Publicatie datum: 1970-01-01
Auteur: Drs. H. Wesdorp
Collectie: 01
Volume: 01
Nummer: 3
Pagina’s: 39-48
Documenten
toetse n eis tests voor de moedertaa l d rs h wesd or p inleidin g zoals uit de d iscussi e s vo oraf al b l e ek twijfel e n sl e ch ts we in i gen aan h et nut van objectieve schooltoetsen voor determinatie en selectie toch was er enig onb ehage n te be speuren m en erv aart het ci t o al s e e n v re e mde een d i n de onderwijsbijt dit toonden vragen als hoe weet het cito wat getoetst moet w ord en en w elke i nvl o ed zu ll en de toetse n op de onde rw ij sprakt ijk heb b en t rouwens waarom zov eel m oe i te besteed aan het perfectione r en van selectie mi dd elen past een dergelijk streven w el bij de hedenda a gse ve rnie uwingsten densen als mee rjari ge brugperi o d e ongedeeld vwo en m iddenschool n a een historisch overzichtje van de ontw ikke l ingen van de la a tste jar en kwam de inleider snel op zij n eigenlijke on de rwe rp welke soorten to e tsen kan men ondersche i de n en hoe kan men z e gebru iken toetsenconst ru cti e gest a nd a ar diseer de toetsen meten een bepaalde vaardigheid voo r een bepaald n ivea u b v beg rijpend lezen voor eind klas 3 basisond de definitieve versie moet men eerst afnemen v a n een representatief aantal pe rsonen van het betref fende niveau ze moet geba seerd z ijn op een algemeen a a nvaard lee rpl an en houdt g e en rekening met bij zon d ere si tuaties d erge lijke toeten waarvan er nog maar weinig bestaan bied en de mogelijkheid de r es ul taten te vergelijken met die van e en zorgvuldig gekozen normgroep de teacher ma d e tests w orden door de individuele docent geconstrueerd om zijn onderwijs te eval u eren technisch zullen ze vaak de m in der e zijn van de bovengenoemde m aar ze sl u iten beter bij de gegeven stof aan door itemana lyse kan de docent bepalen in hoeverre hij zijn doel heeft be r eikt en zo niet in welk opzicht er iets aan zijn didactiek schort i n de toekomst z al op deze toets de nadruk moeten liggen het c i to wil itemverzamelingen per vak op bouwen itembank met catalogi de docent kan dan u it deze ve rzamelingen zijn eig e n toets samenstellen d e voor delen v an de te a che r made test en de gestandaa rdis e e rde test zull en dan enigszins worden gecomb ine erd toetsgebr u i k al is er h ee l w at t egen per m anente selectie in t e br e nge n 3 1s men moet se lecte ren kan m e n beter op toetsen vertrouwen dan op s ubject i eve im pre ssies cf vijven en zessen van de groot van selectieve toetsen moet men eisen dat de scor es e e n grote spreiding vertonen dat ze terwi lle van de b etrouwbaar hei d uit een groot a antal items b est a a n en dat z e vari abelen m eten die van belang zijn voor de verdere o ntwikkeling van de leer l ing als selectie m idde l 3 9 is het opstel onbruikbaa r da ar objecti e v e b eoor deling onmogelij k is de d iagnostische toe tsen staan tegenover de se l ectieve i n ons on derwijs komen ze nauwel ij k s voor ze m oeten b etrouwbare informatie leveren ten dienste van de vakdi dacti ek en kunnen bij dragen lever en aan de he rorientatie op d it te r rein ma a r ook de l eerling moet d eze toetsen kunnen geb ru iken als infor matie omtr ent zijn typische p roble men waar mee hij zijn voordeel kan doen de toetsinhoud moet zich beperken tot een dee l van de l eerstof b v een maand wiskunde voor vakken met een doorzichtige v a ar d i ghedenopbo uw zijn zijn deze toetsen het ge m akkelijkst te constru er en in de alternatiev en kan men bepaalde denk fouten inbouwen zodat men tevens een fout enanalyse kan verrich ten met alle vo ordelen voor de didactische herbezinning tenslotte zijn er de toetse n die meten of bepaalde minimum einddoelstellingen bereikt zijn als voorbeeld kan de zgn am ster damse schooltoets dienen die in 1970 aan ca 45000 leerlingen van het basisonderwijs is voorgelegd als het goed is meten de toetsen of de leerlingen het onderwijs met vrucht genoten hebben daar het hier gaat om m inimum doelen zullen de items niet te moei lijk mogen zijn al l een waar zich bijzondere situaties hebben voorgedaan mo gen de resultaten onder het gemiddelde liggen de amsterdamse schooltoets vertoont enkele eigenschappen die eigenlijk st r ijdig zijn met het hierboven be schreven karakter van de toets de items zijn i h alg te moeil ijk gemiddel de p waarde is 65 van meer belang is echter dat de toets door basis en ver volgonderwijs als selectiemiddel wordt gehanteerd weliswaar is selectie van meet af aan een der toetsdoelen geweest maar dat komt nu wel erg centraa l te staan men dringt aan op maatregelen tegen fraude op geheimhouding en men vraagt om normen kortom de toets krijgt examenkarakter deze ontwikkeling is onr u stbarend voor wie zich rea l isee rt dat de einddoelstel lingen van het basisonderwijs nergens zijn vastgelegd en dat het cito slechts van enkele enquetegegevens en de proeve van een leerplan van het n uts seminarie kan uitgaan sommige doe l stellingen laten zich bovendien niet meten in de vierkeuzevorm en wanneer zo n doelstelling om die reden niet in de toets vertegenwoordigd is dreigt een reeel gevaar dat de toets mettertijd een verschralende invloed op het leerprog ramma zal uitoefenen juist do ordat de toets de status van examen heeft verworven kan deze invloed ervan uitgaan hier kan de von belangrijk werk doen von leden zouden een doelstellingen werkgroep kunnen vormen die tracht zo concreet mogelijk de doel stel l ingen van het moedertaalonderwijs vast te l eggen het onderwijs is geba at bij een zo concreet en relevant mogel ijke schoo ltoets volgend jaar wordt hi j waar schijnlijk van ca 60000 kinderen afgenomen de hee r wesdorp verricht voor svo een onderzoek n aar de mogelijkheden ook het produktief schrifte l ijk taalgeb ruik objectief te meten over het interimrapport opstelbeoordelingstechnieken het eerste deel van het vie rle dige onderzoek zal in moer een beschouwing verschijnen h j h zie ook h wesdorp het moederta a lgedeelte uit de a damse schooltoets m oer 40 69 70 2 p ag 49 e v vr ag e n hierna legde de inleider het congres de volgende vragen voor 1 aan welke soort toetsen bestaat behoefte de meeste belangstelling ging uit naar de diagnostische toetsen 2 voor welk niveau van onderwijs is er behoefte aan toetsen en w elke pri oroteiten moeten we daarbij stellen men kwam niet tot duidelijke uitspra ken terzake 3 wat moet de inhoud zijn van de te construeren toeoen wegens gebrek aan research en harde gegevens is het onverantwoord hierover nu een uit spraak te doen de mondelinge en schriftelijke taalvaardigheid is echter zeer belangrijk maar pas door onderzoek kan worden uitgemaakt welke componen ten hierbij een rol spelen en wat hun gewicht is hierbij doet zich een pi kante situatie voor het onderwijs vormt de grootste po st op de begroting maar voor de verwerving van harde gegevens het bipalen van de doelstel lingen van een der voornaamste schoolvakken moet men een beroep doen op de onbetaalde medewerking en vrijetijdsbesteding van de leden van een be roepsvereniging enfin de organisatoren hadden het al vos rzien de inteken lijsten voor de werkgroepen lagen al klaar 4 de vierde vraag bevatte een aanbeveling van de von a m tot explicitering van doelstellingen te geraken in de huidige omstandigheden bepalen de eisen van liet vervolgonderwijs dan w el het eindexamen de doelstellingen van het moedertaalonderwijs daarnaast is er de invloed van de schoolboekjesschriivers en indirect de h h uitgevers plus die van het cito men verkeert in liet onzekere over de activiteiten van de colo de universiteiten en de verschil lende lerarenopleidingen 5 de von zou zich ook kunnen bezinnen op het n il t van liet qebruik van ob jectieve meetinstrumenten voor de taalvaardigheid wegens gebr e k aan ge g e vens durfden de deelnemers hierover thans nog geen uitspraak te doen e l i vroom toetsen en tests voor de moedertaa l o ve rzic h t en voor b ee ld e n dr s h w esd or p kleuterschool le klas basisschoo l c v a n c a l c ar e a b egri ppentoets 1 k l sch ii en 111 instru m enta riu m k eize rsgra cht 7 04 amsterdam 4 1 b egrippentoets i ii instructie de onderwijzeres heeft de e e rste pla a tjes vooraf op het bord get e kend hebben j u llie al l emaal de b l a d zijde voor je wa ar je in het bovenste hokje kinderen ziet e e n kind spee lt met de bal zie je wel kijk hier heb ik het ook getekend leg nu het kartonnetje dat j e van mij gekregen hebt onder het hokje waar de kinderen in getekend staan h ee ft iederee n d at de onder wijzeres controleert goed zo lui ster nu goed ik ga jul lie iets vr ag e n m et jullie potl ood doen jull i e wat ik ga v r agen let op zet een rondje een kringetje om het tweede kind h eeft ie d e r een dat zo ge daan dan gaan we nu verder de proefleider doet het nu vo or op de bord tekening het kind moet een duideli j k rondje maken het i s niet erg als er een streep door de tekening gekomen i s a b schuif je kartonnetje e e n hokje omlaag onder de k i nde r en met de stoel tjes kijk de onderwi j zer es wijst op de tekening op het bord hieronder doe het maar in jullie boekje he e ft iedereen dat de onderwijze res contr oleert g oed zo let nu op wat ik vraag z et een rondje kr in getje om het k in d da t op de stoel zit av9 v cul o 1 p ooa p qo g a kohnstamm e a utrechtse taalniveautest voor 4 7 jari pedagogisch instituut trans 14 gen utant 4 7 utrecht 1968 woordenschat analogieen en tegenstellingen grammatica onder woorden brengen 42 le klas basisschoo l c van calcar e a klassikaa l afneembare toets voor het instrumentarium mechanisch lezen kalo m 1 en ii amsterdam 1 968 nov j an m echan i sch lezen in beide toetsen moet per opdrach t steeds een keuze uit vier woorden worden gedaan een woord daaruit is het goede antwoord een woord heeft in klank of schrijfwijze weinig overeenkomst met het goede woord twee woorden lij ken sterk op het goede antwoord zij verschillen van het goede woord door een wij ziging van een medeklinkerverbinding of een klinkerverbinding k a l o m 1 onderzoekt de vaardigheid van de leerling om bij een plaatje het daarbij behorende woord temidden van andere min of meer gelijkende woorden te kiezen het plaatje en de woorden worde n tegelijkertijd visueel aangeboden coo ek ven t o ssnt bee n end ncd 0 gond maand k a l o m 11 onderzoekt de vaardigheid van een l eerling om een gedicteerd woord in een geschreven vorm terug te vinden temidden van andere min of meer gelijkende woorden 4 5n2 2 2 c3 mcpr 4 ks 1t14 43 c van calcar e a de le 2e 3e enschedese leeskaart s we ts zeit l i n ger a m sterd am v oor h e t onderzoek n aar de te chnische 1 9 69 l e esvaard ig h ei d j an febr mei c van calcar b tel l egers b ee ldd ict e e voor de eerste klas instru ment ar i um a m sterd am 1 96 7 beelddicte e c van ca lcar e a toetsen voor begrij p end lezen i e n ii instrumentarium amst erdam 1 96 7 begrij p end leze n a zet aars kringetje v om het kruis c in onze tuin etsen mooie rolpen ars nareimn wij mbhan ook ki p p en en een ko nijn 0 en achter in onre tuin mm een mhommel zet een streep onder alle dieren geef eb een gezicht c van cal car b te ll agen woordherk e nningstoets instrumentarium amste r dam 196 7 0 e de wi t t w de wi lde auditief dictee vo or de eerste kla s ped agog isch centrum enschede 1968 basisonderwijs eind klas 1 6 fr m ces ari us mommer s naar een meer objectieve benadering tilburg 1966 van leerprestaties technische leesvaardigheid eind 1 begin 2 spelling 2 3 en 4 5 0 e de wit t w de wilde zinsdictee voor de tweede klas pedagogi s ch centrum enschede woord d ictee voo r de tweede k l as 1965 44 b th brus een m i nuuttest tech nisch l ezen berkhout nijmegen 1968 klas 2 t m 5 b th brus j bakker schriftelijke opdrachten begrijpend b erkho ut nijmegen z j leze n l as 2 e n 3 b th bros j b akker s tilleestes t apart kl as 3 en klas 4 s be rkhout nijmegen z j c van cal car b tellegen woordenlijst toets woordken n is testen instrumen t arium amster dam 1 969 klas s 6 woordkenni s wat betekent kies uit deze woorden a b c d 1 mist raak regen damp neve l 2 schateren bulderen lachen klateren klinke n 3 prutt elen prutsen dampen borrele r smulle n 4 imiteren nabootsen bang maken boos maken plage n s wiegersma leesvaardigheidstest voor het onderzoe k n i pe g leiden 1958 v an de mechanische leesvaardighei d klas 1 t m 6 1 dommerholt differentiele zinnenleestest wolters groningen 1967 klas 1 t m 6 c i t o schooltoetsen basisonderwijs klas 6 arnhem 1970 stillezen i en ii gemengde taalopgaven spelling grammatica grammatica subtoets grammatica hieronder staan vier zinnen in welke zin is de volgorde van de zinsdelen onde r werp gezegde bepal ing lijdend voorwerp a de tuinm an plant de bloemen in de tuin b heb je bezwaren tegen d it bericht c met we lke bus vertrekken jullie d wie veroorzaakte va nmorgen een ongeluk marijke en jos gaan met de bus naar de stad in w elke zin is de volgorde van de zinsdelen dezelfde als in bovenstaande zin 45 a vanmiddag eten we al om half zes b wanneer kom je thuis c we vieren vanavond feest d zij lopen met de fiets aan de hand in de onderstaande zin is ee n zinsdeel weggelaten a an he t einde van de m aa nd de meeste mensen hun rekeningen hoe no em je het weggelaten zinsdeel a bepaling b gezegde c l ijdend voorw erp d onderwerp c i t o luiste rtoet s basisonderwijs kla s 6 arnh e m 196 9 luistertoets experimentele ver sie deel i heet onmiddellijk reageren ik stel t elkens ee n vraag en ju ll ie moeten een kruisje achter het goede a ntwoord op het antwoor d blad zetten we doen nu eerst een oefenvoorbeeld luister goed naar me en zet dan een kruisje ach ter een van de antwo orden van het oefe nvoorbeeld oefenvoorbeeld in de rij getallen 7 2 3 9 5 is het tweede getal o 2 3 7 9 deel ii i heet vragen bean twoorde n uit spraken voortzetten ik lees een vr aag of een zin voor en ju llie moete n kiezen uit drie antwoorden of dr ie verv olg zinnen kies de mogelijkhei d di e het best bij de door mi j voorgelezen zi n past oefenvoorbeeld waar is het s t a tion mijnheer o aan het ein d van de str aat d at is niet waar nee deze nie t deel n heet opdrachten u i tvoeren i n de rechterbovenhoek van het a ntwoord blad staan een aantal letters en cijfers sommige zij n onderstreept om som mige staat een ci rkel tje on de r so mm ige staat een kruisje je krij gt ee n aan tal opdrachten die met die le t te rs en cijfers moeten worden uit gevoe r d oefenvoorbeel d aanwezige letter s a h aanwezige cij fers 1 8 zet een kru isje achter e en va n de antwoorden van he t oefe nvoorbeeld op h et a ntwoordblad 46 oefenvoorbee l d h oevee l krijg j e a l s j e he t kl ei n ste ge t al van h et grootst e aftr ekt o 1 2 7 8 dee l v bes t aat u it ee n aantal korte re en la ngere verhaaltj es die voorgeleze n wor de n waarna de leerling een aantal m eerkeuzevragen schriftelij k gesteld moet beantwoo r den b ru gklas l cloet e a schoolvorde r ingentest eind basisond begin voortgezet brussel 196 1 spelling ond grammat ica c i t o brugkl astoe tsen eind eerste helft br ugkl as arnhe m 1 9 6 9 sti l lezen taalschat taalschat een kop i n de krant luidde eens prins bezocht juichend curacao a op deze kop valt helemaal niets aan te merken b deze kop moet l u iden juichend bezocht de prins cura ao c deze kop moet luiden prins bezocht het juichende cura ao d deze kop moet luiden prins bezocht cura p ao j uichend in welke zin is het werkwoord l et terlijk gebruikt a dat ligt aan jeze l f c j an ligt m et piet overhoop b de wind ging liggen d wat ligt er in het gras toen jan mocht kiezen tussen de postzegels en de sigarebandjes was het hem blijkbaar lood om oud ijzer a jan heeft liever postzegels b jan heeft liever de sigarebandjes c jan wil ze eigenlijk allebei heel graag hebben d het maakt jan weinig uit c i t o b rugklastoetsen eind van het brugjaar stillezen taalschat grammatica luistertoets gebruik van het woordenboek spelling 47 spelling de zieke 1 zich te veel op terwijl hij juist zou moeten 2 a 1 wind 2 rusten c 1 windt 2 ruste n b 1 wind 2 rustten d 1 windt 2 rustten welk van de onderstreepte woorden is fout gespeld als er geen woord fout gespeld is moet je d kiezen vaak beantwoord men een brief zo laat dat de afzender zich afvraagt of hij a b de brief eigenlijk wel gepost heeft c a a c c b b d geen fout eind middelbare school p j d drenth p c w van wieringen verbale aanleg testserie v a t s wet s zeitlinger amst erdam 196 9 verbale analogieen de proefpersoon moet a n alogiee n aa nvull e n door te ki eze n uit vijf gegeve n mogelijkheden b v kort breed functies van woorden d e proefpersoo n m oe t in t w ee zi nnen woorde n m et overeenkomstige fun cti e aanwijzen h ij hoeft daarbij geen gr ammaticale termen te hanteren woor de n s ch a t de pr oefpersoon mo et bij een gegeven moeilijk woord een synonie m zoeke n uit vijf alte rnatieven 48