Taalvaardigheid. Lezen en schrijven.

Publicatie datum: 1989-03-01
Auteur: Chris Cuyves
Collectie: 18
Volume: 18
Nummer: 6
Pagina’s: 327-343

Documenten

taalvaardigheid lezen en schrijven zoals in het leerplan voorde eerste graad van de eenheidsstructuur worden de vaardigheden lezen en schrijven in de inleiding van dit artikel apart behandeld echterwel met de opmerking dat hoewel beide activiteiten duidelijk te scheiden zijn ze toch met elkaar samenhangen ook in de lespraktijk teksten die gelezen worden fungeren vaak als voorbeeld en of aanzet om te schrijven de voor beeldfunctie geldt vooral voor zakelijke teksten maar ook voor creatieve leer lingen lezen eerst een brief of recensie voor ze er een schrijven ze leren de ali nea opbouw zien in gelezen teksten en gaan daar dan aan werken in hun eigen teksten en voor creatief schrijven kan men leerlingen gerichte leeservaringen laten opdoen in verband met fictionele teksten verhoeven van de poel 1986 p 12 waarna ze zelf aan de slag gaan lees en schrijfactiviteiten worden bij voorkeur gok nog op andere manieren aan elkaar gekoppeld na een schrijfoefening moeten de schrijfprodukten uiteraard gelezen en geevalueerd worden wat niet alleen door de leerkracht maar ook door de leerlingen kan gebeuren b v aan de hand van de vier volgende criteria eenvoud structuur bondigheid levendigheid vooraf moet aan die termen dan wel inhoud gegeven worden met behulp van voorbeelden en de analyse ervan zie hiervoor b v melopee 2 p 138 140 de lessuggesties en lesmodellen die op de inleiding volgen zijn als volgt gegroepeerd i een lesmodel om erachterte komenwat de leerlingen zoal lezen beginsituatie ii lessuggesties en lesmodellen in verband met het lezen van fictionele teksten ill creatief schrijven suggesties en modellen voor het lezen en schrijven van zakelijke teksten worden in het volgende vonk nummer voorgesteld lezen 1 lezen 12 tot 14 jarigen veel hoeveel en wat jongeren lezen hangt van zoveel factoren af en niet in de minste mate van de manier waarop hun omgeving met leesvoer omgaat we zullen voor elke klas apart de beginsituatie i v m lezen moeten nagaan zowel wat betreft zakelijke als fictionele teksten dat kan op een vrij eenvoudige manier door in het begin van het schooljaar als de fiches worden ingevuld meteen een paar vragen in verband met de leesgewoonten van de leerlingen te laten vonk 1989 18de jg nr 6 327 beantwoorden als aanvulling kunnen de eerste twee lesmodellen praten en luisteren rond door de leerlingen meegebrachte teksten en een boekenbeurs in de klas ons een vrij goed beeld geven van het leesgedrag van de leerlingen 2 lezen heeft een functionele en een niet zo direct functionele component aan de ene kant moeten we de leerlingen een aantal vaardigheden bijbrengen i v m het lezen van zakelijke teksten dat lezen is gericht op nu en later leerlingen lezen nu teksten om iets te weten te komen over hun hobby over hoe ze een computerprogramma kunnen opstarten en uiteraard ook om ze te studeren voor de school het leren lezen en studeren van zakelijke teksten is bovendien ook gericht op later zakelijke teksten moeten ze immers kunnen lezen willen ze zich in hun eigen vakgebied bekwamen in die zin is dit soort lezen dus uitermate belangrijk en functioneel aan de andere kant is er het niet zo direct functionele maardaarom niet minder belangrijke lezen van fictionele teksten leerlingen moeten leren inzicht te krijgen in de ontwikkeling van een verhaal in de verschillende facetten ervan personages thema ruimte in de vormelijke aspecten en genres enz daarnaast mogen we zeker niet nalaten de leerlingen op allerlei manieren te motiveren tot het lezen van fictionele teksten leerlingen moeten bovendien ook in de klas kansen krijgen om louter voor het plezier en genietend te lezen en over dat lezen van gedachten te wisselen met hun medeleerlingen en hun leerkracht de literatuurkring roger 1981 en beoordelingsschalen zoals die in segers 1984 te vinden zijn kunnen daarbij goede diensten bewijzen 3 leesstoornissen als dyslexie en de schrijfstoornissen die daarmee vaak ge paard gaan kunnen voor heel wat problemen zorgen temeerdaardie stoornis sen nog veel te weinig bekend zijn onder leerkrachten in lerarenopleidingen wordt hieraan te weinig vaak geen aandacht besteed deze geringe ver trouwdheid van leerkrachten met dyslexie leidt dikwijls tot onbegrip t o v de fou ten die dyslectische leerlingen altijd maar weer maken het is bovendien onbe grijpelijk hoe in een systeem waarin zoveel onderwijsomkadering p m s taak leerklachten pedagogische begeleiding bestaat nog altijd zoveel gevallen van dyslexie helemaal niet ofte laat worden ontdekt het feit dat er nog altijd zoveel analfabeten zijn roept overigens gelijkaardige vragen op maar uiteraard wordt men daar in de eerste graad aso en tso niet zo mee geconfronteerd naast aandacht voor mogelijke fysiologische mankementen en leesstoornissen is het goed dat we in de eerste graad occasioneel tips geven in verband met een goede leeshouding leesomgeving en leestechniek tips die de leerlingen ook bij het studeren van andere vakken kunnen gebruiken efficient lezen en leren veronderstelt immers concentratievermogen niet afgeleid worden goed licht een goede afstand tussen boek en ogen het veronderstelt ook dat leerlingen 328 afgeraken van het lezen met het vingertje het vocaliseren lipbewegingen en dat ze het inwendig spreken naklinken van de gelezen woorden in het hoofd binnen de perken kunnen houden 4 het f s leerplan over lezen voor lezen vinden we in het jaarplan twee doelen 1 dat de leerlingen de teksten kunnen lezen waar zij in het leven mee geconfronteerd worden 2 dat zij gemotiveerd worden tot lezen in hun vrije tijd deze algemene doelen worden een bladzijde verder gespecifieerd kort gefor muleerd efficient informatie kunnen vinden in lijsten tabellen woordenboek leestechnieken beheersen geb ru ik maken van voorkennis belangrijkste infor matie uit tekst halen gezochte gevraagde informatie efficient in informatieve teksten vinden de opbouw van een informatieve en de ontwikkeling van een verhalende tekst kunnen aanwijzen een leesstrategie kunnen kiezen schrijven 1 voor schrijven kunnen we dezelfde vraag stellen als voor lezen schrijven 12 tot 14 jarigen nog vaak en wat voorteksten schrijven ze dan informele brieven een enkel zakelijk briefje om informatie te vragen over een of ander onderwerp enkelen wat poetische teksten of dagboekachtige notities wellicht hen helpen om die schrijftaken te volbrengen is een eerste opdracht in de eerste graad ver der moeten de leerlingen voorbereid worden op schrijftaken die ze later in en buiten de school zullen moeten uitvoeren en natuurlijk moeten we hen ook le ren hoe ze schri ft elijk gevoelens ervaringen waarnemingen enz kunnen uiten expressie 2 meteen is aangegeven dat ook schrijven een functionele en niet zo direct functionele component heeft het zakelijk schrijven is functioneler omdat de leerlingen het in het verdere ver loop van hun schoolloopbaan en beroeps leven nog wel vaker zullen beoefe nen slagen in de school en in hun carriere hangt daar gedeeltelijk van af an derzijds is er het creatieve schrijven waarbij het vooral de bedoeling is het schrijfplezier en de schrijfvlotheid te bevorderen de persoonlijke expressie te stimuleren en eventueel het inzicht van de leerlingen in literatuur te vergroten staan bij het creatieve schrijven de schrijver zelf en de originaliteit centraal bij zakelijk schrijven komt het erop aan dat de leerlingen bij een bepaald publiek een bepaald doel kunnen bereiken en een aantal conventies leren kennen en respecteren bij creatief schrijven ligt de nadruk op expressie bij zakelijk schrij ven op communicatie een curriculum zakelijk schrijven zal ietwat strakker zijn een aantal deelvaar 329 digheden op het vlak van retoriek doel en publiek tekst tekstgenres struc tuur leesbaarheid nieuwswaarde stijl spelling en inhoud informatie vinden selecteren tot een samenhangend geheel componeren zullen stelselmatig moeten worden ingeoefend die oefeningen worden afgewisseld met gehele schrijfopdrachten waarbij de leerlingen de verworven vaardigheden kunnen toepassen maar ook creatief schrijven moet worden ontwikkeld een aantal eisen zijn wel iswaar minder dwingend de schrijver bepaalt grotendeels zijn eigen spelregels en de in te oefenen deelvaardigheden liggen vooral op het niveau van de in houd het voornaamste is dat de schrijver tevreden is over het eigen produkt en dat er individueel vooruitgang wordt geboekt daarom ook is evaluatie van de schrijfprodukten broodnodig zowel door medeleerlingen als door de leerkracht uit daems e a 1982 leren leven in taal nemen we schematisch en lichtjes aangepast een beschrijving van een creatief proces over dat model kan staan voor het opzetten van lessen creativiteit in het algemeen en creatieve en za kelijke schrijflessen in het bijzonder een voorbeeld van een les naar dit model vindt men in de lesmodellen van drukte naar rust en omgekeerd 1 probleemstelling het vinden van een onderwerp om overte schrijven ideaal zijn onderwerpen die voortvloeien uit eerdere activiteiten door de leerlingen aangedragen worden of door de leerkracht door een of andere techniek uit de leerlingen worden ge haald maar de leerkracht kan uiteraard ook proberen de leerlingen voor een of ander onderwerp dat hij zelf de moeite waard vindt te interesseren 2 verzamelen van materiaal door brainstorming associaties rond een woord foto verhaal thema observa tie de klassieke chrie opzoekingswerk enz 3 kiezen een keuze maken uit het verzamelde materiaal en datgene selecteren waar verder mee gewerkt zal worden 4 transformeren associeren combineren ordenen structureren deze fase komt neer op het uitproberen van een voorlopig produkt 5 verwerken het voorlopig produkt wordt nu bijgeschaafd uitgewerkt en vastgesteld 6 evalueren een nabespreking van de produkten door leerlingen en leerkracht een hulp middel om een gesprek over de evaluatie van creatieve schrijfprodukten op gang te krijgen is te vinden in leidse werkgroep moedertaaldidactiek p 211 213 elk van deze fases kan apart worden ingeoefend 330 3 in de eerste graad moet uiteraard ook aan een curriculum samenvatten ge werkt worden dat sluit logischerwijze zeer nauw aan bij dat van het lezen van zakelijke teksten het inoefenen van leesstrategieen en het aanleren van een studiemethode uiteraard gaan we in de eerste graad nog niet zo ver dat we de leerlingen op eigen houtje een synthese laten schrijven van een gelezen of beluisterde tekst wel starten we met het inoefenen van een heleboel deelvaardigheden b v het leren gebruiken van een woordenboek het formuleren van het thema van een korte tekst of alinea het parafraseren van de inhoud van een tekst enz en het aanbrengen van inzichten in de opbouw van zakelijke teksten alineaverban den vindplaatsen van een thema in een alinea enz de inzichten die de leerlingen bij het afwerken van zo n curriculum opdoen kunnen ze dan weer gebruiken als ze zelf zakelijke teksten gaan schrijven 4 het es leerplan over schrijven algemeen formuleert het leerplan het doel voor het schrijfonderwijs in de eerste graad als volgt dat de leerlingen de schrijftaken aankunnen die hun leven in en buiten de school met zich meebrengt erwordt aan toegevoegd dat het crea tieve schrijven niet uit het oog mag verloren worden het leerplan specifieert dat doel alfabetische lijst kunnen opstellen aandacht voor spelling interpunctie syntaxis verzorging van zinnen alinea s en verband tussen zinnen en alinea s verschillende tekstsoorten kennen formele en inhoudelijke kenmerken uit eenzetting kunnen opstellen samenvatt ing van een verhaal kunnen maken korte beoordeling van een boek kunnen schrijven brief kunnen schrijven met respect voor de conventies lessuggesties en lesmodellen wat volgt zijn lessuggesties korte formuleringen i v m mogelijke activiteiten in de klas of meer uitgewerkte lesmodellen vooral de suggesties vragen van de leerkracht uiteraard verdere uitwerking maar ook de modellen zijn wellicht niet allemaal direct bruikbaar en vragen om aanpassing aan de beginsituatie en de belangstelling van elke klas op zich i lezen algemeen praten en luisteren rond door de leerlingen meegebrachte teksten 1 de leerkracht vraagt enkele dagen op voorhand aan de leerlingen om een tekst mee te brengen die ze echt graag gelezen hebben z hij legt er de nadruk op dat alles kan als de tekst maar met veel interesse gelezen werd de leer kracht legt ook uit wat met de teksten zal gedaan worden de leerlingen moeten over volgende punten wat kunnen zeggen titel auteur waar ze de tekst gevon den hebben waarover hij gaat inhoud waarom ze hem graag gelezen hebben 331 2 de les zelf de leerlingen vertellen om beurt over hun tekst de anderen luis teren als de leerling uitverteld is kunnen de andere leerlingen en de leerkracht vragen stellen de leerling kan eventueel een stukje voorlezen 3 in de loop van het trimester of schooljaar kunnen een aantal van de voorge stelde teksten die erg in de smaak van heelde klas schenen te vallen uitvoeriger behandeld worden in de les ii lezen van fictionele teksten a een boekenbeurs in de klas 1 een tweetal weken voor hun boekenbeurs wordt de klas verdeeld in groep jes van vier a vijf leerlingen elk groepje verzorgt een stand de leerlingen krij gen een aantal welomschreven opdrachten om de boekenbeurs thuis en in de klas voor te bereiden zie onder die opdrachten worden overlopen er moet zeker even stil gestaan worden bij de reclametekst richtlijnen overlopen en uit leggen lengte bepalen een voorbeeldje uit het boek in vlaanderen van de laatste boekenbeurs b v lezen en kort bespreken 2 in een volgende les worden de resultaten van de individuele leerlingen per groep samengelegd per groep bereiden ze zich op de boekenbeurs voor ze kiezen een naam voor hun uitgeverij ze maken een fondslijst inventaris van de meegebrachte boeken naar aanleiding hiervan kan in klasverband of in elk groepje apart gepraat worden over mogelijke criteria om de inventaris in te delen per genre auteur oefening in categoriseren en over de wijze waarop de bibliografische ge gevens van een boek moeten genoteerd worden ze lezen en commentarieren verbeteren elkaars reclametekst ze kiezen per groep een slogan uit de voorgestelde om op te hangen in hun stand ze schrijven een neerslag van wat ze in de groep gedaan hebben verslag 3 de stands worden opgezet naam van de uitgeverij en de slogans worden opgehangen de boeken worden uitgestald de bijhorende reclameteksten erbij gelegd enz 4 de leerlingen bezoeken hun boekenbeurs en schrijven een verslag aan de hand van een aantal opdrachten zie opgavenblad opgavenblad a opdrachten ter voorbereiding van de boekenbeurs a breng een vijftal boeken mee naar de klas op datum 332 b schrijf voor een ervan een datje erg graag hebt gelezen een korte recla metekst zo n reclametekst kan b v bestaan uit korte weergave van de inhoud het thema waarom je het boek aan anderen aanraadt meestal waarom je het zelf graag hebt gelezen eventueel enkele gegevens over de auteur of verwijzing naar andere romans van die auteur c bedenk zelf een naam voor je uitgeverij d bedenk ook een slogan om de bezoekers aan te zetten tot lezen voorbeelden zeg het met boeken reading is to the mind what exercise is to the body e maak een lijst van de boeken die in je groep werden bijeengebracht groepeer de boeken volgens een door jullie te bepalen criterium b v alfabetisch per auteur of per genre b maak een groepsverslag van je activiteiten waarin worden opgenomen de naam van je uitgeverij de slogan die je bedacht hebt de fondslijst de reclameteksten c maak een verslag van je bezoek aan de boekenbeurs 1 kies uit het totale aanbod een viertal boeken die je wel eens zou willen lezen geef voor elk ervan een motivatie waarom je juist dat boek hebt gekozen b v omdat de korte inhoud op de flapje wel aanstaat of omdat je je hebt laten overhalen door de reclametekst die erbij lag 2 beschrijf de stand die je het best verzorgd vindt zeg ook waarom je die het best vindt 3 welke slogan spreektje het meest aan 4 welke reclametekst vind je de beste waarom duur een vie rt al lessen ook afhankelijk van de tijd die besteed wordt aan de verschillende vaardigheden die aan bod komen in deze lessenreeks er wordt gelezen gepraat geluisterd geschreven voor een welomschreven publiek met een welomschreven doel en in een welbepaald genre gecategoriseerd een al fabetische lijst opgesteld geobserveerd en beschreven de stands zie opga venblad een verhaal samengevat en beoordeeld de leerkracht kan naar keu ze en of noodzaak bij al deze lesonderdelen wat langer stilstaan in de loop van de lessenreeks bovendien komt de leerkracht te weten wat voor boeken de leerlingen lezen en de leerlingen motiveren elkaar tot lezen b de rode vuurtoren tekstbehandeling met tekstafhankelijke vragen en opdrachten tekst zie bijlage 1 333 vragen en opdrachten a hoe reageert anne op het feit dat de onderwijzer hem naast janchi wil zetten b hoe komt het dat anne zo over negers denkt c uiteindelijk zit anne met hetzelfde probleem als waar hij anderen ne gers janchi in het bijzonder mee opzadelt leg uit hij ziet dat op een bepaald ogenblik ook bijna in waar geef de regel op in welke tweestrijd verkeert hij wat denk je zelf over de houding van anne spreek er met de klas over d ondanks zijn rode haar wordt anne aanvankelijk niet uitgestoten vooral niet door de meisjes ook de zwarte waar vind je dat in de tekst regel opgeven e hoe probeert de onderwijzer het probleem op te lossen bedenk zelf nog twee mogelijke manieren waarop de onderwijzer op de weigering van anne zou kunnen reageren e bereid per twee een van volgende rollenspelen voor 1 de onderwijzer praat na de les met anne en probeert hem het foute van zijn houding te laten inzien 2 de twee leerlingen die in stilte met anne sympathiseerden klampen hem tijdens de speeltijd aan en feliciteren hem met zijn houding ze leggen uit waarom ze met hem akkoord gaan 3 een aantal leerlingen van de klas spreken anne tijdens de speeltijd aan en vragen hem waarom hij zo n houding t o v negers aanneemt anne geeft uitleg f 1 zoek een aantal voorbeelden van mensen die omwille van hun uiterlijk worden gediscrimineerd of problemen hebben om aanvaard te worden door anderen 2 bedenk rond een van zo n mensen een situatie schrijf die op in verhaal vorm 3 bespreek de verhalen aan de hand van volgende vragen met welk aspect van hun uiterlijk hebben de hoofdpersonages proble men waar bestaan die problemen juist uit wat is de belangrijkste gebeurtenis in het verhaal vind je het een goed einde wordt er een oplossing gegeven of niet excurs typologie van gallagher en aschner zoals te vinden in leidse werkgroep moedertaaldidactiek p 554 555 1 cognitieve geheugenvragen of reproduktievragen er wordt gevraagd naar feiten die men uit zijn machinaal geheugen oproept 2 convergente vragen vragen om analyse en integratie van aanwezige gege 334 yens problemen oplossen en redeneren 3 divergente vragen doen een beroep op creativiteit en verbeeldingskracht vragen om nieuwe ideeen te produceren 4 evaluatieve vragen vragen naar oordelen waarden en keuzen vragen van het type 3 en 4 dreigen soms nogal eens vergeten te worden ook in schoolboeken zie roger 1981b hoewel ze uitermate belangrijk zijn zaak is dus er op te le tt en dat ook dat soort vragen aan bod komen bij een tekstbehan deling c tekstonafhankelijke vragen een manier om met tekstonafhankelijke vragen te werken is de literatuurkring zoals die b v wordt voorgesteld in roger 1981 a deze manier van werken be staat eruit dat de leerkracht na het lezen van een verhaal fragment vragen stelt naar de eerste indrukken van de lezers het verloop van het verhaal de persona ges het decor het thema de stijl om te eindigen met de globale beoordeling niet alleen de gegevens die in de tekst staan zijn hierbij van belang maar ook en vooral de houding van de leerlingen ertegenover en de confrontatie met hun eigen leven deze werkvorm veronderstelt wel dat de leerlingen al enigszins vertrouwd zijn met de gebruikte categorieen ook die kunnen gefaseerd aangebracht worden met behulp van verschillende verhalende teksten waarbij telkens een of een be perkt aantal categorieen speciaal aandacht krijgen d voorspellend lezen 1 de leerkacht leest een stukje van een verhaal voor stopt op een bepaald ogenblik en vraagt de leerlingen de rest te vertellen schriftelijk of monde ling daarna wordt het verhaal gelezen en vergeleken met de versies van de leerlingen 2 de leerkracht laat de leerlingen speculeren over de inhoud van een verhaal naar aanleiding van de titel en of de illustraties schri ft elijk of mondeling dan zoals in 1 3 tekstvolgend voorspellend lezen een tekst wordt in fragmentjes opgedeeld die de leerlingen na elkaar te lezen krijgen met opdrachten erbij een van de opdrachten is elke keer wat zou in het volgend fragment gebeuren nadat de leerlingen de vragen individueel beantwoord hebben worden de ant woorden in duo s of met heel de klas vergeleken en besproken de bedoeling van deze tamelijk tijdrovende manier van lezen is dat de leerlin gen via de vragen attent worden gemaakt op een aantal elementen die het ver haal helpen opbouwen ze kunnen hiervan gebruik maken niet alleen om de tekst te begrijpen maar ook om van dat begrip van het ogenblik uit voorspel lingen te doen over wat volgt de confrontatie tussen hun voorspellingen en de 335 tekst zoals die is helpt leerlingen om actiever te lezen een voorbeeld fragment uit all de guerillero van rene swartenbroekx zoals dat te vinden is in melopee 2 bousset e a 1987 fragment 1 opstaan brult instructeur alek lopen vragen waaraan ik dat merk a welke personages zouden in dit fragmentje meespelen b in welk milieu zou dit verhaal zich kunnen afspelen doe eens een paar gissingen c wat zou er gebeuren in het fragment volgend op deze eerste regel fragment 2 de jongemannen komen overeind voorovergebogen het geweer schuin voor hun borst rennen ze vooruit neer ze ploffen neer zand stuift op opstaan vlug het zweet stroomt de rekruten van het gezicht a kwamen je voorspellingen uit 1 c uit in hoe verre b je krijgt nu meer gegevens over de persona ges tot wie alek het woord richt wat verneem je over hen c je weet nu ook in welk milieu het verhaal zich afspeelt d waar zijn de personages mee bezig 336 e waarover zal het volgend fragment gaan de rest van het fragment zie bijlage 2 e verknipte gedichten 1 de leerkracht knipt tien gedichten in drie stukken en plakt ieder stuk op een kaartje de kaartjes worden door elkaar geschud 2 elke leerling krijgt een kaartje de leerkracht legt de leerlingen uit dat ze samen beschikken over tien gedichten een aantal leerlingen lezen het frag ment op hun kaartje voor als iemand denkt dat z hij een stuk heeft dat er bij hoort steekt z hij zijn vinger op dat fragment wordt ook voorgelezen en in overleg met de klas wordt bepaald of het wel of niet juist is en of het voor of achter het eerste fragment moet komen 3 als alle tien gedichten compleet zijn gaan de drie leerlingen die samen een gedicht hebben in een groepje bij elkaar zitten ze schrijven het gedicht over in hun schrift en bespreken met elkaar hoe ze het gedicht vinden en waarom en wat het volgens hen betekent 4 het gedicht kan eventueel door een van de groepsleden voorgedragen worden waarna een andere leerling uit het groepje de commentaar geeft naar pistoor kieft postma 1984 ill creatief schrijven a creatief schrijven naar aanleiding van een gelezen tekst zie het lesmodel hierboven de rode vuurtoren b van drukte naar rust of omgekeerd 1 in een klasgesprek probeert de leerkracht de leerlingen warm te maken voor wat volgt het is de bedoeling dat leerkracht en leerlingen een wandeling maken van een druk stadscentrum of drukke verkeersader autoweg b v naar een stukje natuur of omgekeerd tijdens die wandeling noteren ze hun zintuiglijke indrukken zien horen ruiken voelen en eventueel de gevoelens die ze daarbij hebben 2 de leerlingen maken de wandeling eventueel kunnen de opdrachten ver deeld worden over groepjes indeling naar de zintuigen 3 elk groepje zet in de klas zijn waarnemingen op een flap of op het bord de indrukken worden bekeken en besproken met de klas en in groepjes van vier 337 van elk zintuig een b v een eerste maal geordend en geselecteerd 4 uit wat overblijft pikken de leerlingen wat ze menen te kunnen gebruiken om een poetische of andere tekst te schrijven en ze proberen een en ander op pa pier te zetten individueel of nog in dezelfde groepjes 5 hun probeersel wordt in de groep besproken becommentarieerd en nadien uitgewerkt bijgeschaafd en in een definitieve vorm gegoten 6 de produkten worden voorgelezen en door alle leerlingen en de leerkracht besproken 7 bij wijze van afronding kan er een gedicht gelezen worden dat dezelfde techniek gebruikt c een verhaal schrijven naar aanleiding van een horoscoop elke leerling krijgt een combinatie van twee horoscopen uit een weekblad het is de bedoeling dat ze een verhaal schrijven over twee personages met de gegeven sterrenbeelden die een aantal dingen uit de horoscoop meemaken de leerkracht kan tips geven in verband met de manier waarop de leerlingen de algemene formuleringen uit de horoscoop levend kunnen maken d w z in een verhaalgebeuren kunnen omzetten d drie verhalen naar aanleiding van een foto de leerlingen krijgen een actiefoto uit de krant en daarbij de opdracht een van de volgende verhalen te schrijven a een verhaal over wat voorafging aan de foto b een verhaal over wat op de foto volgt c een verhaal verslag van het moment dat op de foto is vastgelegd e een gedicht schrijven met heel de klas een voorbeeld van geleid schrijven van een gedicht ontlenen we aan bouland morshuis 1987 p 80 in dezelfde publikatie is een gelijkaardig voorbeeld voor het schrijven van een sprookje te vinden de leerlingen worden in duo s ingedeeld telkens wordt een schrijfopdracht ge geven die de duo s moeten uitvoeren na het uitvoeren aan wordt het blad door gegeven aan het volgende duo de nieuw te schrijven teksten moeten telkens aansluiten bij wat het vorige duo op papier heeft gezet daarom moeten de leer lingen eerst aandachtig het schrijfprodukt van hun voorgangers lezen nadien kunnen de resultaten voorgelezen en op hun waarde beoordeeld worden 338 schrijfopdrachten 1 verzin een woord of woordgroep dat onderwerp kan zijn in een zin in het enkelvoud b v een paddestoel een gestreepte trui 2 zet erachter is als en maak de zin af 3 nieuwe regel trouwens maak een korte bijzin is het ook maak de zin af 4 zet nu een titel boven deze twee zinnen 5 de derde zin begint met een woord uit de titel gevolgd door het werkwoord zijn maak de zin af 6 zet een komma achter het laatste woord vervolg met en dat lijkt op maak de zin af 7 bedenk een plaats en zet er een persoonsvorm in het meervoud achter b v op het dak lopen van een hoog kippenhok donderen 8 neem hetzelfde zelfstandig naamwoord uit de eerste zin zet in het meer voud en voeg een kleur toe b v groene paddestoelen 9 nieuwe regel begin deze met het tweede woord uit de eerste zin het woord na als zet erachter waar dat woord je aan doet denken b v een aardappel 10 schrijf erachter blijft maak de zin af 11 neem een woord uit het voorgaande liefst een ding en zet er een werkwoord bij dat eigenlijk bij mensen hoort b v een aardappel drinkt maak de zin af 12 schrijf k hoor voel ruik en maak de zin af met een woord dat bij een ander zintuig hoort b v ik hoor hoe koud het klinkt 13 maak deze zin met nog een zinsdeel af 14 maak een zinnetje met een werkwoord dat met een zintuig samenhangt voelen ruiken horen zien en met nog een woord dat met een zintuig sa menhangt kies woorden die al in het gedicht staan 15 schrijf en blijft afmaken met een vergelijking 16 schrijf een of meer geluiden op die bij het lezen van het voorafgaande bij je opkomen 17 sluit de tekst af met de titel en eventueel nog wat geluiden f een verhaal opbouwen aan de hand van illustraties uit een boek deze werkvorm werd al boven vermeld onder voorspellend lezen hij bestaat eruit dat de leerlingen een verhaal gaan opbouwen naar aanleiding van de illustraties uit een boek die worden eerst klassikaal besproken materiaal ideeen verzamelen eventueel kunnen enkele gegevens over de personages naam b v gegeven worden het is niet direct de bedoeling dat de leerlingen zo dicht mogelijk het echte verhaal benaderen het schrijven kan een goede aanzet tot lezen zijn zie ook matthijsen 1985 339 g een strip tot een geschreven verhaal omwerken de leerlingen krijgen de opdracht een of andere strip uit te schrijven tot een verhaal zonder afbeeldingen dat brengt met zich mee dat ze een aantal dingen zullen moeten beschrijven die in de strip worden getoond de strip kan over heel de klas verdeeld warden h een aflevering van een feuilleton schrijven op video wordt een aflevering van een jeugd feuilleton bekeken en nadien be sproken hoofdpersonages karakter beroep soort gebeurtenissen de leerlingen krijgen de opdracht een volgende aflevering te schrijven als het gaat om een feuilleton dat vervolgt kan het werkelijke vervolg vergeleken worden met wat de leerlingen ervan gemaakt hebben chris cuyves herenboslaan 34 2578 koningshooikt bibliografie adank a l h j h gerritsen p m c g van isselt i roelfszema zo gezegd zo geschreven martinus nijhoff leiden 1988 bouland m j morshuis samenstelsters namens redactie interkom interkom moedertaalon derwijs in de praktijk pandoor amsterdam 1987 bousset h b de ridder e de ridder e a melopee 1 en 2 plantijn deurne 1987 braet a taaldaden havo wolters noordhoff groningen 1985 coene a m c cuyves r daelmans j franken cl neutjens c verhaegen c weyffels eerste hulp bij t onderwijs mim deurne 1986 cuyves c tekstonafhankelijke vragen voor zakelijke teksten in vonk 12 1982 3 4 15 daems fr j pepermans r roger leren leven in taal de sikkel malle 1982 hert w de eens je beminde gekozen door het bos de bomen leren zien in vonk 18 1986 3 168 175 langedijk p studie en concentratieoefeningen uitgeverij aakh hermes b v deventer 1978 leeuw m e de lees beter lees sneller aula 425 het spectrum utrecht antwerpen 19755 leidse werkgroep moedertaaldidactiek moedertaaldidactiek dick coutinho muiderberg 1980 maes p jr s tuerlinckx p maes sr w jansen studeren pffftl met bijhorende ideeonmap voor begeleiders standaard educatieve uitgeverij mathijsen m schrijven als aanzet tot lezen in vonk 15 1985 5 17 20 mont a du lezen een produktieve vaardigheid in vonk 18 1988 3 110 119 mont a du sjabloonlezen een techniek in voorspellend diagonaallezen van zakelijke teksten in vonk 17 1987 1 16 23 pistoor e r kie ft e postma lesideedn wolters noordhoff groningen 1984 340 poel j van de heb je niks beters te doen over leesvaardigheid binnen en een beetje buiten de school in vonk 16 1986 2 70 80 roger r de literatuurkring in actie in vonk 11 1981 a 2 19 23 roger r zijn er nog vragen in vonk 11 1981 b 5 15 25 segers r t over lezen een methode voor het literatuuronderwijs 1 2 martinus nijhoff leiden antwerpen 1984 steehouder m c janssen k maat j van der staak e woudstra leren communiceren wolters noordhoff groningen 19842 verhoeven j k van de poel schrijfvaardigheid creatief schrijven in vonk 16 1986 1 12 19 wethlij a lees en schrijftechniek heideland orbis antwerpen 1985 bijlage 1 de rode vuurtoren de klas staarde nieuwsgierig naar de nieuwe leerling zijn lange rode haar stak scherp af tegen het groen van het bord zo anne waar heb je precies op school gezeten informeerde mijnheer vruggink in t rolde mijnheer anne s stem klonk hoog en helder 5 rode vuurtoren werd er gefluisterd daarna werd onderdrukt gegiecheld de onder wijzer hoorde het niet anne s gezicht vertrok geen spier hij was er aan gewend nou jij zult bij aardrijkskunde de provincie drenthe wel kunnen dromen he luister eens voegde de meester er aan toe je mag me net als de andere kinderen doen wel dick noemen als je dat tenminste wilt de jongen knikte 10 het was bestemd voor anne s oren toen er luider dan daarnet gefluisterd werd die jongen geeft licht zo rood is hij daarop volgde onderdrukt geproest anne s ogen vestigden zich op een jongen voorin wiens schouders schokten en die zijn gezicht ver borg in zijn handen er speelde een boosaardig lachje om anne s lippen maar zijn gezicht betrok snel toen hij oplettend de klas rondkeek godsamme wat zitten hier 15 een boel negers dacht hij kijk er is nog een plaats vrij naast janchi mijnheer vruggink wees op een zwarte jongen met een enorme bos haar als een wolbaal van kleine krulletjes op zijn hoofd anne deed van schrik een stapje achteruit zodat hij met een dreun tegen het bord belandde nu lachte iedereen voluit anne s gezicht werd rood 20 in drenthe had hij wel eens een negerjongetje gezien meestal hadden die zo n plat kroezig dekje op hun hoofd dat ging nog wel maar zijn vader had gezegd hun haar is zo gekruld omdat ze zo krom praten anne had zich rot gelachen om die grap maar daarna had zijn vader hem enstig voor gehouden denk erom jij bent een hollandse jongen met nikkers heb je niks te 25 maken solema ivy en nora zaten druk met elkaar te fluisteren wat een leuke jongen he had nora glimlachend gezegd haar zwarte neusje krulde van plezier anne marie joke en willy giechelden zachtjes en gluurden stiekem naar de jongen voor het bord maar ze lachten anne niet uit want stuk voor stuk vonden de meisjes anne een knappe jongen om 30 te zien en toen gebeurde het verbaasd zag de klas dat de nieuweling krachtig zijn hoofd schudde waarbij zijn rode haar als in een windstoot bewoog wat is er anne vroeg mijnheer vruggink vriendelijk de verbazing sloeg om in schrik 341 35 anne antwoordde luid daar ga ik niet naast zitten naast een neger de mond van de onderwijzer zakte een eindje open de meisjes zaten verstijfd in hun bank janchi zelf klemde zijn tanden op elkaar mijnheer vruggink vroeg kalm wat bedoel je anne 40 ik zit niet naast een neger herhaalde de jongen koppig oooh riepen een paar kinderen ze keken de klas rond daar zagen ze raymon soebhach en solema ivy en nora die verslagen bij elkaar zaten de halve klas was zwart lelijke rooie werd er nu hardop geroepen nu was het anne s beurt om zijn tanden opeen te klemmen de meester eiste stilte raymon stootte janchi aan deze schudde kwaad het hoofd die krijgen we nog wel had raymon troostend willen zeggen de meester stond op en zei anne je hoeft niet naast janchi te zitten ik wil hem niet eens naast me hebben barstte janchi woedend uit 50 mijnheer vruggink wendde zich met een strak gezicht tot de jongen voor het bord luister goed anne als jij een hekel hebt aan alle negers dan ben je erg oneerlijk en erg dom er is geen enkel verschil tussen jou en een neger niet in verstand en niet in gevoel als je toevallig de pest hebt aan een of twee negers omdat die wat hebben uitgehaald dan kan dat maar dit is te gek je kent janchi niet eens ik ken 55 hem wel neem maar van mij aan dat het een prima kerel is prima nooit te beroerd om iemand te helpen hij zweeg een ogenblik en herhaalde toen zijn vraag wil je nu misschien naast janchi gaan zitten de klas hield de adem in achttien paar ogen waren op anne gericht deze voelde de vijandschap van bijna iedereen alleen achterin zag hij twee jongens naast elkaar die 60 hem op een of andere manier bemoedigend en bewonderend aankeken anne s lippen tril den deze meester maakte het hem wel moeilijk die vond waarachtig negers evenveel waard als nederlanders hoe kon dat nou meester vruggink leek hem geen klier nee in tegendeel hij voelde zich meteen thuis bij deze onderwijzer hij vertrouwde die man helemaal zou het bijvoorbeeld hetzelfde zijn als hij negers uitschold als wanneer ze 65 hem voor rooie uitmaakten geschrokken verwierp hij die gedachte dan zou zijn vader nee dat kon niet zijn vader ongelijk kom nou zijn vader welnee als die zei pas op voor negers nou dan zei hij dat heus niet voor niks neem nou die keer dat zijn vader gezegd had kijk uit voor die hond zijn vader kende die hond helemaal niet het was een chocoladekleurig dier geweest dat een beetje met zijn poot trok hij 70 wilde de hond aaien omdat hij zulke droeve ogen had en hij had niet geluisterd hap beet de hond diep in zijn hand het litteken was nog te zien nee zijn vader had altijd gelijk dus nu ook anne schudde zijn hoofd en zei kort nee de meester knikte staarde voor zich uit en zuchtte diep daarna keek hij janchi aan 75 jammer janchi je moet het anne maar niet al te kwalijk nemen zonder anne aan te kijken zei hij toen pak die stoel bij janchi weg en zet hem bij het raam dan zit je alleen ik zorg straks wel voor een tafeltje toen anne door de klas liep waren zijn benen loodzwaar iemand stak onverhoeds een voet uit hij struikelde en rende om op de been te blijven op een rare manier een 80 stukje door het lokaal de klas lachte joelend mijnheer vruggink fronste zijn wenk brauwen laat dat zei hij scherp iedereen was op slag stil toen de nieuwe jongen de stoel bij janchi s tafeltje wegpakte keek hij hem recht in het zwarte gezicht janchi keek gemaakt vriendelijk terug en zei zonder dat de meester daar iets van kon zien of horen heel zachtjes he hallo rooie 85 jou krijg ik nog wel dacht anne hij zette de stoel bij het raam en begon onverschillig naar buiten te kijken ik zal toch eens met zijn ouders moeten praten dacht mijnheer vruggink bezorgd en toen ontsnapten hem de woorden hier word ik een beetje droevig van jongens anne zag niet dat veel blonde en donkere kinderhoofden instemmend knikten 90 wat een rotschool dacht hij hans dorrestijn vrij nederland 342 bijlage 2 een beetje vluggert schreeuwt alek als je niet sneller reagee rt leeft over een jaar niemand meer 25 tamme goedzakken ah de guerillero ali haat zijn instructeur bijna hoe lang duurt dit spelletje al opstaan lopen vallen onder prikkel draad doorkruipen terwijl kogels over je hoofd flui ten klimmen vallen 30 die man heeft geen hart denkt ali hij is een het is ook zo ontzettend heet en nergens op het ter beul hij is een smerige bahl ik ben woedendl 10 rein is er de heerlijke schaduw van dennen of euca verzamelenl snellerl snellerl zijn jullie n bende lyptaysbomen kreupelen vijand achter jel de rekruten mogen in een kring gaan zitten met een ruk keren ze zich om en schouderen het 35 judo kondigt de instructeur aan hij kijkt even geweer de kring rond zijn blikken rusten op ali 15 bongebangebengebengel roepen ze kom eens hier jij vijand rechts bajonet ali staat op ze steken toe in de lucht tracht me te slaan of op de grond te werpen ouahl oel aaaal 40 ali aarzelt even maar hij is nog altijd woedend aanvallen hijgend en met vlammende ogen kijkt hij alek aan 20 luid huilend stormen ze vooruit ik zal je i denkt hij nu zal ik je in dekking hij schiet vooruit als een tijger en slaat toe zo weer ploffen ze neer hard hij kan hoe het precies gebeurt merktl nie 45 mand alek vangt de slag op en ali molenwiekt door groet met de hand aan het hoofd en zegt luid dag de lucht en ploft in het zand de instructeur heeft kapiteins hem zelf niet aangekeken 65 de instructeur kijkt verbaasd om hij heeft de ka tweede voorbeeld zegt hij wier pitein toch niet zien naderen ik ikweerl kreunt ali terwijl hij overeind komt op dat ogenblik schiet ali vooruit plant zijn vuist 50 zoals je verkiest grinnikt de instructeur je bent met een kwak in de maag van de instructeur en rukt een taaie het lichaam over zijn knie in het zand alle middelen zijn toegestaan vraagt ali 70 de rekruten kijken eerst verbaasd maar dan ap allo middelen plaudisseren ze opgetogen voorzichtig komt ali dichterbij de benen lichtjes de instructeur krabbelt overeind en spuwt zand 55 gespreid de armen grijpklaar ult eerst kijkt hij boos dan glimlacht hij hij stapt niet woedend zijn neemt hij zich voor kalm naar ali de man is sterker dan ik ik moet hem verslaan met 75 de rekruten houden de adem in een list gefeliciteerd zegt alek hij klopt ali op de zijn voeten schuiven over de grond nog twee me schouder 60 ter is hij verwijderd van de instructeur dan verslapt zijn krampachtige houding hij kijkt verbaasd langs de instructeur heen wipt keurig in de houding rene swartenbroekx 343