taalvaardigheid van ie leerlingen moet voornamelijk worden uitgebreid in de richting van een grotere diversiteit in afstand tussen de drie basiscomponenten van taalgebruik spreker hoorder en onderwerp het taalgebruik verschilt al naar gelang van de ruimtelijke temporele of psychologische afstand tussen spreker en hoorder de afstand tussen spreker en onderwerp wordt achtereenvolgens in toenemende mate beinvloed door de waarneming het geheugen het begripsvermogen en de abstrahering eigenschappen van elk van deze processen zijn nauw verweven met het taalgebruik daarom is het bewust worden van deze eigenschappen een doelstelling van het vak nederlands evenals training in het talig handelen dat samenhangt met deze processen van waarneming geheugen begrijpen en abstraheren pag 187 van peer tielemans nemen na dit citaat in hun boek een lesmodel op waarin een aantal aspecten van genoemde doelstelling zijn geconcretiseerd dit model neem ik in zijn geheel over zodat u zich een beeld kunt vormen van van peer tielemans aanpak lesmodel de on zichtbare steden 1 op vraag van de leerkracht hebben leerlingen ansichtkaarten meegebracht waarop steden zijn afgebeeld de leerkracht verzamelt de kaarten en verdeelt ze weer onder leerlingen met de opdracht er een zo nauwkeurig mogelijke beschrijving van te leveren 2 de kaarten worden weer verzameld en aan de muur geprikt zodat ze voor de hele klas zichtbaar zijn de beschrijvingen worden eveneens verzameld en onder de leerlingen verdeeld met de opdracht te achterhalen bij welke ansichtkaart de ontvangen beschrijving hoort 3 klassegesprek over deze oefening wat was er moeilijk makkelijk kwam dat door de oefening zelf of door de manier waarop de beschrijving was gemaakt 84 inventarisatie van zaken waarop gelet moet worden bij het maken van een dergelijke beschrij ving 4 leerkracht deelt leerlingen mee dat volgende opdracht wat moeilijker is maar in grote lijnen hetzelfde verloop kent de leerlingen krijgen een nieuwe ansichtkaart die nog niet eerder ter sprake is gekomen ze mogen deze maximaal 2 minuten bekijken en moeten hem dan inleveren daarna maken leerlingen weer een korte beschrijving van de stad 5 terwijl leerlingen onderling hun beschrijving uitwisselen brengt de leerkracht de kaarten op de muur aan de leerlingen trachten te achterhalen bij welke kaart de ontvangen beschrijving hoort 6 er volgt een klassegesprek over de moeilijkheden die zich voordeden bij het maken van een beschrijving op basis van alleen de herinnering en de verschillen met vorige oefening inclusief het speuren naar de kaart die bij de beschrijving hoorde 7 de leerkracht bezorgt leerlingen de tekst van italo calvino met de opdracht de tekst te lezen en zoveel mogelijk overeenkomsten en of verschillen tussen deze beschrijving en een zelfgemaakte beschrijving inmiddels terugbezorgd aan te wijzen en bij de verschillen aan te geven welke gevolgen deze voor het dagelijkse leven van de bewoners in die stad hebben aan de opdracht is nog een voorwaarde verbonden de uitvoering mag slechts korte tijd duren bijvoorbeeld maximaal 5 minuten inclusief het lezen van de tekst 8 enkele leerlingen geven voor de klas aan de hand van hun aantekeningen een overzicht van hun bevindingen in vorige fase na een vijftal beurten worden enkele leerlingen gevraagd een globale samenvatting van deze verslagen te maken de klas komt gezamenlijk tot een conclusie 9 de leerlingen krijgen nu de opdracht een werkstukje te maken waarin ze beargumenteren waarom de stad die ze zelf eerder hebben beschreven juist die vorm heeft de leerkracht moedigt de leerlingen aan om gedurende een tiental minuten zoveel mogelijk verklaringen op papier te zetten 10 na deze fase inventarisatie en vergelijking in de klas onder leiding van de leerkracht conclusie uit deze oefening bij een dergelijk probleem is een systematische aanpak noodzakelijk de auteurs geven bij dit lesmodel de volgende toelichting de opbouw van de les verloopt parallel met de vier aspecten die in dit hoofdstuk aan de orde zijn gekomen bij de bespreking van de afstand spreker onderwerp de afstand spreker hoorder is indirect aan de orde de beschrijvingen worden door leerlingen gemaakt voor klasgenoten 85 dit impliceert een vrij kleine afstand tussen schrijver en lezer zowel in tijdruimte als in psychosociaal opzicht fasen 1 2 en 5 zijn in hoofdzaal cericnt op waarneming in fasen 3 4 en 6 konen aspecten van het gaheugen aan bod fasen 7 en 8 richcen zich op facetten van het begrijpen doordat de leerlingen relaties van overeenkomsten verschillen en van oorzaken gevolgen leggen fasen 9 en 10 tenslotte geven aanleiding tot abstraheren doordat daarin een probleem wordt gesteld dat slechts op enigszins bevredigende wijze kan worden opgelost door verschillende hypothesen op min of meer samenhangende wijze men elkaar in verband te brengen pag 189 8 afstandsfactoren en taal in een uitgebreid hoofdstuk gaan de auteurs vervolgens in op die samenhang tussen genoemde processen en het taalgebruik waarneming en taal in taal worden waarnemingen benoemd in taal weerspiegelt zich wat de mens heeft waargenomen die waarnemingen worden sterk beinvloed door factoren als culturele achtergrond kennis van de omgeving etc in lessen nederlands zal aandacht moeten worden geschonken aan dergelijke perceptuele processen van peer tielemans geven hierbij het voorbeeld van de kennis van kleurwoorden geheugen en taal bij luister en leesprocessen treedt verkorting en vervorming op wanneer de informatie in het geheugen wordt vastgelegd dit is bijvoorbeeld van invloed bij de begrips en oordeelsvorming bij de mens begrijpen van peer tielemans bepleiten een vorm van tekstanalyse die gebaseerd is op de handelingsstructuur van de tekst de kans is in zo n geval groot dat de leerling niet alleen wat leert over verhaalstructuren maar tegelijkertijd over taal gebruik over zichzelf en over de wijze waarop anderen om hem heen reele personages in zijn omgeving en de fictieve personages in verhalen handelend optreden pag 210 op een eerdere plek in het boek hebben van peer tielemans deze visie al vorm gegeven in een model van een handelingsstructuur aan de hand van het volgende tekstvoorbeeld geven zij een analyse de arme boer 1 een arme boer liep over een open veld en zag onder een struik een haas zitten 2 hij was in zijn schik en zei 3 nu zal ik het toch beleven dat ik een huisje krijg 4 ik vang deze haas sla hem dood met mijn zweep en verkoop hem voor twaalf kopeken 5 voor dat geld koop ik een zeug die levert me wel twaalf biggen op de biggen worden groot en van elk daarvan krijg ik er wel weer twaalf 6 ik slacht ze 86 allemaal en heb dan een hele voorraadschuur vol vlees 7 het vlees verkoop ik en voor dat geld koop ik een huisje en ga trouwen 8 mijn vrouw krijgt dan twee zoontjes wasjka en wanjka 9 de kinderen zullen de akker ploegen en ik zit onderwijl bij het raam en geef mijn orders 10 he daar kinderen roep ik wanjka en wasjka jagen jullie de knechts niet zo op bij het werk 11 je kunt zien dat jullie het nooit arm hebben gehad 12 de boer riep dit zo hard dat de haas schrok en er vandoor ging 13 en met de haas waren het huis met al zijn rijkdom de vrouw en de kinderen verdwenen a n afanasjew russische volkssprookjes utrecht antwerpen het spectrum in het fragment zijn de zinnen genummerd om de analyse te vergemakkelijken deze nummering is alleen om praktische redenen aangebracht en heeft verder geen enkele status ook niet syntactisch model hamr lincsstructuur verbalisering am zijn beginsituatie zin 1 haas zien haas weg 12 motivatie voorstelling van toekomstige situatie doel rijk worden huisje plan haas vangen doden zeug biggen vlees 4 11 geld huis vrouw zoons rust roepen 12 uitvoering nihil i evaluatie plan mislukt 13 88 van peer tielemans merken hierbij op dat de handelingsstructuur niet volledig parallel loopt met de verbalisering ervan dat viel al te zien aan de volgorde van de zinnen bovendien wordt de geschiedenis niet door de boer zelf verteld maar door iemand anders die verder onbekend blijft tenzij men er direct de persoon van afanasjew achter zoekt dit is des te merkwaardiger omdat vrijwel het gehele verhaal bestaat uit gedachten van de boer dit is een belangrijk gegeven voor het literatuuronderwijs verhalen tonen niet enkel de handelingen waarin personages verwikkeld zijn zij geven de lezer luisteraar ook rechtstreeks toegang tot de innerlijke wereld van de personages toegang tot hun doelen belangen gedachten plannen gevoelens wensen motieven behoeften daardoor heeft het literatuuronderwijs de mogelijkheden om het psychologisch en sociaal inzicht en inlevingsvermogen van leerlingen te verhogen wat ons in het alledaagse leven slechts moeizaam en slechts zeer onvolledig lukt namelijk hoogte krijgen van de precieze plannen ideeen gevoelens dromen of verlangens van anderen wordt via de literatuur op vrij directe wijze tot stand gebracht pag 41 42 hierin valt op dat de auteurs gebruik maken van een verhaal met veel geplande handelingen is deze aanpak ook voor meer psychologisch getinte verhalen geschikt en veel nadruk leggen op de inferenties in teksten er is sprake van inferentie wanneer slechts een klein deel van de totale handeling wordt verteld en de lezer zelf de rest van de handeling onder meer op basis van verwijzingen moet invullen deze inferenties zouden wel eens iets te maken kunnen hebben met de kwaliteit van een verhaal helaas is hiernaar nog weinig onderzoek verricht het voordeel van de voorgestelde aanpak van teksten in instrumentaal is dat deze tegemoet komt aan de kritiek op de zogenaamde ervaringsgerichte benadering die vaak blijft steken in het uitwisselen van eikaars belevenissen bij deze handelingsgerichte benadering krijgt de leerling in ieder geval inzicht in de structuren van handelen het is voor mij echter een vraag of een dergelijke wijze van tekstanalyse het totaal elimineren van apart literatuuronderwijs rechtvaardigt ik zie bijvoorbeeld niet hoe poetische teksten met deze benaderingswijze op hun waarde kunnen worden geschat abstraheren en taal van peer tielemans wijzen erop dat pas na het twaalfde levensjaar gemiddeld een kind mentaal in staat is om specificaties in zijn taalgebruik aan te brengen door middel van preciseringen modificaties en verbindingen te leggen hiermee sluiten zij aan bij taalbeschouwingssuggesties voor de kenmerken van abstraherend 89 taalgebruik die gedaan zijn door nieuwenhuijsen 1978 en van 2alcar 1983 we kunnen concluderen dat de auteurs van instrumentaal verschillende interessante aanzetten geven voor de doelstellingen waarop het rroedertaalonderwijs in het vo zich zou moeten richten ik heb de indruk dat zij hiermee inderdaad een nieuwe kijk op met name het taalvaardigheidsonderwijs bieden de uitwerkingen in dit hoofdstuk zijn echter nog in het eerste stadium 2 het is jammer dat zij de publikaties over leesprocessen westhoff 1981 en schrijfprocessen flower hayes uitgelegd in bochardt 1964 niet hebben opgenomen in hun beschouwingen hun bijdragen zouden een interessante aanvulling hebben kunnen vormen 9 de strategie dit hoofdstuk zou het meest concrete van het boek moeten worden omdat het volgens de auteurs de middelen dient te bieden om het leerproces op gang te brengen zoals eerder reeds gemeld gaan de auteurs niet uit van de traditionele verdeling spreken luisteren schrijven lezen als uitgangspunt nemen zij de beschrijvingsniveaus van de menselijke taal klank schrift vorm betekenis handeling van peer tielemans constateren dan dat a de vo leerling op het gebied van de uitspraak en het hand schrift na de lagere school niet veel meer te leren heeft b de vo leerling intuitief de belangrijkste syntactische regels van het nederlands wel beheerst maar dat de toepassing op het gebied van de schriftelijke en handelingsuitdrukkingsvaardigheid te wensen over laat leerinhouden op het gebied van de vorm hoeven dus slechts beperkte aandacht te krijgen c het verwerven van een grotere rijkdom in betekenisaspecten een grote plaats in het moedertaalonderwijs verdient zij denken daarbij met name aan abstracte begrippen verbindingswoorden figuurlijke uitdrukkingen en sociolecten in de ruimste betekenis onder andere van vaktalen ik vermoed dat bij menige lezer nu het beeld van de invuloefeningen in de boekjes van van der keuken voor ogen komt hier verklaren van peer tielemans zich tegen door middel van actieve werkvormen onder andere drama en het gebruik van allerlei hulpmiddelen dient de leerling met de betekenis van nieuwe woorden vetrouwd te raken ik verbaas me erover dat van peer tielemans in deze context niet het thematisch onderwijs noemen als een van de vormen waarin leerlingen betekenissen verwerven d de drie genoemde taalaspecten zijn bijna altijd ingebed in het handelen van de mens de leerling dient daarom ook het nodige 90 te leren over gebruiksregels van menselijke taal op dit punt heeft het moedertaalonderwijs weinig traditie leerkrachten zullen dus voor een groot deel zelf het initiatief moeten nemen door in de klas de vraag te stellen is deze taaluiting in deze context situatie institutie passend voor het beantwoorden van deze vraag is kennis van sociale rollen noodzakelijk om deze kennis op te doen stellen van peer tielemans voor audiovisuele middelen en rollenspelen regelmatig in de les te gebruiken vooral de reflectie op wat men gehoord en gezien heeft zal dan moeten bijdragen tot vergroting van de kennis over sociale rollen bij de leerlingen via de plekken waar mensen talig handelen komen de auteurs van instrumentaal terecht bij de zogenaamde domeinen waarvan de leerlingen de taalkennis dienen te verwerven gezin en familie persoonlijke sociale relaties levensbeschouwing overheid economie arbeid en beroep vrije tijd gezondheid en welzijn kennis en pers en massa media deze domeinen doen mij sterk denken aan het begrip kernthema dat de slo in haar publikatie over thema s gesproken hanteert er is mijns inziens eenvoudig sprake van een andersoortige typologie helaas ontbreekt in instrumentaal een vertaling van deze domeinen naar het niveau van de middelbare scholier het vraagt daarom veel van leerkrachten om met deze onderwerpsuggesties te kunnen aansluiten bij de belevingswereld van de leerlingen sprekend over wat de leerkracht concreet in de klas bij de leerlingen moet aanleren vallen de auteurs terug op het onderscheid receptieve en produktieve vaardigheden de receptieve vaardigheden kunnen worden aangeleerd door de leerlingen te confronteren met teksten en gesprekken van allerlei soort die ze interpreteren en evalueren de produktieve vaardigheden zullen vooral aandacht moeten geven aan de keuze van een bepaalde stijl in allerlei situaties binnen het vak nederlands zal de leerkracht bezig moeten zijn met talige activiteiten waarop het afstandprincipe van toepassing is intern taalgebruik directe interactie tekst en kritiek bij de eerste vorm van taalactiviteit is de afstand tussen de deelnemer s en het onderwerp het kleinst bij kritiek de laatstgenoemde taalactiviteit het grootst voor mij komt met name het onderscheid tussen directe interactie en tekst wat geforceerd over ik ben benieuwd waar van peer tielemans bijvoorbeeld telefoongesprekken onderbrengen aan de beoefening van kritiek stellen de auteurs de voorwaarde dat deze een rationeel argumentatief karakter heeft hoewel ik het op zichzelf met deze voorwaarde eens ben heb ik grote twijfel of dit criterium voor alle activiteiten die onder kritiek vallen op kan gaan ik denk hier vooral aan de wijze waarop je als leerkracht 91 gewoonlijk mei joncere leerlingen over tekst spreekt of komt de leerkracht pa in de bovenbouw aan kritiek toe als laatste onderdeel in de strategie voor het bereiken van de eerdergenoemde doelstellingen voer het rato beschrijven van peer tieierrans een aantal didactische hulpmiddelen achtereenvolgens komen aan de orde didactische vuistregels bronnen werkvormen media schoolboeken het talig milieu en da lesvoorbereiding het talig nilieu is in dit rijtje het meest opvallend van peer lielemans pleiten ervoor in de klas onder andere een muurkrant een leeshoek een klasbrievenbus poezieboeken etc te hebben mijns inziens zijn dit zeer goede suggesties die ook in het basisonderwijs reeds hun diensten hebben bewezen vergl theiranummer moer 1981 4 integratie ko en lo 10 didactische evaluatie in een uitvoerig betoog komen van peer tielemans tot de conclusie dat voor nederlands de volgende werkvormen van didactische evaluatie geschikt zijn open vragen objectieve toetsen de voor en nadelen van beide vormen worden belicht voor de beoordeling van de taalvaardigheden zijn de auteurs van instrumentaal aanhangers van analytische beoordelingsschema s zij verwijzen voor schrijfvaardigheid naar wolowitsj schelvis 1976 voor leesvaardigheid naar bolsius 1977 voor spreek en luistervaardigheid onder andere naar hennephof 1971 en van bezooijen 1980 helaas zijn recentere publikaties bijvoorbeeld van de slo over het sluizenmodel voor de beoordeling van schrijfvaardigheidsprodukten 1984 niet opgenomen daardoor bevat dit hoofdstuk weinig nieuws de auteurs tonen zich tenslotte aanhangers van selectiedrempels gevolgd door een periode van selectievrij onderwijs deze gedachte ontlenen zij aan de groot 1968 11 lesmodellen eerder werd al aangekondigd dat deze moedertaaldidactiek ook een deel 2 kent dat bestaat uit 32 lesmodellen in de inleiding geven de auteurs al toe dat het verband tussen beide delen niet zo sterk is toch hebben de auteurs wel geprobeerd in verschillende opzichten aan te sluiten bij de theoretische inzichten van deel 1 a ze groeperen de lesmodellen in drieen met als kopjes processen van differentiatie en integratie afstand spreker hoorder afstand spreker onderwerp 92 deze laatste categorie is weer onderverdeeld in waarnemen geheugen en categoriseren begrijpen en abstraheren b in ruim de helft van de lesmodellen is in de structuur opgenomen met welke lesactiviteit de lesgever te doen heeft intern taalgebruik interactie tekst of kritiek het geheel van lesideeen c g modellen maakt echter nog een wat toevallige indruk in geen geval kan men een curriculum in dit deel van de moedertaaldidactiek herkennen de reden waarom van peer tielemans niet systematischer hebben gepoogd vanuit hun theoretische inzichten een leerplan samen te stellen blijft de lezer onbekend ook is de uitwerking van de gekozen beginsituatie in de verschillende lesmodellen tamelijk summier dit verbaast me in verband met de nadruk die de schrijvers zelf hierop in deel 1 leggen inhoudelijk bieden de lesmodellen veel variatie het is treffend hoe de groepering van de verschillende vakonderdelen ook mogelijk is vanuit een andere invalshoek of typologie onder processen van differentiatie en integratie bieden van peer tielemans enkele thematische lessenseries aan over wonen eten bluf en beroepen die veel keuzemogelijkheden voor de leerlingen bevatten differentiatie volgens het projectmodel onder afstand spreker hoorder stellen de auteurs verschillende vormen van schriftelijk en mondeling taalgebruik aan de orde verhaal brief interview etc onder afstand spreker onderwerp komen onder het sub kopje waarnemende verschijnselen zien en luisteren aan de orde onder het sub kopje geheugen en categoriseren verschijnen plotseling vier lessen over taalbeschouwing meewerkend voorwerp verplaatsingsproef onderwerp en persoonsvorm zinsoperaties ik gebruikte opzettelijk niet de term grammatica omdat dit een louter syntactische benadering van deze onderwerpen zou veronderstellen op een van calcar achtige wijze laten van peer tielemans ook semantische en pragmatische analyses van deze onderwerpen door de leerlingen uitvoeren zie van calcar 1983 daarna volgt het sub kopje begrijpen waaronder lessen met voornamelijk tekstverklaringsactiviteiten zijn gerangschikt de lessen die onder het sub kopje abstraheren voorkomen bieden een grote verscheidenheid aan taalactiviteiten maar zijn alleen in de hoogste klassen van het vo uitvoerbaar overigens is het jammer dat geen van de lesmodellen een globale tijdsaanduiding bevat hetgeen een welkom handvat voor de beginnende leraar zou zijn 93 12 conclusies instrumentaal is geen moedertaaldidactiek waarop je het etiket sneer van hetzelfde kunt plakken de introductie van het principe van de afstand is een interessante inbreng in de nederlandse moedertaaldidactiek de amerikaanse didacticus moffet volgend verbinden de auteurs het begrip afstand met abstractiegraad ik kan de auteurs volgen in hun doelstelling dat het moedertaalonderwijs in het vo moet inspelen op de geleidelijke groei naar toenemende abstractiegraad de auteurs halen voldoende ontwikkelingspsychologische gegevens aan om dit standpunt te ondersteunen maar het is de vraag of dit uitgangspunt echt nieuwswaarde heeft dit gegeven is al veel langer bekend het groeiend bewustzijn van de abstractiegraad aal volgens van peer tielemans leiden tot een grotere flexibiliteit in het hanteren van gesprekstechnieken die verschillen in afstand tussen deelnemers of tot gespreksonderwerp vereisen nemen de auteurs hier niet al te gemakkelijk aan dat een gedegen taalbeschouwing leidt tot een grotere taalvaardigheid de auteurs geven zelf aan dat zo n groeiend bewustzijn dient te worden gekoppeld aan een training in het talig handelen ik mis echter voor deze training een concrete uitwerking in een curriculum moedertaalonderwijs deze concrete uitwerking is mijns inziens nog in een beginstadium zie noot 2 het loont echter de moeite om verdere uitbouw van de gekozen doelstellingen te onderzoeken daarbij zullen dan ook nieuwe inzichten op het gebied van evaluatie en beoordeling moeten worden betrokken als opleider van aanstaande leraren heb ik meer moeite met deze moedertaaldidactiek deze didactiek stelt zulke hoge eisen aan de leerkracht zie met name hoofdstuk v dat menig beginnend lera a r es zich na lezing ontmoedigd en machteloos zal voelen de belangrijke plaats die deze didactiek voor de analyse van de beginsituatie inruimt zal waarschijnlijk dit gevoel nog versterken hoewel de gegeven lesvoorbeelden natuurlijk wel enig houvast bieden zijn zij toch nog tamelijk fragmentarisch daarbij komt dat het taalgebruik in instrumentaal nogal wat stapelconstructies en vakjargon bevat een voorbeeld uit een conclusie wat het handelingsaspect betreft moeten leerinhouden van het moedertaalonderwijs zich richten op de verdere verwerving en integratie van taaigebruiksregels in uiteenlopende situaties de gepastheid van taaluitingen en de betekenisconsequenties van uitingen in een dergelijke situatie pag 232 helaas overschaduwt dit taalgebruik de wel aanwezige overzichtelijkheid van het boek amsterdam december 1985 94 noten 1 ik dank mijn collega s geurt van hierden en joop wammes voor het functioneren als discussiepartners bij de totstandkoming van deze bespreking 2 inmiddels is op basis v3n de in dit boek beschreven inzichten een schoolboekmethode voor het lager beroepsonderwijs verschenen erna janssens e a van zelf sprekend plantyn deurne b 1984 bibliografie bezooijen r van l boves opmerkingen bij de toetsverzameling luistervaardigheid nederlands in levende talen nr 352 198