Publicatie datum: 1994-09-01
Auteur: Hugo de Jonghe
Collectie: 24
Volume: 24
Nummer: 1
Pagina’s: 15-21
Documenten
toetsing van mondelinge taalvaardigheid hugo de jonghe vlaanderen kan nederland zijn centrale toetsontwikkeling bij het cito benijden in vlaanderen komt de last van de toetsing vrijwel helemaal op de schouders van de leraren terecht aan de andere kant moeten we niet vergeten dat toetsing in vlaanderen ook anders verloopt dan in nederland er is bij ons geen eindexamen geen centrale toetsing er is alleen maar een toetspraktijk van de leraren in de scholen in een toetsingskader dat door allerlei reglementen wordt beregeld niet meer dan zoveel tijd in de onderbouw komt dat neer op een zestal weken per jaar met een weging van vakken volgens de urentoewijzing op het rooster met de verplichting om de toetsing af te stemmen op de onderwijsdoelen in de centraal opgestelde leerplannen en onder het toeziende oog van de onderwijsinspectie 4 w d roblemen zijn er te over het summatieve toetsing van spreekvaardigheid grootste zorgenpunt is wel in de vorm van spreekbeurten aan de leraar p licht de toetsing van de taal vroeg wat hij ondertussen moest doen y vaardigheid in al haar aspecten vier er is een methode op de markt waarin er zijn traditioneel allerlei toet leesvaardigheid zonder meer gelijkgesteld is singsprocedes ontstaan die de taal met de vaardigheid in hardop voorlezen vaardigheid nauwelijks recht laten wedervaren terwijl de onderwijspraxis aan de andere kant wordt de leraren maar zelf nog laboreert aan verouderde vor weinig houvast geboden in de regel krijgen men van leerstofoverdracht die voor de ze eerder te horen wat ze niet dan wat ze ontwikkeling van taalvaardigheid maar wei wel horen te doen leerplannen en school nig mogelijkheden bieden een paar spre boeken bl ijven mistig al s ze het over evalu kende voorbeelden een in tal van scholen atie hebben wordt het proefwerk schrijven summatieve toetsing dus nog altijd zgn buiten de reeks georganiseerd d i zowat halfweg een trimester midden in het leerproces invalshoeken dus vaak als de leerlingen nog maar een schrijfopdracht achter de rug hebben positiebepaling twee een dochter van me kwam thuis met de mededeling dat ze in de duitse les iets bij het onderwijs nederlands zijn veel ver heel erg leuks hadden mogen doen ze schillende mensen betrokken en die komen hadden een kort toespraakje mogen hou ieder op zijn manier aan de praat vaak is den nadeel er stonden punten op drie dat evenwel een praten voor de eigen club ik heb het meegemaakt dat een leerling bij tussen onderwijsverstrekkers en onderwijs sept okt 1994 nummer 1 24e jaargang nw stuurders verloopt de communicatie niet mijn positie in dit debat is de volgende ik altijd even goed in de eerste plaats komen wortel in de onderwijspraxis in hoofdzaak natuurlijk de onderwijsverstrekkers zelf als leraar nederlands in aso iso en hto degenen die vanaf de kleuterschool tot en als vakdocent en didacticus in het pho en met het hoger onderwijs het nederlands als als docent taalbeheersing aan de universi moedertaal of als tweede taal onderwijzen teit en in bedrijfscontext daarnaast heb ik met de onderwijsstuurders bedoel ik al die diensten verleend in de onderwijsbegelei genen die aanwijzingen verstrekken over ding en in de leerplanaanmaak en heb ik hoe de onderwijsverstrekkers het best te me een keer in het ontwikkelwerk begeven werk kunnen gaan een soort walpersoneel u moet dat weten voor een goed begrip maar dan wel met een duidelijk hogere sta van wat ik over toetsing bij mondelinge taal tus in eigen ogen althans vaardigheid mee kan delen ik zie mezelf als iemand die door reflectie op eigen en hoe gevarieerd de grote groep van de andermans praxis en op basis van de resul onderwijsverstrekkers ook is toch moet het taten van andermans onderzoek tot enige walpersoneel in dat opzicht niet voor hen theorievorming bij wil dragen aanzetten tot onderdoen er zijn onderzoekers ontwikke een nog te voeren discussie meer niet laars van leerplannen schoolboeken en toetsen opleiders begeleiders en inspec teurs en daarnaast zijn er nog degenen die zich met een poot in een of meer van de de dwang van aangehaalde gebieden met theorievorming bezighouden de onderwijskunde het is voor mij duidelijk dat een strenge in het onderwijs van het nederlands heb scheiding van al die categorieen de kwaliteit ben niet alleen de direct betrokkenen en het van het verstrekte onderwijs niet ten goede al genoemde walpersoneel hun zegje komt ik kan me niet goed begeleiders daarnaast is er de bij wijlen duidelijk hoor voorstellen die niet flink wat klaspraktijk bare claim van de algemeen onderwijskun hebben gehad bij de ontwikkelaars van digen die zich bovendien ook nog graag schoolboeken bijvoorbeeld is klaspraktijk als een hoger echelon willen profileren eerder regel dan uitzondering gelukkig maar hoewel die praktijk in een aantal benevens het vele goede en bruikbare dat gevallen niet voldoende door onderzoek en zij aandragen is er ook een en ander dat theorievorming beinvloed lijkt te zijn dat de tot verwarring en zelfs tot ontsporing aanlei invloed van onderzoek op de onderwijsver ding kan geven het is maar moeilijk om in strekking niet zonder problemen verloopt is algemene zin over onderwijs te praten zon ons allen voldoende bekend daar staat der daar concrete vakleerinhouden bij te weer tegenover dat het voor het veld van betrekken zo kunnen we vaststellen dat te de onderwijsverstrekkers niet erg aanneme ijverig gebruik van een term als leerstof lijk is dat onderzoekers zich vaak over hun gemakkelijk tct overaccentuering van cog werkzaamheden uitlaten zonder zelf op nitie leidt t onvermijdelijk de vaardighe enige praktijkervaring te kunnen bogen ik den in het geckang brengt deel die zorg maar ik deel ook de zorg van hen die begeleiders en onderzoekers zich met het onderdeel evaluatie van de onder te nadrukkelijk op de produktie van leermid wijscyclus gaat het net zo niemand twijfelt delen zien werpen aan de zin van evaluatie maar onder de dwang van de algemene onderwijskunde legt men het evaluatiemoment te zeer als nm 24e jaargang nummer 1 sept okt 1994 41stra a r een afskitend onderdeel van de onderwijs vraag zitten we op het terrein van de forma cyclus vast als summatieve evaluatie toet tieve en van de procesevaluatie sing dus daardoor wo men ook in de val van oil bevestiging van overgebrfde proef werk en examineerpraktijken op het einde van een bepaalde periode trimester proefwerktoetsing en semester of jaar wordt beslag gelegd op een paar weken schooltijd voor de organi vaardigheden satie van summatieve toetsen voor alle schoolvakken daar zijn en blijven dan vaardigheden zoals luister en spreekvaar rigoureuze regels voor opgesteld o m wat digheid zijn uiteraard alles toetsbaar in cijfertoekenning betre ft heb je een vak van situaties waarin de beoogde vaardigheid zoveel uur in de week dan beschik je over daadwerkelijk wordt gedemonstreerd nu zoveel maal zoveel punten het is niet geven sommige vaardigheden aanleiding moeilijk om in te zien dat een dergelijk sys tot het ontstaan van een produkt dat min of teem gauw averechts gaat werken doordat meer blijvend is en dat los van de situatie het onderwijs in belangrijke mate op het analyseerbaar is het brood van de bak evaluatiesysteem afgestemd raakt de toets kersleerling het werkstuk van een leerling staat dan niet langer in dienst van het leer architect de samenvatting van een leerling proces maar gaat zelf het uitzicht van het bij een schoolexamen nederlands andere leerproces bepalen met vaardigheden produkten zijn vluchtig tenzij ze b v met zoals spreek en zustervaardigheid kom je elektronische middelen worden vastgelegd dan gau w in de problemen de vertolking van een mozart sonate op de piano een toespraak voor leeftijdsgenoten weer andere zijn niet eens vastlegbaar en zelfs niet waarneembaar omdat ze geen toetsdoelen ander produkt opleveren dan bewustzijns toestanden ten gevolge van neurofysiologi bij toetsing kunnen heel verschillende vra sche processen het tekstbegrip dat bij gen aan de orde zijn een daarvan betre ft lezen of bij luisteren tot stand is gekomen het eindexamen heeft de leerling de en dat alleen indirect na te trekken is beoogde leerdoelen bij de afsluiting van de daarbij dreigt onvermijdelijk het gevaar dat onderwijscyclus in voldoende mate bereikt de analyse van het responsiegedrag interfe onderverstaan als dat zo is kan hij zij naar reert met de indirecte meting van het tekst een volgende cyclus doorschuiven of komt begrip je moet bijvoorbeeld schrijven om te hij zij in aanmerking voor het diploma laten zien dat je goed kunt luisteren of selectieve evaluatie een andere vraag lezen wat onvermijdelijk aanleiding gee ft tot betreft de instap meting van de beginsitu validiteitsproblemen atie beschikt de leerling over de nodige kennis en vaardigheden eventueel ook atti tudes om met enige kans op succes een luisteren bepaalde onderwijscyclus te doorlopen wat luisteren en lezen betreft ontlopen de weer een andere vraag is deze welke vor toetsingsproblemen en mogelijkheden deringen geeft de leerling op een bepaald elkaar niet al te zeer ik verwaarloos daarbij ogenblik tijdens het doorlopen van een leer maar even situaties waarin het luisteren als cyclus te zien onderverstaan hoe moet activiteit in een dialogische of polylogische het onderwijs leerproces in zijn verdere ver situatie geintegreerd is mijn aanbeveling loop worden bijgestuurd met deze laatste voor summatieve toetsing moet daarom sept okt 1994 nummer 1 24e jaargang zijn luistertoetsen door middel van samen een andere vraag om daarop te antwoor vatting multiple choice of o pe n vragen den moet ik eerst een ietwat ruimer kader daarbij wordt naar opgenomen materiaal schetsen geluisterd video of audio tapes de aan dacht wordt door middel van een inleidend gesprek in normaal functionele zin gericht meer nog dan bij lezen is men bedacht op toetsing en toegepaste receptieproblemen slecht horende leerlin gen zijn moeilijker te detecteren dan slecht onderwijsmethodes ziende toetsing houdt niet alleen verband met doelstellingen maar ook met de toegepaste spreken onderwijsmethodes dat laatste verliest men wel eens uit het oog met spreken ligt het veel moeilijker der ti g leerlingen kunnen gezamenlijk wel op hun de dwang die van een sterk abstraherend itustervvaa rd heid maar niet op hun spreek onderwijsmodel als dat van van gelder uit vaardigheid getoetst worden dat is in de gaat is groot men ziet het onderwijsproces onderwijspraxis probleem nummer een te lineair als opgebouwd uit vijf opeenvol traditioneel werd het opgelost door de leer gende stappen beginsituatie doelstellin lingen tegen het einde van een onderwijs gen leerinhouden werkvormen evaluatie periode een voor een met een toespraakje eigenlijk kan men er alleen zeker van zijn te laten opdraven neem er vijf per uur dan dat het proces van een begin naar een kom je met een klas van dertig al aan zes eindsituatie leidt wat daar tusssenin zit uur bovendien kun je je leerlingen niet alle volgt niet zo stapsgewijs op elkaar alleen maal over hetzelfde laten praten mensen die echt in het onderwijs staan traditionele oplossing een onderwerp naar kunnen daarvan op de hoogte zijn ten keuze waardoor een allegaartje tot stand minste als ze zelfstandig programmerende kwam met jaar na jaar telkens weer hetzelf leraren zijn en niet van buiten af gepro de soort onderwerpen en waarbij al gauw grammeerde robot uitvoerders bleek dat leerlingen kwamen voorlezen wat ze in het beste geval nog zelf hadden frontale leerstofoverdracht is wat anders geschreven overigens wordt er dan alleen dan door de leraar geleide werkzaamheden gesproken voor de toets in een situatie die waarbij de leerlingen zelf inzichten en erva mijlen ver van elke mogelijke normaal com ringen opdoen en handelend zelf tot grotere municatieve situatie af staat behalve prakti vaardigheid in dat handelen komen bij ache bezwaren zijn er ook onoverkomelijke frontale leerstofoverdracht grijpt men vlug toetstechnische objectiviteit betrouwbaar ger naar het middel van periodieke summa heid en validiteit zijn niet te bereiken om tieve toetsing in het geval van voortdurend maar die drie te noemen let wel hiermee tot zelfwerkzaamheid gestimuleerde leerlin wil niet gezegd zijn dat het leren houden gen heeft de leraar vanzelf al oneindig veel van een toespraak geen zinvol onderwijs meer kansen om zijn leerlingen tijdens hun doe is of kan zijn alleen dat het als evalu activiteiten te observeren hij of zij moet atiemiddel voor spreekvaardigheid in een dan wel niet achter zijn tafel gaan zitten cor ruime zin niet geschikt is rigeren in de mate dat leraren hun leerlin gen meer en beter leren te observeren ik wil er daarom voor pleiten om spreek neemt zeker voor vaardigheden de vaardigheid in het geheel niet summatief te behoefte aan summatieve evaluatie evenre toetsen wat er dan wel moet gebeuren is dig af mn 24e jaargang nummer 1 sept okt 1994 we kunnen hierbij de vergelijking maken beheerst aan diens leiding en oordeel kan met wat bij mu ekopieid gebeurt d ie men de leerling ten volle toevertrouwen op voltrekken zich in de vorm van individuele zijn of haar oordeel dat via bestendige oefensessies de leerling speelt de ingestu omgang met en observatie van de leerling deerde stukken op het instrument en daar wordt opgebouwd kan men staat maken bij observeert beoordeelt en stuurt de de meester beslist wanneer de leerling het begeleidende muziekleraar van het begin vooropgestelde doel hee ft gehaald tot het einde in het licht van zijn ervaringen met de leerling ontwerpt de leraar verdere in d it licht bekeken lijkt het me voor het taal processtappen kiest nieuwe geschikte vaardigheidsonderwijs in de eerste plaats oefenmaterie gee ft instructies selecteert geboden dat taalvaardige leraren worden uit de actuele vaardigheid van zijn leerling gevormd die alle courante en voor hun die punten die op dit moment het eerst leerlingen nodige tekstsoorten degelijk voor bijsturing of verdere vervolmaking in beheersen in de tweede plaats dat die aanmerking komen als het nodig is speelt leraren het volle vertrouwen krijgen om hij of zij al eens een paar maten voor dat gedragen door het team waarin ze werken doet hij zij allemaal met het globale onder en geruggesteund door een terzake des wijsdoel van een zo groot mogelijke beheer kundige begeleiding hun uit niet aflatende sing van het instrument voor ogen en tege observaties opgebouwde oordeel over de lijk van verhoging van interpretatieve vaar taalvaardigheid van hun leerlingen uit te digheid muzikaal inlevingsvermogen en spreken dat betekent dat in de lerarenop vaardigheid in de uitdrukking daarvan leiding veel meer dan nu het geval is taal vaardigheidstraining plaats moet vinden en voor vaardigheidsonderwijs is daaruit een dat daaraan ook veel meer dan nu inzicht in en ander te leren a de leerling verkeert tel geschikte trainingstechnieken moet worden kens in een oefensituatie b onder het gekoppeld in dat opzicht staat onze taal observerende oog en oor van een mees vaardigheidstraining nog helemaal of mis ter c aan wiens bekwaamheid d i eigen schien zelfs nog niet eens in de kinder vaardigheid in het bespelen van het betrok schoenen ken instrument niet wordt getwijfeld op ieder moment van het leerproces weet de meester waar zijn leerling staat wat hij wel en wat hij zij nog niet kan en neemt hij het taalvaardigheids beslissingen in verband met het verdere verloop van het proces er is geen andere leerproces eindevaluatie dan het publieke ten gehore voeren van de leerling in een nu verlaten vso leerplan hee ft ooit gestaan dat het uitblijven van overtuigende dit soort vaardigheidsonderwijs tre ft men tekenen van vaardigheid b v bij spreken niet alleen in conservatoria en muziekaca niet automatisch als een tekortschietende demies aan het komt ook voor in het leer taalvaardigheid mag worden begrepen lingwezen het neemt de vorm aan van sta daarachter zat de m i zeer gezonde stelling ges na of gedurende vakopleidingen en is dat de uitspitsing van taalvaardigheid in vier regel bij tal van hoog te kwalificeren trainin deelvaardigheden gevaren inhoudt er zijn gen daarbij komt telkens duidelijk de hoge taalvaardige mensen die als slechte spre kwalificatie van de trainer naar voren nooit kers bekend staan men doet er dus goed is dat een nieuwkomer in zijn of haar vak aan om zich niet op een taalvaardigheidsas maar duidelijk iemand die de over te bren pect blind te staren gen vaardigheid in een meesterlijke graad sept okt 1994 nummer 1 24e jaargang n n nog gevaarlijker is het naar min gevoel om twijfel c luister spreek lees en schrijfvaardigheid w onvoldoende d zelf ook weer in deelvaardigheden op te goed b splitsen om didactische redenen kan het uitstekend a goed zijn om tekorten op een deelgebied door middel van een kortstondige leeractivi die beoordeling besprak bespreek ik met teit op dat gebied te remedieren daarna mijn studentenleerlingen telkens in het licht moet integratie aan de orde zijn spreken van vaststellingen in verband met de gese en schrijven maar ook luisteren en lezen lecteerde criteria zijn erg complexe handelingen die alleen in hun complexiteit goed aan te leren zijn en bij schriftelijke taalvaardigheid zorgde ik die bovendien nog in zinvolle communica voor een zo kort mogelijke terugkoppeling tiesituaties plaats moeten hebben na de beoordeling van het produkt kon den kunnen de studenten leerlingen altijd didactisch is m i het hoogste rendement te een nieuwe versie inleveren men kan zich verwachten bij integratie van zowel monde voorstellen dat deze werkwijze gemakkelijk linge als schriftelijke receptieve en produk tot de samenstelling van portefeuilles dos tieve taalvaardigheid in geschikte communi siers leidt niets werkt voor een adept catiesituaties daarin zijn de leerlingen luis schrijver zo motiverend als de vaststelling terend sprekend lezend en schrijvend dat zijn of haar prestaties er onder doelge actief betrokken en stelt de leraar l erares richte begeleiding echt op vooruitgaan zich zoveel mogelijk observerend op zijn of haar aandacht betre ft de taalactiviteit van ook voor mondelinge prestaties lijkt globale elke leerling in de groep uit lees en schrijf beoordeling onder verwijzing naar een activiteiten ontstaan portefeuilles terwijl beperkt aantal duidelijke criteria mij een luister en spreekactiviteiten van leerlingen haalbare werkwijze alleen is ze wegens hooguit tot geregelde verbale beoordeling praktische en toetstechnische bezwaren en notities aanleiding geven bij de beoor nauwelijks voor summatieve evaluatie deling van op die wijze communicatief inge geschikt aan analytische observatiesche bed taalhandelen worden de leerlingen in ma s is er overigens geen gebrek in de de mate van het mogelijke mee betrokken gangbare didactische handleidingen zijn daar voldoende bruikbare voorbeelden van te vinden spreken globale vs analytische beoordeling de selectie van wat de produktieve taalvaardigheid betre ft beoordelingsc ri te ri a ben ik voorstander van een gematigd glo bale beoordeling dat betekent dat bij de welke beoordelingscriteria men aanlegt is beoordeling wel rekening wordt gehouden uiteraard een probleem apart we niet ter met een aantal vooraf vastgestelde beoor zake bevoegd is hecht in de regel te veel of delingscriteria maar dat spreek en schrijf zelfs bijna uitsluitend belang aan de meer prestaties in globo beoordeeld worden zelf perifere aspecten van produktief taalge ben ik daarvoor na veel zoeken en experi bruik bij schrijven zijn dat o m handschri ft menteren bij een binair opgebouwde vier spelling en interpunctie bij spreken hebben puntenschaal terechtgekomen vooral articulatie en een acceptabele nederlandse uitspraak de belangstelling mn 24e jaargang nummer 1 sept okt 1994 r a
Gerelateerd:
- Fictie in de basisvorming, een leerplan
- Een spiegelcurriculum voor communicatief taalonderwijs: een veldaanvraag nader beschouwd
- Verscheidenheid in eenheid en eenheid verscheidenheid. Twaalf docenten Nederlands over hun literatuuronderwijs in de bovenbouw van havo en vwo.
- Het afleiden van woordbetekenissen uit context: een poging deze vaardigheden te trainen.