Documenten
thuistaal en schooltaal op de brusselse vub hadden op 4 en 5 maart de derde socio linguistendagen plaats de von was daar aanwezig als spre ker en als luisteraar de eerste dag was volledig gewijd aan de dialect en stan daardtaalprroblematiek in het onderwis over wat daar verteld is willen we hier enkele indrukken brengen voor al omdat er nogal wat dingen verteld werden waar de von vanuit haar visie op taal en onderwijs erg gevoelig voor is nederland het begon met een uiteenzetting van a hagen uit nijmegen die een breed beeld ophing van hoe het nu met deze problema tiek in nederland gesteld is in nederland is men sedert de lager onderwijswet uit 1920 aandacht gaan schenken aan de streektalen en het fries op school bij de taalkundi gen is er langzamerhand begrip gegroeid voor het feit dat een taal eigenlijk veel varieteiten kent het oude begrip algemeen beschaafd nederlands heeft afgedaan en is vervan gen door hefbegrip standaardtaal de sociolinguistiek is wellicht nog het meest onder de aan dacht gekomen door het kerkrade project daarnaast zijn er zich tal van groepen en mensen met de problematiek gaan bezighouden de aclo moedertaal de stichting leerplan ontwikkeling de vakdidactici en hun handboeken de von 2 het genootschap onze taal is overgestapt van de taalzuive ring naar de bevordering van aangepast doelmatig taalge bruik terloops stellen we vast dat in de vlaamse tegen hanger van dat genootschap de van vereniging algemeen nederland vroeger vbo met haar tijdschrift nederlands van nu vroeger nu nog een evolutie in dezelfde richting merkbaar is slotsom in nederland is men gekomen tot een veel grotere 16 tolerantie van variatie in de taal nu accepteert men ook in de standaardtaal elementen uit de dialecten jan sturm en hans van tuijl lieten zien hoe verschillende visies op moedertaalonderwijs samenhangen met de moraal van een tijd in de geschiedenis kan je die visies achter eenvolgens karakteriseren met de steekwoorden godsdien stig rationalistisch nationalistisch technokratisch en emancipatorisch in aansluiting daarbij gaven sturm en van tuijl hun moti vering voor het feit dat men nu in de kerkraadse lagere scholen doelbewust het plaatselijke dialect in de klas toe laat verder vinden zij dat er in de lagere school plaats moet zijn voor dialectbeschouwing als een biezondere vorm van taalbeschouwing daar hebben ze drie doelen mee 1 de kinderen interessante kennis bezorgen over een ver schijnsel waarmee ze dagelijks te maken hebben 2 bij dragen tot het wegnemen van naieve vooroordelen volks linguistiek over taalgebruik en dialect 3 kunstmatige belemmeringen en vooroordelen bij kinderen tegenover hun eigen moedertaal of thuistaal wegnemen uit de filmopnamen in verschillende kerkraadse klassen die de tweede dag geprojecteerd werden bleek duidelijk dat je in de klas een heel andere interactie kunt krijgen en een veel grotere deelname aan het klasgebeuren als de kinderen hun eigen moedertaal mogen spreken het is daarbij natuurlijk niet de bedoeling dat ze dialect zouden gaan leren deze kinderen hebben later in het voortgezet onderwijs overigens helemaal geen problemen met de stan daardtaal zo vertelde a hagen ons tussendoor nog vlaanderen over hoe het met de dialect en standaardproblematiek in vlaanderen staat waren er vier bijdragen de visie van het beleid dat wil zeggen de rijksinspecties werd geschetst door de heer j j dambre inspecteur gene raal en nu adjunct kabinetschef van onderwijs 17 het trof ons dat de heer dambre erover klaagde dat de inspecteurs uit het rijksonderwijs geen tijd hebben om zich degelijk diepgaand bezig te houden met en zich in te werken in de problematiek en dat ze geen tijd hebben om er onderzoek over te doen de visie van het beleid op de problematiek was is duide lijk geinspireerd door de toestanden in vlaanderen van voor de taalwetten van 1932 het beleid is er altijd van uitgegaan dat er in vlaanderen een biezondere achterstands situatie bestond en bestaat en heeft daarom altijd sterk een politiek gevoerd gericht op de verspreiding van het abn van de keurige verzorgde taal zonder storende dialect of andere fouten deze visie op de problematiek is als zodanig al in de tijd tussen de twee wereldoorlogen verwoord door kamiel huysmans in 1947 heeft h j de vos beklemtoond dat alle leerkrachten moeder taalleerkrachten zijn de officiele leerplannen bijvoor beeld die van het vso noemen het bevorderen van een alge meen bruikbaar nederlands als een van de grote doelstel lingen in een recente omzendbrief 1981 vroeg secreta ris generaal roose nog dat de leraren de lokale fouten zouden detecteren en dat ze de ergelijkste fouten zouden bestrijden verder vroeg de heer dambre zich nog af of het beleid wel consequent ingespeeld heeft op de factoren die de verwe zenlijking van de doelstellingen van het beleid bevorde ring van het algemeen verzorgd nederlands aantasten of ombuigen hij meende dat men zo vlug mogelijk werk moest maken van een nieuw soort lerarenopleiding met een dege lijke vakopleiding met verdieping van vakbeheersing en taalbeheersing de toekomstige leraren zouden inzicht moeten krijgen in wat in een jeugdpsyche leeft en dat voor alle kinderen tot de kinderen van de gastarbeiders toe hij zei ook dat men om vlotter mens te zijn moet aanslui ten bij de taalontwikkeling en het taalgebruik van de leer lingen als kritische noot daarbij wil ik erop wijzen dat men de term aansluiten op erg verschillende manieren kan 18 invullen het zal niemand verbazen dat er een grote kloof bleek te bestaan tussen de visie van het beleid op de problematiek en de onderwijsrealiteit zoals die in drie verschillende lezingen beschreven werd piet van de craen vub heeft in een antwerpse volksschool in sint andries onderzoek gedaan hij zag drie redenen die het gebruik van dialect door de leerkracht in de klas be vorderen er zijn allereerst de grappige situaties ten tweede is er het soort van interactie bv sterk directief of anders ten derde is er de bestraffende situatie waar de leerkracht ook als vanzelf naar het dialect overschakelt verder meende piet van de craen dat kinderen moeite heb ben om het dialect taalbeschouwelijk te bekijken als directeur van een antwerpse lagere school vertelde jan janssens ook actief in de von een en ander aan con crete persoonlijke ervaringen met directie inspectie collega s ouders kinderen enz hij dacht dat spreken over dialect in de school in 1982 een even groot taboe is als spreken over seksuele voorlichting tien jaar ge leden veel onderwijzers blijken dialect of een kunstma tig schoon vlaams te spreken hoewel ze denken algemeen nederlands te spreken uit zijn ervaringen sprak verder de nauwe band die er bestaat tussen keuze van een bepaalde taalvarieteit en het soort van omgang dat je met leerlingen hebt of wilt hebben en tenslotte spraken de drie mensen van het btk project van de von rita rymenas fred stroobants en martine ver bruggen zij hebben in drie basisscholen antwerpen schelle en gooreind wuustwezel drie klassen geobserveerd op het punt van het taalgebruik van leerlingen en leerkrachten in formele en informale situaties op het punt van de graad van tolerantie van leerkrachten tegenover niet standaard taal en op het punt van de dialectinterferenties in de standaardtaal van de leerlingen 19 eenvoudigweg zou je kunnen zeggen dat men zich niet moet afvragen of het dialect of substandaardtaal in het onder wijs ingevoerd zouden moeten mogen worden het is duide lijk dat ze er gewoon zijn bij meer informele lesmomenten switchen leerkrachten en leerlingen zeer spontaan naar niet standaardvarieteiten de leerkrachten zijn duidelijk tolerant tegenover het taalgebruik van hun leerlingen maar ze zijn het zich vaak niet bewust welke taalvarieteit een leerkracht zelf hanteert hangt kennelijk samen met het soort van inter actie frontaal lesgeven tegenover meer gemoedelijke omgangsvormen daarnaast stelden zij grote verschillen vast tussen leerkrachten tussen scholen en tussen stad en buiten hun onderzoek betrof scholen binnen de ant werpse invloedssfeer men mag van hieruit niet over heel vlaanderen generaliseren discussie de discussie met de verschillende sprekers die de dag af sloot was erg interessant er werd gewezen op structurele verschillen tussen het ne derlandse en het vlaamse onderwijs wij hebben centraal opgelegde leerplannen en we hebben een invloedrijke in spectie dat hebben ze in nederland niet de heer dambre zei dat de getuigenissen uit de reele klassituaties hem een ander beeld hadden geschetst dan hij voordien had in de discussie kwam sterk naar voren dat heel veel leer krachten bij ons met het gevoel zitten dat tolerantie te genover niet standaardtaalvarieteiten niet mag een aanwezige lerares zei dat ze bang was en wel naar aanlei ding van de opmerking dat de inspectie geen tolerantie kon dulden ze was bang samen met al die jonge mensen die proberen een goed contact met hun leerlingen te hebben en daarom wel taaltolerant zijn de leerplannen lijken te suggereren dat zoiets niet mag en wat moest ze doen als een inspecteur haar of anderen op grond van die taal tolerantie niet zou willen benoemen 20 daartegenover zei de heer dambre dat hij die inspecteur wel eens een beurt zou willen geven hij vond dat men de vrees moest laten varen hij beklemtoonde dat de in teractie met de leerlingen het hebben van een goede re latie met hen het motiveren van de leerlingen op de eer ste plaats moeten komen en dat leerkrachten daarom niet hoeven te vrezen voor inspectie hij meende trouwens dat de inspectie niet repressief optreedt tegenover niet standaardtaalgebruik in het onderwijs het spreekt van zelf dat wij als von deze houding van het beleid toe juichen ook werd de vraag gesteld of het beleid zijn standpunt zou aanpassen aan resultaten van het wetenschappelijk onderzoek over taaltolerantie in de klas het antwoord van de heer dambre op deze vraag was voorzichtig en wat ontwijkend in ieder geval had hij ernstige twijfels tenslotte werd er door nederlandse sociolinguisten op gewezen dat men in vlaanderen ook een grotere variatie breedte van de standaardtaal zal moeten accepteren iets wat in nederland een verworvenheid is daardoor alleen al zal de dialect standaardtaalproblematiek grotendeels ophouden een probleem te zijn slotsom deze sociolinguistendagen hebben aangetoond hoe belang rijk de sociolinguistiek voor het onderwijs en niet alleen het moedertaalonderwijs wel is het valt dan ook te betreuren dat er afgezien van de heer dambre en van mevrouw schrijvers van het stedelijk onderwijs ant werpen geen enkele inspecteur aanwezig was ook niet uit het vrij onderwijs ook de leerkrachten uit het rijks onderwijs die speciaal voor deze dagen vrijgesteld waren zijn niet komen opdagen voor ons was het overduidelijk dat de dialect standaard taalproblematiek in het onderwijs niet losgemaakt kan worden van zowel de taalvisie die men hanteert als van de onderwijsfilosofie die men aanhangt 21 dialect standaardtaal taalvarieteiten e d m zijn abstracties terwijl het in het onderwijs om mensen gaat met heel specifieke achtergronden een bepaald milieu een bepaalde sociale ideologie het gaat om een probleem van concrete mensen niet om een probleem van de standaard taal of het dialect als von vinden wij dat het beleid en in het verlengde daarvan de leerplannen dat veel meer in het oog zouden moeten krijgen en van de vakwetenschap van de socio linguisten verwachten wij dat zij door zouden krijgen dat ze bij hun onderzoek niet alleen bezig zijn met theoretische problemen met abstracties zoals bv de standaardisering maar tegelijk ook met de concrete problemen van concrete mensen wij verwachten m a w dat onze wetenschappers meer zouden denken aan de di recte relevantie van hun werk voor de samenleving die hun daarvoor ook betaalt fr daems noten 1 voor meer informatie over kerkrade zie h van tuijl moedertaalonderwi s in kerkrade dialect 9ebruik in de klas moer 1980 6 13 20 2 een heel invloedrijke publikatie was het boek schooltaal thuistaal adviescommissie voor de leer planontwikkeling moedertaal staatsuitgeverij s graven hage 1978 22