Taalvariatie als leerinhoud in het secundair onderwijs. Enkele lesideeën.

Publicatie datum: 1983-09-01
Auteur: Roger Roger
Collectie: 13
Volume: 13
Nummer: 4
Pagina’s: 56-65

Documenten

taalvariatie als leerinhoud in het secundair onderwijs enkele lesideeen de populaire taalvisie voor het onderwijs in vlaanderen is lange tijd bijzonder eenvoudig geweest je had goed nederlands en slecht nederlands dialect was slecht neder lands de andere artikels in dit nummer bewijzen waarschijn lijk al wel dat de klaspraktijk niet steeds in overeenstem ming was met deze volkslinguistiek ondertussen hebben ook taalkundigen van allerlei slag wel duidelijk gemaakt hoe ingewikkeld de relaties tussen taal en sociaal milieu wel zijn zie bv de bibliografie elders in dit nummer het wordt tijd om daar op school gevolgen uit te trekken onderwijs over taalvarianten moet zich verschillende doelen stellen naargelang van de leerlingen tot wie het zich richt dat de leeftijd een belangrijk element is bij het bepalen van de doelstellingen staat in alle leerplannen duidelijk vermeld een andere variabele die ze tenminste impliciet vermelden is de onderwijssoort het heeft geen zin zich in de beroepsschool druk te gaan maken over de uitspraak van de a of over de nuance tussen gewond gekwetst en geblesseerd niet omdat ze daar te dom voor zouden zijn maar omdat de tijd die men erin moet steken in geen enkele verhouding staat tot het belang dat deze jongens en meisjes erbij hebben en dat weten ze zelf ook je krijgt als buschauffeur of fabrieksarbeidster geen hoger loon of promotiekansen omdat je zo beschaafd spreekt c est la vie tenslotte is ook de streek een factor leuvense en brusselse middelbare scholieren blijken het schoon vlaams i p v het streekdialect als normale omgangstaal te hanteren in veel omstandigheden westvlamingen doen zoiets uiterst zelden limburgse scholieren zijn licht te overtuigen van de noodzaak abn te kunnen gebruiken als communicatiemiddel terwijl jonge antwerpenaars ervan door drongen zijn dat het antwerps feitelijk een weireldtaol is zoals de strangers al zegden dit alles zal mee moeten spelen bij het bepalen van realistische doelstellingen welke doelstellingen doelstellingen moeten liggen zowel op het gebied van de taalbeheersing als van de taalbeschouwing en de taalvisie wij gaan ervan uit dat de lezer niet meer twee soorten nederlands onderscheidt maar een zeer groot aantal taalva rianten die behoren tot een zeer groot aantal taalvarietei ten deze varieteiten vormen telkens de taal van een bepaal de groep die geografisch bepaald kan zijn het brabants 56 vonk 1983 18de jg nr 4 het leuvens het leuvens van de bankstraat of die op een andere manier sociaal bepaald is deze varieteiten hebben verschillende sociale status prestige en dus ook verschil lende gebruiksmogelijkheden je kunt bv minister van neder landse cultuur zijn in het burgerlijk antwerps terwijl je dat in het aarschots of het oudenaards niet kunt het meerderwaardigheidsgevoel van de bewoner van de economisch welvarende grote stad heeft objectieve gronden wie macht heeft kan zijn taalvarieteit doordrukken als leraar kun je in sommige situaties rustig zeggen tien man en een paardekop terwijl je op andere momenten beter zegt een man of tien of zelfs een tiental personen doelstelling 1 de leerling heeft een visie op taal en een genuanceerde visie op de problematiek rond taalvarietei ten evtl hij is een paar vooroordelen tegen andere dialec ten of tegen de standaardtaal kwijt doelstelling 2 de leerling kan een aantal sociale en geografische varianten en varieteiten onderscheiden en interpreteren d w z dat hij uitspraakverschillen ver schillen in woordgebruik zinsbouw en taalgedrag kan plaat sen doelstelling 3 de leerling kan een aantal voor hem belang rijke taalvarianten en varieteiten adekwaat hanteren beleefd dialect schoon vlaams en de nederlandse stan daardtaal kunnen bv dergelijke varieteiten zijn voor ver schillende leerlingen zie hierboven onder adekwaat hanteren is hier ook te verstaan dat hij weet wanneer men deze varianten en varieteiten gebruikt doelstelling 4 de leerling ziet het belang in van gebruik van een taalvarieteit die aangepast is aan een bepaalde situatie bv een bepaalde machtsrelatie en is gemotiveerd om daar rekening mee te houden bv de leerling merkt op dat de persoon bij wie hij gaat solliciteren voor vakantie werk als kelner schoon vlaams spreekt doelstelling 2 hij weet dat hijzelf ook ongeveer zo moet spreken wil hij een kans maken doelstelling 4 hij kan deze taalvarieteit zelf hanteren doelstelling 3 dit is een zeer realistisch onderwijsdoel waarvan het normaal functioneel karakter zeer evident is voor 16 jari gen men moet ze liever niet proberen wijs te maken dat je het met abn altijd verder brengt in het leven want het is niet waar zomin als het waar is dat een spijkerbroek een texasbroek zeggen ze in oostende of een das altijd een geschikte kleding is tenzij je artiest hoogleraar of minister bent en dan nog de leerplannen een hinderpaal realistische voorstellen om nu meteen rond deze taalver schijnselen te gaan werken in de klas zullen alleszins 57 rekening moeten houden met de bestaande leerplannen nu is het meteen opvallend dat deze veel meer mogelijkheden openen dan de meeste vlaamse schoolboeken waarin taalzuive ring nog vaak het begin en het einde is er is echter zowel in de rijksleerplannen als in die van het katholiek onderwijs een vaak vermelde werkvorm waarvan het rendement ons zeer twijfelachtig lijkt het betreft de verplichting in bepaalde afdelingen om elk jaar een lijst van 20 of 30 fouten systematisch weg te zuiveren het is eerst en vooral fout uit te gaan van zo n juist fout dichotomie een tas koffie is niet fout het is wel een kom wat anders dan een een zjat een zat of een kopje eenkopie alleen het laatste wordt in de standaardtaal gebruikt dat moeten we ze waarschijnlijk wel laten beseffen meneer wij drinken thuis koffie uit bekers de hert ga buiten ten tweede is het erg moeilijk om van bij het begin van een schooljaar te weten met welke woordjes men moet laten oefenen en dan nog liefst in alle parallelklassen van de hele scholengemeenschap dezelfde futiliteit loert dus om de hoek bovendien gaat men uit van de verkeerde verwachting dat als de leerlingen weten dat iets verkeerd is ze het niet meer zullen gebruiken de vergelijking met het verkeersreglement kan deze verwachting misschien wat temperen tenslotte stichten al die zeg niet maar wel lijstjes al te vaak verwarring wat was het ook weer hij noemt jan of hij heeft jan overigens hoofddoel is een natuurlijke expressie en niet zozeer een feilloze prestatie van groot belang is dat de leerling in allerlei situatie ongedwongen leert spreken als ge sprekspartner als spreker bij een kort expose als inlei der als steller van vragen rijksleerplan en ook het is niet goed al maar corrigerend op te treden want dat remt de spontaniteit en spreekdurf af katholiek vso leerkrachten die met zulke soms tegenstrijdige eisen in hun leerplan geconfronteerd worden kunnen maar best probe ren aan de minimumeisen administratief te voldoen en hun volledige aandacht te besteden aan de punten uit het leer plan die een normaal functionele benadering van het probleem mogelijk maken en die punten zijn er alleszins men kan zich nl met taalvarianten en taalvarieteiten in alle onderwijssoorten occasioneel bezighouden tijdens een les over een ander onderwerp men kan er ook een hele les of lessenreeks aan wijden het eerste is zonder meer mogelijk in alle onderwijssoorten met alle leerplannen bovendien is het alleen door een aanpak die voortdurend de aandacht vestigt op de levende taal in al haar verschei denheid dat bij leerlingen op den duur een houding kan worden gekweekt waarbij taalcreativiteit gepaard gaat met de bekwaamheid om zich sociaal te handhaven en met verdraag zaamheid voor andere taalvarieteiten 58 occasioneel werken rond taalvariatie praten a groepswerk is een oefening in samen luidop denken wie op dat ogenblik gaat rondlopen om ervoor te waken dat er standaardtaal wordt gesproken is niet terzake en stoort bij het eigenlijke werk dit is alleszins het geval in de schoolsituaties die ondergetekende uit eigen ervaring kent misschien zijn er klassen of streken waar het anders ligt en waar je met een klein beetje druk de leerlingen over een psychologische drempel heen helpt het is natuurlijk zo dat je de standaardtaal pas goed leert spreken door het vaak te doen bij klasge sprekken die doorgaans in een veel formelere sfeer lopen is het veel gemakkelijker om de eisen op dit gebied hoger te stellen al zal veel meer dan aftikken ook hier wel storend werken b voorlezen onder allerlei vormen kan op het gebied van de uitspraak nuttig zijn het is natuurlijk dik vervelend als je vriend of vriendin een tekst zit voor te lezen die ja al lang kent of die voor je op de bank ligt het is soms wel leuk een onbekende tekst te horen voorle zen die je klasgenoot heeft gekozen omdat hij of zij hem spannend vond voorlezen kan ook gebeuren op cassettes dan kunnen de leerlingen thuis bv het radionieuws inspreken op de cassette en de leerkracht kan het thuis beluisteren en beoordelen niet alleen op uitspraak maar ook op intonatie articulatie vlotheid en tempo ook program ma s voor lokale radio kunnen zo gemaakt dat doen veel oudere leerlingen toch al c dit brengt ons dan op een aantal mogelijke rollenspelen en andere drama oefeningen hierin is het zeer normaal dat men van een speler eist dat hij zijn taal aanpast aan de situaties waarbij natuurlijk voorafgaande infor matie door eigen waarneming bv of door lectuur moei lijk inleefbare situaties realistisch speelbaar moet maken de loodgieter en de professor is zo een clas sic waarbij de loodgieter traditioneel zijn best doet om uiterst plat te spreken en de professor zo bekakt mogelijk doet onzin realistisch is bv het proces het solliciatiegesprek situatiespelen rond vergaderin gen tv shows enz als er een video is op school kunnen ze bv zelf een praatshow opnemen desnoods buiten de lesuren wat dacht je van hilde op dinsdag hierbij blijkt dan duidelijk de noodzaak om de standaardtaal of een min of meer daarbij aanleunende taalvarieteit te gebruiken en te kunnen gebruiken in deze gevallen is bij de nabespreking uitvoerige aandacht voor de taal 59 uitspraak woordgebruik vlotheid enz dan ook volko men normaal functioneel d als u nodig spreekbeurten wil of moet laten houden staat het echt in uw leerplan dan zijn er bij de nabespre king ervan veel belangrijker zaken dan de uitspraak zeker in de ogen van de spreker de informatieverwer king opbouw spanning afwisseling overtuigingskracht van de argumenten gebruik van illustratiemateriaal eigenlijk zou uitspraak en woordgebruik eerder een toevallig punt in de nabespreking moeten zijn tenzij het publiek er echt door gehinderd werd luisteren normaal zal het wel niet meer nodig zijn in vlaanderen te laten oefenen in het verstaan van abn sprekers verstaan in de engste zin van het woord twintig jaar geleden was dat duidelijk nog wel nodig omdat veel vlaamse kijkers toen kloegen over de onverstaanbaarheid van nederlandse acteurs en actrices op tv een klacht die praktisch uitge storven is misschien is het wel nuttig in de basisschool kinderen te confronteren met andere manieren om nederlands te praten die ze misschien al kennen van vakantie ervarin gen sportinterviews sommige nederlandse tv programma s een belangrijk deel van het luisteronderwijs is taalbeschou welijk d w z dat we al luisterend de vragen beantwoorden wie zegt wat tegen wie hoe waar en wanneer met welk doel en met welk effect daarbij is het dan zaak zoveel mogelijk soorten taalmateriaal aan te bieden dus zowel life gesprekken situatie en rollenspelen debatten als opgenomen materiaal dj gewauwel radiopreken inter views sportverslagen dialectzangers cabarettiers charme zangers hierbij kan dan de aandacht gaan naar taalvarian ten op allerlei gebieden fonologische semantische syntac tische pragmatische psychologisch en sociaal bepaalde bv eufemismen snoeien in de sociale sector haperingen van de spreker op belangrijke momenten de houding die hij aanneemt t o de luisteraar de beinvloedingstechnieken en uiteraard ook naar de voorkomende sociale en geografische varianten de grote vraag zal nu zijn welke houding de leerkracht gaat aannemen t o de vastgestelde afwijkingen van de stan daardtaal tegenover bv het nasale stemgeluid van acv voorzitter houthuys die alle tweeklanken als enkele klinkers uitspreekt zijn grosso modo drie houdingen vanwege de leerkracht mogelijk a duidelijke afwijzing onder verwijzing naar de abn norm de normatieve houding b aanvaarding met beroep op ieders recht om te spreken 60 zoals dat best bij hem past de onbeperkt tolerante houding c onderzoek van de precieze kenmerken van s voorzitters uitspraak en gezamenlijke bespreking van het effect dat ze op ons en op andere luisteraars heeft de taalbe schouwelijke houding deze laatste houding ligt duidelijk het meest in de von lijn omdat ze vormt tot kritische luisteraars met een democratische ingesteldheid een groot aantal voorbeelden van goede luisterlessen in die zin vindt men in het 6de hoofdstuk van de geus e a 1977 a een ander voorbeeld van een dergelijke luisterles is ook les c 4 uit ankone e a 1978 het gaat hier over het accent en de sociale waarden die we daar meestal aan verbinden kort samengevat komt het hierop neer 1 men laat de leerlingen een opname horen met voorbeel den van allerlei varieteiten van het nederlands 1 men laat ze hun reacties daarop noteren evtl met enkele richtlijnen voor observatie alsook de woorden enz die ze niet begrijpen en tenslotte een gissing naar de herkomst van de sprekers er komt een eerste bespreking 2 men laat bij dezelfde opname de leerlingen gissen naar opleiding sociaal niveau inkomen van de spreker weer een nabespreking met aandacht voor de taalkundige redenen voor die gissing 3 nabespreking bij de nog niet begrepen woorden en uit drukkingen uit 1 voor een vollediger voorstelling van deze zinvolle luis terles verwijzen we naar het boekje b bij les f 10 uit ankone e a 1978 krijgen we een oefening rond dialecten kort samengevat 1 een opname van een aantal verschillende nederlandse dialecten laten horen de leerkracht laat ze identifi ceren en laat de leerlingen aan elkaar uitleggen waar aan ze ze meenden te herkennen het zal wel aangewezen zijn vooral vlaamse dialecten te laten horen omdat het voor de meesten onder hen weinig praktisch belang heeft nederlandse dialecten te kunnen plaatsen 2 de leerlingen zoeken buiten de school informatie om de opnamen uit 1 thuis te brengen 3 een gesprek over de omstandigheden die iemand ertoe brengen zijn spraak aan te passen punt 3 kan eventueel proefondervindelijk gebeuren in een rollenspel waarbij de dialectspreker niet vooraf weet dat de abn spreker tot opdracht heeft hem te laten overschakelen of andersom c een interessant gespreksonderwerp hoe belangrijk is standaardtaal op de radio verschilt dat per zender voor brt 1 2 3 per programma liefst illustreren met wat voorbeelden 61 lezen er wordt weinig echt dialect geschreven in vlaanderen een mooi onderwerp voor een klasgesprek waar wel hoe is deze terughoudendheid te verklaren er staat wel meer niet standaard nederlands in plaatselijke advertentieblaad jes een interessante opdracht kan zijn het verschil in taalgebruik tussen advertenties te bestuderen in adverten tiekrantjes uit andere streken staan om een of andere vreem de reden altijd veel meer regionale woorden en uitdrukkingen dan in die uit je eigen streek ook hierbij zou taalbeschou welijk moeten gelezen worden er zijn een paar schrijvers die dialect gebruiken anderen schrijven gewoon voddig nederlands jeroen brouwers heeft daar zo zijn meningen over interessante discussiestof zullen we enerzijds vinden bij schrijvers uit onze eigen streek dus timmermans voor de antwerpenaars buysse voor de oostvlamingen streuvels gezelle buysse timmermans claes en een aantal minder bekenden schrijven een dialec tisch gekleurde taal welke lokale kenmerken herkennen wij in hun geschriften daarnaast is het interessant te laten opmerken wanneer deze auteurs overschakelen op dialect en met welk doel de taal van al deze mensen is een bewust gehanteerd literair middel schrijven bij het schrijven leggen we onszelf doorgaans strengere normen op dan bij het spreken het soort onafgemaakte zinnen dat in spreektaal bv heel gewoon is vermijden we al schrijvende heel bewust daarom is het waarschijnlijk nor maal dat we bij het schrijven ook de leerlingen ervan over tuigen dat aansluiten bij de standaardtaal te verkiezen is al moet daarbij de eigenlijke doelstelling van de schrijfoefeningen primeren zie roger 1983 belangrijk is daarbij ze te leren vooraf en niet bij de verbetering achteraf gebruik te maken van hulpmiddelen als woordenboek e d taalbeschouwing bij allerlei onderdelen van het taalbeschouwingsonderwijs kunnen binnen de leerplannen sociolingustische aspecten aan de orde komen 1 uitspraakleer de klinkerdriehoek van het eigen dialect verschilt van die van de standaardtaal soms heel grondig de klanken van de standaardtaal komen soms voor in het dialect met een andere foneemwaarde zo komt de a van gaan in het antwerps voor in werken waare ke 2 62 2 woordenschat bij veel onderdelen hiervan kan bij wijze van taalwaarne ming de precieze gebruiksmogelijkheid van de woorden onderzocht worden een heer een man ne gast ne vent een tiep een gozer waarbij we opnieuw verwijzen naar wat hierboven onder luisteren staat over een taalbe schouwelijke houding 3 spraakkunst spraakkunst staat nog steeds op het programma in bijna alle onderwijssoorten maar t oosten gloort naar het schijnt bij allerlei onderwerpen uit de grammatica kan aandacht gevraagd worden voor taalvarianten bv imperatief in het brabants in bepaalde gevallen met t in welke het verkleinwoord de abn regels zijn uiterst eenvoudig vergeleken met die van het leuvens is het niet jammer dat zo weinig brabanders kunnen uitleggen waarom ze zeggen nen amerikaan nen boer maar ne fransman ne pater het betrekkelijk voornaamwoord de jongen die dat of die dat de voltooid tegenwoordige tijd ik heb het hem nog gezegd gehad 4 pragmatiek hoe vraag zeg je iets in verschillende situaties u jij gij wie zijn leerlingen vertelt dat gij tot de ouderwetse en verheven taal behoort maakt ze wat wijs lessen over taalvariatie voor sommige klassen wordt door de leerplannen uitdrukkelijk opgelegd aandacht te besteden aan het verschijnsel taalva riatie soms onder andere benamingen in andere klassen is het allicht mogelijk het onderwerp uitdrukkelijk te behandelen onder een andere noemer je moet toch over iets lezen of gericht schrijven zo kunnen waarschijnlijk sommige stukken uit deze vonk interessante leesteksten blijken te zijn waarrond dan een waardeverduidelijkings oefening kan worden opgezet ook een verslag over een veld studie rond vraag hoe denken mensen in onze omgeving over dat probleem kan als stelopdracht worden gegeven over dit onderwerp wordt overigens in vlaanderen zeer veel gepu bliceerd ook vrij populaire geschriften al is het niet steeds in de geest van de von visie een hele lessenreeks over het onderwerp verscheen in moer 1982 3 kroon en liebrand 1982 zij blijkt in de praktijk mits wat aanpassing ook voor vlaanderen heel goed te gebrui ken al is ze oorspronkelijk voor gelderland opgezet er bestaat een leerlingenboekje en docentenhandleiding die 63 kan besteld worden door overschrijving van fl 3 00 op giro 2605344 t n v r liebrand elderom 313 10 nl 5813 ts boxmeer overschrijven via uw postrekening is het voorde ligst het artikel in moer bevat nuttige informatie die niet in de brochure staat wij vatten de reeks van 10 lessen kort samen 1 een luisteroefening met aandacht voor verschillende taalvarieteiten en taaldiversiteit binnen het nederlands taalgebied een karteringsopdracht 2 een informatietekst over de historische achtergronden 3 een vertaalopdracht en een verzamelopdracht om structure le taalkundige verschillen tussen dialect en standaard taal te demonstreren dialectgrammatica 4 dialectinvloed op de schriftelijke standaardtaal leren herkennen en vermijden 5 functieverschillen geografische en sociaal communica tiebereik van dialect en abn 6 attitudes t o dialect en dialectsprekers een luister oefening 7 rollenspel rond de gebruiksmogelijkheiden van dialect en standaardtaal 8 discussieles rond stellingen over dialect standaartaal en voor oordelen 9 een gerichte schrijfopdracht ter evaluatie deze opdracht is wel vrij schamel als evaluatie van het cognitieve aspect zelfs voor wie deze reeks niet in haar geheel wil gebruiken is hier zeker materiaal voorhanden voor een paar lessen rond het onderwerp besluit het doel van dit artikel was niet de leerkrachten het leven te vergemakkelijken door ze ertoe aan te zetten voortaan maar goed te rekenen integendeel door een genuanceerder taalvisie te hanteren door de sociolinguistiek in de klas te brengen maken we onze taak nog ingewikkelder maar ze wordt meteen ook meer bevredigend doordat het ineens gaat over de levende taal in al haar variatie zoals die door mensen om ons heen echt gesproken wordt zinsontleding is misschien leuk maar horen hoe de mensen echt spreken is veel leuker en belangrijker r roger leeuwerikenlei 3 2520 edegem 64 noten 1 hoe kom je aan zo n materiaal helemaal vanzelf gaat dat niet maar in eigen kennissenkring en van de radio is toch al snel een aantal heel bruikbare opnamen te verzamelen het wachten is wel op een uitgever die een dergelijke verzameling wil laten maken en verspreiden daarbij mogen dan uiteraard wel hogere eisen worden gesteld dan aan onze eigen maaksels o m een professionele klankkwa liteit een taalkundig goed voorbereide keuze van de sprekers en een degelijke begeleidende tekst met alle verantwoording 2 de afwezigheid van fonetische tekens op schrijfmachines laat zich in dit nummer schrijnend gevoelen bibliografie ankone r e a taal gebruiken dcn cahier 6 wolters noordhoff gro ningen 1978 de geus ad e a luisteren dcn cahier 5 wolters noordhoff groningen 1977 kroon sjaak en rudi liebrand tien lessen over taalvariatie in moer 1982 3 p 22 34 roger r de rode balpen slaat weer toe in vonk 1983 1 p 3 13 65